No. 15837. LEIDSGH DAGBLAD, Maandag* 4 December. Tweede Blad. Anno 1911. Officieels Kennisgeving. Buitenlandseh Overzicht. Lijst vin enbesisiëarc brievsn en brietkaarten FEUILLETON. Valscïie en ware liefde. KENN1SG£V3NG. Onderzoek naar de geoefendheid Tan lotelingen der militie en Tan adspirant-kaderreservisten. De Burgemeester van Leiden, Gezien, de circulaire van den Commissaris icier Koningin in de provincie- Zuid-Holland, d.d. 2 November jl.betreffende het in den hoofde dezer vermeld onderwérp; Maakt bij deze bekend, dat, ingevolge de desbetreffende door den Gsneraal-Ma- joor Inspecteur der Infanterie vastgestelde regeling, het onderzoek naar de geoefend heid zoowel van lotelingen der militie, die het getuigschrift van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid of van een van beide wensen en te verkrijgen, als van hen, die het getuigschrift, vereisoht tot het aangaan van een verbintenis bij het reserve kader der Infanterie, Vesting-artillerie cf Genie wensehen te erlangen, alhier zal plaats hebben van en met 2 Januari 1912 tot en met 13 Jan. u.-juv., en dat zij, die in deze gemeente woonachtig zijn of ver blijf houden en zich aan dat onderzoek wen-, Bchcn te onderwerpen, zich vóór den lOden December a.s. behooren aan te melden ier Gemeente-Secretarie (afd. Militaire Zaken, kamer No. 9) alhier, onder overlegging van een 9schiéfBewijsvoor zoover dit aan hen, die aan de schietoefeningen tot verheoging van 's Lands weerkracht hebben deelgeno men, is uitgereikt, zullende tot bedoeld on derzoek uitsluitend worden toegelaten: a. -zij, die hebben deelgenomen aan de loting voor de lichting der militie van het volgende jaar; b. lotelingen voor de lichting der militie van dit jaar, die bestemd zijn om in het volgende jaar te worden ingelijfd; c. zij, die voor korte oefening ingelijfd, uitstel van eerste oefening hebben verkre gen, doch om in aanmerking te komen voor verlenging van uitstel, opnieuw in het be zit van een bewijs van voorgeoefendheid wensehen te geraken; d. jongelieden, die zich willen verbinden om bij het reserve-kader van een der boven genoemde korpsen te dienen. In verband hiermede wordt de aandacht der lotelingen dezer gemeente gevestigd lo. op de tweede en de derde zinsnede van art. 104 der aangevulde en gewijzigde Militiewet 1901, luidende woordelijk aldus: ,,Yoor de aamenstelling van het gedeelte tot korte oefening in te lijven, worden in de eerste plaats in aanmerking genomen de lotelingen, die aan door Ons te stellen eischen van militaire bekwaamheid en lichamelijke geoefendheid voldoen. Indien het aantal van hen, die aan deze eischen voldoen, niet overeenkomt met het tot korte oefening in te lijven gedeelte, heeft hij, die 'een Hooger nummer bezit den voorrang tot de toelating daarbij. De lotelingen, die aan door Ons te stel len eisohen van militaire bewaaniheid of lichamelijke geoefendheid voldoen, worden, voor. zoover zij daartoe geschikt bevonden zijn en dit met de belangen van den dienst is overeen te brengen, ingelijfd bij liet korps en geplaatst in het garnizoen hunner keuzo." 2o. op par. 13, sub. lo., laatste zinsnede, der Militie-Beschikking 1909, waarbij is bepaald, dat bij de toewijzing van de lote lingen aan het korps én het garnizoen hun ner keuze zij, die in het bezit zijn van eon getuigschrift, dat zij voldaan hebben aan de wettelijk gestelde eischen zoowel van militaire bekwaamheid als van lichamelijke geoefendheid, den voorrang hebben boven hen, die een getuigschrift bezitten, dat zij slechts aan één dezer eischen hebben vol daan. De burgemeester voornoemd, N. 0. DE GIJSELAAÏt, L©ident 1 December 1911. De verhouding tusschen Engeland en Duitsohland blijft nog altijd een on derwerp van beteekenia in de Europeesche pers. De „Norddeutsehe Allgemeine Zeitung" deelt mede, dat de Duitsche regeering bij de tweede behandeling van de Marokkaan- sohe zaak in den Rijksdag nieuwe mededee- lingen tegenover die van Grey zal doen. Graaf Beauchamp, Engelsch minister van openbare werken heeft, te Manchester spre kende voor leden van de Reform Club, ge zegd, dat Engeland in eere gebonden is, de verbintenissen die het heeft aangegaan na te komen, maar da.t niets ,,een volledige en zeer vaste vriendschap'-' met Duitschland belet. De voorzitter van de Club verbond aan den wensch, om met Duitschland goede vrienden te worden, een kritiek op Grey's rede, in zooverre er niet hartelijker uiting in was gegeven aan den wensch om met Duitschland op vriendschappelijken voet te geraken. Onze belangen, zeide de voorzitter, en die van Duitschland zijn. van denzélfden aard. Nergens komen ze met elkaar in bot sing. Wij- behoeven Duitschland's kolonisa tie niet met nijd aan te zien. Duitschland's eerzucht is volkomen prijzenswaardig, en bij zijn koloniseeren is h'et Engelands belang nooit vijandig geweest. Integendeel, het heeft in den handel veel meer getoond de deur open te willen houden dan Frankrijk of eenig ander land. Duitschland is Eng land's. beste klant in Europa. Koning George en zijn gemalin zijn Zaterdag te Bombay aangekomen. Te vier uren gingen zij aan land, door een talrijke menigte toegejuicht. Zij wer den door den onderkoning en den gouver neur van Bombay ontvangen. Te halfzes keerden koning en kohingin aan boord van de Medina" terug, na een rond tocht door de stad, waarbij zij geestdriftig werden toegéjuicht. InBelgië is door de Franseh-Duitsche onderhandelingen en de compensaties" in Congo de belangstelling in het kolonia le vraagstuk zeer bevorderd. Wij hebben er nog al eens op kunnen wijzen. Thans hebben de socialisten dit onderwerp weer eens te berde gebracht. De leider van de Belgische socialistische Kamergroep Yandervelde heeft met twee andere leden van die fractie een voorstel ingediend tot msteUing van een koloniale enquête-commissie. Dit voorstel staat in ver band met een interpellatie van den heer Yandervelde, waarbij hij den minister van koloniën Renkin er van beschuldigt, dat onder zijn bestuur in de kolonie knevelarijen plaats grijpen, welke sterk hirinneren aan hetgeen daar vroeger wel zou gebeurd zijn. De socialisten n.l. beweren, dat de meeste kinderen, die in de kolonie moeten werken, aan hun oudera ontroofd zijn en met geweld op de nederzettingen worden vastgehouden. Yerder, dat zendelingen de inlanders mis handelen en kinderen lijfstraffen toedienen. Ook zouden deze zendelingen niettegen staande het verbod van de regeering met medeweten van den minister alcohol ver vaardigen. Ten slotte wordt den minister verweten in een proces ingegrepen te hebben om een aangeklaagden zendeling vrij uit te doen gaan. Lépine, de bekende F r ansche prefect v an politie, zal aftre den. Althans zoo verluidt. Misschien heeft hij genoeg van^ijn. moeilijk ambt. Herhaaldelijk heeft Lépine in den .laat- sten tijd door de wijze van zijn optreden het ongenoegen gewekt, en van verschillen de zijden werden verwijten aan zijn adres gerioht. Men herinnere zioh maar het ge beurde in het vliegkamp van Issy-les-Mouli- neaux, waar de hoogste regeefingspersonen zich onder leiding van den politie-prefect op het gevaarlijkste gedeelte van hét ter rein bevonden, hetgeen minister Berteaux het leven kostte. De heer Lépine heeft in de republikein- sche bladen van het Loire-departement een open brief geplaatst waarin hij verklaart eon politiek van verzoening te willen voor staan. Ik ben nooh uitsluitend liberaal, eoo verzekert hij, noch progressist, noch radi caal of socialist ik ben eenvoudig republi kein. De toestand, waarin Frankrijk ver keert, vordert, dat alle burgers zioh aaneen sluiten. Vindt gij soms, dat de justitie on afhankelijk genoeg is, of dat het leger vol doende beschermd ia tegen politieke invloe den; dat ons toenemend ambtenaarsleger wel krachtig genoeg doordrongen is van het zoo noodige gevoel voor -discipline? Voelt gij u krachtig genoeg geregeerd" V' Vooral de laatste zinsnede heeft groot op zien gewekt en wordt druk besproken. Men wil er een stellingneming in zien van den heer Lépine tegen het tegenwoordige regee. ringsbeleid. Lépine is candidaat voor den Senaat ge steld. Men verwacht dat hij na zijn verkie zing ontslag zal nemen als politie prefect. De toestand in Pe r z i begint meer en meer ernstig te worden. De Russische thee en suiker worden ge. boycot. In de straten hebben Anti-Russische be toogingen plaats gehad de bewoners dul den niet, dat de tram, die door een Belgri sche maatschappij geëxploiteerd wordt, blijft loopen, daar zij meenen dat zij een Russische onderneming is. Op twee personen, beide zonder politieke beteekenis zijn aanslagen gepleegd. Aan het „Berl. Ta-geblatt" wordt uit Teheran geseind, dat het ministerie Vrij dagavond zijn ontslag genomen heeft. Het parlement verzooht hen aan ihet bewind te blijven. Naar luid van telegrammen uit Londen, wordt daar de verdeeling van geheel perzië tusschen Rusland en Engeland ernstig over wogen. Ter betere regeling van de grens z?ou dan aaxt Turkije ook een stuk woroen toebe deeld. De eerste minister van Perzië heeft aan de afgevaardigden medegedeeld, dat hij met Rusland in gedadhtenwisseling stond. Hij hoopte, door Morgan Shuster op te offeren, het voortrukken van de Russische troepen tegen te houden. Deze zondebok, Morgan Shuster een Ame rikaan en Perzische thesaurier-generaal, wiens ontslag door de Russische regeering wordt geëischt, heeft aan de New-York World" het volgende telegram gezonden: „Rusland eischt mijn ontslag, omdat ik geweigerd hèb officieel zijn zoogenaamde in vloedssfeer te erkennen. Had ik dat wel ge daan, dan had ik het volk, in welks dienst ik ben, verraden. Do Russische bureaucratie is bovendien verbitterd door de onverwachte nederlaag, die de gewezen sjah Lteeft geleden en de solidariteit en energie van de oonetitutio- necle regeering en eveneens door mijn wei gering om van mijn standpunt af te wijken ten aanzien van de in beslag genomen eigen dommen van de Perzisohe reactfonnairen, die door Rusland tegen belastingheffing worden beschermd. Uit Washington wordt aan de „New York Herald'bericht, dat het Amerikaan- sche departement van buitenland sche zaken, met het oog op geruchten, dat het leven van Shuster gevaar loopt, de Russische re geering er op heeft gewezen, dat zij voor de veiligheid, van dien Amerikaanschen bur ger heeft te waken. In China schijnt thans eenige kans op een wapenstilstand. Te Woetsjang wordt tusschen de keizer lijken en de opstandelingen over een wapen stilstand van 3 dagen onderhandeld, gedu rende welken de vredesvoorwaarden van beide zijden zullen worden vastgesteld. Ge lijktijdig wordt over een misschien later te sluiten wapenstilstand van 2 weken onder handeld, gedurende welken vertegenwoor digers der keizerlijken en der opstandelin gen naar een onzijdige plaats, Tientsin b.v., zullen worden gezonden om definitief over den vrede te onderhandelen. Ondertussohen doet J oê a n-s j i-k a i al zijn best om de crisis, die het Chineeeche Rijk thans doormaakt te bezweren. Maar hij heeft met schier onoverkomerdnke be zwaren te kampen. Sommige leden van den hoogsten adel der Mantsjoes hebben de taak van Joeansji- kai nog moeilijker gemaakt dan zij al was, Hoor te weigeren zijn gezag te erkennen. Uitsluitend bevelen van den Troon willen zij gehoorzamen. Het ziet er voorloopig nog niet naar uit dat Joean-sji-kai slagen zal. De bewapening van «le politie te Amsterdam. La commissie uit het Amsterdamsahe politiekorps, die aan den burgemeester een rapport had uit te brengen over verbete ring van de bewapening der Amsterdam- sche politie, is eenstemmig tot de conclusie gekomen, dat de huidige bewapening van c politie (met sabel en stok) verbetering be hoeft, en zij geeft als haar meening te ken nen, dat bewapening van ie politie met revolvers aanbeveling' verdient. De commissie wensoht die invoering niet dade lijk voor het go'heele korps te doen geschie den. Zij bepleit een geleidelijke invoering, door bijvoorbeeld eerst cle agenten, die des nachts in buitenwijken dienst moeten doen^ met een revolver te bewapenen, dan die be wapening uit- te breiden tob den geheolen nachtdienst, om vervolgens ook overdag, in buitengewone omstandigheden, zooals sta kingen en oproerige bewegingen, een revol ver aan de agenten t-e verstrekken, om zoo doende 'tot vrijwel algeheele invoering te komen. De commissie is voorts van óórdeel, dat bewapening met revolver van het kader, in specteurs en brigadiers, zoowel overdag als des nachts, reeds dadelijk kan ge schieden, en voorts spreekt zij als haar oor deel uit, dat er voor drukke straten, zooals bijvoorbeeld de Kalverstraat-, geen aanlei ding behoeft te bestaan om de agenten overdag met revolver gewapend te doen sur- veilleercm De geleidel ijke invoering zal, meent de oommissie, ruimschoots gelegen heid geven, na te gaan, of inderdaad, de bewapening met revolvers die bezwaren meebrengt, welke er tegen worden aange voerd. Naar aanleiding van het rapport der com missie heeft ihet „Hbl." een onderhoud ge had met den burgemeester, jhr. mr. d-r. A. Röell, in zijn hoedanigheid van hoofd der politie. Burgemeester Röell deelde mede, nog geen gelegenheid te hebben gehad het rap port te bestudeeren, al Ihad hij er natuurlijk wel reeds kennis van genomen. „Het is bekend", aldus liet de burge meester er op volgen, „dat ik eon tegen stander ben van de bewapening der po litie met ee«n revolver. Het ambt van po litieagent is nu eenmaal een zenuwachtig vak, en de mogelijkheid is geenszins uitge sloten, dat een agent, die in !heb nauw wordt gebracht, eerder dan noodig is van rijn vuurwapen gebruikt maakt. Er moeten wel zeer krachtige argumen ten aangevoerd worden om mij van mijn standpunt in deze af té brengen. Intussdh en, het ligt in mijn bedoeling met terzijdestel ling van mijn persoonlijke gevoelens dien aangaande het rapport nauwgezet te bestu deeren. Bij de eventueele wijziging van de dienstvoorschriften, in uitzicht gesteld in het oorspronkelijke praeadvies in zake de reorganisatie van de politie, zal deze zaak aan de orde kunnen komen. Een beslissing van den Raad over deze quaestie der bewapening is alleen mogelijk in dien zin, dat de Raad de géiden zou. kun nen weigeren, welke eventueel zouden wor den aangevraagd voor aanschaffing van re- vol vera." Openbare Leeszaal en Bibliotheek „Beuvons." Gedurende de maand Nov. werden 2172 bezoeken geteld, in Nov. 1910, 2170. Er iwerden 2810 banden uitgegeven tegen 1354 in Nov. 1910. Door aankoop en geschenk werden de volgende aanwinsten verkregen: W i 1 h e 1 m i n e Heimburg, Liesje van don lompenmolen. 0 a t h ar i n a A 1 b e r d i n g k T h ij m, Een vorstelijke doornenkroon. A. Weruméus Bu lling, Menschen zooals er meer zijn. Erckmann-Chatrian, Le con3crit de 1813; Waterloo. J. Dyserinck, A, L. G. Bosboom—Toissant. G. C. W. van Tets, Eenige opmerkingen n. aanl. v. de Nederl. neutraliteit^proclamatie* uit den laatsten rijd. R. E. K i e 1 s t v a, Duitsche verkeerspolitiek en Nederl. be langen. R. K o e n i g, Schetsen uit den grooten strijd. J. J. Creme r, Dokter Helmand en zijn vrouw. 0. v. See, Va leria. Th. Carter, Verhalen uit Shiv- Icespeare. S. D. v. V e e n, De kinder doop der Gereformeerden (Uit onzen bloei tijd). R ii c k e r t, Schoolbouw. J. C o r t v. d. Linden, Referendum t_n volksinitiatief in Zwitserland. G. 0. W. v. T e t s, Eenige opmeTkingen n. aanl. v. de Nêd. neutraliteits-proclamaties van •cu laatsten tijd. W e t e n s c h. bladen 1909—'10. Tijdspiegel 1010. Stemmendestijds. De Vriend der Wiskunde. M. W. de V i s- s e r, Het buddhisme in Japan (Gr. goclsd.) Japansche kleurendr. in het Rijks Ethnogr. Museum te Leiden. W. v. Dam, Over de onderlinge verhouding van opvoeders (Paedag. vlugschr.) Statistiek der Scheepvaartbeweging op rivieren en kana len in 1910. M. 0 s b o r n, Meisterwerke "der Kunst. Andre e 's Allgcmeiner Handatlas. B. Gewin, Dronkenschap en Strafrecht (Cliristend. Maatsch.). H. H. van Kol, In de kustlanden van N.-Afrika, het Maghreb. Studies over lichamelijke opvoeding, 1ste serie. Cen traal verslag der arbeidsinspectie 1910. E. Arnold, Illustrierte deuteeh'e Litera- turgesohickte. Levensberichten en Hande. lingen der Mij. v. Letter kunde 1910'11. K. Kuiper, Griek- sche landschappen. E. Bulwer L y t- ton, De familie Beaufort. W. Foe r- ster, Sohoo-1 en karakter; Levenswandel. Geschriften v. de Katholieke Sociale Actie. H. Robbers, De bruidstijd van Annie de Boogh. L. D. Petit, Reper torium der verhandelingen en bijdragen betr. de geschiedenis des vaderlands in tijdsch. en mengelwerken tot op 1900 ver schenen. A. J. v. d. M e u 1 e n en M. ten Bouwhuys, Platen-atlas voor de vaderlandsche geschiedenis. H. B o r e 1, De godsdiensten v. h. oude China (Gr. godsd.). J. C. Matt hes, De Israelie- tische wijzen; m. e. aanhangsel over den Talmud. J. F e i t h, Misdadige kinde ren. H. A. Guerber, Mythen en legenden uit de Middeleeuwen. E. J. G. Bloemendaal, Naar Amerika. J. ten Brink, Oost-Indisohe dames en hee- ren; Nederl. dames en heeren; De Schoon zoon van mevr. de Roggeveen; Drie reis schetsen; Jeannette en Juanito. O. F e u i 11 e t, Le roman d'un jeune kommo pauvre. E. H e i s, Verz. v. algebraïsche vraagstukken. W. P. J o r i s s e n, Leer boek van eenige toepassingen der chemie. Volledige verzameling Nederlandsclie Staatswetten (Sehuurmans editie). vait hier vsreertd6ti gedurende de tweede Jiel/t der maand November. Binnenland. Brieven: F. van Raalte, mevr. Wilschut, mcj. H. de Vaal, Amster dam; mej. W. G. Marchal, mej. B. Molen- naar, W. Verv.ey, Den Haag; W. Hen driks, Haarlem; L. A. v. d. Hek, Hembrug; L. de Wilt, Herpt A. L. de Vige, Hoog- karspel; mevr. Papenburg, Leiden; G. Grif fioen, Neede; G. Meeuwenoord, Noordwijk- aan-Zee; Rahms, Oudewetering; F. G. Mor telmans, Rotterdam;, v. Laerhoven, Til burg, mcj. H. Wagenaar, Zierikzee. Briefkaarten. F. J. Erken, mej. N. Klumplits, P. A Peters, Amsterdam; mej. D. Hazenbroek, W. v. d. Horst, Th. Olmstra, mej. M. Sterkman, Den Öaag; P. Liefhebher, Leiden; J. Vredenburg Rotterdamschipper G. Vrcerman, Wou- brugge; mej. L. Bïandsma, mej. L. de Gro, niet vermeld; 10 stukken zonder adres; ll drukwerken. Buitenland. Brieven: C. L. Jonkers, Leuven. Briefkaart: J. Hermans Bronk- horst, Brussel. Nota. Aan de afzenders wordt aanbevolen him naam en adres "op de stukken to ver melden, opdat deze bij onbestelbaarheid aan hen kunnen teiuggegaven worden. Web er gevoelde, dat dezo dame tegen over hem, hem herkende en de angst deed hem bijna geheel veretijven en even vrees achtig onbeweeglijk als indertijd voor den hond bleef irij nu voor Eva staan. „Ik ken dezen man niet," zeide Era lang zaam. Misschien zou zjj tegenover zichzelf deze leugen eenigszins kunnen vergoeden door op den voorgrond te stellen, dat z(j z(jn naam ook" werkelijk niet kende. Indien echter de rochter van instructie was voortgegaan met vlageni „Is hij het of is hy het niet?" zou z ij wel veel moeilijker een antwoord hebben kunnen geveD, Maar Schneider vroeg verder niets, overtuigd als h(j was, dat Webers be schuldiging inderdaad een vergiasing was. En nu wilde bij graag Eva zoo spoedig mogelijk uit haar onaangename positie bevrijden. Hij stond op en reikte haar beleefd de band. „Wil u mijn beleefde groeten aan miJnnetr en mevrouw Scholinus overbrengen?" Nadat Eva waa vertrokken en Schneider zich tot Weber wendde, vroeg deze met een •ohljnbaar onschuldig gezicht: „Welnu, mijn heer?" „Ik zal natuurlijk zorgen, dat je onmiddel lijk op vrije voeten wordt gesteld," zeide Schneider vriendelijk. „Vergiesingen komen overal voor en ln dit geval bad je allen sohyn tegen Je." „Denk Je In Berlijn-te blijven?" „Als men mij ten minste maar niet weer inpikt." „Voor deze zaak natuurlijk in geen geval en je hebt anders op bet oogenbllk toch im mers niets op je geweten?" „Niet bet minst, mijnheer." Schneider ging voor zijn schrijfbureau zitten om bet bevelschrift voor Webers ontslag uit de gevangenschap te schrijven. Terwijl bU hiermee bezig was, kwam er plotseling een nieuwe gedachte bij hem op. Hl) nam de vierkante, plompe gestalte van top tot teen op en kwam tot de ontdekking, dat bet grove gezicht van den inbrekor toch eigenlijk geen gemeene trekken vertoonde. Misschien zou de man nog te gebruiken zijn, als men de zaak maar goed aanvatte. Schneider zette zijn naam onder het etuk. „Ziezoo, nu ben je vrU, Weber; het onderzoek moet nog wel verder worden voortgezet, maar nadat mevrouw Helwigs uitspraak ten gunste van jou ia uitgevalion, is dit alleen een for maliteit. Maar ga eena even zitten, alsjebe- lieftik wilde nog wel over iets anders eens met je spreken." Timm Weber gevoelde zich onuitsprekelijk groot, nu eens in het vertrek van een rechts geleerde een andere rol te mogen spelen dan die van beklaagde. Maar toch gevoelde hij hoe vóór alles voorziohtigheid geraden waa en om geen woord te verliezen van hetgeen Schnei der zou vertellen boog hy zijn hoofd voor over. Scheider vervolgde dan„We hebben aan genomen, dat jouw vriend, Frite Grote, ln deze zaak medeplichtig le, maar nadat de ge heels geschiedenis zioh anders heeft toege dragen dan wy hadden verondersteld, kunnen wij ons ook in dit vermoeden hebben vergist, üaaros, "Wzbar. sou ik van jou gaarne de volle waarheid willen hooren. Frite Grote hield zich toch de laatste dagen bij jou schuil, nietwaar?" Timm Websr wist niet dadelijk wat te ant- woordon. „Ja, ziet u, mUnheer, Frits Grote en ik zijn goede vrienden en zoodoende bezoeken wy elkaar natuurlijk wel af en toe." „0 je, en vlucht dan door het raam ale de politie de trap opkomt. Waarom is Grote dan zoo bovreesd voor de politie?" Timm krabde zich op list hoofd. Daar was hy al bijna ln de vzl geloopen; by bad In direct toegegeven, dat Grote by hem was ge- woest, en nu zou men uit zyn vlucht een misdaad construaeron on dan ook zou de ver denking weer op hom zelf vallen. Dit diende natuurlijk tot eiken prys te worden voorkomen. Timm Weber hief zyn hoofd op en met een quasi eerlyk gezicht antwoordde hy: „Nu, dan zal ik u de voile waarheid zeggen. Hot ls waar, dat Frits Grote zich by my heeft opgehouden en voor de politie is gevlucht. Maar vergeet u eens niet, mynheer, hoe dat gaat met iemand, dia al eens in de gevangenis heeft gezeten en die bij elke gelegenheid daar om wordt verdacht. U hebt natuurlyk ook reeds gehoord, dat Frits Grote met den bank directeur ginder is geweest en nu heet het, dat Grote den ouJen majoor heeft vermoord, terwyi ky toch aan deze misdaad zoo on- Bchuldig is als eon paegeboren lam, want hy- zelf heeft dion nacht mijnheer Heiwig de helde zien oversteken, en dusMaar niemand zal hem willen gelooven, daar de couranten hem zoo verdacht hebben gemaakt, en daarom waagde hy liever zyn nek dan in handen te vallen van die agenteD." Als een bruisende stroom wai de woorden vloed uit zyn mond govlosid en had juist daardoor zulk een overtuigenden Indruk ge maakt, to meer, daar zoo alles klopte met Schneiders geheimste gedachten. „Kun je Grote eens by me sturen?" „Ja, ik kan bet hem wel zeggen, maar zoolang er een bevel tot inhechtenisneming voor hem in de lucht hangt, zal hy wel niet gauw verachynen." „Dank je voor de inlichtingen. Ben je van plan je oude woning weer op te zoeken?" „Jawel, mynheer; Ik heb tot den eersten November betaald." „Dat is verstandig, want onder den blooten hemel is het tegenwoordig ook wel al een beetje koud. Wacht eens even." Schneider baalde zyn portemonnaie te voor- eckyn en gaf Timm Weber een ryksdaaldor. Indien bU elke dwaling met een dergeiyk bedrag had willen vergoeden, dan zou zeker een groot doel van zyn inkomen op dio manier zyn verdwenen; maar golukkig was zyn be hoefte van te boeten voor eon valeche bo- schuldiging niet attyd zoo onweerstaanbaar groot als ditmaal. Timm Weber gevoelde zioh, nadat hy Schnei ders woning bad verlaten, weer recht vry en slenterde langzaam naar zyn woning terug. Do ryksdaalder brandde hem in zijn zak In de eorste plaats zou hy het geldstuk liefst zoo gauw mogelyk !n lokker eten en drinken hebben omgezet, en in de tweede plaats ge voelde hy zich door deze buitengewone vrien- deiykheid eenigezlna beschaamd. Tevens vond by hot een onaangenaam idee op zulk een koud en ongezellig dakkamertje te zullen komen; vooral nu by zoo lekker warm eenige dagen in bet huia van bewaring had doorgebracht. Timm opende de deur van z(jn woning hee| zacht, meer uit gewoonte dan wol uit voor zichtigheid. Ily verwondordo zich ar over in de kouken een paar lecge llesBchen te vin den, die er vroeger niet hadden gestaan maar plotseling drong ook van uit de kantor een duideiyk gesnork tot zyn oor door. Hot zag er binnen heel gezellig uit, de kachel ver spreidde een behaaglyke warmte en op de sofa lag Grote ln diepen slaap verzonken, ter- wyi hy naast zich de cognacflesch had staan, die natuurlyk de oorzaak van Grotes bedwel menden toestand moest zyn. Weber ging by de tafel zitten en nam zyn elapenden vriend met belangstelling op, totdat hem de lust bekroop zyn vriend te doen ontwaken. „Hola, eindelQk door de politie achterhaald." Deze woorden hadden de gewenaebte uit werking; Grote schrok wakker, deed een sprong naar bet raam, maar bleef plotseling zyn vriend aanstaren aloof by een geestver schijning vóór zich zag. „Neen maar," hornam Timm, „vertel eens, schobbejak, waarom jy je in myu woning hebt ingenesteld?' Grote bezat in hoogs mate de eigenschap zich te kunnen boheerschen, hetgeen zyn vroeger boroep waarscliUniyk bad meege bracht. „Wat laat je een mensch schrikken.'Heb ben ze je alweer laten loopen?" „Ja zeker en nog wel met oen ryksdaalder op den koop toe. 't Is prachtig gegaau, me vrouw heeft me niet weer herkendof... na, in elk geval zou de recber van instructie op onze onscbuld in dere zaak duiven zweren. Is dok niet prachtig?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5