Ho. 15895.
XiEIDSCH DAGBEjAD, Woensdag: 13 December. Tweede Blad.
Anno 1911.
Buitenlandseh Overzicht.
PERSOVERZICHT.
Uit de Rechtzaal.
Faillissementen.
Deze week zal de Franscbe Ka
mer bet tractaat met Duitsdiland over
Mai'okko in behandeling nemen.
In den ministerraad is besloten de Ka-
mjr te verdoeken de interpellaties over de
buitenlandsche politiek niet dadelijk na de
bespreking van het Fransch-Duitsche ver
drag te behandelen maar eerst het einde
van de discussie daarover in den Senaat
af te wachten.
Minister-president Caillaux zal, zoo noo-
dig, di quaestie van vertrouwen stellen,
ten einde het voorstel aangenomen te krij
gen en hetzelfde doen ten aanzien yan de
motie van de rechterzijde, waarin uitstel
v m de discussie wordt voorgesteld tot na
de sluiting van het verdrag met Spanje,
welke motis door de regeering niet aan
vaard zal worden.
De behandeling van het verdrag met
Duitschland zal vermoedelijk drie tot vier
dagen in beslag nemen.
De technische verdediging zal geschie
den door minister de Selves, de algemeene
door minister-president Caillaux.
In de maandelijksche conferentie van de
presidenten der groepen uit de Kamer werd
bevestigd, dat besloten was de interpella
ties niet te behandelen bij de discussie over
het verdrag, maakr aan de interpellanten
toch het recht toe te kennen bij dio dis
cussie het- woord te voeren, zoodat het aan
tal sprekers thans reeds tot 33 geklommen
is, Men veronderstelt derhalve dat de re-
geering niet voor Maandag aan het woord
zal komen.
De Kamer heeft met 426 tegen 137 stem
men besloten de interpellaties over de bui-
te nlandscho politiek te behandelen na de
aanneming van het Fransch-Duitsche "Ver
drag door ds beide Kamers.
In den Saksisohen Landdag i3
heden de interpellatie behandeld, inge
diend door de nationaal-liberalen over het
,,m o t li prop rio" betreffende het voor
den wereldlijken rechter roepen van geeste
lijken als getuigen of "beklaagden, zonder
toestemming van de kerkelijke overheid.
Minister dr. Beek zeide, dat met groote
waarschijnlijkheid aangenomen mag wor
den, dat het bevelschrift van den Paus
niet zal gelden voor Duitschland. Mocht
dit echter niet juist zijn, dan is het stand
punt van de Saksische regeeriDg duidelijk.
Het „motu proprio" is onvereenigbaar met
de Saksische grondwet en moet wil het
van kracht- worden, goedgekeurd worden
door de régeenng. Die goedkeuring is niet
verleend
De Oostenrij'ksche regeering
schijnt ook te begrijpen, dat een sterk le
ger den besten waarborg en voor den vrede.
In de Kamer heeft de minister van
financiën bij een beschouwing over den
finanoieolon toestand! gezegd, dat tot geen
prijs ooglogsgebeurtenissen de ontwikke
ling en den economisch en toestand mochten
verstoren, wat zeide de minister wij
slechts kunnen voorkomen door te steunen
op do kracht van ons leger en onze vloot,
en door in do rij mogendheden
onze rol van onbaatzuchtig bondgenoot
en gevreesd tegenstander te handhaven.
Ofschoon wij vast kunnen hopen van de
weldaden van den vrede duurzaam te blij
ven genieten, zullen wij het leger toch
geven wat het noodig heeft om ons van een
werkelijke bescherming te verzekeren.
Nog altijd dus de oude taktiekindien
gij den vrede wilt, bereid u ten oorlog.
In het Engels che H o o g e r h u i's
heeft Lord Selborne bij de door lord Beau-
champ. vooropgestelde tweede lezing van de
prijzenwet tot verwerping van het wets
ontwerp geraden. Hij verklaarde, dat de
groote handelsbelangen van Engeland niet
toevertrouwd mochten worden aan een in
ternationaal prijzenhof, als samengesteld
krachtens de Verklaring van Londen.
Na gehouden bespreking is de prijzenwet
met 145 tegen 53 stemmen door het Hoo-
gerhuifl. verwci *n.
De berichten Kagelsqh-ïhdie in verband
met den p e c h t i g e n k r o n i n g s
durbar te Delhi getuigen alle van won
derbaarlijke pracht en praal. Het feestter
rein of kroningskamp is van reusachtige
afmetingen. Het heet een kamp, omdat
liet uit tenten bestaat.. Doch in werkelijk
heid is het een stad, en wel een stad, die al
moge ze dan ook slechts tijdelijk zijn, in
moderniteit van inrichting, menige groote
provinciestad in Engeland overtreft.
Het kamp beslaat een oppervlakte van
25 vierkante mijlen. Dat zegt zeker al iets.
En een bezoek aan dezo witte stad kan een
denkbeeld geven van de uitgebreidheid dei-
voorbereidingen, welke zijn getroffen tot
viering van een in de geschiedenis nog niet
voorgekomen plechtigheid» Een expresselijk
aangelegde waterleidiug zal de keizerstad
van water voorzien, de eleotrieiteit is te
hulp geroepen om de stad te verlichten.
Breede wegen zijn aangelegd, andere we
gen zijn verbeterd, speciale spoorwegen zijn.
aangelegd. Het- is, een vreemde, fascinee-
rende stad die daar is gebouwd in de vlakte,
schitterender nog wellicht dan de oude
zetels der Mogols te Delhi zelf.
Heerlijke lanen en tuinen verbinden de
verschillende kampen onderling, want al de
hoogwaardigheidsbekleders, al de Indisohe
vorsten, van wie er 135 bij de kroning aan
wezig zullen zijn, hebben hun eigen groe
pen van tenten, die om het eigenlijke kei
zerlijke kamp zijn opgericht, dat het cen
trum van de kroningsstad vormt.
En zo o is alles naar gelang. Onder de
meest indrukwekkende plechtigheden wordt
de vaandel-uitreiking genoemd. De Koning
heeft daarbij nieuwe vaandels aan zeven
Britsche en twee Indische regimenten ge
schonken. De troepen werden opgesteld op
het poloveld en rondom dit terrein woonden
de rijk gekleede vorsten en hoogwaardig-
heidsbekleeders het schitterrende militaire
sohouwspel bij.
Te tien uren des morgens naderde de
koninklijke stoet. De koning op een prach
tig paard gezeten, droeg de veldmaar
schalksuniform, de koningin volgde in een
rijtuig gezeten. Na de zegening der vaan
dels door de verschillende bisschoppen,
reikte de koning de vaandels aan de vaan
deldragers der regimenten uit, en toen deze
in de gelederen waren teruggekeerd volgde
een défilé. Vol geestdrift brachten de troe
pen den souverein een ovatie. Wuivende
met de witte helmen op de punt der bajo
net, juichten de soldaten den koning-keizer
toe, en hun kreten werden overgenomen
door de duizenden toeschouwers. Het was
een indrukwekkend oogenblik, zoó melden
de Engelsche correspondenten, die van deze
plechtigheid getuige waren.
Een merkwaardige opmerking maakt de
oorrespondent van de „Daily Te'iegr." Er is,
zoo zegt deze oorrespondent, deze algemee-
ne en zeer juiste crit-iek op den intocht van
den koning-keizer gemaakt-, dat de keizer
niet voldoende voor de toeschouwers was te
onderkennen. Het geringe verschil in de
uniform van veldmaarschalk en die van de
vele generaals, die hem omgaven, was niet
voldoende, om den keizer van Indië te her
kennen.
Vandaar dat de bewoners van Delhi nog
niet geheel overtuigd z n, dat z.ij den ech
ten Koning van Engeland in hun mid
den hebben.
Dat men in de landen van Z u i d-A merl.
k a wel goed uit zijn oogen moet kijlken,
blijkt uit het volgende.
In sommige streken van Latijnsch Ame
rika, in Chili, en ook elders komt het
nl. herhaaldelijk voor, dat een of ander
zioh noemend „ambtenaar'' aan immi
granten land verkoopt, gelegen in een
moeilijtk toegankelijke streek en daarvoor
den kooper papieren verstrekt-, die zich
van éd/te door niets onderscheiden. Komt
de immigrant dan na een maandenlange
reis in de aangewezen streek, dan is het
hem quasi toebedeelde land nog niet op
gemeten Vestigt hij zioh desniettegen
staande op het land, dat hij gekocht en be
taald heeft, dan verschijnt ecnigen tijd la
ter een ander, die hem met de papieren
bewijst, dat het in bezit genomen en reeds
bebouwde land zijn eigendom is en de on
gelukkige landverhuizer kan zijn biezen
weer pakken.
Ga-ut hij een nieuwen ikoop aan, dan be
gint hetzelfde spelletje weder van voren af
aan.
In d.- Chileensche Kamer komt thans een
intern ei ia tie op dit punt.
Ook de Perzen hebben thans hun toe
vlucht genomen tot het Internationaal So
cialistisch Bureau te Brussel. Men heeft er
nl. den volgenden brief ontvangen van de
Perzische Democratische partij:
,Wij protesteeren krachtig tegen.-de vrij-
heiamoordende barbaarschheid van de An-
glo-Russische diplomatie, die den tyran
Mahomed Ali in Perzië wil terugbrengen,
en aldus slechts kan'uit-loopen op het doen
zegevieren van de reactie.
„Th-ain gaan zij, door hun ultimatum,
hun handen doopen in het bloed van het
Perzische volk, door het zijn onafhankelijk
heid te ontnemen, zijn constitutie met voe
ten te treden, met miskenning van de rech
ten der beschaving.
„Vereenigt u met ons om tegen deze roo-
venjer te protesteeren."
Naar verluid van de laatste berichten be
gint Rusland iets in te binden
Over „Ge zangen in d 6 kerk" geeft
„De Hor vorming" te lezen:
Over „Onze Eeredienst" door dr. A. Kuy
per,- het lijvige boekdeel van 557 bladzijden,
dat thans het licht ziet., schrijft dn. J. H.
Gunning .T.Hz. van Utrecht, in „O n s T ij d-
9 o h r i f t" woorden van warme waardecring
en hooggestemde "bewondering.
Wij kunnen dat begrijpen. Het boek houdt
„Her au t"-artikelen in, die van 18971907
werden geschreven, 81, zegge: een en tachtig
artikelen. Toen riop do politiek den schrij
ver tot anderen arbeid. In dit voorjaar vatte
hij 'het afgebroken werk weder op, en nu is
het voltooid en in druk verschenen. Hit
bevat 130, zegge honderd en dertig onder-
deelen. „In frisclihe-id van teekening, in rijk
dom van taal, in fijnheid van beeldspraak en
van humor blijft het werk zieh van het
begin tot liet einde gelijk," zoo schrijft dr.
Gunning.
Indien dit zoo is, het voltooide werk
kwam niet onder onze oogen en is niet onder
ons bereik, maar de .,11 e r a u V-artikelen,
lazen wij dan, zocals wij zeiden, kunnen
wij ons d# lofspraak van dr. G. verklaren-
Ook wij, op het standpunt van den auteur
ons plaatsend, hadden voor de „H e r a u t"-
artikelen groot» bewondering, 't Is wat zon
derling hier van den veldheersblik" te
spreken, maar iet-s daarvan kwam toeli ook in
die artikelen uit: het machtige organiseerende
talent, dat het geheel tot in zijn kleinste
bijzonderheden in oogcnschouw neemt en ook
aan de kleine dingen zijn uiterste zorg
wijdt, 't Doet denken aan de befaamde
„Standa a r d"-artikelen in verkiezingsda
gen."
Dr. Gunning, die. gelijk men weet, een
standaard-l^ek over de Gezangen-kwestie in
de Herv. Kerk schreef, constateert met in
genomenheid, dat dr. Kuyper, die aanvan
kelijk bij zijn „Gereformeerd" volk den Ge
zangen-haat aanwakkerde, allengs van dat
streven terugkwam. Bij den herdruk van
zijn „H e r a u t'-artikelen bovengenoemd, ver
vangt Lij het slotwoord daarvan door de
verklaring, dat „voor onz® christelijke-feest
dagen", „voer ds verheffing vau onze ziel
tot onzen Heiland", „voor de bedieniug - van
de Sacramenten", enz., enz. „rigen liederen"
van noode zijn.
Dat is dr. G. bijzonder naar den zin-
Hoezeer zijn dan, klaagt hij» de „Gereformeer
den" een groot deel der „Hervormden" vóór.
Ten bewijze daarvan deelt hij „eenige goed-
gestaafde en woordelijke uitdrukkingen van
Hervormde predikanten over de Gezangen
mede, zonder namen te noemenmaar voor
de citaten staat hij „als eerlijk man" in.
En dan krijgt men buitensporigheden te
lezen als de volgende:
„Als ik een kerk"langs kom, waar een Ge
zang wordt gezongen, is het mij of de jene
verlucht uit een kroeg mij tegenkomt."
„De gezangen zijn gemaakt in het voor
portaal van de hel." (Op een catechisatie
van meisjes van 13 tot 15 jaar).
„Je kunt nog beter een vloek dan een Ge
zang uitspreken, De Heilige Geest gaf ons
de vloekpsalmen, maar de duivel maakte de
Gezangen."
„God beware ons voor ethisohen, cholera
en Gezangen."
„Als ge ooit in een kerk komt, waar een
Gezang wordt opgegeven, 'loop dan weg, of
zoo dat niet kan, stop dan uw ooren, want
dan staat de duivel zeker op den preek
stoel".
„Al maakten ze ooit een bundel Gezan
gen, enkel van liederen, door, Calvïjn, Voe-
tius. Da Costa en Kuyper gemaakt,
ik zou er nooit één van op de lippen ne-inen."
„Geen gemakkelijker manier van den dui
vel om de menschen sekuur naar de hel
to bTengefl<d5Lrr-6êm een Gezangboek in dó
handen te" gcvërk" ."v-
„De Residentiebode" is een bespre
king begonnen van het door minister Heems
kerk einde Maart 1919 ingediende ontwerp
tot regeling van het amib es tuu r,
welk ontwerp nu sinds ongeveer anderhalf
jaar in handen is van een Commissie van
Voorbereiding, zoodat, meent het blad, ver
wacht mag worden, dat binnen niet te lan
gen tijd de stille voorbereiding van het ont
werp zoover zal gevorderd zijn, dat van de
meening der Tweede Kamer over de nieuwe
wet naar buiten blijken zal en daardoor wel
licht nieuwe aanleiding tot publieke bespre
king zal gegeven worden.
In het eerste artikel bespreekt „De Re
sidentiebode" het eerste der vier be
ginselen, waarop de geldende Armenwet
steunt: het overlaten van de ondersteuning
der armen aan de kerkelijke en bijzondere
instellingen van weldadigheid.
Hieromtrent zij al dadelijk opgemerkt, zegt
het blad, dal de Regedring dit trouwens vol
komen juiste beginsel blijft handhaven:
Dat het beginsel blijft gehandhaafd, zal
wel niet veel verzet ontmoeten.
Naast geldelijken steun heeft de arme in
de meeste gevallen ook zédelijken steun noo
dig en de verloening daarvan is oneindig
veel beter toever trouw d aan de vrijwillige
liefdadigheid, welke beoefend wordt door
menschen, die daartoe alleen gedreven wor
den uit een behoefte om hun liefde voor den
lijdenden en in nood verkeerenden cvenl-
mensch in daden te uiten, dau aan het ge
meentelijk armbestuur, dat bijna overal werkt
met gesalarieerde ambtenaren c'n armbezoe
kers.
Evenwel is wijziging in de uitwerking
van dit beginsel noodig geacht; en wel in dien
.gin, dat de Overhoid zorgt voor meer sa
menwerking tusschen de versehillende naast
elkander staande' bijzondere instellingen.
Het Nederlandsche volk, aldus merkt mi
nister Heemskerk in de Memorie van Toe
lichting op, heeft zich steeds gekenmerkt
door twee karaktertrekkengroote welda
digheidszin, dio voor lederen vorm van men-
schelijk lijden ook een vorm van leniging
zee kt te vinden, en sterke zucht naar onaf
hankelijkheid.
In de praktijk der liefdadigheid leidde dit
tot overvloed van liefdadige instellingen, die
allo op zichzelf werkten, zonder onderling
verband of zelfs onderlinge bekendheid. Bij
het toenemen van den omvang der armoede
en van de ingewikkeldheid van het maat
schappelijk leven wreekte dezo versnippering
van krachten zioh in twee richtingen.
In de eerste plaats tegenover de armen.
Herhaaldelijk tocli wordt een arme door
onderscheidene instellingen tijdelijk, doch
zonder onderling verband geholpen, waardoor
de "totale ondersteuning allicht minder effect
heeft, dan zij anders zou kunuen hébben.
Vervolgens tegenover de instellingen.
De 'groote verscheidenheid van onsamen
hangende instellingen lokt de slimmon en
de luien uit, om partij te trekken van haar
onderlinge onbekendheid en zich in ruime
mate te latên 'ondersteunen t-ot schade van
eerlijke armen, voor wie de middelen-dan te
kort soli ie ten.- -
Herhaaldelijk is dan ook op deze fouten
gewezen; vooral door de mannen der prac-
tijk.
Het ontwerp nu tracht dezo bezwaren to
ondervangen, en wel door de mogelijkheid
te scheppen tot instelling in de gemeenten
van een Armenraad, een centraal orgaan,
waarin de verschillende instellingen van
armenzorg samen kunnen kamen, en dal; door
organisatie van een inlichtingsdienst bedrog
onder de vele armen kan helpen weren.
Aan de hand van de M. v. T. gaat „De
Residentiebode" na de grondregels,
volgens welke deze Armenraad werken zal.
In het December-nummcr van „Stem
men des T ij d s" plaatste prof. Die
penhorst een oeconomisoh overzicht, van
belang vooral in verband met cle d u u r t e.
Dit gaf hem tevens aanleiding om liet-
vraagstuk te l>evde te brengen, welke de
juiste verhouding moet zijn tusschen den
prijs der eerste levensbehoeften en de s fr
iar i ss e n.
De salarissen blijven veedal, na eens vast
gesteld te zijn, lange jaren staan op het
cijfer dat er eerst voer werd bepaald,, dqe.ï
althans bij lage salarissen slui.pê hierin on
recht, zoodra. dé p'rijs dei1 levensbehoeften
merkbaar oploopt. Is iemands salaris ge
zet op f 20 per week bij een woninghuur,
voor hem in aanmerking komend, van f2,
en loopt, na 20 jaar de huur van dezelfde
woning op tot- f 3, dan ia zulk een trakte
ment met f 1 per week verlaagd. Komt hier
nu bij, dat, als de woninghuur f 1 oploopt,
gemeenlijk ook de levensmiddelen in prijs
klimmen, zoodat men hiervoor nogmaals
zeker bedrag, zeg van f 1.50 per week,
heeft te rekenen, dan is zullk een ambtenaar
in twintig jaar tijds feitelijk van f 20 op
f 17.50 salaris teruggegaan. En in verband
hiermee nu merkt prof. Diepenhorst op,
dat zulke salarissen, die normaal gelijk blij
ven, maar inderdaad een klasse zakken,
met de klimming en daling der prijzen ge
lijken tred behoorden te houden.
Hierin ligt te meer waarheid, daar men
nu bang is om tot salarisverhooging over
te gaan, uit overweging, dat een eenmaal
ingevoerde verhooging niet wel weer kan
worden teruggenomen, ook al gaat de ge-
meene prijs der levensbehoeften weer naar
beneden. En dit zou een geheel verkeer
den toestand in het leven, roepen.
Het meest zou het daarom voor de haai
liggen, als grondslag een generaal oijfer
aan te nemen opgemaaikt uit de prijzen,
die voor de drie of vier voornaamste le
vensbehoeften: woning, brood, groente en
kleeding, voor een gezin v£n 4 personen
per week te betalen zijn. Men verkreeg daa
een soort index-oijfer. Bedroeg nu het cij
fer hiervoor aanvankelijk per week f 4, dan
kon het salaris worden bepaald op één,
twee, drie, vier of meer index-cijfers. Ging
dan dit cijfer van 4 naar boven, zoodat het
zeg f 4.50 werd, dan zou zooveel meer aan
salaris rijn uit te betalen, als dit cijfer
klom, vermenigvuldigd met het cijfer, dat
aanwees, op hoeveel maal het index-be
drag men was aangesteld. Of ook ging het
straks naar beneden, en daalde het bijv.
op f3.50, dan ontving men naar evenre
digheid zooveel minder, zoodat men bij la
ger of hooger marktprijs, steeds evenvwef
voor zijn salaris kon koopen.
Ook voor tijdelijke duurte zou dit een
probaat middel zijn. Het index-oijfer kon
eiken eerste van de maand worden vast
gesteld, en maandelijks kon het salaris wis
selen al naar gelang het index-oijfer voor
cle aangewezen levensbehoeften naar bo-
ben of naar beneden ging.
Te meer nog zou dit zich aanbevelen,
daar het gelegenheid gaf om ook met
plaatselijk verschil te rekenen. Op den eer
ste van elke maand had dan cle gemeente
lijke regeering voor elke gemeente het in
dex-nummer slechts vast te stellen. Of ook,
zoo dit voor elke kleine gemeente niet wel
&ino> dan kon men een index-cijfer nemen
bijv. voor een bevolkingsgroep van zeg,
50,000 zielen.
In een nieuwe bespreking van het door
den Minister van Marine aangevraagde
pantser sc hip s:hrijft de „N i e uwe
R- o 11 e v d a m s c h e C o u-r a n t" o. a.
De gebeurtenissen van dezen zomer heb
ben doen zien, dat een oorlog in Europa
meer nabij is geweest- dan algemeen in den
lande werd verondersteld. De politieke
atmosfeer is nog lang- niet zoo zuiver, om
bij de pakken te gaan neerzitten en tevre
den te 7.ijn met ongeveer bet marine-mate
riaal, dab wij thans bezitten. We moeten
vooruit, we moeten in onze eigen koloniën
niet als quaiitité négligeable beschouwd
worden door elke mogendheid die zich
op ons terrein wil bewegen, en een minis
ter, clie pantserschepen aanvraagt, moet de
consequentie daarvan aanvaarden, en niet
schromen zijn plannen en kostenberekenin
gen te ontvouwen, en aan tegenstanders
van zijn zienswijze het hoofd te bieden. De
Miister is vóór een artillerie-vloot. Welnu,
clan moet deze uit schepen bestaan, die bij
den bouw reeds uit den tijd zijn. Het sta
of valle- met zulke plannen. De verant
woording komt voor hen, die ze verwerpen.
Velen nu in heb land, in en buiten de
marine, kunnen zich met aanbouw als boven
aangegeven, vereenigen en zwichten alleen
voor een bestrijding met finoncieéle argu
menten, die ze niet beoordeelen kunnen.
Wij" kunnen ons niet losmaken van de mee
ning, dat ware mogelijk, op de Marine-werf
te Amsterdam een schip te bouwen, van
grooterr waterverplaatsing dan het thans
voorgestelde, dit ook zóu zijn geprojecteerd
en aangevraagd.
Het lijkt ons al te toevallig, dat fcn de
strategische én tactische eisoben, die de
Minister stelt aan een schip als strijder, èn
de z.g. draagkracht van de natie, eindigen
bij een schip, dat de spoorbrug als toegang
lot de marinewerf te Amsterdam juist kan
passeeren, want het voorgestelde schip
krijgt een breedte-afmeting, juist enkele
centimeters minder dan de brugwijdteDe
besliste ontkenning van den Minister, tegen
over hetzelfde vermoeden geuit door den
Raad van Defensie, welke ontkenning in de
Mem. van Antw. wordt herhaald, kunnen
ons in deze niet overtuigen. Het wordt nu
al te doorzichtig, cla-t werkverschaffing
voor die werf noodig' is. Als een werf in
«tancl moet worden gehouden door aan
bouw van waardeloos materiaal, verdwij
nen alle argumenten vóór het schip als
sneeuw voor de zon. Wij zullen van de "werf
te Amsterdam toch geen philanthropische
inrichting voor werkverschaffing willen
maken
„De Tijd'' besluit een beschouwing er
over aldus:
Onze slotsom is, dat, hoewel wij liever
een krachtiger schip hadden gewenscht, wij
toch de afstemming van het schip ten zeer
ste zouden betreuren. Het in den laatsten
tijd nogal dikwijls aangehaalde spreek
woord is hief wederom van toepassing: ,,Le
Jïdfux souvent est l'ennemi du bienof wel
in goed Hollandsoh een half ei is beter dan
een leege dop. Immers, ook heb voorge
stelde pantserschip zal een waardevolle
aanwinst zijn voor onze vloot.
Kantongerecht te Leiden.
-i*
Do kantonrechter veroordeelde:
Wegens te Leiden met rijwiel zondek
licht rijden T. W. H., te Leiden, tot f 2
of 2 d.H. J. P., te Noordwijk, tot f 2 of
2 d.te Sasseiiheim! rijden met rijwiel zondof
licht J. A. v. d. P., te Sassenheim, tot f 2
of 2 d.f te Noordwijkerhont N. G. tot f
of 2 d.; O. Z. tot f 2 of 2 d.; N. L- Dv
tot f 1 of een week tuchtschool; G. S. t-otf
f 2 of 2 dagen, allen te Noordwijkerhout.
Wegens te Leiden met een hondenkar rij--
den zonder licht H. S. W. tot f 1 of 1 weebj
tuchtschool; J. A. B. II. tot f 1 of 1 d.;i
beiden te Leiden, L. M. v. V., te 's-Graven»
liage, tot f 1 of 1 d.wegens te Noordwijld
met een hondenkar rijden zonder licht A$
O., te Noordwijk, tot f 1 of 1 d.
Wegens te Nooïrdwijk als sokipper niet in1
acht nemen ider voorschriften ter voorko
ming van aanvaring of aandrijving C. v. d.-
W;, te Zoeterwoude, tot f 5 of 2 d.
Wegens te Zoeterwoude op een honden*
kar zitten D. V., te Zoeterwoude, tot f 2
of l d.
Wegens zonder vergunning stoomën iu[.
Rijnlands boezemwater M. J. do J., te Rijns-
burg, tot f 10 of 2 d., J. K. P. S. te Am*
sterdam tot f3 of 2 d.wegens te snef
varen R. S., te Haarlem', tot f 5 of 2 d.,
in Rijnlands boezemwater voorwerpen lieb*.
ben A. A., v. d. M. tot f 2 of 2 d„ D.-
T. tot f 3 óf 2 d., te Zoeterwoude.
Wegens te Leiden zonder vergunning!
mal'ktvee melken A. L. v. G- tot f 0.50 o£
1 w. tuchtschool.
Wegens te Leiden op andere tijden, dan)
waarop zulks geoorloofd is, een kleedjes-
kloppen A. E. S., vrouw van J. S„ tod
f 0.50 of 1 d.
Wegens te Leiden als pakjesdrager zijn'
diensten aanbieden A. v. d. W. tot f 0.50 of
1 d. Wegens te Leiden met een wagen oveii
do hulpbrug rijden J. P. tot f 1 of 1 d.;
Allen te Leiden.
Wegens te Zoeterwoude varen met een
opgehaald zeil E. A. v. d. A., te Zoeter^
woude, tot f 2 of 2 d.
Ontslagen van rechtsvervolging werd G,
B., van Leiden, beklaagd van straatschcn-<
dorij en een valsdien naam opgeven.
Een berisping ontvingen P. van W. en N.-
J. v. d. M., te Leiden; wegens te Oegstgcest
in het wild levende vogels verdelgen J. S.;
aldaar.
De Leid s che groenenquaestie*
Met zekerheid kunnen wij thans mede*
deelen, dat het afgetreden oollegium van
het Leidschfe studentencorps en de vijf
andera in hel laatste groenenschandaal be
trokken studenten tegen Maandag 18 Dec.;
voor de Hsagsche rechtbank zijn gedaagd.,
Als hun verdediger zal optreden mr. Goud
smit, te Leiden. (Yad.)
Raad voor de Solieep vaart.
Gisteren heeft de Raad een, onderzoek in
gesteld naar de aanvaring op de Noordzeo-
op 11 Juli tusschen het visschersvaartuig
„Margaretha Christina" MA 8, schipper
Kapteyn, reeder H. Overman, beiden té
Maassluis, en Maria" KW 124, schipper Dr
v. d. Plas, reeder P. de Best, beiden to.
Katwijk.
Blijkens liet verhoor van den schipper,
had de aanvaring des morgens halfacnti
IDlaats. Er woei een topzeils-Noorcl-Oostelij-»
ke koelte; er werd gezeild over stuurboord,
voor den wind. De „Maria'' kwam van do
andere zijde en zeilde over baJkboord bij
den wind. Er was niemand anders aan dele
dan drie jongens, een van 12, een van i5
en een van 17 jaar.
Die van 15 jaar had de wacht. Er werd
niet gestuurd. Plotseling hoorde de schip
per, die in de kajuit was, dezen jongen roe
pen: „Schipper, daar komt een logger1!
aan!" De aan/varing waf ,al gebeurd voor^
dat getuige, die een half uur te voren naac
de kajuit was gegaan^ boven was. De ree
ling was ontzet, een paar platen waren!
gescheurd eu de steven was beschadigd. Ge
woonlijk deed de schipper 's nachts geen
wacht-. j
Medegedeeld werd den schipper, dat het?
anderzoek ook zou 'loopen over de vraag,;
of de aanvaring ook te wijten is aan een
daad of nalatigheid zijnerzijds.
►Schipper v. d. Plas, van de KW. 121, ver
klaarde, dat hij met den stuurman, een nia-i
troos en een joDgen aau dek was. Hij zeildé
over bakboord bij den wind. Er waren veeï\
mede- en tegenliggers. Getuigen schreeuw
de, dat de anderen door den wind steken
moest en trachtte dit zelf ook te doen, doelt
het gelukte niet. Getuige had geen ernstige!
schade.
De Raad zal in deze zaak later uitspraak
doen.
De Raad heeft gisteren uitspraak gedaan
in de zaak van het vermoedelijk vergaan
van het loggerschip „Kik" Y L 118, waar
van, nadat het op 21 Sept. van IJmuiden
vertrokken was, niets meer gezien is dan
wat wrakhout, hetwelk 60 mijlen ten Noor*
den van Terschelling drijvende is gevonden.
De Raad acht het vermoeden gewettigd, daö
het schip met de geheele bemanning is ge
bleven in den storm, die gewoed heeft in
den nacht van 30 Sept. op 1 October.
J. R. Yermoulen, koper- en blikslager*
te Montfoort
F. van Dijken, schuitenvaarder, te Mus*
selkanaal, gemeente Onstwédde^
W. Jongkind, echComaker, te Araster*
dam.
Geëb.digd het faillissement van M. van
Vliet, arbeider te Zevenhuizen.