Kerstmis te Berlijn.
Kerstmis en de Jaarswisseling aan
boord van Duitsche schepen.
De Lord-Mayor van Londen.
Straat in Belhi, de nieuwe hoofdstad van Britsch Indië*
Donkere dagen, dagen van halve scheme
ring, al van begin December af. Maar dat
egaal-grijz© maakt Eerlijn niet melancho
liek.
Berlijn is daarop ingericht: het behoort
bij deze wereldstad, die niet een stad' is van
uitbundige, naar buiten stralende vroolijk-
beid en niet een stad van schoonheidmaar
een stad van arbeid' en ernst. Vlijt, dat is
het kenmerkend© van haar. Door vlijt is
dit volk. groot en sterk geworden en als
alle vlijtigen, is het nuchter, kent wèl de
.waarde van 't nfiaterieele. Indien men de te
zoetelijke prentjes en verhalen van de geïl
lustreerde blader^ zou mogen gelooven; is
Kerstmis te Bejljju een feest van wijding.
Maar dit i£ niet zoo: het is èen feest vaji
uurtje*", kcrmisdrukte, koopziekte eu veel
'en lékksr eten'. Gélukkig is een der erger
lijkste eigenaardigheden van het Kerst
feest, $cor de politie afgeschaft. Vroeger
waretu de Btraten dicht bezèt met arme kin
deren, er warén er van. vier én vijf jaar
;bij die kjein speelgoed en gekleurde
t#&rpje;j te koop aanboden en den boelen
'dag t#t laat in dén avond in d© kou, soms
in do natte sneeuw, stonden, Hét wan een
voudig ganwelyk. Thans mogen slechts kin-
doren Wven de veertien jaar ep straat
g. handeldrijven en het ware te wen-
teken, dat ook ó'it achterweg© moest blij-
.^©n, want, al zijn ze lichamelijk sterker, zij
Ie eren ter eore van het Kerstfeest bedelen.
Sedert het elkaar geschenken geven op
Kertmis in dit land van nieuw© weelde en
rijkdom tot iets ziekelijks is ontaard, is
'de heele middenstand voor haar budget
voor een groot deel op de ontvangsten
van' KèrstrmB aangewezen. De goede of
él echte, ontvangst tot Kerstmis beslist over
d© balans. Dit schept ongezonde toestan
den, vooral voor het personeel in de win
kels. De heele maand December worden
aan winkelbedienden en winkeljuffrouwen
bovenmatige eisohen gesteld. De winkels,:
die anders om acht uren gesloten worden,
Wijven in deze maand tot tien uren open.
„Het personeel, dat meestal Yer weg
woont, in het hart der stad zijn de wo
ningen té duur komt dan te elf uren,
halftwaaïf thuis» en moet den volgenden
morgen om zeven uren al weer van huis,'
om te acht uren present te zijn. Ook op de
Zondagen ïn December blijven te leerlijn de
winkels open. Men noemt de twee laatst©
Zondagen vóór Kerstmis, zilveren Zond'ag
en gouden Zondag, met het oog op den
omzet.
Tegen den avond etroomen de winkels
van licht. Het glanst, glimt, blikkert,
straalt in alle 'tinten, van blauwzilver tot
roodgoud. E» in de uitstalkasten toonen
de winkeliers hun vernuft, om bijzonder
aantrekkelijke reclame-uitstallingen te ma
ken. De groote zaken hebben daar ertra-
decorateurs voor, meest lieden die aan een
academie voor beeldende kunsten hebben ge
studeerd of op de speciale school voor uit
stalkast-decoratie, en die soms locnen krij
gen, welke 't inkomen van een professor
overtreffen. De groote warenhuizen be
steden voot zoo'n Kerstmis-extra-uitstalling
sen tien duizend mark.
Maar de extra-moeite heeft dan ook ex
tra-succes. Zou men 't gelooven, dat sedert
een paar weken, in de voornaamste win
kelstraten op de drukke uren van den na
middag en den avond, de menschen slechts
voetje voor voetje kunnen voortkomen? En
in de groote winkels en warenhuizen is het
zóó vol, dat politie-agenten nu en dan het
publiek het verder linnengaan verhinde
ren, omdat binnen geen menschen méér
toegelaten kunnen worden met het oog op
het levensgevaar. Binnen in het warenhuis,
in de dompige, broeierige lucht, koop en,
de menschen, koopen alsof alles te
krijg is. Het geld schijnt geen waarde
te hebben. Te Monte-Carlo kunnen
de goudstukken niet in gyoóter ge
tale rollen dan hier op de tafeltjes der
kassierstera. Maar er rijn e* ook velen
die werkelijk alles te krijg vinden. Het
aantal dieveggen is zeer groot, ondanks de
scherper© controle. Wat die onder den
Kerstboom het „Yredo op aarde" van
harte zullen meezingen 1
D© Kerstboom! Heel© wouden van spar
ren zijn gekapt en in de straten eu op d©
pleinen te Berlijn opgesteld geweest. De
straten geuren naar ham en terpentijn en
aardbeden, een fijne woudgeur, die heer
lijke herinneringen van buiten wekt. En
het staat ook wel vroolijk in de matte,
bruingrijze straten, dat frissche donker
groen van het verhuisde naaldwoud.
Ze zijn niet duur: voor een paar mark
heeft men reeds een vrij grooten 6par.
Overal ziet men den verheugden Berlijner
zijn spar naar huis sleepen. Vader koopt
den boom, moeder de versieringen en de
kaarsen en de heele familie koopt de ge
schenken. Maar vader alléén betaalt; dat
is zijn recht.
Het drukkendst zijn de „geschenken"
voor het dienstpersoneel. In de burgerfa
milies krijgt het dienstmeisje tot 'n waarde
van twaalf gulden. In de families der nieu
we rijken, die graag breed doen bij zulke
gelegenheden en geen verstand ©r van heb
ben met personeel om t© gaan, vader en
moeder waren zelf dienstboden en in één
generatie hebben zij het tot eigenaars van
groote huizen en fabrieken gebracht, dit
nuchtere, nijvere volk krijgen de dienst
meisjes voor een waarde van 50 mark (30)
gld.) geschenken. Witte glacé-handschoenen
en zijden blouses.
Het' Kerstfeest zelf wordt in grooten
kring thuis gevierd. De boom rijk Verlicht,
thans veelal electrisch, wordt tegen zeven
uren ontstoken. Men plaatst hem liefst bij
het raam, opdat de voorbijgangers mee kun
nen genieten van de binnenhuispret. De
geschenken worden nog niet op de balkons
geëtaleerd, wat de nieuwe r'jke lieden t©
Berlijn ten zeerste betreuren. Want als
se ook véél geven, ze willen het weten óók.
Er worden ook nog wel stichtelijke Kerst
liederen gezongen, al heeft dez© schier uit
bundige pret rond den rijk verlichten boom,
dit surrogaat voor het heidensclie Vuur,
hier te Berlijn al heel weinig van een Chris
telijk feest.
Eenvoud, innigheid zelf-inkeer en geloof
zijn niet te koop in het warenhuis!
Het Kerstfeest is misschien wel het groot.
uste feest van het jaar voor onz» oostelijke
'buren.
llijken en armen, grooten en kleinen," al
len vieren dit feest met dezelfde opge-t
wektheid, indien dan al niet met dezelfde,
pracht; dit feest, dat eeuwen en eeuwen,
oud is. In de (kazernen heeft iedere oom-;
pagnie, ieder eskadron, elke batterij haar
of zijn met guirlanden behangen en van
licht stralenden boem, en de matrozen
zelfs, dobberend op verre zeeën, vereenigen
zich om vroolijk verlichte boomen, die hen,
herinneren aan het vaderland en aan liet
ouderlijk huis. Een gebruik, dat in geen
andere oorlogsman tie dan de Duitsche ge
vonden wordt, en dat dus verdient, dat wij
er een oogenblik bij stil staan.
Elk Duitsch oorlogsschip, dat rich zoo'
omstreeks Kerstmis in de nabijheid van
land bevindt, doet zijn best, om, is het dan
ook niet den legen da risohen denneboom,
zich ten minste een of ander heester- of
struikgewas te verschaffen, dat er de plaats
van moet innemen; dan, den Sisten De
cember als de atmosferische omstandighe
den het veroorloven, gaat het schip voor
anker, opdat men zich op zijn gemak kunne
wijden aan den omvangrijken arbeid, dien
de organisatie van dit feest met zich
brengt.
In den vroegen echtend, door ö©n toeval,
Waarvan de commandant alleen het geheim
bezit, vinden de mannen, als zij op de brug
komen, een enorm s kist, dragende het #p-
schrift: „Voor de bemanning van Zr. Ms.
oorlogsschip... kist no. l", en bevattende een
massa benoodigdhedm voor de versiering
van den Keratboorr, te weten: kaarsjes,
snuisterijen, klatergoud ia alle vormenj
duizend glaasjes, enz.
Des avonds, als de toebereidselen zijn af-
geloopen en de hoornen schitteren van
licht, treedt de gcheele bemanning aan,
blootshoofds. En menigeen dan, wien men
het aan kan zien, dat hij denkt aan vrien
den en verwanten, aan de „Heimath", .jnis-
sphien aan lang vervlogen, betere en geluk
kiger jaren.
Ernstig gestemd nemen allen plaats om
de tafels; de commandant, gevolgd door de
officieren, verschijnt, én de muziek heft
het Kerstlied aan.
Menigeen is rijm aandoening nauwelijks
meester, en allen zingen het lied mee, dat
hun aan zooveel liefs herinnert. Dan, als
aldus het programma is begonnen, begeven
tij zich, op een teeken van den comman
dant, naar de boomen. Aan den voet van
eiken boom liggen paikjes, zorgvuldig ge-
nummei'd, en geschonken bevattend ten na
me der verschillende matrozen. Elk pakje
houdt in eenzelfde aantal sigaren, meestal
,25 per hoofd, voorts kleine, nuttige voor
werpen, of welkome cadeautjes, als bijv. j
een mes; een stuk zeep, rijk geparfumeerd;
een dominospel enz., enz.
Het voorafgaande zou (kunnen doen ver
moeden, dat door een en ander het budget
der Duitsche marine niet onbelangrijk
wordt verzwaard. Dit nu is allerminst het
geval. Het ministerie wordt er in het ge
heel niet in gemóeid; alles wordt aange
kocht op kosten der officieren, die er prqs
op stellen hun mannen deze...-, wat zullen
we zoggen? deze souvenirs aan te bieden..
Souvenirs is eigenlijk niet het juiste woord,
omdat hét grOétsl e gedeelte in ajook op
gaat, van het eerste oogenblik af. Somtijds,,
wanneer het schip het buitenkansje gehad
iheeft het» een of ander op te visschen on«
derweg, dat gebeurt wel eens dan
laat.de eornmandant het verknopen, in de
éersle de beste aanloopbaren, en de é°m,
«fee ér van (komt, dient dan om hét bedrag
Yoor den aankoop van geschenken te ver
sterken. Ala de verdeeling onder de omstan
ders is afgelécpen, weerklinkt een fluit
signaal, gevolgd door het bevel: „Comman
danten van den bak bij den steward der of
ficieren l" Na een oogenblik keert ellk der
geroepenen terug met een aantal flesschen
wijn, bestemd om verdeeld te worden on
der d© kameraden.
Dan, na eenigen tijd van gezelsen, een
nieuw fluitsignaal, dat het feest besluit.
Een gedeelte zoekt ziin hangmatten op, een
ander rijn post en weldra heer^dht overal
de meest volmaakte stilto, alleen onderbra
ken door het gekh-fs der golven, die zich
breken komen tegen de flanken van het
schip...
Bij de jaars wisseling is ©r eveneens feest
aan boord der schepen. Dan geschiedt ge
woonlijk het volgende
Den 31 sten December, tijdens Het middag
maal, neemt de commandant, die gewoon
lijk alléén het maal gebruikt, plaats te
midden zijner officieren. Even1 vóór mid
dernacht staat de état-majoor van tafel op
en installeert zich aan den valreep, het
muziekkorps van lmt schip en de gehèeïe
bemanning groep eore n' zich ora den grooten
mast. Op hetzelfde oogenblik, waarop de
klok van twaalven slaat, heffen de mu
zikanten èen koraal aan, de manschappen
zingen mee, en de commandant roept:
>Op onzen chef, een goed en gelukkig
Mêuw.jaar! Leve Zijne Majesteit, onze
KeizerDe bemanning heft een driemaal
herhaald Hochaande muziek speelt cn
de commandant herneemt:
„Op de bemanning van ZijueT Majesteits
oorlogsschip.... een jaar van heil en drie
werf hoei'a!"
Andermaal HodVs 1 en fanfares. De op
volgende in rang neemt dan van den com
mandant het wooirl over en zegt:
„Op onzen commandant, een gelukkig
Nieuwjaar en driewerf hoera!
Nog eens: fioch's! en alles gaat weer
zijn gang; iedereen (keert naar rijn plaats
terug.
Lied bSJ den Kerstboom.
O, Kerstboomschooner nog dan ooit
Prijkt gij in al uw pracht.
Hoe vnenci'lijk blikt gij op ons neer!
't Is, of go ons tegenlacht.
Ja, telkens als wij u weer zien,
Klopt ons het hart van vreugd
En denken we aan wat godd'lijk is,
Aan vroomheid en aan deugd.
Hoe kan 't öok anders? Heel uw tooi
Spreelkt tot ons jeng gemoed
Van Hem, deu grooten Menschen vriend,
Zoo liefderijk en goed.
Zijn beeld, aantrekkelijk en schoon,
Verrijst weer voor ons oog.
[Wanneer wij aan uw voet hier staan
En blikken naar omhoog.
Wat was Hij groot, wat was Hij goed,
Die Jezus, odz© Heer!
Och, dat wij deden, als Hij deed,
Voortdurend meer en meer!
Mocht dat ons vurigst streven zijn I
Wij bidden ;t op dit feest.
Ons leven wordt dan steeds geleid
Door vroomheid in uw geest.
Dit ambt heeft altijd in hepg aanzien ge
staan èn de lords-mayor hebben steeds hou
stand opgéhouden op een wijze, die mis
schien menig vorst hun benijden kan-
In vroeger eeuwen woonden zij in een
der best daarvoor geschikte „common halls"
of gilde-gebouwen, maar na den grooten
brand van Londen kwam er sprake van»
voor den burgemeester een passend verblijf
©p te richten. Daar werd veel over gepraat
döor de vroede mannen der City, maar
ireoit kwam er iets van, tot eindelijk in
rf38 de Corporation meende» dat de waar-
dighehi van den lerd-mayor medebracht,
dat Kem een verblijf zou worden toegewe
zen, den eersten magistraat der beroemdste1
gemeente in Engeland waardig, en besloot
hem een Mansion House te doen bouwen.
Dat besluit werd genomen in Februari 1733
en op 25 October 1739 legde de toenmalig©
lord-mayor, Micajah Perry, den eersten
steen van het verblijf, waarin in 1753 sir
Criap Gascoyne als lord-mayor intrek nam,
en dat nu nog voor zijn opvolgers dienst
deeb. Dat is het Mansion House, bekend
aan eiken vreemdeling, die Londen bezoekt
en in elk geval de plek betrad, waar Bank,
Beurs en Mansion House grenzen en dat
het drukste punt ter wereld heet.
Nu is er over dat officieel verblijf van
den City-burgervader heel wat geschrijf en
gewrijf. Men heeft al jaren geweten, dat
het gebouw reeds lang niet meer aan zijn
bestemming voldoet. Geheel door huizen
omsloten, waardoor in vele vertrekken het
daglicht schier nooit binnendringt; staande
op een plek, waar op eiken weekdag eea
buitengewoon verkeer plaats heeft; met
groote gewelfde sous-terrains, waarin zich1
de keukens bevinden, is het oude City
paleis niet meer van onzen tijd. En .vat
het ergst ïs, er is telkens en telkens weder
aan het gebouw gerepareerd en geknoeid,
om het in goeden staat te houden, vooral
Omdat de rioleering niet bijster goed wa3
De lord-mayor van hét cxTgenblik is een
oude dottier, de eerste uit het medische gil
de, die in Mansion House wtelt. En of nu
dokter Crosby eer dan zijn voorgangers be
merkt heeft, dat er aan den hygiënischen
toestand van zijn verblijf veel hapert en
er over geklaagd heeft, weten wij niet, doch.
dit staat vast, dat een der City-Raadsleden
aan zijn mede-bestuurderen der City een
gedrukte rede overlegde, „gedrukt", zei-
de hij, „omdat mijn geachte mede-Raadsle
den allemaal goede sprekers zijny doch nooit
gaarne naar lange redevoeringen luisteren"
waarin hij op den onvoldoenden toestand
van het officieel verblijf van den lord-
mayor wees en zeide, dat afdoende maatre
gelen. dienen genomen te worden. En sedert
wordt er al over gepraat uit te kijken naar
een betere plaats om een nieuw thuis voor
den lord-mayor te bouwen en op de plek,
waar nu Mansion House staat, kantoorlo
kalen te doen. verrijzen, die der City daar
ontegenzeglijk schatten aan huur zouden
opbrengen.
Het is dus best mogelijk, dat de da,ven
van Mansion House niet vele meer zullen
rijn.
Het ambt van „burgervader" der City
kost schatten. De lord-mayor krijgt behalve
dit stadsverblijf een salaris van 10,000 pd.
st.maar als men weet, dat zijn inaugura
tie-dag hem gemiddeld al 2000 pd. st. kost;
dat hij schier eiken dag diners of luncheons
heeft te geven, enz., enz., dan begnjipf
men, dat hij met dat bedrag niet ver ikomt,
en hij er gedurende zijn mayoraal jaar nog
wel eens 10,000 pd. Bij legt. Er is dan ook
al sprake van geweest, dat de City "het
traktement eens flink verhoogen zal.
Er is dan eens een lord-mayor geweest,
eir James Saunderson, die in zijn eere-jaar,
1762/63, precies aanteekende wat hij uitgaf
en liij (kwam toen tot 12,173 pd., o.a. een
slagers-rekening van 781 pd. in verhou
ding is in 1911 20,000 pd dan zeker nog
niet eens yeel.
Er ,is een heele staf aan Mansion Hons©
verbonden: daar is de lord-mayors geeste
lijke, die 97 pd. 's jaars krijgt; de zwaard
drager 500, de drager van den gouden staf
500, de City-maarschalk 500, de (kamerheer
270 en dan nog een lange stoet van kok^
bedienden, koetsiers, palfreniers, City-
trompetters, kortom een heel© mayorak
hofhouding hier in het hart der wereldstad.,
CuStu.uK* onder feflokkesia
In Groningen gaat men bij den tuin
bouw meer en meer gebruik maken van
glazen klokken om jonge planten tegen
ruw weer en nachtvorst te besohermen.
D® glazen klokken zico 1 meldt men aan
„Floralia" uit Hoogezand, nemen hier ©en'
Ontzettend© vlucht. Reeds 15,000 stuks heb
ik verkocht, zoo meldt onze berichtgever.
Deze klokken kunnen een geheelen omme^
keer teweegbrengen in het tuinbouwbedrijf*
Vooral voor deze gronden blijken ze uit
nemend to zijn.
Wat de wijze van gebruik betreft, deelt
de redactie het volgende mee: Wij zagen
die klokken aangewend boven erwten, bo
ven sla, boven bloemkool, enz. op den vol
len grond uitgeplant. Deze planten groeien
in het voorjaar door het vaak minder
mooie weer dikwijls niet zoo goed en on
der de klok staan ze dan beschut. Alfl
spoedig daarop het weer dan verandert,
neemt men de klokken af, om déze over
komkommers, snij- of slaboonen te plaat*
sen en de ontdekte planten zijn verre voor
uit bij andere, niet bedekte planten. Het
gevolg is, dat zaïlke planten haar producten
veel eer geven en eenige weken vroeger
zijn in het voorjaar; d'at is vaak van groot
voordeel. De kweeker weet dit maar al t.®
goed. Zijn de glazen klokken van groot be
lang voor de kweekers van groenten op
den koua'en grond, zij kunnen dit ook zijn
op buitenplaatsen, waar men de groenten
van den kouden grond wel graag eens v r-
vroegen wil. Ook voor het dékken van
zwakke vaste planten, van rozen in den'
winter en in het voorjaar zullen de glazen
klokken haar diensten kunnen bewijzen.
Het gebruik van tie linkerhand.
Over 't algemeen wordt er weinig moeit*
gedaan om de linkerhand dezelfde vaardig
heid te geven als de rechter, al treft men
ook, speciaal onder de beeldhouwers en
schilders, velen aan, die met beide handen
evengoed kunnen werken, bijv. Adolf .Men-
zel, die met de linkerhand minstens even
zeker teekende als met de rechter.
Een warm voorstander van „tweehandig
heid" is de bekende Engelsche officier Sir
Baden-Powell, de held van Mafeking. Door
lange oefeningen heeft hij het zoo ver ge
bracht, dat hij de linkerhand evengoed ge
bruiken kan als de rechter.
De beslist „linkschen" zijn zeldzaam, ook
onder de kunstenaars. Een aantal meesters
op het palet echter, die alleen met de lin
kerhand, kunnen schilderen, wordt in een
Engelsch tijdschrift genoemd. De bekende
schilder George Clausen laat expres palet
ten \ocr de rechterhand vervaardigen, daar
hij alleen met delinker schilderen kan.,
Ook de voortreffelijke teekenaar Louis
Wain ontwerpt al zijn uitmuntende schet
sen met de linkerhand en hij teekent zoo
snel en zeker, als een ander het nauwelijks
met de rechterhand zou kunnen.
Wat bij den schilder nog eer begrijpelijiü
sohijnt, ia bij den kunstwerker veel raadsel*