15875 Maandag SO November. A0. 1911. fsze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. Valsche en ware liefde. e PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 rogels 1.05. Iedere regel meer ^0.17$. Grootere letters nsu plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oenta oontant j elk tiental woorden meer 10 Oeuts. - Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per week 9 Oents; per 3 maandeo f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd tijn 1.30. Franco per post 1.65. Landweer. Voorloopig uitstel van't janrlijksch onderzoek. Burgemeester en Wethouders der gemeente 'Leiden, maken, ingevolge paj. 40, derde lid, der Landweerinstructie I, bij deze be kend, dat het jaarlijkse^ onderzoek van de verlofgangers der Landweer, hetwelk zou worden gehouden op 22, 23, 24, 25, 27, 28, 29 en 30 November 1911 in de Wittepoortka- zerne alhier, wegens het in deze gemeente epidemisch heerschen van de besmettelijke ziekte Roodvonk op die dagen niet zal plaatshebben, doch voorloo pig ia uitgosteld tot in de maand December a.s. De aandacht van de verlofgangers wordt er op ge>vestigd, dat opnieuw bij openbare kennisgeving zal worden bekend gemaakt of bovenbedoeld onderzoek al dan niet na der zal worden gehouden. Burgemeester en Wethouders voornoemd,. N. O. DE GIJSELAAR, burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 16 November 1911. Besmettelijke ziekte. ROODVONK. De Burgemeester van Leiden; Gelet op artikel 21 der Wet van 4 De- oember 1872 (Staatsblad No. 134); Brengt ter algemeene kennis, dat in de yreek van 13 tot en met 19 November 1911 pan gif te is gedaan van 10 gevallen van Rood vonk en dat in die week geen personen aan die ziekte zijn overleden. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Leiden, 20 November 1911. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van J. RIETHOVEN, om vergunning tot oprichting van een roo- kerij, zouterij en vetemelterij in het petceel Narmstraat no. 14, Sectie B no. 172; Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd iö; alsmede dat op Maandag 4 December narist, des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren teaen dit verzoek in té brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le den zijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 20 November 1911. Voorstellen tot nieuwe snlaris- regeling bij liet onderwijs te Leiden. Verliooging van het minimum en maximum der jaarwedde, enz. Zcoals in de Raadsvergadering van 15 Juni j.l. door den Wethouder van Onder wijs, in antwoord op een vTaag van den hoer Zwiers, werd medegedeeld, had het toen reeds eenigen tijd de aandacht van B. en Ws. getrokken, dat het aantal geschikte sol licitanten, bij vacatures voor onderwijzer van hijstand bij het openbaar la.ger onderwijs in deze gemeente in den laatsben tijd ge ring was en het meermalen moeite kostte een voordracht van in ieder opzicht aan bevelenswaardige oandidaten op te maken, terwijl bovendien ook verschill. goede onder wijzers ontslag vroegen, om in een andere gemeente .een hooger bezoldigde betrekking bij het onderwijs te aanvaarden- Aanvankelijk deed zich dit verschijnsel al leen voor aan de scholen der 2de klasse, dcch langzamerhand kon hetzelfde worden waargenomen ten opzichte van de scholen der 3de en 4de klasse. Bij schrijven van 13 Juni 1911 vestigde ook de af deeling Leiden der Ver&eniging van Hoofden van Scholen in Nederland op oen ©n ander de aandacht. Eindelijk kwam op 15 Juni d. a. v. nog het reeds vermelde adres in van de afdee- ling Leiden van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers. B. en «Ws. verzochten daarop de Plaat selijke'Schoolcommissie alhier hun te dezer zake wel haar gevoelen te willen kenbaar maken. In haar antwoord deelt zij nu mede, dat het feit, dat in den laats ten tijd bij voor komende vacatures het aantal aanbevelens- waardige sollicitanten te gering is om een deugdelijke voordracht op te maken, en dat de besté leerkrachten pogingen aanwenden, om elders oen beter gesalarieerde betrek king te vinden, haar met bezorgdheid heeft vervuld. Met het oog hierop en -léttende op do omstandigheid, dat de sal arisr eg cling in deze gemeente achterstaat bij verschil lende andere gemeenten, acht zij herziening dier salarisregeling dringend noodzakelijk, al zou h. i. een oindsalards van f 1000 voor een onderwijzer, die het nooit verder ge bracht hoeft dan t-ot het behalen der onder wijzersakte bedoeld bij art. 77a der Lagere Onderwijsweb, een behoorlijke belooning ge noemd kunnen worden. Ten gev.clgo van een en ander, wordsn door de Plaatselijke Schoolcommissie ver schillende wijzigingen voorgesteld ?n de be staande salarisrogeling der onderwijzers. Tot hun leedwezen kunnen B. en Ws. zich met die voorstellen niet in alle opzichten vereeni- gen. Invoering van de door do Schoolcom missie voorgestelde wijzigingen toch zou blij kens de uitkomst van een door B. en Ws. ingesteld onderzoek, over 1912 een lioogero uitgave van de gemeente eischen van niet minder dan ruim f 35,000. Het zal niet verwonderen, dat eendergelijke verhooging der uitgaven B. en Ws. met het oog op. den toch al niet trooskleurigen toestand der gemeente-finan- oien niet gerechtvaardigd voorkomt. Zij hebben daarom een gewijzigd voorstel ontworpen, bij aanneming waarvan de hoo- gere uitgaven voor 1912 zullen worden ver minderd tot een bedrag - van ruim f 22,000 en tengevolge waarvan, naar zij vertrouwen, de bovenvermelde nadeelen, die van de be staande salarisregeling een gevolg schijnen te zijn, zullen, worden opgeheven. In de eerste, plaats meent de Schoolcom missie, dat vérbetering der salarisregeling moet worden bereikt door verliooging van de in de vérordening van 12 Maart 1908 genoemde minimum-, en maximum-jaarwedde der onderwijzers en door inkrimping van de aldaar aangegeven tijdruimten tusschen de verschillende verhoogingen. Zij stelt daarom voor de aanvangsweddo veer de onderwijzers en onderwijzeressen van f 550 to brengen op f 600 en daaraan ver der dusdanige verhoogingen te verbinden, dat de jaarwedde na 2 jaar dienst aan een openbare of bijzondere lagere school, hetzij hier, hetzij elders, bedraagt f 650, na 4 jaar f 700, na 6 jaar f 750, na 8 jaar f 800, na 10 jaar f 850, na 12 jaar f 900, na 14 jaar f 1000 en na 16 jaar f 1100, waar: deer dan tevens geen onderscheid meer zou bestaan in do salariëering van manlijke en vrouwelijke leerkrachten. Mefc dit voofrsfcal kunnen B. en Ws. zich, v'ocr zooveel betreft de verliooging van heb minimum-salaris van, .f 550 tot f 600 zeer goed voreenigen. Doch overigens komt het hun voor, dat, ook met het oog op de sa larissen in andere gemeente, het salaris van de onderw. en ondorwijzèresscn wel wat hoog wordt opgevoerd. Let men bijv. op de in do gemeente Dor drecht bestaande salarisregeling, dan zien wij, dat ook daar de aanvangswedde f 600 bedraagt, doah dat het maximum-salaris voor de onderwijzers slechts f 1000 bedraagt, te bereiken na 18 jaar en voor de onderwijze ressen slechte f 900 na 14 jaar. Het komt B. en Ws. daarom voor, dat do volgende regeling, waardoor in vergelijking met 't voorstal derSchoolcommissie, voor 1912 een besparing verkregen wordt van truim f 7000, oen alleszins billijke verhoo ging genoemd kan worden: aanvangsweddo f 600 (thans f 550), na 2 jaar 650 (thans f 600), na 4 jaar f 700 (thans f 600), na 6 jaar f 750 (thansf 650), na 8 jaar f 800 (thans f 700), na 10. jaar f 850 (thans f 750), na. 12 jaar f 900 (thans f 800), na 14- jaar f 950 en na 16 jaar f 1000 (thans na 15 jaar f 900), terwijl de onderwijzers alleen na 20 jaar nog een laatste verliooging van f 50 ontvangen, zoodat hun maximum be draagt f 1050 (thans f 1000). Door deze régeling stijgt dus zoowel hot minimum' als het ma-rim urn-salaris voor de onderwij'zeirs meb f 50 en worden bovendien de meeste periodieke verhoogingen veel eer der. ontvangen dan bij de tegenwoordige rege ling het geval is. Van het salaris der onderwijzeressen kan hetzelfde gezegd worden, niet uitzondering van heb maximum. Dit toch is volgens de be staande regeling f 900 na 15 jaar, terwijl bij aanneming van hét voorstel van B. en Ws. het maximum f 1000 bedraagt na 16 jaar dienst. Uit een en ander blijkt tevens, dat B. en Ws. zich niet kunnen vereenigen met het vcoTstel van de Plaatselijke Schoolcommissie om- overeenkomstig den wenscli van de af- deeling Leiden van den Bond- van Neder landsche Onderwijzers niet langer onder scheid te maken tussohen de salaricering der onderwijzers en der onderwijzeressen. Om welke reden de commissie, die hierop vroe ger nooit bij B. en Ws. heeft aangedrongen, daartoe thans wil overgaan, blijkt uit haar schrijven niet- Doch lioo dit ook zij, B. en Ws. staan nog steeds op het standpunt, dat bij de behan deling dér salarisherziening in 1908 door hen wércl ingenomen en door den Wethou der van Onderwijs en andere leden in den Raad werd verdedigd. Nog steeds achten zij het niet wensohc- lijk de onderwijzers en de onderwijzeressen geheel op dezelfde wijze te bezoldigen. In de eörste plaats is het billijk, dat de onderwijzer, die in den regel oen gezin hecfb te onderhouden, meer salaris ontvangt, dan do onderwijzeres, die in den regel slechts voor zichzelf te zorgen heeft. Verder dragen de onderwijzeressen belangrijk minder bij voor hét pensioenfonds voor weduwen en kinde ren van burgerlijke ambtenaren, dan de on derwijzers; voor laatstgenoemden bedraagt n.l. do bijdrago jaarlijks 5 pCt., voor de onderwijzeressen slechts 1 pOt. van den pen sioensgrondslag. Ook do duur der verplichte storting in het fonds is voor de onderwij zeressen veel korter, aangezien voor hen, zcodra zij heb veertigste levensjaar zijn in getreden en zij alsdan geen kinderen beneden 18 jaar hebben, hetgeen meestal niet het geval zal zijn, do verplichting tot storting ophoudt. En eindelijk blijven B. en Ws. bij hun moening, dat do ervaring heeft .geleerd, dat de Gnderw ij zeros nu eenmaal niet geheel op één lijn te stellen is met den onder-, wijzer. Om al deze redenen bestaat dan ook in verschillende andere gemeenten onderscheid tussohen de salariëering der onderwijzers en der onderwijzeressen. Het bezit dei* hoofd- en b ij akten- Li de thans bestaande regeling der toe kenning van verhoogingen in verband met het bezit der hoofdakte wil de Schoolcom missie geen verandering zien aangebracht- „Al is het waaa-," zoo schrijft zij, „dat aan cnderwijzers zonder en mot de. hoofd akte dezelfde taak is opgelegd, het is nog meer waar, dat-, wanneer twee hetzelfde doen, hun werk daarom nog niet hetzelfde is- De Schoolcommissie is overtuigd, dat een onder- wijzér(es),;die zich na het behalen .der akt© .vclgens art. 77a niet wetenschappelijk blijft cmtwikkelen, in waarde voor de school ach teruitgaat; dat de voortgezette studie den blik verruimt, het inzicht verheldert-, het onderwijs ten goede komt; dat het lioogere peil, waarop de bezitter der hoofdakte staat, d© verwachting doet geboren worden, dat hij naar .verder voortgezette ontwikkeling zal blijven streven; dat daarom ieder onder- wijzer(es), die zich wat wetenschappelijke vor ming aangaat, niet tevreden stelt met de simpele ondorwij zere-akte, aanmoediging ver dient, hierin bestaande dat hot verwerven der hoofdakte zijn salaris belangrijk doet stijgen." B. en Ws. kunnen zich met deze meening volkomen véreenigen en geven mitsdien in overweging niet in te gaan op het door de afdeeling Leiden van den Bond van Ned. Onderwijzers gedaan verzoek, om het ver schil in ^alariëering tussohen onderwijzers met en zonder hoofdakte minder groot te maken, doch do bestaande regeling te dezer zake onveranderd te laten- Eveneens gaan B. en Ws. geheel mede met het voorstel der Plaatselijke Schoolcommissie, con de salarisverhooging voor eik der drie talen, Eransch, Duitsch en Engelsch, en voor de Wiskunde voor de onderwijzers en onder- wijzeresen, die de bevoegdheid moeten heb ben die vakken te onderwijzen, van f 100 to brengen, op f 150, tot een maximum van' f 600 voor alle in art. 14 genoemde bijakten, Met de Schoolcommissie toch achten zij het wenschelijk, dat dc bezitters der z.g, bijakten, wanneer zij de bevoegdheid eiootcn hebben die Vakken t© cnder wij zen, een eenigs» zins hooger salaris ontvangen, dan volgens het bestaande art. 14 der verordening het geval zou zijn. Daardoor zal men ook berei» ken, dat zioh meerdere geschikte sollicitan ien dan thans voor een dergelijke vacarur© aan de tweede klasse scholen zullen aan» melden. Om echter tevens aan hen. die wel in het aczit dier bijakten zijn, doch die deze be voegdheid niet noodig hebben, een salari? verheuging toe te kennen van f 50 voor ieder der 4 zooevengooemde vakken, zoo- als de Schooloommissie mede voorstelt, daar toe achtén B. en Ws. geen voldoende ter men aanwezig, vooral ook met het oog op de door hen voorgestelde algemeene salaris verhooging. Evenmin zouden zij de verhoo ging voor do akte handwerken, bedoeld sul o. van art. 14, van f 25 op f 50 gebracht willen zien. Tegen toekenning der tegemoetkoming in d© huishuur ad f 75 's jaars aan alle leer krachten, in plaats van uitsluitend aan hen, dio gehuwd cf weduwnaar zijn en den leef tijd van 28 jaar bereikt hebben, waavoo door den Bond wordt aangedrongen, bestaat bij B. cn Ws. ovenals bij do Schoolcommi^io ernstig bezwaar. Dit toch zou geheel in strijd zijn mot d© bedoeling van het voor schrift en feitelijk neerkomen op cm salaris verhooging met f 75,- waartoe geen pnkelo aanleiding bestaat. Ook met het voorstel der Schoolcommissie om in verband met dé thans voor gee reide belangrijke salarisverhcogingen voorteek ge«a tegemoetkoming meer te verleenen in dc pliohto pensioensbijdragen gaan B. en Ws. volkomen mode. InrmeTs, ook ten opziahte van de ambtenaren, aan verschillende an«:*rc takken van dienst verbonden, is indertijd tot schrapping dier tegemoetkoming bosLo ten, toen traktementsverhooging plaat» hs.4. O n d e r w ij z e r c s s e n in de h a.n d- werken. Ten slotte brengt dc Plaatselijke Schooi commissie nog ter sprake de in art. 16 del verordening geregelde salariëering der yak- ondürwijzeressen in de handwerken aan d© soliolen 3de en 4de klasse, door wie, per tx>t den Raad 'gericht adres, eveneens op herziening harer salarisregeling is aange drongen. De bestaande traktementen zijn naar het oordeel der Commissie in verband met het gtroot aantal lesuren por week, ten bedrage van 10, en do eischen, voor het examen in vak k, veel te laag. Bovendien ontmoet de bestaande indeeling dier vak onderwij zeresscn in eers'c, tweed© derde en vierde onderwijzeressen bij haar ówee gfoote bezwaren. Volgens de bestaand© regeling kan do jaarwedde tweemaal met f 25 worden verhoogd en blijft zij dan zoo lang op dezelfde hoogte, totdat een vaca ture in een höogeren rang opklimming mo gelijk maakt. Al wordt van do 2de, do 3d© cn de 4do onderwijzeres dezelfde arbeid ver langd, al mag uit meer dienstjaren grooter geschiktheid voor het werk worden afgeleid, zoolang er geen vacature ontstaat, is ver betering van positie, ook in financiëol op zicht, behalve do zooevengenoemdo 2 kleine 13) Bovendien zouden zij zeker alle deu ren wel goed gesloten hebben, daar de inbraak in de buurt grooten indruk op hen scheen te hebben gemaakt en de zijstraat inderdaad zeer eenzaam was gelegen. Eva wild© ook liever niet aan dat grieze lige fei£ denkén, maar zonder het te willen kwam het haar telkens weer in de gedachte, maar dan weer troostte zij zich met het idee, dat men 't veiligst reist op een spoor lijn, waarop kort te voren een ongeluk heeft plaats gehad^ Ten slotte kwam het hier toch op hetzelfde neer; de politie kijkt hier dubbel scherp toe en de inbrekers zoe ken weer een andere, veiliger streek op. Overigens werd Eva gelukkig door haar bezigheden voldoende in beslag genomen. Het was natuurlijk onmogelijk alles mede t© nemen, wat haar uitgemaakt eigendom was, maar juist daarom moest zij de-s te nauwkeuriger een keuze doen, want als eerst de strijd over de echtscheiding zou sijn begonnen, dan ook zou het beslissen over het ,,mijn en dijn'' wel met twist go- paard gaan. Eindelijk ging Eva haar juweelen halen. Al haar sieraden lagen samen in een doosje op rood fluweel. Eva kon geen weer stand bieden aan heb veriangen even net deksel te openen en te genieten van de fonkelende pracht. Zij stak zelfs alle lichten aan, om de schitteringen nog beter te doen uitkomen. Zij hield de steenen één voor één tegen haar lichaam, hetgeen haar een heer lijk gevoel veroorzaakte. Zij had haar man wel eens gevraagd de massa's goudstukken, die dagelijks door zijn handen gingen, hem niet een dergelijk gevoel gaven, waarop echter zijn karakte ristiek antwoord had geluid: ,,Goud maakt d.e handen vuil en is veel te zwaar; ik heb liever een goeden jak met papiertjes." Hij bekeek de zaak slechts van een praotisch standpunt. Ma-ar het genot van glinsteren de sieraden had niets met hebzucht te ma ken. Of misschien toch wel? Eva legde stuk voor stuk weer in de doos en verzonk in diep nadenken. Was het niet toch wel hebzucht, die zelfs tot dief stal kon leiden, ook indien in nuchteren toestand berouw, schaamte en teruggave van het gestolene volgde? Was zij, Eva Hel wig, de dochter van een zeer geziene familie, eigenlijk wel een Kaar beter dan de eerste de beste vagebond, of was zij mis schien nog veel minder? De neiging tot morphine had Eva reeds overwonnen en zij gevoelde, dat zij op dit punt wel op den goeden weg zou blijven; nu wilde zij nog verder Kaar wilskracht op dé proef stellen; zij wilde deze heele, schit terende pracht achterlaten in de handen van hem, die ze haar had geschonken. Maar het volgende oogenblik lag de doos toch ie» den koffer. Neen, liet was haar onmogelijkAls 7-ij aan iets ter wereld was gehecht, dan was het wel aan dez© steenen. Het kleine klokje op de console liet reeds zijn twaalf slagen hooren: al middernacht! Meer dan een uur had zij met het bekij ken der juweelen doorgebracht, als in een droom, in een soort van hypnose. Nu ge voelde zij dat het vóór alles geraden wx3 een weinig rust te nemen. De koffer was klaar en zou morgen kunnen worden afge haald. Zij had dus niets meer te doen din te trachten kalm, zonder droomen, te sla pen. Maar was dat mogelijk? Er lieerscht© overal volmaakte stilte, maar er is een stilte, die eigenlijk te groot is, om rust te kunnen geven. Waar zou toch haar trouwe hond zijn gebleven? Misschien hadden de vreesachtige dienst meisjes het beest meegenomen, maar juist op dit oogenblik hoorde Eva een zacht trippelen over de gang, dat haar hevig deed schrikken. Het volgende oogenblik echter opende zij de deur en met gebiedende, gedempte stem riep zij: „Pluto 1" Dadelijk drong het dier zich met zijn lie ven kop tegen haar aan, zij streelde hem liefkoozend en liet hem binnen. Dat was een steun, die minstens tegen twee krachtige mannen opwoog, en die, zoo noodig, nog wel meer mannen zou staan. Gewoonlijk lag Pluto anders altijd voor de verandadeur in het salon, maar dezen nacht wilde Eva hem liever in haar nabij heid houden. Zij wees hem als plaats het vel voor haar bed aan en begon zioh te ont- kleeden. Zij hoorde de klok één uur, halftwee slaan en nog altijd kon zij den slaap maar niet vatten. Zij was niet gewend geheel alleen te zijn en nu kwamen bovendien nog de om standigheden er bij. Eindelijk toch was zij in een droomerigen toestand geraakt, zoodat zij het nog flauw tjes twee uren hoorde slaan, maar toen had toch de slaap zich van haar meester ge maakt. Maar plotseling vloog zij met vreeselijk hartkloppen omhoog en in de duisternis kon zij toch zien hoe de hond rechtop voor haar bed zat en zacht hoorde zij hem grommen. Koest, Pluto gebood zij. Maar toen dé hond niet dadelijk gehoor zaamde, overviel haar een vreeselijke angst deze- gevaarlijke beesten moesten wel soms eens, niettegenstaande hun trouw, aanval len hebben, waarin zij zich zelfs tegen hun eigen meesters wendden. Maar dat scheen hier niét het geval te zijn; bij een tweede bevel ging de hond weer liggen, maar hij bleef doorgrommen, daar hij te goed gedresseerd was om hard te blaffen. Eva bleef nu een oogenblik ingespannen luisteren. En ja, nu meende zij ook eenig geluid héél uit de vert© t© hooren. Het moest uit de tuinkamer komen, meende zij; telkens weer bij kleine tussohenpoozen was het of Eva hout hoorde knarsen en dan weer kon men zich voorstellen, dat iemand even angstig luisterde alvorens hiji een ge vaarlijk werkje voortzette. Terwijl Eva van schrik eerst bijna haar bewustzijn had ver loren, wist zij zich ten slotte toch geheel t© beheerschen. Er was geen twijfel meer of d© villa was door inbrekers bezocht; het was dus nu maar de vraag wat te doen. Yeel gevaar had zij niet t© duchten, daar de deur tussohen d© slaapkamer en de ove rig© kamers goed gesloten was. Eva zou ongestoord uit het raam om hulp kunnen roepen en als dan nog bovendien de hond zijn foTsche stem zou verheffen, dan zou den zeker allen, ook ai waren er twee of drie inbrekers, van schrik op de vlucht worden gejaagd. En deze vaste overtui ging deed Eva meer moed krijgen. Zij stond heel voorzichtig op, gleed zachtjes in haar morgenmuiltjes en trok haar ochtendjapon haastig aan. Haar handen beefden en ha-ar hart klopt© .onstuimig, terwijl zij voortdu rend zachtjes tot den hond bleef spreken, waardoor zij bereikte, dat dez© zich dood stil hield. Voorzichtig sloop zij nu naar de deur,, welke naar de eetkamer voerde. Dit ver trek was van de tuinkamer door een gor dijn gescheiden, dat gewoonlijk open gela ten werd, waardoor het mogelijk was van! de slaapkamer uit door het sleutelgat in. de tuinkamer te kijken, en Eva deed dit ook, nadat zij zich eerst nog overtuigd had,- dat de deur goed op den grendel was ge« schoven. Binnen was het volmaakt donker, maar dit duurde slechts weinig minuten., Toen ineens vlamde het licht opde inbre kers als er ten minste eenige waren Schenen den electrischen knop te hebben,' gevonden. Eva kon geen gestalten onderscheiden» waarom zij bijna met zekerheid durfde aan nemen, dat er niet meer dan één persoon! kon zijn, en deze overweging sterkte haar moed. Nu wilde zij ook zoo nauwkeurig mogelijk onderzoeken en in het zekere be wustzijn elk oogenblik onmiddellijk de deurij weer t© kunnen grendelen, openden zij deze op een kier. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1