VOOR DEJEUGD 1EIDSCH DAGB1AD Oplossingen der Raadsels. iGoefle oplossingen ontvangen van: Correspondentie. No. 15901. Woensdag' 20 December. Anno 1911. Versiering van den Kerstboom. der zijn, jongen, en er „mijnKeer bij zeg gen." Jongen: Jawel, mijnbeer Hein Baars." Gauw verholpen. ,,0! professor, ik heb een speld inge slikt 1'' jammerde het verschrikte dienst meisje, de studeerkamer van hem binnen stormende. „Dat is niets, dat is niets Marie," meende de professor in zijn studie verdiept, „hieï heb je een ander1" Ingez. door Herderinnetje. Mevrouw': „Maria, is de thermometer gedaald." Maria: „Ja, mevrouw, tot benoden, ik heb hem van al de trappen laiten vallen-" In het cirous. Clown: „Patroon ,er zijn maar twintig toenschen in de tent, zullen wij. hun het geld teruggeven?" Patroon: „Onmogelijk, zij zijn allen bin nengekomen met vrij biljetten." Eerlijk bekennen., Marietje: „Moe, ik Neb drie koekjes nit 'de provisiekast genomen. Moe: ;,Dat is zeer slecht, kind, maar ik nal 't je dezen keer vergeven, omdat je het moo eerlijk bekent." Marietje: „Nu, moe, geeft u er mij dan nog maar een, ik heb er eigenlijk maar twee uit genomen. i. Madeliefje. II. Laboratorium. III. Ooievaar. Tom Rus, E. .T. Woud, „Wandelend tak je",. Joh., 'en Adri Wempe, „Bestuurder Nd. 34", „Adelborst", P. v. d. Voort, „Kleine Zeeofficier", „Sneeuwwitje", Jan en Janna v. Weizen, C. L. Janssen, „Sohen- keltje", „Sinaasappels", Betey de Vlieger. „Wilhelmus", Anna Haöraiken, Autoon en Anna Hoogeween, A. Blom, J. van Bentem, A. W„ van Bentem Jan., „Bozefcnopje", Cla6ina Dobbe, Jeannetbe Oosbveeni „Le lietje der Dalen", Gusta&f Delfos, „Piet Hein", Cato Delfos, Janna Hundersmarck, „Varentje", Truus van Kleef, Hendrik van den Heuvel, „Alpenroosje", Arie en Bram Moolenaar, „Genovéva", Pieter en Jacobus VaBentgood, Cornelia Stafleu, „het Ma troosje", jPadvenkenner", Greta v. cL Marios, Jan v. d Marks, Geertruida Stoeke, Hugo Kranenburg, Jo Kranenburg, „Regen, boog", Francina en Treesje Veeren, „Ro binson Crusoe", J. Hangjas, Andries Bi- zot, „Raadselvriendje", Poppenmoedertje" Baartje en Annie Ondshoorn, „de kleine Zeeloods", „Dierenvriend", A. Bergman, J. W. Bretveld, „Dagbloem", „Pleegzoon- tje", Dirk van Zanten Johantaes Fabel, „Stokertje", Johan en Marie van Hooi donk, Anna Habraien, Herman Hahraken, Jansje Verhoef, Nioo Bergers, Gerard en Jaoob Laj^gveld, Abram van Rossen, Wil lem Gros, Arie Gtlle, Aartje v. Konijnen burg, Oor van Eek, Margaretha en Mina Bomb, „Onrust", „Jan VroolijOc", „Bollen- kweeker", „Sleutelbloempje", „Aplonia", E. G. v. Heusden, „De Amsterdammer", „Albatros", „Frederik", „Hermanus", Arie van Konijnenburg", „Vondel", Joh. Overduin, „Morgenster", „Vleugeltje groen/', „Zeeuwsch boerinnetje", „Duin- roosje", „Roosje", Margaretha en laak de Graaf, Angelina de Wt'de, „Columbus", Martinne Optendrees, „Stormvronwtje", „Vroolijke Rina", „Nachtegaal", „kleine Officieer", Jaooba van Rijnswon, Nellie Ka- gie, „Raadsheertje", „Wilde Roos", „Goud- «taartje", „het Vieéohertje", Corrie Pom- anöo, „Blnrnde K&za". Hendrik Kriek, „Meibloempje", A. de Neef, B. van Daa. len, „Arondkelk", Joh. Verveer, Gerard van Zonneveld, Mina Verwer, J. Zitman, „Rozenrood", „Meidoorn", Marie Boter- mans, Nellie van Weizen, Margriet", „Afrikaan", Barbara Snel, „Jagertje, „Goudvischje" te Leiden. H. van der Hoogt, Chr. Graafland, Wïl- helmina Groenheiden, te A 1 p h e n. „Sidsel", te K a t w ij k. „Vyvia", teKoudekerk. P. Marseille, te L i s s e. Katherine van Klaveren, te R ij n b n r g. B. Koning, Comelis Honig, te Voos, schoten. Arie van Sa. .1, „Theeroosje", „Ver- geebmij-nietje", K. G. van Ammers, Wil lem van der Stoel, H. Binnendijk, Trijntje Kriege, te Wassenaar. F. van Nouhuys, te 's-G ravenhage. Johanna van Tilburg, Aartje Parlevliet, te Zoeterwoude. Prijizen vielen ten deel aan Pieter ep J.*i- oobus Vallentgoed, „Begonia", te Ij e i- d e n en H. v. d. Hoogt, te A 1 p h e i', „Eobinson Crusoë". Gaarne wil ik aan j© verzoek gevolg geven en je in den kring mijner vriendjes en vriendinnetjes opnemen. Wees echter zoo goed er -n-n.-n te denken, dat je briefjes zoowel met je schuil naam als met je waren naam onderteekend moeten worden. Theresia Veeren. Met genoegen vernam ik, dat je zus weer bijna hersteld is. Ze zal wed erg verzwakt zijn, als ze zul ke zware koorteen gehad heeft, is 't niet? Vriendelijk dank, voor de alleraardigste prentkaarten, welke ik van jou en Fran cina. ontving. „Va rent je". Welzoo, volg jij in de courant de artikelen over den oorlog? Nu, dort) vind ik niet altijd geschikte kinderlec tuur. Het doet me pleizier, dat Guus bin nenkort met ons gaat meedoen. Ik vind, dat je verbazend veel St.-Nioolaas-cadeaux gekregen hebt. Carolina Noest. Gaarne wil ik af en toe een babbeltje met je houden. Je moet me maar eens het een en ander uit je leventje vertellen, meisje. Je weet, ik stel overal belang inDat is dus nog al gemak kelijk. A Ipenroosj e". Waren je zusjes ziek? En dat met St.-Nioolaas? Dat was jammer! Wat scheelden ze? Jean ne ite Oostveen. Het doet me pleizier, dart; je onderlinge corresponden tie het gewenschte succes had. Ik vind het Keel aardig, als de vriendjes en vriendin netjes elkander kleine diensten bewijzen. Comelis Honig, te Voorschoten. Je nieuwe postpapier vind ik heel mooi, en Koop nog veel briefjes van je te ontvangen. „W ilhelm u s." Met genoegen ver nam ik, dat je je opnieuw tot onze rubriek aangetrokken gevoelt. Ik hoop dat je het nu niet too spoedig zult opgeven er aan mede te werken. „M argriet." Wel-zoo meisje, ben je zoo ingenomen met het gewonnen prijsje? Nu, dat doet me pleizier. Je moei maar flink je beet blijven doen en trouw inzenden. e g o n i a". O kindje wat leelijke taalfouten hadt je in je briefje gesohrevenl En je werk zag er nog al zoo netjes uit I Hoe oud ben je? „A r o n b k e 1 k". Het is wel treurig voor die familie dat Kun kinderen bijna aöen sterven; dooh als er tuberooïos© in de familie is, dan behoeft men er zich niet over te verwonderen. „M eibloempj e". Ja* meisje, mem moet eerst een poosje hebben meegewerkt, j om voocr een prijs in aanmerking te kunnen' komen. „Blonde Eliza". Ja, het Kerstfeest is een van de prettigste feesten van het geheele jaar. Het is dan in de huizen zoo gezellig, vooral wanneer er een prettige toon heerscht, en de Kerstboom met zijn vroolijke lichtjes, de gezelligheid komt verhoogen; terwijl frissche kinderstemme-j tjes hun kerstliederen zingen. Bij mij is dej kerstboom reeds in huis, d. w. z. óp 'fcj oogenblik staat hij neg op do warande om' a. s. Zondag versierd te worden. „V r o o 1 ij k e Rina" Nu je dezen schuilnaam hebt aangenomen, zal ik je ze ker niet meer als een vriendje aanspreken^ daar kan je gerust op zijn. „Zwartkop j e." Ik vind 't zelf6 Keel( prettig, dat je weer met ons mee komt doen, meisje. Laat je gezondheid nu niet# meer te wensahen over? „Duinroosje. Hoe meer bijdragen je inzendt, hoe meer kans je hebt, dat er iet# geschikts bij is. S. en Gretha de Graaf. Als je briefjes tijdig in mijn bezit komen, kan ik; niet verzuimen je naam op de lijst t# plaatsen. „R o o s j e". Wat prettig, dat het ge wonnen boekwerk zoo bijzonder in je smaakj vieL Ik hoop, dat het Jé een aanmoediging zal zijn, om trouw aan onze rubriek mede) te werken. „Morgenater'". Aan je lief verzoek zal ik gaarne gehoor geven meisje. Het ge-! beurt niet zoo heel dikwijls, dat kindereu) voor eykander in de bres springen. „Vondel". Waarmede heb je het zoo, enorm druk gehad vriendje? Was het mis schien repetitie op schooi? „H erderinnetj e". Vriendelijk dank, voor de vele bijdragen die ik wederom van je ontving. Je werk ziet er bovendien zóéj netjes uit, dat ik wel kan zeggen, dat jej mijn beste medewerkster bent. H. v. d. H o o g t, te Alphen. Vriendelijk dank voor de mooie prentkaart, die ik van' je ontving. „Sleutelbloempj e". Het spijt, me, dat je met de Vaderlandsche geschiede-, nis nog niet ver genoeg gevorderd bent,- om van Ket gewonnen boek te kunnen profiteered, doch dan nog maar een jaartje; wachten, meisje." „B ollenkweek© r." Neen vrindje, zoo'n kleine vergissing neem ik je niet; kwalijk. „Al doende leert men'' luidt het spreekwoord, en dat zal dus bij jou ook wei het geval zijn naar ik hoop. Corv. Eek. Je hebt gelijk, dat je van de mooie musea profiteert, er is in Leiden veel moois op dat gebied. Jacoba Spijker. De schuilnaam, dien je opgaf, werd reeds gekozen, wil je dus een anderen bedenken? Ohr. Graafland, te Aarlanderveen. Ik zou denken, dat een 10 cents postzegel, wel voldoende zal zijn, voor het toezenden! van den prijs. Vriendelijke groeten. MARIE VAN AM STEL. BI" t t ft I i| i a i J iC1 li tiA It'll j liitl iiïil ét 6> <0 •A'rA'i'JL'i'JL'e'A.'éïA.'lw.- l' De beads laiaifiste jaren hebbetn we onS, tel kens als de maand December nadérde en Kerstmis in het versdriet kwam, bezag ge houden mét het maken van allerlei fraaie dingen voor den Kerstboom'. (We hebben op deze münier een heele ver zameling Kerstboomvetrsieringen gekregen en lals we Ze trouw, hebben bewaard, kunnen y?e ze ook dit jaar weder gébruiken. In do onderstelling dat jelui nog goed voorzien zijn, willen we dit jaar slechts één versiering met jelui .behandelen. Dezo versiering is heel eenvoudig en toch zoo imjaoi, dat als we onzen Kerstboom alleen liier- tmodc opsmukken, hij er tooh' prachtig uit Izal zien. Degenen onder jelui die de ver sieringen van de votrige jaren niet of niet •meer hebben, hébben aan deze enkele ver siering genoeg om hun Kerstboom een fraai aanzien te geven. De versiering die we thjahls (Afb^ 1) af- Afb. 1. heelden ïs niet' zoo gemakkelijk als die van den vorigen winter. Het stelt een sneeuw bal voor en wordt gemaakt van wit zijde papier. Zulk een hal wordt gesneden naar den in Afb. 2 gegeven vorm. Men snijdt daarnaar voor eiken bal zestien van zulke rondo vormen. Het raadzaamste is als men het zijdepapier achtvoudig op elkander legt of vouwt en zoo telkens acht stuks uit knipt. Deze acht blaadjes worden van twaalf rechte insnijdingen voorzien, die alle aam detn buitenzijde evenwijdig van elkan der naar het midden' worden ingeknipt. (Zie 'Afb. 2). Elk zulk ©en twaalfde deel van1 een blaadje wordt vervolgens om een scherp gepunt pot lood gevouwen, waardoor dit een koker- achtigen vorm verkrijgt. Ieder blaadje heeft dus twaalf van zulke kokertjes. Zijn alle zestien blaadjes op deze wijs* bewerkt, dan ae alle stjjf &a£ qn ges*- Afbi, 2. gèhi, waarddof Se iïï yeréeniging met èlkam- der een bal vermen. Deze ballen kunnen als een versiörimlg op zichzelf voor den kerstboom gelden'. Ze komen het mooist tot hun recht als ze de eenige versiering vormen. Zeer schoon zijn deze ballen, als mfen ze met goud- of zilverpoeder bestrooit en er in em grooten boom een veertigtal van aan gouden draden aan het einde der takken hangt. Door de warmte der kaarsen geraken deze ballon in oen zacht draaiende bewid- ging, waardoor de boom een wonderschoonea aanblik oplevert. Denneboomspel. Dit is een toepasselijk' spelletje voor de Kerstdagen, waarvoor we heel wéinig noodig hebben, namelijkeen dobbelsteen, een potlood en voor iedetran deelnemer een stukje papier. Hierop toekent elk een denne- boom. 0, heel eenvoudig! Eerst een rechten streep en aan weerszijden 'daarvan nog twee kleinere streepjes. Aan liet eind van elk streepje zetten wc een cijfer van 1 tot '6, zoodat het geheel er uitziet als onderstaande figuur, v Nu werpen we met den dobbelsteen wie het eerpt a^n. de beurt is. Dit is natuur- lijk degeen, die dé tóeêsfo ödgéö gémL Daarna begint het speL De eerste speler! werpt en schrapt het geworpen getal op; zijn donncbcom uit. Hiermede gaat hij voort; tot hij oen getal gooit, dat hij reeds heeft! doorgeschrapt. Dit laatste getal wordt dajij door zijn linkérbuurmaji geschrapt, die nut ans do beurt id en hierméde voortgaat tot' ook hij een reods geschrapt getal werpt. (Wordt er door eon der spelenden ©en ge-1 tal geworpen, dat nóch deze nóch zijn lin* kerbuUnnam meer over heeft, dan is dogcon aan de beurt, die dit getal nog heeft staan. Zoo gaat men voort en wie het eerst all# zes cijfers doorgeschrapt hooft is de winner. Men kan dit spél ook met twee dobbelstoe- non spelen, dan moet men natuurlijk ze# takken rafeer aan den boom teekénöQ, Z00> dat hij er uitziet als bafvenstaajn.de afbeel ding. Marietje Dorsman. Uit je vórig briefje wist ik, dat je ziek was. Ik neem je dus volstrekt niet kwalijk, dat je me' niet eerder bedankt hebt. Het verhougi m©; dat je va® .de bLiricndgiyii-ceteteöoS JAK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 11