No. 15901.
LÜIDSCH DACrBLAB, Woensdag" 20 December. Tweede Blad.
Anno 19II,
Buitenlandseh Overzicht.
Tweede Kamer.
Faillissementen.
Uit de „Staatscourant".
Geen oorlogsnieuws van belang,
heden.
De debatten in de Fransche Kamer
over het Marokk o-v erdrag hebben
gisteren een interessante rede van Jaurèa
opgeleverd. Hij m-er' te op, dat het de
Fransohe diplomatie aan wijsheid en be
scheidenheid ontbroken heeft. Men heeft
op onhandige wijze de gevoeligheid van
Duitschland met betrekking tot de verzoe
ning van Frankrijk, Italië en Engeland op
gewekt. De Duitsohe diplomatie heeft dik
wijls blijken van ruwheid gegeven, dooh
bleef bescheiden.
Jaurès zeide, dat de tegenwoordige poli
tiek van Italië met betrekiking tot Tripoli-
tanië het gevolg is van het geheime verdrag
van 1904, toen Frankrijk zeide: ,,lk neem
Marokko, dat mij niet toebehoort, neemt
gaj' Tri poli tanië van Tuiödje." Ziedaar
zegt J&urès de internationale moraal.
Frankrijk is te kort geschoten in de gevol
gen van zijn onderteekening en in zijn op
rechtheid. (Langdurig tumult).
Brisson, de Kamervoorzitter, valt den
spreker in de rede.
Jaurès bestrijdt deze politiek onder
smaadwoorden van de uiterste linkerzijde.
Hij gaat voort: Er was een tijd, dat de
republikeinen het zich tot een eer rekenden,
aanslagen tegen volken aan het licht te
brengen. Wat de Tripolitaansohe en Perzi
sche aangelegenbeden betreft, zegt spreker:
De volken roepen om hulp. Gij zegt, dat
bet hun zaken zijn. De volkeren betwisten
elkaar de markten. Het is daarom dat üc
de niet-nokoming der Acte van Algeciras
betreur.
Uit België zijn eenige belangrijke po
litieke debatten op te teekenen.
In den Senaat interpelleerde Hanrez
over de landsverdediging. Hiji is
van oordeel, dat de beschikbare voorraden
munitie en levensmiddelen onvoldoende
zijn en de strategische toestand van Ant
werpen niet gewaarborgd is.
Wiener herinnert er aan, dat volgens de
verklaringen van Caillaux, den Franachen
mimster-president, het gevaar voor een
oorlog sedert 15 jaren groot is geweest. Wij
hebben ook een proef tot mobilisatie gehad;
<Iab blijkt zegt spr. uit de debatten in
den Rijksdag en de Fransche Kamer. In
dien wij onze kolonie willen behouden, moe
ten wij eerstens sterk zijn bij ons thuis-
De minister antwoordt: Ik heb de Kamer
aangetoond, dat de landsverdediging ver
zekerd is. Alles is niet volmaakt, want wij
bevinden ons in een overgangsperiode,
doch binnen eenigen tijd zal onze provian
deering niets te wenschen over laten. Voort
durend zal het tekort aan officieren bestre
den worden. Alle uitgaven voor het leggen
van mijnen, voor de onderzeebooten en de
forten in het gebied van de Schelde zijn
besteed. Iedere versterking heeft een bij
zondere wijze van proviandeering,welke
deed uitmaakt van het algemeene mobilisa
tieplan. Ik ben nog altijd een aanhanger
van dien algemeenen dienstplicht, zonder
nieuwe vermindering van den diensttijd. In
dit opzicht zal ik onwrikbaar blijven. Ik heb
de verplichting op mij genomen, om aan de
wet van 1900 haar volle werking te verze
keren. Ik zal in dezen plicht niet te kort
schieten.
In de Kamer heeft de afgevaardigde
Franck over Marokko en Congo ge
ïnterpelleerd. De minister heeft geant
woord dat er geen aanleiding bestond om
aan gevaar voor Belgisch Congo to denken.
De Belgische regeering acht het recht
van voorkoop niet voor afstand vatbaar,
welk recht door Frankrijk met kan worden
uitgeoefend, dan nadat België zijn voorne
men te kennen heeft gegeven van Congo af
to zien, een mogelijkheid, welke zich niet
voor zal doen. Voornemens tot inlijving,
die zouden bestaan, zijn te Parijs en te Ber
lijn tegengesproken en de logenstraffingen
zijn bevestigd door de vertegenwoordigers
der beide landen, die de verzekering gaven
van groote sympathie voor België en Congo.
Geen bijzondere andere overeenkomst is
toegevoegd aan de overeenkomst van Ber
lijn.
Ook zijn er enkele punten besproken
voor ons Nederlanders van
belang.
In den Senaat is aan de orde de inter
pellatie over de maatregelen, noodzakelijk
geworden door het plan van de Nederlancl-
scho regeering tot i md jj k i n g van een
groot gedeelte van den Braakman
(Zeeuwsch Vlaanderen).
De minister van landbouw betwist, dat
'de Belgische belangen gesohaad kunnen
worden door de maatregelen der Neder-
landsche regeering. Alle zich voordoende
kwesties zullen naar billijkheid en vriend
schap pel ijk opgelost worden, dank zij de
goeden betrekkingen van buurtschap. Wat
het recht van visschen op de Sohelde be
treft zeide de minister verkeeren oenze
visschers in een moei jken toestand. Er is
reden om na te gaan, of de werken zouden
kunnen achterwege blijven.
De Kamer beraadslaagt over de interpel
latie over den door Nederland voor de
mossel visschers, wier thuishaven
Bouchaute is, geschapen toestand.
In de interpellatie wordt de regeering
verzocht maatregelen te nemen om den vis
schers mogelijk te maken hun schelpen te
Bouchaute te lossen.
De minister van buitenlanclsohe zaken
antwoordt, dat hij er behoorlijke nota van
zal nemen en aan de interpellatie het ge
volg zal geven, dat vereischt wordt.
In Engeland vindt de overeenkomst
tusschën de leiders van het spoorwegperso
neel en de spoorwegbesturen tot stand ge
komen, onder 't personeel lanjg geen onver
deelde instemming. Integendeel op tal van
vergaderingen van spoorwegpersoneel dezer
"dagen gehouden werd de overeenkomst
scherp gehekeld en werden moties tegen de
vakvereenigingsbesturen aangenomen. In
een enkele vergadering slaagden de leiders
wel het personeel van de juistheid der aan
genomen houding te overtuigen, zoo te
Nottingham waar het parlementslid Thomas
het vredesverdrag toelichtte cn verdedigde,
maar elders konden de leiders hun volge
lingen niet overtuigen en werd van hen een.
onmiddellijk aftreden als bestuurders der
vakveroeniging geëischt.
De onderhandelingen tusschen Frank-
rijk en Spanje over Marokko duren
voort.
De avondbladen bevatten telegrammen
uit Madrid, mededeelend dat Spanje in zijn
antwoord alle eischen van Frankrijk zal
afwijzen.
De onderhandelingen zullen dus waar
schijnlijk van langen duur en moeilijk zijn.
Negentien leden van de Royal Academy
to Londen en een aantal andere Engelsche
artisten hebben tot den Spaansohen gezant
oen schrijven gericht, waarin zij, in naam
van de kunst protesteoren tegen de ver-
cordoeling van den Spaanse hen teeke
naar Firmin Sagrista, die wegens
oen teokening „Hulde aan Ferrer" getiteld,
tot negen jaren gevangenisstraf is veroor
deeld. Alle politieke overwegingen ter zijde
gesteld, zeggen de Engelsche kunstenaars,
zijn we van rneening, dat de straf niet in
overeenstemming is met do daad. En zij
vragen daarom dat do koning tegenover den
„broeder-kunstenaar in oen land beroemd,
om de schittering van zijn kunst", zijn ko
ninklijk voorrecht van genade zal doen gel
den.
Do toestand in Perzië blijft zorgelijk.
Uit Teheran wordt gemeld, dat gisteren
een opgewonden menigte zich voor het par
lementsgebouw verzamelde, die een deputa
tie naar den minister-president zond, om
te ervaren welk lot Perzië wachtte. Het
ministerie beloofde in openbare zitting de
zaak; te zullen behandelen, maar de minis
ter-president meent, dat Rusland's eischen
■moesten worden aangenomen.
Hiermede is het volk in het geheel niet
tevreden. Groote troepen Bachtiaren zijn
in Teheran aangekomen. Het schijnt dat
de bevolking geen vredelievende en toege
vende houding wenscht; het wil passief
blijven en het aan Rusland overlaten zijn
wenschen met geweld door te zetten.
Het Perzische parlement blijft op zijn
stuk staan en weigert dc door de regcering
voorgestelde schikking met Rusland goed
te keuren. Waarschijnlijk zullen de Russen
nu vandaag hun opmarsch vervolgen.
De New-Yorksohe correspondent van het
„Berliner Tageblatt" seint, dat er tusschen
Amerika en Rusland reeds vertrou
welijke onderhandelingen geVcCrd worden-
over een nieuw handelsverdrag, welke on
derhandelingen goede kans vaii slagen heb
ben.
Volgens een bericht van andere zijde zou
Rusland in de passenkwestie op zijn stuk
blijven „staan en zouden dc kansen op een
overeenkomst daardoor niet gunstiger zijn.
Begroot i'ng van Binnenland
se h e Zaken.
De heer Ter Laan bepleitte gisterna-
midldag verbetering der bezoldigingen, van
de directeuren der Rijksnormaallessen.
De heer Roodhuyzen sloot zich
hierbij aan.
De Minister kan hieraan niet vol
doen. De onderwijs-insiD£ctie oordeelt de
salarissen voldoende in verhouding tot den
geleverden arbeid.
Bij den post tijdelijke subsidies aan ge
nieenten voor het lager onderwijs, bepleit
de heer Roe ssingh hooger subsidie
voor de gemeente Emmen.
De heer TerLaan ondersteunt dit en
wijst ook op te geringe subsidies aan Zuid-
Limburgsche gemeenten.
De Minister betoogt, dat de steun
der Regeering zoodanig is, dat de achter
stand van sommige gemeenten, die te wei
nig ontvangen, geleidelijk kan worden in
gehaald. Ook Emmen kan gerust zijn.
Bij de afdeeling 6ubsidiën aan scholen
voor zwakzinnigen bepleit de heer Ter
Laan pensionneering van het onderwij
zend personeel daarbij. De M i n i s t e r er
kent de noodzakelijkheid.
Bij het verder debat vraagt de heer K e-
telaar naar de wijze, waarop toezicht
wordt gehouden op de subsidie van f 18,000
aan den Bond voor Lichamelijke Opvoeding.
De Bond toch keert van dat geld echter
niets uit aan de Drentsche sportclubs.
Spr. betoogt verder, dat de geheele
kwestie van de lichamelijke opvoeding be
treft een zaak van algemeen volksbelang,
en dat de opleiding van jong-Nederland dus
niet uitsluitend gericht moet zijn op de ge
schiktheid voor den later en militairen
dienst, maar op de algemeene lichamelijke
opvoeding betrekking moet hebben, zoodat
het onderwijs ook niet door officieren,
maar door gymnastiek-onderwij-zors moet
gegeven worden. Yoor speciale eiscKen in
verband met de militaire opleiding kunnen
aan de subsidieverleening voorwaarden
verbonden worden, die dan echter het De
partement van Oorlog aangaan.
De heer V e r h e ij had ook de geheele
regeling bij BinneDlandsche Zaken ge-
wenscht. De uitreiking van het certificaat
van bevoegdheid voor gymnastiek-onderwij»
zer behoort niet te kunnen gegeven wór
den buiten het Departement van Binnen-
landsche Zaken "om.
Be heer Ter Laan spreekt in gelijken
geest als de he eren Ketelaar en Verhey.
Het geheele gymnastiekonderwijs op de la
gere zoowel als bijzondere scholen moet
verbeterd worden, zette spr. in bijzonder
heden verder uiteen.
De Minister kan er niets aan veran
deren, dat in deze samenwerking tuSsohen
Oorlog en Binnenlandsche Zaken noodzake
lijk is. Gymnastiekonderwijs is wel in zeke
ren zin een algemeen volksbelang, maar
niettemin ook van beteekenis in verband
met omstandigheden, welke kunnen in het
leven treden, als het lend in oorlog gewik
keld mocht worden. De zaak zal zich verder
moeten ontwikkelen met aanwending van
de onderwijskrachten die er beschikbaar
zijn, want de wet laat niet toe dat iemand'
gedwongen kan worden gymnastiekonder-
wijzer te worden. Mettertijd zal vak J en
de vrije-orde-oefeningen misschien moeten
worden vervangen door bewegingsspelen.
De bedoeling is, dat er tweejarige cursus
sen zullen moeten zijn voor spelleiders;
daarna moeten zij zelfstandig optreden.
De Minister zegt een opgave Aan de
besteding van het subsidie aan den Bond
voor Lichamelijke Opvoeding toe. En spe
ciaal toezicht op de besteding is in overwe
ging.
Bij een volgend artikel licht de heer Ter
Laan een amendement toe, waarvan de
bedoeling is geen subsidie to verleenen
aan de Vereen, van Chr. Bewaarschoolon
derwijzeressen in Nederland ten einde deze
Vereeniging in staat te stellen examens
voor bewaaiBchoolonderwijzeressen af te
nemen. Spreker meent, dat het in beginsel
is af te keuren, dat ^ereenigingen zelf het
peil der examens zullen vaststellen. Dit
behoort de overheid te doen.
De heer Ketelaar steunt dit amend
ment. Het is een particulier examen, waar
mede-wij niets te maken hebben.
De heer Oosterbaan bestrijd het. Er
is niets, dat er op wijst, dat het examen
niet aan gestelde eischen voldoet. Bij het
bewaarsohoolonderwijs moet vooral het
Christelijk-paedagogisoh karakter op den
voorgrond' treden.
Ook de Minister bestrijdt het amen
dement en verdedigt nader het gewraakte
subsidie.
Het amendement wordt verworpen met
39 tegen 17 stemmen.
Bij de afd. Kunsten en Wetenschappen
dringt de heer D e St u e r s aan op spoed
met een wettelijke regeling betreffende
verbeteringen in ons archiefwezen, dat
veel leemten telt. Voorts moet spoed be
tracht worden mot een wetsontwerp tot
Vet in-standkouden van historische monu
menten, die door verschillende gevaren be
dreigd' worden, door brand enz., maar niet
minder door de onverechillighead en de
onkunde van de beheerders.
Ten slotte komt hij op tegen den provi-
soiren toestand, waarin het Koninklijk. Ba
leis op den Dam te Amsterdam op dit
oOgenblik verkeerd,- waaraan een einde
moet komen. Hij verweet B. en Ws. van
Amsterdam flauwhartigheid, dat zij niet
ruiterlijk durven vragenGeef ons het Pa
leis terug als raadhuis, dat het altijd ge
weest is. De gemeenteraad moet die wen
schen daarom thans onomwonden uitspre
ken dat is het eenige middel, om de zaak
in het reine te brengen. Dit zou een daad
van moed zijn, die fieiren mauneh-betaamt.
De heer Blum betoogt, dat de gemeen
te Vlissangen vrij uitgaat in zake den brand
van de kerk aldaar. Do gemeente-verorde
ning bevatte wel degelijk bepalingen, om
brand bij loodgieters-werkzaamheden te
voorkomen. Tegen overtreding van die voor
schriften op een gegeven oogenblik valt
niet te waken.
De Minister betoogde, dat er urgen
ter zaken te regelen zijn op het oogenblik
dan de archief-kwestie, en bestreed, dat er
niets gedaan wordt tot behoud onzer oude
monumenten. Hij acht het niet noodig, wet
telijke voorzieningen te treffen.
Wat de Amsterdaimsohe Faleis-kwestie
betreft, dezo is op het oogenblik bij den
Amste rdamschen Raad aanhangig en in dat
stadium kan de Minister zich niet verder
over zijn gevoelen uitlaten.
De heer Blum vestigt bij het verder
diebat 's Ministers aandacht op het Rijks
subsidie voor den herbouw van de afgebran
de kerk te Vlissingen.
De heeren Ter Laan, Limburg en
Thomson bepleiten lotsverbetering
voor het personeel der KoninÜdijke Biblio
theek.
Ook de heeren De Visser, P a t ij n,
Van Vu uren enVanderVelde
dringen achtereenvolgens hierop aan. Het
is de wensch der geheele Kamer, zeggen zij.
De Minister zet uiteen, dat hij nooit
lotsverbetering van het Bibliotheekperso
neel heeft afgewezen. Spreker zal de zaak
goed nagaan, alvorens een toezegging te
doen.
De heer Thomson; betreurt dit ant
woord en had een formeele toezegging ver
wacht tegenover dit algemeene verlangen
der Kamer.
De Minister betoogt, dat er een no
den moet zijn, om dit gezamenlijk optreden
der Kamer. Daar wil hij het fijne van we
ten en daarom wil hij de zaak goed en de
gelijk onderzoeken.
De heer De Stuers brengt hulde aan
den heer en mevrouw D ruck er, te Londen,
voor hun Koninklijke geschenken aan het
Rijksmuseum, waarbij Minister
Heemskerk zich, namens de Regeering
volgaarne besluit.
De heer VanVuur e n acht zijn stand
punt tegenover de Openbare Leeszalen be
kend maar hoopt, dat de voorwaarden, die
de Regeering voor subsidieering aan die in
stellingen gesteld heeft, iets zullen uitwer
ken. Intusschen trekken de Katholieke leer
zalen nog steeds geen subsidie en heeft de
Regeering nog niet de voorwaarden vast
gesteld, waaronder de Katholieke leesza
len subsidie kunnen verkrijgen.
De Minister zal de oplossing dier
zaak bespoedigen.
De heer Marchant, dankbaar voor de
sympathie, die de Regeering betoond heeft
voor het Concertgebouw te Amsterdam,
had echter gehoopt, dat die sympathie ii»
klinkende munt ware omgezet. Het geldt
hier een nationaal orkest en het is een
nationaal belang, dat goede muziek on iet
het bereik van iedereen wordt gebracht.
Vervolgens critiseert spr. de toestanden
aan het Koninklijk Conservatorium voor de
Muziek te 's-Gravenhage, waarvan noch de
inrichting noch het bestuur goed zijn, welk
laatste slecht georganiseerd is. Tusschen
de oommissie van toezicht en den directeur
zijn allerzonderlingst de bevoegdheden ver
deeld. Hij klaagt er over, dat leerlingen
aan de lessen ontrokken worden door den
directeur, omdat deze tevens aan het hoofd
van een orkest staat.
De Minister erkent, dat de Regee
ring zich tegenover het Conservatorium in
een moeilijke positie bevindt. De Minister
herinnert, dat er een Commissie van Toe
zicht is ingesteld, maar desniettemin zal de
Minister het door den heer Marchant te
berde gebrachte onderzoeken. Intusschen
acht de Minister deze zaak niet aanmoedi
gend, om Rijkssteun te geven aan andere
toonkunstinrichtingen, nl. het Concertge
bouw te Amsterdam. Ook andere moeilijk
heden zijn er, zooals het geven van concer
ten op Zondag. De Minister kan geen sub
sidie toezeggen. Rijkssteun zou buitendien
voor de instelling noodlottig kunnen wor
den, in zoover het particulier initiatief den
prikkel tot steun zou Aerliezen.
Hiermede was de begrooting van Binnen-
landsche Zalken afgehandeld. Zij werd z.
h. 8. aangenomen, benevens eenige bijbe-
hoorende ontwerpen.
De vergadering werd te halfzeven geslo
ten tot heden.
l*rov. Staten van Zuid-Holland.
In de tweede vergadering van de naja-ars-
mtting heeft het nieuwbenoemde lid voor
's-Gravenhage, mr. dr. V a n G ij n, na be
lofte-aflegging, zitting genomen.
Naar aanleiding van het berioht der fa
milie van het overlijden van het Staten
lid voor Leiderdorp, den heer Van
Hoek en, sprak de Commissaris der Ko
ningin een woord van deelneming wegens dit
treffende sterfgeval, to treffender, omdat
de heer v. Hoeken nog de jongste vergade
ring heeft bijgewoond. Onder erkenning van
hetgeen het overleden Statenlid in het be
lang van de Provincie heeft gedaan, stolde
de Voorzitter voor, in een brief van rouw
beklag aan de familie uiting te géven aan
de gevoelens van deelneming. Aldus werd
besloten.
Een subsidie van f 500 werd A"*rleend
voor het houden van stal wedstrijden van
wege de Holl. Maatschappij van Landbomv.
De regeling van het Zuiveloonsulent-
schap in Z.-H. werd goedgekeurdde sub
sidie-aanvraag voor een vak t e n toons tol 1 i ng
voor het stukadoorsbedrijf geweigerd.
Bij de behandeling van de subsidie voor
de vaksmeedschool met instruetiewerk-
plaats en ambachtstoekenschool to Nieuw
koop meende de heer Gerretson, crat *t
niet op den weg der provincie ligt om min
der kapitaalkrachtige ambachtsscholen aan
betere machines to helpen en zij zich be
hoort te beperken tot het ondersteunen van
zuiver technisch vakonderwijs.
In aansluiting hiermede wenscht© de
heer v. Dorp dat meer beoogd werd meer
algemeen ontwikkeld onderwijs ten bate
van de leerlingen, dan met het kweeken
van een bepaald soort weiklieden ten
dienste een er bepaalde industrie.
Namens Ged. St. liohtto de heer V e g h-
t e 1 de strekking van de subsidie nader toe,
onder mededeeling, dat Ged. Staten zoo
veel mogelijk zullen waken tegen ontwik
keling A'an dat onderwijs in verkeerde rich
ting, al behoort vakonderwijs bevordering
van handel en industrie tot grronslag te
hebben.
Dit zoomede andere subsidievoorstellen
werden goedgekeurd, o. a. bijdrage in de
kosten van restauratie der Groote of St-
Jacobskerk te 's-Gravenhage. Ten aanzien
van deze kerk merkte de heer V a n L i e f-
1 a n d op, dat het goed zou wezen iets te
doon tot verwijdering van vandalisme: do
leelijke torenspits, die volkomen in dishar
monie is met het kerkgebouw ®eJf, een mo
nument van bouwkunst. Met verhooging
der kosten van f 250,000 op f 280,000 ware
de toren in zijn vroegeren vorm terug te
brengen. Zijn wenschen lichtte hij toe met
een afbeelding van den door hem gedachten
toren met de oude spits, die zich nog ge
deeltelijk be\rindt in de ijzeren peperbus''^
die men thans nog ziet.
Het lid van Gedep. Staten mr. V a n d e
Velde, beaamde veel van de klacht van
den heer Van Liefland, onder opmerking
evenwel, dat tot dusver de Staten geen
subsidiën verleenden voor herstel van
torens, toebehoorende aan de gemeente,
doch onder verklaring overtuigd te zijn,
dat een uiting omtrent het leelijke van die
spits, zeker algemeene instemming zal vin
den. Aan deze vergadering is het echter
niet dezen misstand te herstellen.
Er werd geen voorstel ingediend.
De behandeling van het Arerzoek tot ver
hooging van de subsidie voor de ambachts
school te Oud-Beierland gaf uiting aan veel
verschil van gevoelen omtrent de vraag
welk karakter aan die subsidieverhooging
moest worden toegekend.
Het voorstel der commissie van rappor
teurs, om het subsidiebedrag van f 1870 te
verminderen tot f 1730, werd \rerAvorpen
met 56 togen 14 stommen, zoodat het voor
stel van Gedep. Staten is aangenomen.
De heer N o 1 e t interpelleerde Gedep.
Staten omtrent den stand der kwestie be
trekkelijk de afscheiding van den Hoek-
van-Holiand van 's-Gravenzartde. Hij herin
nerde aan den loop dezer zaak en aan het
voorstel der commissie ad hoe en de daarop
gevolgde voordracht voor een provinciale
subsidie van f 30,000 voor de verbetering
der hygiënische toestanden en het latere
voorstel om Den Hoek bij Rotterdam te
voegen. Hij deed een beroep op de energie
van Gedep. Staten ton behoeve van Den
Hoek.
De heer von Fisenne antwoordde
namens God. Staten.,
Na debat werd nog aangenomen een voor
stel van de heeren De Gijselaar c.s,
om het subsidie aan de Middelbare Techni
sche School te Dordrecht te bepalen op
f 4600, waardoor verviel een voorstel-V a n
S o h e 1 t c.s., om een extra^subsidie van
f 3086 uit te keeren.
Goedgekeurd werd het voorstel tot onder
houd van de haAren van Stellendam. De Mi
nister van Waterstaat heeft zich bereid
verklaard, gedurende drie jaren te besten
digen de regeling in zake het onderhoud
van deze havens.
Na debat werd afgewezen de subsidie
aanvraag in de onderhoudskosten van den
Bloemendaalschen Weg.
Bij de toekenning aan de Westlandsche
Stoomtramwegmaatschappij van een tor
mijn haar toegezegd renteloos voorschot,
klaagt de heer Hogenboom over fouten
in den dienst, die het lid van Ged. St. von
Fisenne zal zien verbeterd to krijgen.
Goedgekeurd wordt de opdracht aan de
Holl. Spoorwegmaatschappij tot exploita
tie van de lijnen der H. E. S. M. in de
Haarlemmermeer en omgeving.
Een reeks wijzigingen in polder-regle
menten wordt eveneens goedgekeurd, een
subsidie Aroor een veerdienst Willemsdorp
Moerdijk verleend. Men zal zien, wat ten
gunste van Zondagsrust bij dit veer is to
doen.
Bij deze gelegenheid stelt de heer Van'
Namen een motie voor, Ged. St. uitnoo-
digend de noodige stappen te doen. Het
lid van Ged. St., de heer De Geer, zegt
evenwel, dat het college to dien aanzien
geen bepaalde opdracht kan aanvaarden.
De heer Van Namen verklaart zicht
tevreden met de belofte en trekt zijn mo
tie in.
Bij de behandeling van de begrooting voor
1912 van het krankzinnigengesticht „Oud-
Rozenburg", werden \rerschillende aanmer
kingen gemaakt op de inrichting van de
boekhouding.
Na verder debat trok de heer Visser
een door hem voorgesteld amendement in,
dat hiertoe strekte, dat de bouwrente uit
het bedrijf word overgebracht, naar de ge
wone rente, zóó, dat de winst op de exploi
tatie A'erdwijne en daarentegen het verliea
op die rekening gebracht worde, ten einde
het bijschrij\ren van bouwrente gedurende
de uitvoering van den bouAv togen te gaan.
De intrekking van het amendement Avaa
het gevolg van een door den heer E d e r s-
heim gegeven adAnes om de zaak geheel
intact to houden, er op rekenende, dat het
debat-zelf tot verbetering van den toestand
zal leiden.
Met algemeene stommen werd de rege
ling goedgekeurd.
Vervolgens werd aan de orde gestold de
toekenning van bijslag op de bezoldigingen
van proAÓnciale ambtenaren en bedienden,
met het voorstel-D e Wilde c.s. om do
maxima der traktementen \ran enkele be
ambten inmiddels te verhoogen.
De heoren Van Vessem c.s, stekleiï
voor, dat voorstel om advies to zenden aanl
Gedep. Staten.
De heer De W i 1 d e bestreed liet gevent
van toeslag, Avanneea* men van meening ia,
dat het personeel behoorlijk is bezoldigd.,
Nadat de Voorzitter had verzekerd,
dat Gedep. Staten ten opzichte van de sa
larisverbetering diligent zijn, kwam het
amendement-Va n Vessem te vervallen.
Vóór den bijslag verklaarden zich nog de
heeren Gerretson en Pera, terwijl de heer
Van Wichen er nu vóór zou stemmen, omdat
Ged. Staten eenmaal een Aroorstel hebben
gedaan.
Heb voorstel Aran Ged. Staten evenwel
werd verworpen met 34 togen 21 stemmen.,
Na afdoening der wijziging van de Prov.
begrooting, werd de vergadering om half-
zes in naam der Koningin gesloten.
Geëindigd het faillissement van J. C. van'
Duyn, winkelier te Leiden.
Bij Kon. besluit is benoemd tot commissaris
van politie ta Zwolle, J. R. Dc-rksema, thansj
hoofdinspecteur van politie aldaar;
benoemd tot officier in dc orde van Oranje--
Nassau. P. Joosting c.-i. te Utrecht, inge^
nieur bij do Maatschappij tot exploitatie
van Staatsspoorwegen;
•met ingang vaji 2 Januari 1912:
I. overgeplaatst naar het 33ste land woei-
district de reserve-lui tenant T. II. vaii Haef,
ten, commandant in het 46ste landweer-
district, en zulks onder eervolle ontheffing,
van. het beA'el over het district Avaarover hij'
thans hét bevel voert;
H. benoemd: bij de landweer, tot land-:
woer-disfenictsoommandant in het 46ste land-;'
Aveerdistrict, de kapitein R. A. F- Bottesy
van het 2de rog. infanterie. s
Bij Kon. besluit zijn in de órde vani.
Oranjo-Nassau benoemd
a. tot commandeur dr. D. Bos, lid onj;
vcorjptteir der ontbonden commissie, benoemd]
tot het instellen van een onderzoek naar deo[/
economischen en financieel en toestand vaü,':
de kolonie Suriname, en
b. tot officier mr. S. J. R. de Monohy^
secretaris der voornoemde commissie.
Voor het tijdvak van l Januari tot ëtt'
met 31 Augustus 1912 benoemd tot le er aai;/
aan de R. H.-B. school te Stoenwijk: D.J
Hubbelink, to Arnhem;
met l Januari' 1912, benoemd tot adjunct-»
bedrijfschef bij de artillerie-inrichtingen del)
eerste opzichter bij de werkplaatsen voor,
draagbare wapenen J. Henneveld;
de detacheering bij het leger hier te lande*
van den eersten-luit. der inf. van het legety
in Ned.-Indïë S. Alberda alsnog met
jaar verlengd;
met 15 Januari. 1012 benoemd tot lid vatt
den ootrooiraad na. J. Walfanan, advocaat
en procureur Hécreoyeou;