N\ 15928
Maandag 22 Januari.
A0, 1912.
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Officieels Kennisgeving.
Leidsehe Sehouwburg.
FEUILLETON.
IDSC
it"--
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1—S regel» f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. Gre.tere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 -woorden 40 Oeatecoatamti elk
tiental woerden meer 10 0ent8,—Voor het inoaeseeren werdtfO.OS berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Gents; per 3 maanden 1
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn
Franco per post
f 1.10.
1.30.
1.66.
Besmettelijke ziekte*
ROODVONK.
J 3>e Burgemeester van Leiden;
Gelet op artikel 21 der Wet van 4 De
cember 1872 (Staatsblad No. 134);
Brengt tec algemccne kennis, dat in de
.week van 15 bot en met 21 Januari 1912
aangifte is gedaan van 7 gevallen van Rood
vonk en dat in die week geen personen
ftan die ziekte rijn overleden.
Do Burgemeester voornoemd,
N. O. DE GIJSELAARt
Leiden, 28 Januari 1912.
DRANKWET*
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gelet op de artfc. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter atgemeeno kennis, dat door
PETRUS GADRI, caféhouder, wonende
te Leiden, een verzoekschrift is ingediend,
om verlof voor den verkoop van. aloohol-
houdenden, anderen dan sterken drank,
voor gebruik ter plaatse van verkoop, in
het benedenlokaal van het perceel Steen-
straat No. 10.
burgemeester eti Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
TAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 28 Januari 1912.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelefc op de ertt. 12 en 37 der Drankwet
Brengen ter algemeene kennis dat door
(AGATHA H. HILLENAAR, echtgenoote
van G. MOL, wonende te Leiden, een ver
zoekschrift is ingediend, om verlof voor
den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen
drank, voor gebruik ter plaatse van ver
koop, in den winkel van het perceel Rijn
straat No. 1.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRUEN, Secretaris.
Leiden, 22 Januari 1912.
Leiden, 22 Januari.
In haar Zaterdagavond gehouden le
denvergadering heeft de „Vrijzinnige Kies.
vereeniging" candidaat gesteld voor den
gemeenteraad (vacature-Van Hoeken in het
2de district) mr. G. W. van der Pot( secre
taris van Rijnlaad.
Tot gewoen lid van hot Historisch Ge
nootschap te Utrecht ia benoemd dT. H. J.
A. Ruys, te Leiden.
Bij Kon. besl.'i!. is de heer P. Buiten
dijk, aTts, te Leiden, benoemd tot ridder
ito de orde van Oranje-Nassain
Do heer Buitendijk heeft als scheepsdok
ter reeds verschillende reizen naar Indiö
gemaakt en als hij dan in ïndië is, maakt
hij van die gelegenheid gebruik op jacht
of op ander onderzoek uit te gaan. Zoo
heeft hij reeds vele malen dieren of andere
voorv_rpen meegebracht, welke bijv. voot
het Museum van Natuurlijke Historie zeer
belangrijk waren, waaraan hij ze dan ook
schor'Niet onwaarschijnlijk staat boven
vermelde koninklijke onderscheiding hier
mede in verband.
In den loop van heb vorige jaar richtte
het bestuur der afdeeling Leiden e. o. van
de Hollandsche Maatschappij van Land
bouw zich tot Burgemeester en Wethou
ders van Leiden met een schrijven, waarin
er op gewezen werd, dat tijdens de lammer
markten reeds meermalen plotseling brand
ontstaan was in het stroo der schapenhok
ken. Dit leverde groot gevaar op, zoowel
voor de marktbezockers als voor de die-
rem Daarom werd het College van B. en
Ws. verzocht maatregelen te doen nemen,
waardoor bij eventueel begin van brand,
deze terstond en volledig gcblu-sckt kon
worden.
Op dit verzoek ia gunstig beschikt. Bur
gemeester en Wethouders hebben boven
genoemd bestuur bericht, dat gedurende de
groote lammermarkten één werkman bij
elk der twee brandkranen zal geplaatst
worden, terwijl bij kleine lammermarkten
één werkman beide kranen zal bedienen.
Bedankt is voop het beroep naar de
Ned.-He*v. Gem. te Sijbekarspel door den
heer A. E. K. Bolland, oand. te Leiden,
en vpor dat naar de GerefKerk te Ka-
merik (bij Woerden) door da. W. den
Hengst, te Veenendaal.
In zijn tijdelijke woning in de Sche-
veningsche Boschjes is overleden de heer
E. L. baron van Hardenbroek van Look
horst, oud-burgemeester der gemeente
Rijswijk, sedert 1910 kamerheer in gewonen
dienst van H. M. de Koningin.
Het vorige jaar had de overledene om
gezondheidsredenen zijn ontslag als burge
meester gevraagd.
Vóór zijn benoeming tot burgemeester
der gemeente Rijswijk was hij burgemeester
van Noordwijk en Domburg. De overledene
was ridder in de orde van Oranje-Nassau
en van de Eikekroon.
De ter-aarde ^bestel ling is bepaald op
Dinsdag a.s., om 12 uren van het sterfhuis
naar Oud-Eik en Duinen.
Tot lid van het hoofdbestuur van den
Nederlandschen Bond van Gemeenteambte
naren is in de afd. Utrecht gekozen mr. G.
Noorman, hoofdcommies ter gemeente
secretarie te Utrecht.
Heden is te Haarlem overleden mr.
F. R. Ccioanmelin, oud-kantonrechter te
Haarlemmermeer. Hij was geboren te Drie
bergen in 1842.
Hr. Ms. pantserdekschip „Utrecht",
onder bevel van den kapitein ter zee W. T.
de Booy, is 19 dezer te Ponta Delgada
aangekomen.
De gewone audiëntie van den minis
ter van landbouw, nijverheid en handel zal
Woensdag a. 9. niet plaats hebben.
HAZERSWOUDE. De gemeenteraad zal
vergaderen a. a. Woensdag, des voormid
dags te 10 uren.
KATWIJK-AAN-ZEE. De heer J. Raueh-
baar, onderwijzer aan de derde openbare
school alhier, is benoemd tot onderwijzer
te Haarlem.
NOORDWIJEERHOÜT. In het afge-
loopen jaar werd dioor de St.-Elisabeths-
Vereeniging het volgende aan arme ziekon
uitgedeeld: 7757 L. melk, 987 eieren; 167
pond vleesch, 7 pond rookvleesch en 324
bons.
WARMOND. Het perceel bloembollen
land, genaamd „Hagheweide", is, nadat
gebleken is, dat het -aan gestelde eischen
voldoet, aangekocht door een liefhebber van
motorsport. Wij vernemen dat aan do
straatzijde (tussohen station en Warmon-
derhek) een landhuis verrijzen zal en o.a.
aan de -achterzijde, in den z.g.n. „Poel"f
ee-n bewaarplaat*» voor motorbooten.
ZOETERWOUDE. Raadsvergadering op.
Donderdag 25 Januari v.m. te halftien.
Agenda: lo. Ingekomen stukken. 2o.
Benoeming leden voor de stembureelen.
3o. Vaststelling kohier der schoolgelden 4de
kwartaal. 4<\ Vaststelling kohier belas
ting op de honden. 50. Reclames hoofde
lijke omslag.
„FREULEKEN."
De Koninklijke Vereeniging „Het Neder-
landsch Tooncel" komt maar zelden to Leiden,
In verband hiermee lijkt het ons niet go-
lulddg oen Zondagavond uit te kiezen voor
een opvoering als die van „Freuleken". Wol
waa de Schouwburg, ook in de loges, aardig
bezet, maar op een weekdag zou de belang-
qfcoUing toch veel grooter geweest zijn.
Zeven spelers van de Kon, Vereeniging
zijn gisteravond hier gekomen om ons „Freu
leken" te vertolken, komedie in drie bedrij
ven door H. O- J. Roel vink en zij hebben
dit voortreffelijk gedaan.
Versoheidenheid van spifc doet eten. Men
gaat in de reeks van schouwburg voor aid lin-
gen soms nu en dan i ete eentonigs voelen. Het
bekende onderwerp wordt er, meer of minder
verdienstelijk zoo dikwijls behandeld, dat men
iets voelt van een aangename verrassing zich
in eens verplaatst te zien in een. 18de eouwsoh
znilieu, waarbij geheel andere viuschijuingen
zoo frisch naar voren komen. Wij noemen als
voorbeeld hiervan de figuur van tante Jet,
het type van den 18de eeuwscke ïegente-
douairière wier leven opgaat in vormelijke
ssdetjes en wier taal noch Fransdh noch Hol-
landsch is, maar een mengeling van beide,
zooals tc dien tijde in de mode was. Mevrouw
Schwab gal van deze figuur een uitnemende
creatie. Een ander genrefiguur was Miebetje,
de 'meid van de familie van Avcrling, die in
haar aclvterkoekscli dialeob en liaar frissche
ongegeneerdheid, prachtig in den stijl is op-
genomen én aan welke figuur mevrouw Lobo
Braakensiek 'een levendig relief gaf. Aardig
vooral wist zij de gemoedsbewegingen, van
Miebetje in gelaat, houding en gang te doen
uitkomen.
Deze beide figuren, blijkbaar mjet liefdo
door den auteur verzorgd, gaven een prettige,
frissche Stemming.
Het stuk speelt ottrüstreeks 1780 op' den
huize „Ronde", de waning van Baron van
Averling, burg am cester van een dorp in den
Gelderschon achterhoek. Hij is weduwnaar,
heeft drie kinderen. Job, do oudste, is lam'
in 'zijn boenen en rijdt in een wagentje; hij
studeert Veel en is do filosoof van de familie.
Hij ziet alles wat er in het huis gebeurt, waar
ieder 'rijn gang gaat en het leven geniet cn de
arme Job nog wel eens vergoten wordt.
Henri, is dé tweede zkxm, student ie Leiden,
dio juist voor de tweede maal voor zija pro
motie gezakt is en thuis komt, waar Papa
hem woedend ontvangt.
Eén dochter is er in liet gezin, Florentine,
het „freuleken", een meisje van 17 jaar, ver
troeteld. Tante Jet is bij de familie gelo
geerd, toiaan men is haar druk gedoe en haar
rime maken met de meid moede en is blij
als rij afreist.
Bij deze zes personen komt nu nog een
zevende; waar zou anders in dit milieu de
intrige kunnen bloeien. Plet is Iman van
Aerschot, een jonker uit de buurt, vriend dor
broodera Averling, die met Miebetje scharrelt,
maar na de kennismaking met Florentine op
haar verliefd wordt en zich declareert- Dat
staat Miebetje aanvankelijk maar weinig aan
en zij steekt dat niet onder stoelen en ban
ken. Zjj schikt rich, echter in haar lot omdat
zij naar haar broer in Amerika mag gaan.
Dan is zij bij „haar volk." Als tante Jet af
reist, door de gcheele familie in kales on te
paard uitgeleide gedaan tot de naaste dili
gence, nomen Iman van Aerschot en Miebetje
de gelegenheid waar om afscheid te nemen.
Daarbij gaat het nog al gezellig toe en juist
natuurlijk op heb oogenblik dat er gezoemd
wordt, komt Freuleken, binnen. Tableau. Dit
vormt in hoofdtrekken den inhoud der eerste
twee bedrijven, die veel bijval vonden.
Emma Morel gaf van Freuleken een bekoor
lijke creatie. Haar spel was van een voor
naamheid, waaraan men den echten kunste
naar herkent. Datzelfde trok ook in de fi
guur van Job. Men merkte vooral ook in
oogenbiikken waarop deze figuur slechts op
een tweede plan kwam, in welke voortref
felijke handen zij bij den heer Chrispijn was.
Ook de andere spelers waren goed, het sa
menspel sloot uitstekend en de aankleeding
van Let stuk was prettig in don stijl ge
houden.
Wij zouden nu nog iets van het derde
(laatste) bedrijf moeten zeggen. Daarin krij
gen Van Aerschot en Florentine elkaar na
tuurlijk; rij hot ook niet dadelijk; eerst nog
eens een jaar wachten. Ons kon echter dit
bedrijf niet zoo boei an, als de beide andere.
De jaarteur, dio zoo aangenaam en geestig de
figuren wist te scheppen, is er niet in ge
slaagd de ontlcnooping tot een climax te ver
werken, Er was iets mats in en het applaus
aan het slot miste de warmte van de waar-
deering na het eerste en tweede bedrijf.
Nationale Tooueel- en Stedelijke
Voordrachten-wedstrijd.
Frijsuitdceliug in het Bonds^ebonw.
De laatste avond was dus in het gebouw
van den Volksbond gisteren aangebroken,
die van de prijsuitdeeling. Een zaal even
vol als de vorige avonden getuigde van de
onverflauwde belangstelling van het pu
bliek in dezen wedstrijd. Allereerst hield
de voorzitter van de Rederijkerskamer
„Vondel, de heer J. P. de Haas, een kleine
boeöpraak, waarin het welkom den aan
wezigen werd toegeroepen. Uit nan.m van
de mededingende hooneelgezelsohappen
trad thans een afgevaardigde naar voren
en bood de 15-jarigo jubilcerende rederijk
Ikerslcamer een herinneringsmedajlle aan,
welke de voorzitter van dit Leid&ohe gezel
schap op het vaandel hechtte. Na een kort
woord van dank bracht.thans de voorzitter
van den Volksbond, de heer W. de la Riviè-
re, hulde aan het jubileerende gezelschap,
aan de jury, wier moreele steun den wed*
strijd ten goede kwam. Na al deze toespra
ken, die overigens vlot van stapel liepen,;
deed het jurylid, de heer H. P. F. Later-
veer een, paar voordrachten hooren. Wé
hadden het talent van dezen bekenden di
lettant in het tooneel-samenspel reeds meer,
malen genoten; thans heeft hij ook weder
om een voodraoht geschonken, waarvan
men niet meer van dilettantisme spreken
mag.
De jubileerende afdeeling „Vondel" be
trad .1 zelf de planken omt buiten mede
dinging, do aanwezigen een staaltje van
haar spel te schenken. Een schoolhoofd
heeft een onderwijzer noodig, de directeur
van een kermisgezelschap een nieuwen aoro„
baat. Het schoolhoofd en de kermisman zul*
len hun nieuwe kracht op eenzelfde afge
sproken plaats ontmoeten. Het schoolhoofd
wordt door een vergissing mefe den acro
baat opgescheept cn de kermisreiziger eert
woest heerschap, krijgt het goedige o-nder
wijzertje voor zijn rekening. Het misver*
stand duurt zoolang, totdat er voor de toe
schouwers tal van komische tafereeltjes uit
zijn voortgevloeid. Dan neemt buigende do
geweldige en oeste eigenaar van de ker
mistent afscheid van ons cn herkennen wé
in zijn lach, den voorzitter van „Vondel",
dien we in zwart gekleede jas, den gan-
sohen avond, bedrijvig in de zaal hebben
kunnen zien en dien we ook juist een osw-n
blik misten.
Het voor velen groote moment v^n i?n
avond brak na de pauze aan, toen de jury
op het podium gezeten de prijzen ging uit-'
deelen.
De eerste prijs in den tooneelwedstrijd,
gr. br. med., uitgeloofd door II. M. de Ko
ningin, werd behaald deor de. vereeniging
„Leo XIII", uit Purmerend met- het stuk:
„De gefopte communist"; de tweede
prijs, gr. br. med., uitgeloofd door Z. K.
H. den Prins der Nederlanden, door de.
R--K. Sociëteit „Kunst en Vriendschap",,
te Delft, met: „Geleerde Heeren"; de
derde prijs, zilv. plaque van „Vreemdelin
genverkeer", cloor „Amioitia", te Vlaardin-
gen, met „Schuiven gaan ze"; de vierde
prijs, zilv. med., door het gezelschap „Al-
berdmgk Thijm", te Den Helder, met „Fre-
derik de Groote"; de vijfde prijs, zilv.
med-, door de rederijkerskamer St.-We
re nfrides", te Amsterdam, met: „Rooie
Sander." Een extra-prijs voer de be9to
Neder landsch e uitspraak als vereeniging,
zilv. lauwerkrans, verkreeg de R.-K. Socio*
teit „Kunst en Vriendschap" te Delft.
Persoonlijke prijzen werden verder uit
gereikt; zilv. mecl. aan J. v. Beek (Bonds
lid), voor zijn Tol van Brom in „De gefopte!
Communist"; zilv. med. voor de boste Ne-
derlandsche uitspraak, door P. J. Galjé, te
Delft, voor zijn rol van Claerbeke in „Ge
leerde Heeren", terwijl over den besten
speler (geen Bondslid) door een verkeerde
opgaaf als zoodanig, verschil van meemng
over de rechtmatigheid van dezen prija
ontstond.
De prijzen in den stedeiijken voordrach
ten-wedstrijd werden als volgt uitgedeeld:
De eerste prijs, verg. zilv. med. uitge
loofd door den burgemeester, jhr. mr. dr.,
N. C. de Gijeelaar, werd toegekend aan denl
heer J. Snel met „Meerenberg en Medera-
hlik"; de 2de prijs, zilv. med., aan den lieer
0. v. d. Wilk, met: „Dat hebben wij"; dé
derde prijs, zilv. med., aan den heer J.,
7)
„Ik dank u, mevrouw. Ik heb geen ge
tuigschrift noodig; ik ga niet meer dienen.
Ook vertrek ik dadelijk en zal nimmer weer
u of mijnheer onder de oogen komen. Gij
kunt u daarop verlaten l Maar eerst
wil ik het mijne doen en u de waarheid
soggen, wijl niemand anders dat doet."
Vilma maakte een toornige beweging,
maar Leopoldine Liet haar niet aan het
woord komen. Hartstochtelijk, met verhef
fing van stem, zei de rij.
„Het zijn maar een paar woorden. U
maakt mijnheer onuitsprekelijk ongelukkig,
gij brengt hem in het graf, en hij een
man. zooa]s er geen tweede bestaat. U
moest voor hem oip de knieën liggen en
hem aanbidden en gij laat liem te gronde
gaan
Leopoldine haalde verruimd ademein
delijk was het haar van het hart.
„Gij zijt gek!" zeide Vilma; „ik verbied
u dergelijke dingen te zeggen."
„Ik ben niet meer uw dienstmaagd, me
vrouw, en al was ik dat ook, ik moet Let
u toch eenmaal zeggen: Ja, ik houd peel,
innig veel van uw echtgenoot, meer dan
woorden dat kunnen uitdrukken. Ik schaam
mij niet, dat te zeggen, want er is nooit
iets tusschen ons voorgevallen^ dat niet
iedereen mag weten. Ik schaam mij niet,
dat ik meer van hem houd, hem beter op
prijs weet te stellen dan u, mevrouw. Ik
ben slechts een arme dienstmaagd en niet
zoo mooi als u en toch zou hij er beter aan
toe zijn, wanneer ik zijn vrouw ware, want
ik weet, wat hjj noodig heeft om gelukkig
te zijn: een kalm, gezellig leven, veel har
telijkheid, en dan heeft hij ook rust noodig,
verpleging, een liefderijke oppassing als
van een moeder. Hij heeft een vrouw noo
dig, die niets anders wil dan hem lief to
hebben en hem tevreden t© zien. En gij,
mevrouw, denkt slechts aan uzelve en aan
uw genoegen. Gij wilt hoogstens met hem
pronken en u door hem laten aanbidden.
Hij kan echter niet tegen het drukke, on
gezellige leven, dat gij hem laat leiden. Hij
mag u eiken dag minder gaarne; eiken
dag geeft hij minder om u en lijdt meer.
En ook zijn kwaal neemt toe, wijl gij hem
niet ontziet, hem bovendien nog krenkt.
(5ver korter of langer tijd zal hij niet meer
van u houden. Hij zal van verdriet weg
kwijnen, wellicht sterven. Ik ga, mevrouw;
ik heb hier niets meer te zoeken. Alleen
wensch ik van ganscher harte, dat mijnheer
niet ongelukkig wordt; keer daarom tot u-
zolve in, mevrouw, en verbeter u, vóór
dat het te laat is. Hij is immers goed als
een engel en meegaande als een kind. U
kunt hem nog weer geheel winnen, als u
niet vergeet, wat ik u gezegd heb."
Vilma zat bleek, mot open mond en
oogen, den karn in de hand, in haar peig
noir, voor zich uit te staren. Zij kon blijk
baar niet begrijpen, wat het dienstmeisje
tegen haar ceide, maar toch voelde zij, dat
haar vonnis waarheid bevatte, en zei ie
niets. En Leopoldine verliet de kamer, het
huis. Met haar mandje aan den arm vloog
zij de straat op. Zij kon niet leven zonder
mijnheer be zien. Zij had slechts voor hem
geleefd en zonder hem was zij dood. En
in het oogenblik, boen mevrouw haar toe
riep: „Weg uit mijn huis!" was het haar
dadelijk door het hoofd gegaan: ,,ïn bet
water springen, vitriool drinken of op de
rails van den trein gaan liggen."
Terwijl mijnheer en mevrouw binnen we
gens haar twistten, overwoog zij: „Men
wordt licht weer uit het water opgehaald
en de fluitende, dreunende trein jaagt mij
schrik aan. Vitriool is het bestedat doet
pijn; maar wanneer men genoeg drinkt,
dan is heb uit!" En zij stak daarom het
groene fleschje bij zich. Zij was gedachten-
loos tot aan de grens der stad geloopen.
Waar een afgezonderd plaatsje vinden? Zij
dacht aan de gracht en sloeg reohts af.
Leoipoldine Rep langzaam langs de rails
van de tram. Zij voelde zich bijna kalm.
In haar eenvoudig gemoed ontstond er geen
twijfel over, dat men een gehuwden man
niet mocht liefhebben. En haar dieróare
„mijnheer" was nu eenmaal getrouwd. Zij
mocht niet naar rijn kussen verlangen, niet
bij hem blijven, nadat rij haar liefde had
verraden; dat sprak vanzelf. Ook hem was
het niet veroorloofd van haar te houden en
daarom bleef haar niets anders over dan te
sterven. Hoe goed toch, dat zij „haar",
de „heks", alles had gezegd. Zij was ver
bluft. Zij zal het niet vergeten! En gela
ten zocht Leopoldine een plaatsje uit om te
sterven. Overal waren menschen huizen in
de buurb. Zij liep steeds verder. Ras ver
derop t waar de trein een eind langs tuinen
loopt, werd het eenzamer. Hier daalde bet
meisje in een diepe gracht af# ofschoon de
helling steil was. Het gras zag er nog, of
schoon het reeds laat in den tijd was. friech
uit en groen struikgewas stak boven de
schuttingen der tuinen uit. Het was echter
in geenen deele een romantisch plekje;
maar Leopoldine voelde geen behoefte op
uoniantische wijze de wereld te verlaten.
Zij verlangde niets andera dan ongemerkt i
tje sterven. Zij zat rechtop op bet gras i
er helling. Een vijftig schreden van haar
af lag een man in havelooze kleeding, met
een vuile muts over zijn gelaat getrokken, j
Hij sRep vast. Wellicht was hij beschonken, j
Of mogelijk dood. Waarom niet ook dood!
Zij nam het fleschje uit het mandje cn
hield het in haar hand. Nu begon zij zich
bijna over haar moed te verwonderen. Zij
had altijd vrees voor den dood gekoesterd
en zich verbaasd over degenen, van wier
zelfmoord zij in de courant las.
En nu was zij ternauwernood bang voor
de donkere, moorddadige vloeistof.
„Wat zullen zij zeggen?" dacht zij.
Zij had tegen mevrouw gezegd, dat ziy.
heenging, niet terugkwam, geen getuig
schrift noodig had en zij had haar koffer
achtergelaten. Zij kan het zich voorstellen.
Tegen den middag komt mijnheer terug en
zal dadelijk naar haar vragen. Zij hoort
duidelijk zijn lieve stem, ziet den onrusti-
gen, zoekenden blik van rijn blauwe oogen.
„Waar is Poldi?" Ach, hij zal inzien, be
grijpen hoezeer zij hem bemind heeft. Hij
zal haar altijd betreuren. Het is zonderling,
dat men zooveel van iemand kan houden 1
Zonder aarzelen laat zij haar leven voor
hem. Reeds van het eerste oogenbRk, toen
hij indertijd 's nachts met rijn vrouw aan
kwam en haar zoo lief aankeek, terwijl zij
het water in het glos schonk, reed» van dab
oogenbRk had zij hem beminddie stem,;
dio toon, waaop hij spreekt, het is om ra
zend te worden En al zocht hij maar zijn
Laarzentrekker, dan zette hij tooh zulk een
lief gezichtj dat men hem wel om den hals
had willen vallen I
Het geheele jaar trekt aan haar geesteé*
oog voorbijal de zieke en gezonde dagen,
welke zij met hem doorleefd heeft. Zij ge
niet nog eens in de herinnering van zijtn
goedheid, zijn vriendelijkheid. Hij heofö
nooit een onaangenaam woord tegen haar
gezegd; haar nooit een onvriendelijken Wik
toegeworpenBij hem zijn, dat is de hemel
op aardeZij voelt een stekende pijn in
haar hai*t; gloeiende tranen vloeien uit haar
oogen. Zij moet ontkomen aan de gedachte,
dat zij hem nooit zal terug zien
Zij maakt het teeken des kruises. Zij is
bot dusver ongeloovig en onverschillig ge
weest; maar zij gelooft toch, dat dit teen
ken zegen aanbrengt. Het komt niet bij
haar op te gelooven, dat rij God door liaar
dood zou kunnen beleedigen. Zoovele men
schen maken zich van kant en ieder wseb
waarom. Wat zou de lieve God daartegen
hebben?
Een andere, vrome gedachte gaat haar
door het hoofd.
„Lieve God", denkt zij, wanneer gij ons
werkeRjk hoort maak dan toch, bid ik u,
dat het mijnheer op deze wereld goed gaat
en dat zijn vrouw hem het leven niet zuur
maakt 1"-
(Slot volgt).