No. 15837.
LEIDSGH DAGBLAD, Maandag* 4 December. Tweede Blad.
Anno 1911.
Officieels Kennisgeving.
Buitenlandseh Overzicht.
Lijst vin enbesisiëarc brievsn en brietkaarten
FEUILLETON.
Valscïie en ware liefde.
KENN1SG£V3NG.
Onderzoek naar de geoefendheid
Tan lotelingen der militie en Tan
adspirant-kaderreservisten.
De Burgemeester van Leiden,
Gezien, de circulaire van den Commissaris
icier Koningin in de provincie- Zuid-Holland,
d.d. 2 November jl.betreffende het in den
hoofde dezer vermeld onderwérp;
Maakt bij deze bekend, dat, ingevolge
de desbetreffende door den Gsneraal-Ma-
joor Inspecteur der Infanterie vastgestelde
regeling, het onderzoek naar de geoefend
heid zoowel van lotelingen der militie, die
het getuigschrift van militaire bekwaamheid
en lichamelijke geoefendheid of van een
van beide wensen en te verkrijgen, als van
hen, die het getuigschrift, vereisoht tot het
aangaan van een verbintenis bij het reserve
kader der Infanterie, Vesting-artillerie cf
Genie wensehen te erlangen, alhier zal
plaats hebben van en met 2 Januari 1912
tot en met 13 Jan. u.-juv., en dat zij, die
in deze gemeente woonachtig zijn of ver
blijf houden en zich aan dat onderzoek wen-,
Bchcn te onderwerpen, zich vóór den lOden
December a.s. behooren aan te melden ier
Gemeente-Secretarie (afd. Militaire Zaken,
kamer No. 9) alhier, onder overlegging van
een 9schiéfBewijsvoor zoover dit aan hen,
die aan de schietoefeningen tot verheoging
van 's Lands weerkracht hebben deelgeno
men, is uitgereikt, zullende tot bedoeld on
derzoek uitsluitend worden toegelaten:
a. -zij, die hebben deelgenomen aan de
loting voor de lichting der militie van
het volgende jaar;
b. lotelingen voor de lichting der militie
van dit jaar, die bestemd zijn om in het
volgende jaar te worden ingelijfd;
c. zij, die voor korte oefening ingelijfd,
uitstel van eerste oefening hebben verkre
gen, doch om in aanmerking te komen voor
verlenging van uitstel, opnieuw in het be
zit van een bewijs van voorgeoefendheid
wensehen te geraken;
d. jongelieden, die zich willen verbinden
om bij het reserve-kader van een der boven
genoemde korpsen te dienen.
In verband hiermede wordt de aandacht
der lotelingen dezer gemeente gevestigd
lo. op de tweede en de derde zinsnede
van art. 104 der aangevulde en gewijzigde
Militiewet 1901, luidende woordelijk aldus:
,,Yoor de aamenstelling van het gedeelte
tot korte oefening in te lijven, worden in
de eerste plaats in aanmerking genomen
de lotelingen, die aan door Ons te stellen
eischen van militaire bekwaamheid en
lichamelijke geoefendheid voldoen. Indien
het aantal van hen, die aan deze eischen
voldoen, niet overeenkomt met het tot korte
oefening in te lijven gedeelte, heeft hij, die
'een Hooger nummer bezit den voorrang tot
de toelating daarbij.
De lotelingen, die aan door Ons te stel
len eisohen van militaire bewaaniheid of
lichamelijke geoefendheid voldoen, worden,
voor. zoover zij daartoe geschikt bevonden
zijn en dit met de belangen van den dienst
is overeen te brengen, ingelijfd bij liet
korps en geplaatst in het garnizoen hunner
keuzo."
2o. op par. 13, sub. lo., laatste zinsnede,
der Militie-Beschikking 1909, waarbij is
bepaald, dat bij de toewijzing van de lote
lingen aan het korps én het garnizoen hun
ner keuze zij, die in het bezit zijn van eon
getuigschrift, dat zij voldaan hebben aan
de wettelijk gestelde eischen zoowel van
militaire bekwaamheid als van lichamelijke
geoefendheid, den voorrang hebben boven
hen, die een getuigschrift bezitten, dat zij
slechts aan één dezer eischen hebben vol
daan.
De burgemeester voornoemd,
N. 0. DE GIJSELAAÏt,
L©ident 1 December 1911.
De verhouding tusschen Engeland en
Duitsohland blijft nog altijd een on
derwerp van beteekenia in de Europeesche
pers.
De „Norddeutsehe Allgemeine Zeitung"
deelt mede, dat de Duitsche regeering bij
de tweede behandeling van de Marokkaan-
sohe zaak in den Rijksdag nieuwe mededee-
lingen tegenover die van Grey zal doen.
Graaf Beauchamp, Engelsch minister van
openbare werken heeft, te Manchester spre
kende voor leden van de Reform Club, ge
zegd, dat Engeland in eere gebonden is, de
verbintenissen die het heeft aangegaan na
te komen, maar da.t niets ,,een volledige en
zeer vaste vriendschap'-' met Duitschland
belet.
De voorzitter van de Club verbond aan
den wensch, om met Duitschland goede
vrienden te worden, een kritiek op Grey's
rede, in zooverre er niet hartelijker uiting
in was gegeven aan den wensch om met
Duitschland op vriendschappelijken voet te
geraken. Onze belangen, zeide de voorzitter,
en die van Duitschland zijn. van denzélfden
aard. Nergens komen ze met elkaar in bot
sing. Wij- behoeven Duitschland's kolonisa
tie niet met nijd aan te zien. Duitschland's
eerzucht is volkomen prijzenswaardig, en
bij zijn koloniseeren is h'et Engelands belang
nooit vijandig geweest. Integendeel, het
heeft in den handel veel meer getoond de
deur open te willen houden dan Frankrijk
of eenig ander land. Duitschland is Eng
land's. beste klant in Europa.
Koning George en zijn gemalin zijn
Zaterdag te Bombay aangekomen.
Te vier uren gingen zij aan land, door
een talrijke menigte toegejuicht. Zij wer
den door den onderkoning en den gouver
neur van Bombay ontvangen.
Te halfzes keerden koning en kohingin aan
boord van de Medina" terug, na een rond
tocht door de stad, waarbij zij geestdriftig
werden toegéjuicht.
InBelgië is door de Franseh-Duitsche
onderhandelingen en de compensaties" in
Congo de belangstelling in het kolonia
le vraagstuk zeer bevorderd. Wij
hebben er nog al eens op kunnen wijzen.
Thans hebben de socialisten dit onderwerp
weer eens te berde gebracht.
De leider van de Belgische socialistische
Kamergroep Yandervelde heeft met twee
andere leden van die fractie een voorstel
ingediend tot msteUing van een koloniale
enquête-commissie. Dit voorstel staat in ver
band met een interpellatie van den heer
Yandervelde, waarbij hij den minister van
koloniën Renkin er van beschuldigt, dat
onder zijn bestuur in de kolonie knevelarijen
plaats grijpen, welke sterk hirinneren aan
hetgeen daar vroeger wel zou gebeurd zijn.
De socialisten n.l. beweren, dat de meeste
kinderen, die in de kolonie moeten werken,
aan hun oudera ontroofd zijn en met geweld
op de nederzettingen worden vastgehouden.
Yerder, dat zendelingen de inlanders mis
handelen en kinderen lijfstraffen toedienen.
Ook zouden deze zendelingen niettegen
staande het verbod van de regeering met
medeweten van den minister alcohol ver
vaardigen.
Ten slotte wordt den minister verweten
in een proces ingegrepen te hebben om een
aangeklaagden zendeling vrij uit te doen
gaan.
Lépine, de bekende F r ansche
prefect v an politie, zal aftre
den. Althans zoo verluidt. Misschien heeft
hij genoeg van^ijn. moeilijk ambt.
Herhaaldelijk heeft Lépine in den .laat-
sten tijd door de wijze van zijn optreden
het ongenoegen gewekt, en van verschillen
de zijden werden verwijten aan zijn adres
gerioht. Men herinnere zioh maar het ge
beurde in het vliegkamp van Issy-les-Mouli-
neaux, waar de hoogste regeefingspersonen
zich onder leiding van den politie-prefect
op het gevaarlijkste gedeelte van hét ter
rein bevonden, hetgeen minister Berteaux
het leven kostte.
De heer Lépine heeft in de republikein-
sche bladen van het Loire-departement een
open brief geplaatst waarin hij verklaart
eon politiek van verzoening te willen voor
staan. Ik ben nooh uitsluitend liberaal, eoo
verzekert hij, noch progressist, noch radi
caal of socialist ik ben eenvoudig republi
kein. De toestand, waarin Frankrijk ver
keert, vordert, dat alle burgers zioh aaneen
sluiten. Vindt gij soms, dat de justitie on
afhankelijk genoeg is, of dat het leger vol
doende beschermd ia tegen politieke invloe
den; dat ons toenemend ambtenaarsleger
wel krachtig genoeg doordrongen is van het
zoo noodige gevoel voor -discipline? Voelt
gij u krachtig genoeg geregeerd" V'
Vooral de laatste zinsnede heeft groot op
zien gewekt en wordt druk besproken. Men
wil er een stellingneming in zien van den
heer Lépine tegen het tegenwoordige regee.
ringsbeleid.
Lépine is candidaat voor den Senaat ge
steld. Men verwacht dat hij na zijn verkie
zing ontslag zal nemen als politie prefect.
De toestand in Pe r z i begint meer en
meer ernstig te worden.
De Russische thee en suiker worden ge.
boycot.
In de straten hebben Anti-Russische be
toogingen plaats gehad de bewoners dul
den niet, dat de tram, die door een Belgri
sche maatschappij geëxploiteerd wordt,
blijft loopen, daar zij meenen dat zij een
Russische onderneming is.
Op twee personen, beide zonder politieke
beteekenis zijn aanslagen gepleegd.
Aan het „Berl. Ta-geblatt" wordt uit
Teheran geseind, dat het ministerie Vrij
dagavond zijn ontslag genomen heeft. Het
parlement verzooht hen aan ihet bewind te
blijven.
Naar luid van telegrammen uit Londen,
wordt daar de verdeeling van geheel perzië
tusschen Rusland en Engeland ernstig over
wogen.
Ter betere regeling van de grens z?ou dan
aaxt Turkije ook een stuk woroen toebe
deeld.
De eerste minister van Perzië heeft aan
de afgevaardigden medegedeeld, dat hij
met Rusland in gedadhtenwisseling stond.
Hij hoopte, door Morgan Shuster op te
offeren, het voortrukken van de Russische
troepen tegen te houden.
Deze zondebok, Morgan Shuster een Ame
rikaan en Perzische thesaurier-generaal,
wiens ontslag door de Russische regeering
wordt geëischt, heeft aan de New-York
World" het volgende telegram gezonden:
„Rusland eischt mijn ontslag, omdat ik
geweigerd hèb officieel zijn zoogenaamde in
vloedssfeer te erkennen. Had ik dat wel ge
daan, dan had ik het volk, in welks dienst
ik ben, verraden.
Do Russische bureaucratie is bovendien
verbitterd door de onverwachte nederlaag,
die de gewezen sjah Lteeft geleden en de
solidariteit en energie van de oonetitutio-
necle regeering en eveneens door mijn wei
gering om van mijn standpunt af te wijken
ten aanzien van de in beslag genomen eigen
dommen van de Perzisohe reactfonnairen,
die door Rusland tegen belastingheffing
worden beschermd.
Uit Washington wordt aan de „New
York Herald'bericht, dat het Amerikaan-
sche departement van buitenland sche zaken,
met het oog op geruchten, dat het leven
van Shuster gevaar loopt, de Russische re
geering er op heeft gewezen, dat zij voor
de veiligheid, van dien Amerikaanschen bur
ger heeft te waken.
In China schijnt thans eenige kans op
een wapenstilstand.
Te Woetsjang wordt tusschen de keizer
lijken en de opstandelingen over een wapen
stilstand van 3 dagen onderhandeld, gedu
rende welken de vredesvoorwaarden van
beide zijden zullen worden vastgesteld. Ge
lijktijdig wordt over een misschien later te
sluiten wapenstilstand van 2 weken onder
handeld, gedurende welken vertegenwoor
digers der keizerlijken en der opstandelin
gen naar een onzijdige plaats, Tientsin b.v.,
zullen worden gezonden om definitief over
den vrede te onderhandelen.
Ondertussohen doet J oê a n-s j i-k a i al
zijn best om de crisis, die het Chineeeche
Rijk thans doormaakt te bezweren. Maar
hij heeft met schier onoverkomerdnke be
zwaren te kampen.
Sommige leden van den hoogsten adel
der Mantsjoes hebben de taak van Joeansji-
kai nog moeilijker gemaakt dan zij al was,
Hoor te weigeren zijn gezag te erkennen.
Uitsluitend bevelen van den Troon willen
zij gehoorzamen.
Het ziet er voorloopig nog niet naar uit
dat Joean-sji-kai slagen zal.
De bewapening van «le politie
te Amsterdam.
La commissie uit het Amsterdamsahe
politiekorps, die aan den burgemeester een
rapport had uit te brengen over verbete
ring van de bewapening der Amsterdam-
sche politie, is eenstemmig tot de conclusie
gekomen, dat de huidige bewapening van c
politie (met sabel en stok) verbetering be
hoeft, en zij geeft als haar meening te ken
nen, dat bewapening van ie politie met
revolvers aanbeveling' verdient. De
commissie wensoht die invoering niet dade
lijk voor het go'heele korps te doen geschie
den. Zij bepleit een geleidelijke invoering,
door bijvoorbeeld eerst cle agenten, die des
nachts in buitenwijken dienst moeten doen^
met een revolver te bewapenen, dan die be
wapening uit- te breiden tob den geheolen
nachtdienst, om vervolgens ook overdag, in
buitengewone omstandigheden, zooals sta
kingen en oproerige bewegingen, een revol
ver aan de agenten t-e verstrekken, om zoo
doende 'tot vrijwel algeheele invoering te
komen.
De commissie is voorts van óórdeel, dat
bewapening met revolver van het kader, in
specteurs en brigadiers, zoowel overdag als
des nachts, reeds dadelijk kan ge
schieden, en voorts spreekt zij als haar oor
deel uit, dat er voor drukke straten, zooals
bijvoorbeeld de Kalverstraat-, geen aanlei
ding behoeft te bestaan om de agenten
overdag met revolver gewapend te doen sur-
veilleercm
De geleidel ijke invoering zal,
meent de oommissie, ruimschoots gelegen
heid geven, na te gaan, of inderdaad, de
bewapening met revolvers die bezwaren
meebrengt, welke er tegen worden aange
voerd.
Naar aanleiding van het rapport der com
missie heeft ihet „Hbl." een onderhoud ge
had met den burgemeester, jhr. mr. d-r. A.
Röell, in zijn hoedanigheid van hoofd der
politie.
Burgemeester Röell deelde mede, nog
geen gelegenheid te hebben gehad het rap
port te bestudeeren, al Ihad hij er natuurlijk
wel reeds kennis van genomen.
„Het is bekend", aldus liet de burge
meester er op volgen, „dat ik eon tegen
stander ben van de bewapening der po
litie met ee«n revolver. Het ambt van po
litieagent is nu eenmaal een zenuwachtig
vak, en de mogelijkheid is geenszins uitge
sloten, dat een agent, die in !heb nauw
wordt gebracht, eerder dan noodig is van
rijn vuurwapen gebruikt maakt.
Er moeten wel zeer krachtige argumen
ten aangevoerd worden om mij van mijn
standpunt in deze af té brengen. Intussdh en,
het ligt in mijn bedoeling met terzijdestel
ling van mijn persoonlijke gevoelens dien
aangaande het rapport nauwgezet te bestu
deeren. Bij de eventueele wijziging van de
dienstvoorschriften, in uitzicht gesteld in
het oorspronkelijke praeadvies in zake de
reorganisatie van de politie, zal deze zaak
aan de orde kunnen komen.
Een beslissing van den Raad over deze
quaestie der bewapening is alleen mogelijk
in dien zin, dat de Raad de géiden zou. kun
nen weigeren, welke eventueel zouden wor
den aangevraagd voor aanschaffing van re-
vol vera."
Openbare Leeszaal en Bibliotheek
„Beuvons."
Gedurende de maand Nov. werden 2172
bezoeken geteld, in Nov. 1910, 2170. Er
iwerden 2810 banden uitgegeven tegen 1354
in Nov. 1910.
Door aankoop en geschenk werden de
volgende aanwinsten verkregen:
W i 1 h e 1 m i n e Heimburg, Liesje
van don lompenmolen. 0 a t h ar i n a
A 1 b e r d i n g k T h ij m, Een vorstelijke
doornenkroon. A. Weruméus Bu
lling, Menschen zooals er meer zijn.
Erckmann-Chatrian, Le con3crit
de 1813; Waterloo. J. Dyserinck, A,
L. G. Bosboom—Toissant. G. C. W.
van Tets, Eenige opmerkingen n. aanl.
v. de Nederl. neutraliteit^proclamatie*
uit den laatsten rijd. R. E. K i e 1 s t v a,
Duitsche verkeerspolitiek en Nederl. be
langen. R. K o e n i g, Schetsen uit den
grooten strijd. J. J. Creme r, Dokter
Helmand en zijn vrouw. 0. v. See, Va
leria. Th. Carter, Verhalen uit Shiv-
Icespeare. S. D. v. V e e n, De kinder
doop der Gereformeerden (Uit onzen bloei
tijd). R ii c k e r t, Schoolbouw. J.
C o r t v. d. Linden, Referendum t_n
volksinitiatief in Zwitserland. G. 0. W.
v. T e t s, Eenige opmeTkingen n. aanl. v.
de Nêd. neutraliteits-proclamaties van •cu
laatsten tijd. W e t e n s c h. bladen
1909—'10. Tijdspiegel 1010.
Stemmendestijds. De Vriend
der Wiskunde. M. W. de V i s-
s e r, Het buddhisme in Japan (Gr. goclsd.)
Japansche kleurendr. in het Rijks Ethnogr.
Museum te Leiden. W. v. Dam, Over
de onderlinge verhouding van opvoeders
(Paedag. vlugschr.) Statistiek der
Scheepvaartbeweging op rivieren en kana
len in 1910. M. 0 s b o r n, Meisterwerke
"der Kunst. Andre e 's Allgcmeiner
Handatlas. B. Gewin, Dronkenschap en
Strafrecht (Cliristend. Maatsch.). H.
H. van Kol, In de kustlanden van
N.-Afrika, het Maghreb. Studies over
lichamelijke opvoeding, 1ste serie. Cen
traal verslag der arbeidsinspectie 1910.
E. Arnold, Illustrierte deuteeh'e Litera-
turgesohickte. Levensberichten
en Hande. lingen der Mij. v. Letter
kunde 1910'11. K. Kuiper, Griek-
sche landschappen. E. Bulwer L y t-
ton, De familie Beaufort. W. Foe r-
ster, Sohoo-1 en karakter; Levenswandel.
Geschriften v. de Katholieke Sociale
Actie. H. Robbers, De bruidstijd van
Annie de Boogh. L. D. Petit, Reper
torium der verhandelingen en bijdragen
betr. de geschiedenis des vaderlands in
tijdsch. en mengelwerken tot op 1900 ver
schenen. A. J. v. d. M e u 1 e n en M.
ten Bouwhuys, Platen-atlas voor de
vaderlandsche geschiedenis. H. B o r e 1,
De godsdiensten v. h. oude China (Gr.
godsd.). J. C. Matt hes, De Israelie-
tische wijzen; m. e. aanhangsel over den
Talmud. J. F e i t h, Misdadige kinde
ren. H. A. Guerber, Mythen en
legenden uit de Middeleeuwen. E. J. G.
Bloemendaal, Naar Amerika. J.
ten Brink, Oost-Indisohe dames en hee-
ren; Nederl. dames en heeren; De Schoon
zoon van mevr. de Roggeveen; Drie reis
schetsen; Jeannette en Juanito. O.
F e u i 11 e t, Le roman d'un jeune kommo
pauvre. E. H e i s, Verz. v. algebraïsche
vraagstukken. W. P. J o r i s s e n, Leer
boek van eenige toepassingen der chemie.
Volledige verzameling Nederlandsclie
Staatswetten (Sehuurmans editie).
vait hier vsreertd6ti gedurende de tweede Jiel/t
der maand November.
Binnenland. Brieven: F. van Raalte,
mevr. Wilschut, mcj. H. de Vaal, Amster
dam; mej. W. G. Marchal, mej. B. Molen-
naar, W. Verv.ey, Den Haag; W. Hen
driks, Haarlem; L. A. v. d. Hek, Hembrug;
L. de Wilt, Herpt A. L. de Vige, Hoog-
karspel; mevr. Papenburg, Leiden; G. Grif
fioen, Neede; G. Meeuwenoord, Noordwijk-
aan-Zee; Rahms, Oudewetering; F. G. Mor
telmans, Rotterdam;, v. Laerhoven, Til
burg, mcj. H. Wagenaar, Zierikzee.
Briefkaarten. F. J. Erken, mej.
N. Klumplits, P. A Peters, Amsterdam;
mej. D. Hazenbroek, W. v. d. Horst, Th.
Olmstra, mej. M. Sterkman, Den Öaag;
P. Liefhebher, Leiden; J. Vredenburg
Rotterdamschipper G. Vrcerman, Wou-
brugge; mej. L. Bïandsma, mej. L. de Gro,
niet vermeld; 10 stukken zonder adres;
ll drukwerken.
Buitenland. Brieven: C. L. Jonkers,
Leuven.
Briefkaart: J. Hermans Bronk-
horst, Brussel.
Nota. Aan de afzenders wordt aanbevolen
him naam en adres "op de stukken to ver
melden, opdat deze bij onbestelbaarheid
aan hen kunnen teiuggegaven worden.
Web er gevoelde, dat dezo dame tegen
over hem, hem herkende en de angst deed
hem bijna geheel veretijven en even vrees
achtig onbeweeglijk als indertijd voor den
hond bleef irij nu voor Eva staan.
„Ik ken dezen man niet," zeide Era lang
zaam.
Misschien zou zjj tegenover zichzelf deze
leugen eenigszins kunnen vergoeden door op
den voorgrond te stellen, dat z(j z(jn naam
ook" werkelijk niet kende. Indien echter de
rochter van instructie was voortgegaan met
vlageni „Is hij het of is hy het niet?" zou
z ij wel veel moeilijker een antwoord hebben
kunnen geveD, Maar Schneider vroeg verder
niets, overtuigd als h(j was, dat Webers be
schuldiging inderdaad een vergiasing was. En
nu wilde bij graag Eva zoo spoedig mogelijk
uit haar onaangename positie bevrijden. Hij
stond op en reikte haar beleefd de band.
„Wil u mijn beleefde groeten aan miJnnetr en
mevrouw Scholinus overbrengen?"
Nadat Eva waa vertrokken en Schneider
zich tot Weber wendde, vroeg deze met een
•ohljnbaar onschuldig gezicht: „Welnu, mijn
heer?"
„Ik zal natuurlijk zorgen, dat je onmiddel
lijk op vrije voeten wordt gesteld," zeide
Schneider vriendelijk. „Vergiesingen komen
overal voor en ln dit geval bad je allen sohyn
tegen Je."
„Denk Je In Berlijn-te blijven?"
„Als men mij ten minste maar niet weer
inpikt."
„Voor deze zaak natuurlijk in geen geval
en je hebt anders op bet oogenbllk toch im
mers niets op je geweten?"
„Niet bet minst, mijnheer."
Schneider ging voor zijn schrijfbureau zitten
om bet bevelschrift voor Webers ontslag uit
de gevangenschap te schrijven.
Terwijl bU hiermee bezig was, kwam er
plotseling een nieuwe gedachte bij hem op.
Hl) nam de vierkante, plompe gestalte van
top tot teen op en kwam tot de ontdekking,
dat bet grove gezicht van den inbrekor toch
eigenlijk geen gemeene trekken vertoonde.
Misschien zou de man nog te gebruiken zijn,
als men de zaak maar goed aanvatte.
Schneider zette zijn naam onder het etuk.
„Ziezoo, nu ben je vrU, Weber; het onderzoek
moet nog wel verder worden voortgezet, maar
nadat mevrouw Helwigs uitspraak ten gunste
van jou ia uitgevalion, is dit alleen een for
maliteit. Maar ga eena even zitten, alsjebe-
lieftik wilde nog wel over iets anders eens
met je spreken."
Timm Weber gevoelde zich onuitsprekelijk
groot, nu eens in het vertrek van een rechts
geleerde een andere rol te mogen spelen dan
die van beklaagde. Maar toch gevoelde hij hoe
vóór alles voorziohtigheid geraden waa en om
geen woord te verliezen van hetgeen Schnei
der zou vertellen boog hy zijn hoofd voor
over.
Scheider vervolgde dan„We hebben aan
genomen, dat jouw vriend, Frite Grote, ln
deze zaak medeplichtig le, maar nadat de ge
heels geschiedenis zioh anders heeft toege
dragen dan wy hadden verondersteld, kunnen
wij ons ook in dit vermoeden hebben vergist,
üaaros, "Wzbar. sou ik van jou gaarne de
volle waarheid willen hooren. Frite Grote
hield zich toch de laatste dagen bij jou schuil,
nietwaar?"
Timm Websr wist niet dadelijk wat te ant-
woordon.
„Ja, ziet u, mUnheer, Frits Grote en ik
zijn goede vrienden en zoodoende bezoeken wy
elkaar natuurlijk wel af en toe."
„0 je, en vlucht dan door het raam ale de
politie de trap opkomt. Waarom is Grote dan
zoo bovreesd voor de politie?"
Timm krabde zich op list hoofd. Daar was
hy al bijna ln de vzl geloopen; by bad In
direct toegegeven, dat Grote by hem was ge-
woest, en nu zou men uit zyn vlucht een
misdaad construaeron on dan ook zou de ver
denking weer op hom zelf vallen.
Dit diende natuurlijk tot eiken prys te
worden voorkomen.
Timm Weber hief zyn hoofd op en met een
quasi eerlyk gezicht antwoordde hy:
„Nu, dan zal ik u de voile waarheid zeggen.
Hot ls waar, dat Frits Grote zich by my heeft
opgehouden en voor de politie is gevlucht.
Maar vergeet u eens niet, mynheer, hoe dat
gaat met iemand, dia al eens in de gevangenis
heeft gezeten en die bij elke gelegenheid daar
om wordt verdacht. U hebt natuurlyk ook
reeds gehoord, dat Frits Grote met den bank
directeur ginder is geweest en nu heet het,
dat Grote den ouJen majoor heeft vermoord,
terwyi ky toch aan deze misdaad zoo on-
Bchuldig is als eon paegeboren lam, want hy-
zelf heeft dion nacht mijnheer Heiwig de helde
zien oversteken, en dusMaar niemand
zal hem willen gelooven, daar de couranten
hem zoo verdacht hebben gemaakt, en daarom
waagde hy liever zyn nek dan in handen te
vallen van die agenteD."
Als een bruisende stroom wai de woorden
vloed uit zyn mond govlosid en had juist
daardoor zulk een overtuigenden Indruk ge
maakt, to meer, daar zoo alles klopte met
Schneiders geheimste gedachten.
„Kun je Grote eens by me sturen?"
„Ja, ik kan bet hem wel zeggen, maar
zoolang er een bevel tot inhechtenisneming
voor hem in de lucht hangt, zal hy wel niet
gauw verachynen."
„Dank je voor de inlichtingen. Ben je van
plan je oude woning weer op te zoeken?"
„Jawel, mynheer; Ik heb tot den eersten
November betaald."
„Dat is verstandig, want onder den blooten
hemel is het tegenwoordig ook wel al een
beetje koud. Wacht eens even."
Schneider baalde zyn portemonnaie te voor-
eckyn en gaf Timm Weber een ryksdaaldor.
Indien bU elke dwaling met een dergeiyk
bedrag had willen vergoeden, dan zou zeker
een groot doel van zyn inkomen op dio manier
zyn verdwenen; maar golukkig was zyn be
hoefte van te boeten voor eon valeche bo-
schuldiging niet attyd zoo onweerstaanbaar
groot als ditmaal.
Timm Weber gevoelde zioh, nadat hy Schnei
ders woning bad verlaten, weer recht vry en
slenterde langzaam naar zyn woning terug.
Do ryksdaalder brandde hem in zijn zak In
de eorste plaats zou hy het geldstuk liefst
zoo gauw mogelyk !n lokker eten en drinken
hebben omgezet, en in de tweede plaats ge
voelde hy zich door deze buitengewone vrien-
deiykheid eenigezlna beschaamd.
Tevens vond by hot een onaangenaam idee
op zulk een koud en ongezellig dakkamertje
te zullen komen; vooral nu by zoo lekker
warm eenige dagen in bet huia van bewaring
had doorgebracht.
Timm opende de deur van z(jn woning hee|
zacht, meer uit gewoonte dan wol uit voor
zichtigheid. Ily verwondordo zich ar over in
de kouken een paar lecge llesBchen te vin
den, die er vroeger niet hadden gestaan maar
plotseling drong ook van uit de kantor een
duideiyk gesnork tot zyn oor door. Hot zag
er binnen heel gezellig uit, de kachel ver
spreidde een behaaglyke warmte en op de
sofa lag Grote ln diepen slaap verzonken, ter-
wyi hy naast zich de cognacflesch had staan,
die natuurlyk de oorzaak van Grotes bedwel
menden toestand moest zyn.
Weber ging by de tafel zitten en nam
zyn elapenden vriend met belangstelling op,
totdat hem de lust bekroop zyn vriend te doen
ontwaken.
„Hola, eindelQk door de politie achterhaald."
Deze woorden hadden de gewenaebte uit
werking; Grote schrok wakker, deed een
sprong naar bet raam, maar bleef plotseling
zyn vriend aanstaren aloof by een geestver
schijning vóór zich zag.
„Neen maar," hornam Timm, „vertel eens,
schobbejak, waarom jy je in myu woning
hebt ingenesteld?'
Grote bezat in hoogs mate de eigenschap
zich te kunnen boheerschen, hetgeen zyn
vroeger boroep waarscliUniyk bad meege
bracht.
„Wat laat je een mensch schrikken.'Heb
ben ze je alweer laten loopen?"
„Ja zeker en nog wel met oen ryksdaalder
op den koop toe. 't Is prachtig gegaau, me
vrouw heeft me niet weer herkendof... na,
in elk geval zou de recber van instructie op
onze onscbuld in dere zaak duiven zweren.
Is dok niet prachtig?"
(Wordt vervolgd.)