N0.15W4, X.E5IDSCIX BACs-BÏjA©, Smsdag 12 H©®sn£bsr. Tw©s3® Blad, Buitenlandseh Overzicht In Tweede 'Kamer. FEUILLETON. De liefde is sterker dan de dood. Asm© 1911. Engeland is een merkwaardig land; geen beminnelijk land. Wij beschouwen het hier alleen in zijn internationale positie, 'de sterk is. Een uitgebreid koloniaal bezit geeft bet op schier alle deelen onzes aard- bols vasten voet, en vandaar de gewoonte der Engelschen om in alle kwesties ook tus- echen andere mogendheden mee te spreken. Men gaat gmnjnoo iets wennen. Daar is Ma rokko, Engeland houdt achter de schermen de draadjes; daar is Tripoli, Engeland is 'er bij, want Egypte ligt in de buurt; daar is Perac, Engeland en Rusland deelen wel haast het armzalige land; daar is een kwes tie tfusschen Frankrijk en Spanje oveT Ma rokko, de Enge'lsche gezant woont de on derhandelingen bij. Wij zouden door kunnen gaan, maar het is reeds genoeg. Engeland bemoeit zich met elk wereldstandje en pro fiteert er van. Er is voor dit alles veel schranderheid, Veel durf, veel koelbloedigheid noodig. Maar beminnelijk is anders. Beginnen wij voor heden met den E n- gelschen Koning. Hij heeft, zooals wij reeds meedeelden, zijn plechtigen in tocht gehouden in Delhi. Deze week zal hij er gekroond worden. De Engelsche bladen staan natuurlijk vol lange en opgewonden verhalen over den in tocht. De vorstelijke personen begaven zich van het station dadelijk naar het oude fort 'der Moguls. Door kanongebulder en gejuich der menigte werd de nadering van den stoet aangekondigd. Door een haie van met dia manten bezaaide, in schitterende kleuren gekleede vorsten schreden de koning en de koningin naar den gereedstaanden troon. Toen zij gezeten waren, werden de Indische Vorsten voorgesteld; voorop ging de Nizam Van Hyderabad, in zwarten rok en witten 'das, met een gelen tulband op het hoofd, en als uitzondering, geen enkele ridderorde, geen enkele diamant. Maar de anderen had den er des te meer. De Begum van Bhopal, geheel in het blauw, de Radja van Bhawal- pur die bijna bezweek onder den last van zijn paarlen en diamanten op zijn zijden gewaad... Veie vorsten legden hun zwaarden op de (treden van den troon. Eón der vorsten, wiens hoofd met een gouden pagode bedekt [was, nam een wonderbaren, prachtigen 'öjaai van zijn schouders en breidde dien Voor den troon uit, als een geschenk. Het moet een vertooning van duizeling- Wekkende pracht geweest zijn. Schril hiertegen af steekt een ander be richt omtrent m u i t e r ij aan boord van de ,,M e d i 11 a", het schip, waarmee het Koningspaar reist. Dit heeft vooral opzien gewekt, daar de bemanning uit de beste matrozen was sa mengesteld. Doch het logies in het midden dek was zoo slecht, dat de matronen den 'dag vóór het vertrdk verzochten om bij dag te mogen slapen, daar zij het 's nachts in het slecht geventileerde logies niet konden uithouden,, waar zij bovendien als haringen cn een ton waren opeengepakt. De stokers hadden geen badgelegenheid, en de toe- etanden voor het volk waren slechter dan Op de oudste zeilschuit uit de eerste dagen der scheepvaart. Woensdag zal hierover aan Winston Churchill in het Lagerhuis een vraag wor den gedaan; met spanning wordt het ant woord daarop te ge moet gezien. Een zucht \an verlichting is in Engeland Opgegaan. Het gevaar voor een staking van postbjöambten in Engeland, nog wel tegen Kerstmis, den druksten tijd van het jaar, is voorloopig afgewend en wel ten gevolge van de verzoenende hou ding van den Eersten minister, die beloofd heeft aan een Select Committee" in de eerstvolgende zitting een onderzoek naar de grieven der beambten op te dragen. een Zondag te Birmingham gehou den vergadering, waar 80.000 beambten vertegenwoordigd waren, heerschte groote Vreugde, toen medegedeeld werd, dat het vermoedelijk niet noodig zou zijn tot uiter ste maatregelen Over te gaan. De spoorwegoonferentie heeft op grond van het rapport der apoorwegoommissie een beslissing genomen. De voornaamste bepalingen daarvan zijn, dat de arbeiders door de spoorwegdirecties moeten worden ontvangen, veertien dagen, nadat zij een desbetreffend verzoek hebben ingediend en dat onderteeikening van dit verzoek door 25 procent der arbeiders niet noodig is. Wanneer wijzigingen van loon of dienst tijd zullen worden ingevoerd, moeten de arbeiders minstens een maand van te voren daarvan aanschrijving ontvangen. Losse arbeiders worden bij het uur be taald op den grondslag van het minimum loon der vaste. De verzekeringswet van IJoyd George, waarover zoo veel te doen is ge weest, is door het Hoogerhuis thans in tweede lezing aangenomen. Lord Lansdowne verklaarde, dat hij, hoe wel het beginsel van de wet aanvaardend, alle verantwoordelijkheid voor de afzonder lijke bepalingen van de hand wijst. Daareven noemden wij de onderhandelin gen tusschen Frankrijken Spanje over Marokko. Het schijnt er precies mee te gaan als met de Fransch-Duitsche, d.w.z. even geheimzinnig en even lang dradig. TJit Madrid wordt aan de Petit Pari- sien" gemeld, dat de Spaansche regeering de voorstellen van Frankrijk, zooals die thans geformuleerd zijn, van de hand heeft gewezen. Spanje is er Frankrijk dankbaar voor, dat het heeft afgezien van de eischen, die krenkend zijn voor Spanje's nationale eer, maar acht desniettegenstaande de ver langde schadeloosstelling overdreven. Wij kunnen nu voorloopig de volgende berichten verwachten. De minister van buitenlandsche zaken heeft den Franschen gezant het antwoord van Spanje betreffende de door Frankrijk voorgestelde grondslagen medegedeeld. De minister had in liet Fransche gezant schap om half twaalf een onderhoud met den gezant Geoffray, die licht ongesteld is. De Engclsche gezant was er bij tegenwoor dig. Men neemt een stilzwijgende houding in acht. Men houde ons ten goede, als wij ons over deze onderhandelingen niet al te druk maken. Ten aanzien van Portugal komt merkwaardig nieuws. Fabra Ribas, een der medewerkers van de „Humanité,'' begint in dat blad een reeks onthullingen over de contra-revolutie in Portugal. Hij verhaalt, dat de jongste pogingen tot herstel der monarchie ge steund werden niet alleen door de Portu- geesche aanhangers van koning Manuel en don Miguel, maar ook door de Fransche royalisten, de omgeving van deq. Duitschen Keizer misschien door den Keiz-er zelf de Duibsche katholieke partij, koning Al fonso en de Spaansche monarchisten. Om trent de rol, die elk dezeT in de samenzwe ring heeft gespeeld, zullen in volgende artikelen, nadere mededeelingen worden gedaan. De schrijver brengt in herinnering, dat koning Manuel vóór de revolutie Spanje en Engeland om hun hulp had verzocht en, na van Engeland een weigerend antwoord te hebben ontvangen, Duitsehiand had ge vraagd twee of drie slagschepen te zenden ter verdediging der Portugeesche dynastie, waartegen de koning den afstand van de Portugeesche kolonie Angola aan Duitseh iand in uitzicht had gesteld. Rusland j-Ragt de Polen weer eens in het harnas. De Rijksdoeraa heeft een wetsontwerp, betreffende het stedelijke zelfbestuur in Polen, aangenomen, waarin alle van de zijde der stedelijk© besturen met regcerings- overheden te wisselen schriftelijke stukken in de Russische taal zijn te stellen. Mon delinge uiteenzettingen in de stadsdoema's of in de stedelijke besturen 'kunnen in de Russische of in de Poolsche taal geschieden. De voorzitter van de sta-dsdoema moet de vergadering in het Russisch leiden. De Amerikanen beginnen, na al het oorlogsrumoer, dat difc gausche ja-ar nu al gehoord wordt, ook eens naar hun leger te zien. De minister van oorlog, Dickinson, ver klaart in rijn verslag, dat een oorlog met een groote mogendheid de Verecnigde Sta ten zoo goed als onvoorbereid zou vinden. Dit was grootendeels aan de omstandig heid toe te schrijvenf dat het leger over de talrijke posten in het binnenland verstrooid was, en een gebrek aan reserves bestond. Het verslag verklaart zich beslist voor het toestaan van een werving ook voor korter tijd dan drie jarei^ om zooveel mogelijk mannen den geregelden dienst te laten door maken en een sterk leger, van burgers op te bouwen. Als alle fceekenen niet bedriegen, dan "s het einde van de revolutie in Chi- n a in zicht, daar men aan beide zijden het bloedvergieten moede is en bereid tot 1- t doen van ooncessies. In al de Chineesohe nieuwsbladen was gisteren, naar uit Woetsjang werd gemeld, een advertentie opgenomen, waarin o. wordt gez?egd.Generaal Li en de vereenig- de revolutionairen zijn ten sterkste ge kant tegen het aanblijven van de Mandsjoe- dynastie. Li zelf is voor een republiek, maar de geheele partij is het er over eens, dat een einde moet komen aan het bloed vergieten en zal dus persoonlijke wenschen gaarne ten offer brengen, ten einde, zoo mogelijk, ontbinding van het groote rijk te voorkomen. De revolutionnaire partij zal zich schikken naar den wensch der meer derheid, wanneer deze een constitutioneel e monarchie wenscht en zal geen bezwaar ma- Qoen, wanneer Joean Sji Tai of een ander Chineesche leider, wien. zij haar vertrouwen kan schenken, de regeering met een con stitutioneel parlement zou willen aanvaar den. En uit Peking wordt bericht, dat Tang-Sjao-yi Zondag van daar naar Woets- sjang ij vertrokken, voorzien van uitgebrei de volmachten tot onderhandeling met de revolutionnairen. De regeering, zoo heet het verder, vertrouwt, dat de opstandelin gen de instelling van een beperkte monar chie zullen goedkeuren en is bereid tot het doen van concessies. Waar dus van weerszijden zooveel goede Wil wordt betoond, zal vermoedelijk een schikking zich niet lang meer laten wach ten. Vergadering van Maandagnamiddag. W atersfcaatsbegrootiiig. De heer Vor sierman van Oy e n vraagt voldoende gelegenheid voor zee schepen om te Ter-Neuzen te lossen en. po gingen om te voorkomeu, dat Belgie de spoorweg-tarieven verhoogt. De Minister zegt, dat de belangen van. Ter-Neuzen, voldoende gewaarborgd rijn hi het exploitatie-contra-et omtrent de Iiaven en «dat met België wordt onderhan deld over de spoorweg-tarieven.- Dc hoer Smeeage wen&oht overne ming door liet Rijk run het Noord-Willems- Kanail. De heer T r e u sluit zich hierbij aan. De Minister heeft geen bezwaar, doch het is zeer duur. De heer S ni e e a g e pleit voor verbete ring van het Meppeïerdiep, heer D u y- m a e r v a n Twist eveneens. De Minister zegt, dat hij het mis schien nog meer dan de sprekers betreurt, dat er nog geen oplossing is gevonden. Intusschcn komt de zaak nu spoedig in orde. Als er een waterschap gevormd is, zal de lJegeeriog met een wetsontwerp kun nen Ikomen. De heeren .Smeenge, Roessingli en H u g c n h o 11 z dringen aan op een brug van Rijkswege over de Beiier vaart, waaromtrent echter de Minister geen toezegging kan dc-u. De heer Van Dedem wenscht o. a. breédere wegen ter voorkoming van de ve'e au toni «biel-ongelukken. De lieer Ter L aan acht het'ook noo dig, dat maatregelen genomen worden om het automobielverkeer zoodanig te regelen, dat meer waarborgen voor de veiligheid ge geven worden. Hiervoor rijn drie genees middelen mogelijk: het stellen van eischen van bekwaamheid aan den chauffeur; in trekking van het rijbewijs van hen, die roekeloos rijden; aansprakelijk-stelling van de inzittenden of van de eigenaars van automobielen of van de lastgevers, voor de ongelukkent die zij veroorzaken. In ver band hiermede besprak hij het ongeluk, dat op het Copernicusplein te 's-Graven- hage voorviel, waarbij eea meisje werd doodgereden. De Minister zegt wel in de stukken, dat deze zaa'k goed onderzócht is; ma-ar cpreker weet, dat er twee personen niet door de politie gehoor-d zijn, die zrch vrijwillig hebben aangeboden, om.'te getui gen wat zij hebben gezien "van deze nood lottige aanrijding. Het was de auto van mevrouw Harte van Tecklenburg, en er is aan de familie van het meisje geen scha devergoeding aangeboden. De Minister was het volkomen eens met hen, die meenen, dat er in het alge meen te snel gereden wordt door automobi listen, zoadat de mindere sympathie jegens de automobilisten wel eenigsrins begrijpe lijk is. En het eigenaardigst is wel, dat zij, die het minst haast hebben, het hardst jij den. fnt-usschen valt daartegen te waken door de "gemeentèn, die de bevoegdheid hebben gekregen tot beperking der snel heid. Eet stellen van eischen van bekwaam heid aan chauffeurs zou geen resultaten opleveren, want in het feit, dat een chauf feur netjes achteruit of vooruit kan rijden of snel stoppen e. d., ligt nog niet een absolute- waarborg, die verband houdt met den tact en het zenuwgestel van den chauf feur, dat deze tot rijden bekwaam is. De overige door den heer Ter Laan aangege ven middelen kunnen reeds thans worden toegepast, maar liggen meer op het terrein van het Departement van Justitie, evenals het gebeurde op het Copernicusplein. De heer Dolk bepleit nogmaals af schaffing van den tol aan het Haagsch© Schouw, door afkoop. De Minister verklaart, dat er op her oogenblik geen kans bestaat den tol op voordeelige voorwaarden door afkoop op geheven te krijgen. De heer De Stuer s betoogt, dat h X niet noodig is bij aanstelling van adjunct- Rijksbouwmeesters als vereis.chte to stellen het bezit van het ingenieurs-diploma, waar door verscheidene belkwame architecten worden uitgesloten. De Minister acht het bezit van het. diploma der Technische Hoogeschool moe dig, maar een wet van Perzen en Meden is het niet. Bij art. 125 (Gebouw van het Departe ment van Landbouw, Nijverheid en Hancrel) wonden tevens de besprekingen gehouden over het wetsontwerp tot verklaring van het algemeen nut der onteigening in de ge meente 's-Gravenhago, noodig voor het stichten van een gebouw voor dat Departe ment. De heer De V l u g'X acht de Kamer niet het geschikte lichaam, om over deze plan nen te oordeelen, en wil daarom een spe ciale deskundige commissie, om dc plan nen te onderzoeken. De heer De S t u e r s is niet zoozeer voor een dergelijke commissie, maar drukt deu Minister toch op het hart, om de teekenin- gen voor het Ministerie-gebouw aan den Beznidenliout, waar het hiér gaat om een kwestie van 8 ton, door deskundigen goed te laten nazien. De Minister ga niet over ócn nacht ijs in dene. Voorts zou hij een algemeen plan wen schen voor de vestiging van onze Departe- inen tsgebouw en. De M i n i s t e r wil het denkbeeld van beide sprekers, neerkomende, op het hoo'ren in elk geval van deskundigen, overwegen. Ook wil hij toezeggen, de plannen tijdig ter visie te leggen. Een algemeen plan acht de Minister al leen noodig voor -het complex op het Bin nenhof; niet voor op zichzelf staande ge- boawen. Het artikel wordt goedgekeurd, evenals het wetsontwerp, beide zonder hoofdelijke stemming. Des avonds te acht uren voortzetting. De behandeling der begrooting ig jena- derd tot de afdeeling Spoorwegen. Avondvergadering De behandeling van de Waterstaatsbcgrootiag. werd voortgezet. Bij de afdeeling Spoorwegen werf, op voorstel van den Voorzitter, be sloten, het rapport van de Staatscommissie over het spoorwegbeleid thans niet te be spreken. De heer Roessin gh besprak, het te kort aan spoorwegmateriaal, vooral ten plattelande, welk tekort sohade berokkent aau den landbouw en de volkswelvaart en vooral aan den export van onze landbouw» producten. Vooral in Drente is de toestand bij het vervoer van aardappelen n rat Duitsehiand onhoudbaar gebleken. Trou wens, overal hoort men klachten over ecu tekoTt aan wagons. Spreker vroeg een on derzoek en krachtig ingrijpen van den Mi nister: De heer Rink: Dat ten gevolge van het niet voldoende rekening houden bij het spoorwegverkeer met de eischen van bet locaal-verkeer en het platteland de vesti ging ten plattelande niet t°eneemt vooral bij de vaststelling der spoorwegdienst rege lingen, daaraan kan de Regeer;ng veel doen. In het bijzonder in het noorden des lands voldoet liet locaal-verkeer niet aan minimum-eischen. De heer Smeenge dankte voor het hi-< leggen van de locaaltreinen Meppel, Gro ningen, Leeuwarden. Hij betoogde voorts,- dat de school-abonnementen te duur zijn, bepleitte verbetering op het traject Zwolle Groningen, het aanbrengen van meer reti rades in de locaaltreinen naar het noorden en vervanging van oud materiaal. Spreker vestigde nog de aandacht op een adres der Handelsreizigersvereeniging te Rotterdam, ten betooge, dat door de veri hooging der vrachtprijzen het bagagever- voer is afgenomen. Spreker vroeg voorts vérbetering van 't station Nijeveen en meer spoed met de tot-stand-koming van de Drentsch-Friesche lijnen, aanleg van de lijnen SteenwijkBlokzijl, met oen zijlijn naar Wanneperveen. Eindelijk critiseerde spreker ook het ge brek aan materiaal. De heer J a n s e n (Maastricht) besprak" den toestand van het spoorwegpersoneel cn bepleitte in dit verband handhaving van do oommissie van beheer yan het pensioenfonds bij de S.S., waaraan het personeel is ge hecht. Handhaving dier commissie achtte spreker, en hij zette dit breedvoerig uiteen, niet in strijd met het Staatsbelang. De com missie heeft recht van medezeggiugschap,- geen recht van zelfstandige beslissing., Spreker achtte loonsverhooging n nodig, betere regeling van de standplaatstoelagen en afschaffing van stukwerk', zoomede ver betering van de diensttijden. Ook de positie van het tramwegpersoneel eischt dringend verbetering. Tot de verkeersbel'angen komende, be pleitte spreker de urgentie van lijneu in Zuid-Limburg in het belang van het mijn-, wezen, speciaal aanlog van een lijn Echt— Weert; voorts openstelling der lijn Sini- pelveldKerkrade, ook voor het personen vervoer, en doortrekking van de kolcnlijn Heerlen naar de staatsmijnen. De heer Snoeck II e n k o m a n a wensch te, dat de groepsvertegenwoordiging zoo de directiën haar verzoeken afwijzen, kon worden gehoord door den Minister. Voor het scheidsgerecht wensohte hij een permanente voorzitter en secretaris, ter wijl de gestrafte de bevoegdheid moet heb ben, zijn scheidsrechter te kiezen uit. hot geheele personeel. De commissie van be-, lieer voor het pensioenfond!* moet gehand haafd worden als oommissie van advies. De heer Teenstra sprakden wensch' uit, dat de Minister in geen geval de lijn DrachtenGroningen na de lijn Drachten Leeuwarden in exploitatie zal doen ne men, doch die lijn zal laten exploitecren, zoódra zij berijdbaar is. Na een oritiek op de spoorweg toestanden in het Nocvden sloot spr. zich aan bij den heer Rocsaingh i) „Neen, ik biyf er b|J, bier most een of andere geheimzinnige macht verbolgen z|jn. Het most hier «pokon. Q(j kant mij dat niet uit het hoofd praten." Z(J, die zoe eprak, waa een jong meieje, bloeiend als een Meiroos, en terwijl 'U sprak, sclireod xjj met lucbligen tred heen en weer door het boege woonvertrek, dat er met het behaaglijk knetterende haardvuur in tagenatel- ling van den eneeuwetorm buiten heelemaal niet geheimzinnig of spookachtig uitlag. „En waarom zeu het juist hier moeten spoken?" vroeg de jonge vrouw, die bij het haardvuur zat, terwijl de oude hoer met g,y- zenden baard en groen jachtkieed, die tua- echeri zijn atevige, vorbruinde vuisten een dagbiad hield, eventjes In zj|n zetel onrustig heen en weer echikte en eer, paar onver staanbare klanken in zyn langen baard mtm- palde. „"Waarom juist hier?" herhaalde het jange meisje verbaasd. „Dat is toch duidelyk. Spe ken en geheimzinnigheden zyn immers privi leges van alle eude kaeteelen. Geen enkel (asosnlyk oud kateel, of het heeft zijn epoek. Waarom zeu dit slot dan een uitzondering op dien bekenden regel maken?" „Zoo? Uinl", bromde de oude heer, in een gemengde stemming van luim en beet heid. „Dat heb ik mijn heele leven lang neg nooit geheord. „Och kom, niet mogelijk", zei het jonge meisje, ongeleevig glimlachend. „Zie au een» ik maak formeel jacht op spoken en geesten. Wanneer ik by vrienden en kennissen ga logeeren, kiea ik opzettelyk de belooverde kemers, waar het epoken moor. Men voor spelt my dan gewooniyk de varschrjkkeiyk- ste dingen en er gebeurt nooit lelt. Ia dat niet onbeliooriyk van de syd* der spoken? Ia dat niet een allerteuriget pech? En nu ben ik hier gekomen en gij vraagt mil, Sophie, waarom liet hier zou moeten spoken. Hoe kunt gy zoo'n vrasg doeD? Begrijpt ge dat dan niet? Een stokoud kaetool, zooaie dit, dat kaizer Karei de Groote bezocht heeft, naar men zogt „Niet „naar men zegt," Ruth! Dat keizer Karei de Groote bezocht heeft, in gezelechap zelfs van zyn eebtgeneote." „Nu, kyk eens aan! Ean atokoud kasteel due, waarin Karei de Groote nog heelt gelo geerd oen kasteel dut, dat op ean ryk his torisch valladen mag terugzian, dat vol eudt kerkerruimtan zit, waar man In do Middel eeuwen volgons de tesn geldende begrippen de gevangenen den hongerdoed deed sterven; een kae'.esi, wair de ridders byeenkwamtn, wie weet, om welks samenzweringen op teuw te zetten, misschien om den Keizer, den Hertog ef den Markgraaf te varmoardaneen kasteel, waarin ean kaataalvrouwe daer een gewetenleozsn kasteelheer werd vermoord, waarin een ontvluchte hertegsdochter moord en doedsiag en oorlog en brandstichting ver oorzaakte, e, gy ziet wel, ik heb de hietorie van dit slot reeds goad in uityn hoofd ge prent en in zulk een kasteel sou het niet speken? Zulk een kaateel zeu geen geest bezitten, die ep bepaalde uren en bepaalde plaatsen varaebgat en licktgeleevigen doeda- Ijjken schrik inbeazsast? Neen, dat zou on mogelijk zyn. Belachelijk, Het zou eenvoudig een onvergeeflijk affront zijn, dat de spoken ons aandeden, indien zy dit geschledrjke slot links lieten liggon Terwijl het jonge meisje aldus praatte, wis selden de oude lieer aan do taf ->1 on do jonge vrouw aan den haard een blik van vorstand- bonding. Hy was do lieor van dit oude, feudale kasteel en van de uitgestrekte aanhoorige lan derijen en bosschon, tevens „Erb Oberjager- meister" van den vorst des lande; graat von Wottorau was zyn naam, een natm, die aan goedon klank had onder da vele arietooratiacbe famiiios van het land. Zyn dochter, gehuwd met ritmeester von Bergen, was naar huis gakomen, om er de Kerstdagen door te brengen, en zy had de zuster van haar echtgenoot medegebracht, Ruth von Bergen, dis zooevtn zoe oneerbiedig en laatdunkend ever de •pekenwereld in 't algemeen en ever de gees ten van kasteel Wetterau in 't byzonder had gesproken. Toen Ruth ophield te spreken, kuchte graaf von Wetterau aven. Hy wierp zUa dochter eau vaalzeggtndan blik toe en hiald enmiddeliyk da courant wear veer zyn gelaat, waarmede hy duidelijk te kennen gaf, dat zyn dochtar nu naar het woerd moest veeren. Mevrouw von Bergen begreep, wat haar vader wilde zeggen. „Rutb," zeide zy, „kon eenz nazet my zitten." En toen het jonge meieje met ten vragen- den klik aan die ultneodiginc gehoor gaf, ging voort: „Gij meet ep de hoogte gebraoht werden van een donkere bladzijde in ons famttiege- tchledboek, waarover w|j niet gaarne ipreken." „0, dan spreken w(j er niet ever," antwoord de Ruth vlug. „Toch, lieve Rntbl M<jn Tader en ik ajja overeengekomen, dat wy je op de hoogte daarvan moeten brengen, om daardoor even- tuoele onaangenaamheden te voerkomen." Ruth trok vragend de wenkbrauwen om hoog. „Dat klinkt plechtig," zeide zy, eenlgszine verwonderd. „Gy vreest van niy toch gaan enaangenaamheden „Natuurlijk niet. En nochtans moeten wy er voor zorgen.dat zy niet voorkomen. Dsar- om zal ik jo nu eenige zaken gaan msdsdeelen. Vooreerst, gy weot vermoedotyk reedt, dat myu broeder met de Kerstdagen wordt ver wacht." „Neen, dat wiet ik nog niet," antwoordde Ruth rustig. „Maar gy wist toch, dat ik nog aen broidar had, nietwaar?" „Natuuriyk, dat had Frits my readi lang gezegd. Frita kent ja brear, heewel deze, in dien ik my niet vergis, tan tyda van uw bai- der verloving en huwelyk niet thuis waa, maar ergens ep dan aardbol rondreisde." „En watt ge ook, waarom hy op reis waa gegaan?" „VsrmosdtlUk om tygara ta schieten of em «en andera, misschien wetenschappelyke, ra den. Frita heelt er my zao iets van gezegd, ■aar sla men iemand heelemaal niet kent, dan atslt men eek nooit overmatig veel belang in hem, zelfs als hst de eenige broer van m|jn dierbare schoonzuster is." „laderdaad, Rutb," zeide mevrouw von Bergen toestemmend. „Maar de reden, waar om mijn broer die groote reis om de wereld kbbft gemaakt, ia toch ten aadera. Tyf jaar geledea had hjj zich verloofd met een meiaje altnu, naam en plaste deea er niet toe. Teen leefde mjn moeder neg. De verloofde na mijn breek kwam al heel spoedig na het verlovingsfeest met haar ouders nasr kasteel Wetterau, om zich aan haar toekomstig» schoonouders voor te stellen en Kerstmis 011 Nieuwjtsr hior te vieren. Nu bestast cr echter op kasteel Wolterau ten... een legende, de verband houdt met den Oudejaarsnacht. Dasrover werd in dia dagen terloops gesproken en de aanstaands vrouw vau i»yn broer, die zich op dal punt even spottend en ongeloovig toonde als gy, wenschle vurig, in den Oudejaarsnacht dat orakel van Wettarau eens te raadplegen. Wy raadden het haar ten eterkste af. Pap» ver bood het haar zelfs. Maar dat heaft haar blijkbaar slechts nog meer aangezet om haar plan uit te voeren. Het Ie nooit uitgekomen, hoe zy daarin geslaagd i», wy weten heden nog niet, wl» haar dan toeging tot die voltrekken, walk* altijd afgesloton zyn, hooit geopend. Kortom, zy la in dia kamara doorgedrongen in den Oudejaarsnacht. Torwyl wy allen rond de tafel in deze kamer zalen, bleok plotseling, dat zy zich verwyderd had; wjj dachten nog aan niets kwaads, toen plotseling een dooi dringen de angstkreet gehoord word. Wy heikendon haar item, het geluid kwam van uit hot ge- dra te van het slet, dat a'tjjd afgesloten is: wy wisten genoeg. Wy sneldon or heen, veilden de deuren open en zsgen haar op den grond liggen, bewusteloos, doodsbleek, la hetzelfde uur nog was zj ern lyk „Myn hemel, Sophie, hoe verschrikkelijk 1" riep Ruth ontzet uit. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5