Oplossingen der Raadsels. &oede oplossingen ontvangen van: Correspondentie. Ingezonden door Annie de l'Eclpse. U. Mijn geheel is een gebouw. 5, 8, 7 is een visch. 7, 4, 9 is een insect. 3, 2, 1 is een stuk speelgoed, 4, S, 9 is een lichaamsdeel. 9, 11, 10, 12 is niet nauw. 6, 6, 7 is een knaagdier. Beginletter is L. Ingezonden door Francina Yeeren. III. Ik kei: een wonder statig heer. Elk jaar steeds komt en gaat hij weer. Hij is bij iedereen bemind, Maar }t allermeest bij het kind. Acht letters zijn er in zijn naam, Maar zes verschillende te zaain. Een 5 .1, 2, S maakt de schaar. Van 's landmans ploeg op het - bouw land klaar, 43 versohaft oils menig kip.. 8, 7 vindt men op het schip. 5, 3, 4, 8 is acht min vier. En 1, 3 een aardig dier. i. Herderinnetje, li.' Slang—leeuw—kathond. III. Karnemelk. Jacoba Spijker, Pieter en Jacobus "Va- lentgoed, „Adelborst", „Piet Hein", „Klei ne Zeeofficier", Janna en Arie Bunders- marck, „Kindervriend", Clasina Dobbe, Gerard van Zonneveld, „Dagbloem", „Le lie der Dalen", Geertmida Sfcoeke, Jan Bretveld, Hugo Kranenburg, Anna Blom, Abram Leget, Cornelia fetafleü", „Het Matroosje", Herman Re nier, „De kleine Zeeloodé",. „Poppenmoedertje", J. v. d. Mark, Joh. Mèyer, „Bofllenkweeker", Jo Kranenburg, „Morgenster", Antoon en Anna Hoogeveen, Corrie Pommeé, „Avond ster", E. G. van Heusden, Bram Molenaar, F rancina Vee ren, „Ge nov eva", A bram van Rossen, Nico en Gerrit Bergers, „De kleine Officier", Joh. en Adri Weiüpe, „Herde rinnetje", „Postduif', „Stormvrouwtje", O. L. Janssen, W. Gros, „Het Yiftch- vrouwtje", „Regenboog", J. Hangjas, Gato Delfos, Jansjé Verhoef, Johannes Fabel, P. v. d. Yoort, M. Kallenberg, J. van Ben- tém, G. J. Boter, A. W. van Bëntem, Trees- je Yeeren, „Kleine Winkelier", „De Am sterdammer", 0. van Eek, Gerard Lange- veld, Gustaaf Delfos, „Padvinder", „Be stuurder No. 34.", Aplonia Mechelse, „Roos je", Aagje e.n Neeltje Scharloo, Antje van Konijnenburg, Arie van Konijnenburg, „Wandelend Takje", „Onrust", F. van Nouhuys, Arie Gille, C. Vailentgoed, A. Bergman, Jacoba van Rijnswou, Tom Rus, Martinus Optendrees, „Rosa Fluweeltje", „Columbus", Betsio Christiaanse, „Gras sprietje", Raadsheer t je", „Albatros", Jacques de Graaf, „Rozemarijntje", Mina Verwer, Johan Verwer,' Saartje en Annie Oudshoorn, N. Groen,. Arie Smittenaar, „Vroolijke Annie", „Aronskelk", Blonde Éliza", Nico van Eek, „Meidoorn", Theo dora en Marie Barendse, Margaretha Bonili, Abramina en E. J. Bomli, Hendrik van den Heuvel, Hermanns van Venetië, Annie cle l'Ecluse, „Vondel", „Begonia", Angelina deWilde, „De twee J.'s", Nellie en Jo Breedvelcl, Andncs Bizot, „Sleutel- bloempje", Hendrik Kriek, Willy Plas- meyer, „De kleine Koopman",Klavertje Vier", „Yivia", te L e i d e n. Wilhelmina Groenheiden, Hendrik de Vries, te A 1 p h e n. Grietje van 0 mm er mg, te Haze r s- w o u d e. Dirkje'Peursum, te K at w ij k. M. van Schooten en R. van Schooten, te NaOrd wijkerhout, Gezina en Geest van Veen, Gatbarina van Klaveren, te R ij n s b u r g. B. Koning, Cornells Honing, te V o o r- schoten. T. Kriege, Willem v. d. Stoel, „Thee roosje", Arie van Santen, Arie de Jong, „IJe kleme Koopman," Dora de Bode, K. S. v. Ammers, „Vergeet-mij-nietje", te Wassenaar. Aartje, en Johanna Parlevliet, Marijtje Rijnsburg, te Zoeter w oude, Prijzen vielen ten deel aan Ingena van der y&t, SI e u t e 1 bloernp j e te L ei den, en Grietje van Ommering, te Hazèrsr woud e. „S l.e u t e 1 b 1 o e m p j e". Over je inkt- babbeltje ben ik best tevreden, je wérk zag er heel netjes uit en je briefjes zijn nü veel duidelijker. Je moet maar goed je best''olij ven doen. An el je Suzan. Den schuilnaam, wel ken-je mij opgaf, vind ik zeer geschikt. Je .moet er, echter aan denken je briefjes zoo wel met. je waren naam als met je schuil naam to onderteekenen. Omtrent de raad sels tri anekdoten kan ik jc niets berich ten, ie moet dus .afwachten uf die al of niet geplaatst, worden, doch moogt intusschen nieuwe bijdragen inzenden. „Tv.ee witte "Roos jes." Hartelijk welkom in onzen kring^ meisjes. Je gere gelde medewerking zal mij veel genoegen doen. Als je mij belooft aan je briefjes steeds de noodige zorg te blijven besteden, dan wil ik je potloodbriefjes voork>opig weï' yoor lief nemen. Theodora Barendse. Je was heusch de eenige niet-, die door Neef Heine- zuaii teleurgesteld werd,, meisje. Mjjn dochtertje had eveneens haar best gedaan, maar ook zonder succes. Als je dus dacht, dat die een streejpjê vóór heeft, dan heb je het rnis! Nico van Eek. Welzoo vriend, heeft St.-Nicolaas het zoo best met je gemaakt Nu, dat is prettig voor je. Ik heb er niéts aap gedaan, want wij vieren Kerstmis en hebben dus de pret nog te goed. „B o n d.e E 1 i z a". Ja meisje, Sint- Nicolaas zoekt® zelden mooi weer uit; en j'óüw pakjes waren niet de. eenige die nat geregend zijm A ronskel k". Het speet me vafo je te moeten vernemen, dat een onzer raad sel vriendinnetjes overleden i$! Wat vree- selijk^ dat het arme kind bijna een vol jaar ziek geweest is! Dan ?ou men den dood een uitkomst kunnen noemen, vooral wanneer' er zoo weinig kans bestaai op beterschap. Wat heeft het arme kind gescheeld? },D e v r o o 1 ij k e An n ie". Als ik me niet vergis, heb je toch vroeger al eens mee gedaan, is het niet? Je schuilnaam'her inner ik mij althans zeer goed. „M a r g r i et". Welzoo meisje, was jij een van de gelukkige Wel gefeliciteerd met je buitenkansje Is het een mooi boek en hatft je vroeger al eens iets gewonnen.? „V i v i a", te Koudekerk. Je vermoeden is juist meisje, want- alle kinderen van abonnés zijn mij even welkom en 'niemand behoeft vooruit pefmirie te vragen orn met ons .mee te doen. „K 1 a y e r t j e-v.j. e r", die puzzle had ik niets te maken, meisje, dus ik had evenmin iets over de bewuste grijzen te zeggen. Als het aan mij lag, dan kregen jullie allemaal een prijs. I;' DVr4 de Bode, te Wassenaar. Geduld besté Kind. Ik kan niet alle kinderen gelijk tevreden stellen. „Postduif'. Ja vriend, dat geluk it. maar voor enkele measehen en kinderen' weggelegd. Je kunt je miaeehien troosten; met de gedachte, dat ik ook nog nooit van mijn leven i et«, ge wonhen heb^,!^;;- G ouds'taartj e". Ik vind het heel lief,, dat je voor je zusje Lefca de corres- dentie wilt waarnemen. Wat scheelt ze? Ik] l)9P.p. toch niet, dat' haar ongesteldheid van r >rnstigen ,aard isv- v „M o r g e n s t r". Ja meisje, heit is'in- der-daad wel aardig om onder een,,schuil naam méde te werken. Het doet zier, dat jé je opnieuw tot- onze.c^jrreê.pqn- ti<? aangetrokken gevoelt. „Bóllenkweeker" en.H e rm_a n R'é h i e b, heet ik hartelijk - welkom in 'onzen kring. i ?.&- „R a a d s h, e er t j e'Gefeliciteerd met je herstel, vriend. Je zult wel blij zijn, waiït hét is niets prettig om in zoo'n feest maand ziek te zijn. Me dunkt dat je ér dé té langstelling ;van Neef Heinem&n - wel voor óver hebt, is -bet. niet? Gezondheid is roaariallésl B e ts. ie Chris t i a a ns e. 'Ik kan me wel voorstellen, dat het1 heel'aardig voor je was, je ingezonden anekdoten ge- plaiatst fee zienMe dunkt, dat geeft weer nieuwen moed óm eenige bijdragen in te zea^en. „\V a n d e 1 e n d fe a k j e". Die takjes ken, ik niet, meisje, 'maar het moet wel aardig zijn, naar "je beschrijving te beoor deel en. J oh an n e Fabel. Je hebt groot ge- lij(k vriend, dat samendoen gaat zelden goedv vooral wanneer er sprake mocht zijn van een prijs winnen. A Li da en Jacob La n geveld. Ik vind het best, dat broer en zus elkander bij het oplossen en inzenden behulpzaam zijn. T r e e s j e Veeré'n. Ik moet zeggen, daf ,je heel wat mooie cadeaüx gekregen liébti' imeisje. Waarmede was jfe wel het gelukkigste Jammer, dat' zusje' nu ziek Jfcï Wat scheelt" Ze? P.v. (J. Voort. Vriendelijk dank voor de mooie prentkaart. ;,D e R egenboo g". Tegen je schuil naam heb ik geen bezwaar vriendje. Ik hoop, dat hij dikwijls boven nieuwe raad sels en anekdoten zal prijken „H e t V i s c h v r o. u w t j e", te Noord- wijk, heet ik. hartelijfic welkom in ónzen kring. C o v n e l.i s Honig te Voorschoten: Zeker zal ik de heeren Uitgevers met het geval in kennis stellen en hun verzoeken jou alsnog éen prijs toe te kennen. Jam mer, dat je niet weet wie deze oplichterij gepleégd heeft; want dit eigenlijk dief stal. „K 1 i n e Z e e o f f i c i e rJ'., .Hct post- ])apier, dat je van Sint- gekregen hebt vind ik heel mooi; het is een practiseh cadeau tevens; "J-- „Life i iet j e der Dale n". Ik zou QP jouw inwrijverij niets gesteld zijn, hoor! Want ik houd niets van sneeuw en ij»/ >jP. a ëb loe ra." -Het is mij' om hefc even of je mij raadsels of anekdoten toe zendt. Vriendelijke groetjes. ,marib van^ amstel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 14