15875
Maandag SO November.
A0. 1911.
fsze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Valsche en ware liefde.
e
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 rogels 1.05. Iedere regel meer ^0.17$. Grootere letters nsu
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oenta oontant j elk
tiental woorden meer 10 Oeuts. - Voor het inoasseeren wordt/"0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per week 9 Oents; per 3 maandeo f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd tijn 1.30.
Franco per post 1.65.
Landweer.
Voorloopig uitstel van't janrlijksch
onderzoek.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
'Leiden, maken, ingevolge paj. 40, derde
lid, der Landweerinstructie I, bij deze be
kend, dat het jaarlijkse^ onderzoek van de
verlofgangers der Landweer, hetwelk zou
worden gehouden op 22, 23, 24, 25, 27, 28, 29
en 30 November 1911 in de Wittepoortka-
zerne alhier, wegens het in deze gemeente
epidemisch heerschen van de besmettelijke
ziekte Roodvonk op die dagen niet zal
plaatshebben, doch voorloo
pig ia uitgosteld tot in de
maand December a.s.
De aandacht van de verlofgangers wordt
er op ge>vestigd, dat opnieuw bij openbare
kennisgeving zal worden bekend gemaakt
of bovenbedoeld onderzoek al dan niet na
der zal worden gehouden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,.
N. O. DE GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 16 November 1911.
Besmettelijke ziekte.
ROODVONK.
De Burgemeester van Leiden;
Gelet op artikel 21 der Wet van 4 De-
oember 1872 (Staatsblad No. 134);
Brengt ter algemeene kennis, dat in de
yreek van 13 tot en met 19 November 1911
pan gif te is gedaan van 10 gevallen van Rood
vonk en dat in die week geen personen
aan die ziekte zijn overleden.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Leiden, 20 November 1911.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van J. RIETHOVEN,
om vergunning tot oprichting van een roo-
kerij, zouterij en vetemelterij in het petceel
Narmstraat no. 14, Sectie B no. 172;
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
geven bij deze kennis aan het publiek, dat
genoemd verzoek, met de bijlagen op de
Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
iö; alsmede dat op Maandag 4 December
narist, des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren teaen dit verzoek in té
brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti
gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij,
die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder
wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le
den zijn verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 20 November 1911.
Voorstellen tot nieuwe snlaris-
regeling bij liet onderwijs te Leiden.
Verliooging van het minimum en
maximum der jaarwedde, enz.
Zcoals in de Raadsvergadering van 15
Juni j.l. door den Wethouder van Onder
wijs, in antwoord op een vTaag van den
hoer Zwiers, werd medegedeeld, had het toen
reeds eenigen tijd de aandacht van B. en
Ws. getrokken, dat het aantal geschikte sol
licitanten, bij vacatures voor onderwijzer van
hijstand bij het openbaar la.ger onderwijs
in deze gemeente in den laatsben tijd ge
ring was en het meermalen moeite kostte
een voordracht van in ieder opzicht aan
bevelenswaardige oandidaten op te maken,
terwijl bovendien ook verschill. goede onder
wijzers ontslag vroegen, om in een andere
gemeente .een hooger bezoldigde betrekking
bij het onderwijs te aanvaarden-
Aanvankelijk deed zich dit verschijnsel al
leen voor aan de scholen der 2de klasse,
dcch langzamerhand kon hetzelfde worden
waargenomen ten opzichte van de scholen
der 3de en 4de klasse.
Bij schrijven van 13 Juni 1911 vestigde
ook de af deeling Leiden der Ver&eniging
van Hoofden van Scholen in Nederland op
oen ©n ander de aandacht.
Eindelijk kwam op 15 Juni d. a. v. nog
het reeds vermelde adres in van de afdee-
ling Leiden van den Bond van Nederlandsche
Onderwijzers.
B. en «Ws. verzochten daarop de Plaat
selijke'Schoolcommissie alhier hun te dezer
zake wel haar gevoelen te willen kenbaar
maken.
In haar antwoord deelt zij nu mede, dat
het feit, dat in den laats ten tijd bij voor
komende vacatures het aantal aanbevelens-
waardige sollicitanten te gering is om een
deugdelijke voordracht op te maken, en dat
de besté leerkrachten pogingen aanwenden,
om elders oen beter gesalarieerde betrek
king te vinden, haar met bezorgdheid heeft
vervuld. Met het oog hierop en -léttende
op do omstandigheid, dat de sal arisr eg cling
in deze gemeente achterstaat bij verschil
lende andere gemeenten, acht zij herziening
dier salarisregeling dringend noodzakelijk, al
zou h. i. een oindsalards van f 1000 voor
een onderwijzer, die het nooit verder ge
bracht hoeft dan t-ot het behalen der onder
wijzersakte bedoeld bij art. 77a der Lagere
Onderwijsweb, een behoorlijke belooning ge
noemd kunnen worden.
Ten gev.clgo van een en ander, wordsn
door de Plaatselijke Schoolcommissie ver
schillende wijzigingen voorgesteld ?n de be
staande salarisrogeling der onderwijzers. Tot
hun leedwezen kunnen B. en Ws. zich met
die voorstellen niet in alle opzichten vereeni-
gen. Invoering van de door do Schoolcom
missie voorgestelde wijzigingen toch zou blij
kens de uitkomst van een door B. en Ws.
ingesteld onderzoek, over 1912 een lioogero
uitgave van de gemeente eischen van niet
minder dan ruim f 35,000.
Het zal niet verwonderen, dat
eendergelijke verhooging der uitgaven B.
en Ws. met het oog op. den toch al niet
trooskleurigen toestand der gemeente-finan-
oien niet gerechtvaardigd voorkomt.
Zij hebben daarom een gewijzigd voorstel
ontworpen, bij aanneming waarvan de hoo-
gere uitgaven voor 1912 zullen worden ver
minderd tot een bedrag - van ruim f 22,000
en tengevolge waarvan, naar zij vertrouwen,
de bovenvermelde nadeelen, die van de be
staande salarisregeling een gevolg schijnen
te zijn, zullen, worden opgeheven.
In de eerste, plaats meent de Schoolcom
missie, dat vérbetering der salarisregeling
moet worden bereikt door verliooging van
de in de vérordening van 12 Maart 1908
genoemde minimum-, en maximum-jaarwedde
der onderwijzers en door inkrimping van de
aldaar aangegeven tijdruimten tusschen de
verschillende verhoogingen.
Zij stelt daarom voor de aanvangsweddo
veer de onderwijzers en onderwijzeressen van
f 550 to brengen op f 600 en daaraan ver
der dusdanige verhoogingen te verbinden,
dat de jaarwedde na 2 jaar dienst aan een
openbare of bijzondere lagere school, hetzij
hier, hetzij elders, bedraagt f 650, na 4
jaar f 700, na 6 jaar f 750, na 8 jaar
f 800, na 10 jaar f 850, na 12 jaar f 900,
na 14 jaar f 1000 en na 16 jaar f 1100, waar:
deer dan tevens geen onderscheid meer zou
bestaan in do salariëering van manlijke en
vrouwelijke leerkrachten.
Mefc dit voofrsfcal kunnen B. en Ws. zich,
v'ocr zooveel betreft de verliooging van heb
minimum-salaris van, .f 550 tot f 600 zeer
goed voreenigen. Doch overigens komt het
hun voor, dat, ook met het oog op de sa
larissen in andere gemeente, het salaris van
de onderw. en ondorwijzèresscn wel wat hoog
wordt opgevoerd.
Let men bijv. op de in do gemeente Dor
drecht bestaande salarisregeling, dan zien
wij, dat ook daar de aanvangswedde f 600
bedraagt, doah dat het maximum-salaris voor
de onderwijzers slechts f 1000 bedraagt, te
bereiken na 18 jaar en voor de onderwijze
ressen slechte f 900 na 14 jaar.
Het komt B. en Ws. daarom voor, dat do
volgende regeling, waardoor in vergelijking
met 't voorstal derSchoolcommissie, voor
1912 een besparing verkregen wordt van
truim f 7000, oen alleszins billijke verhoo
ging genoemd kan worden: aanvangsweddo
f 600 (thans f 550), na 2 jaar 650 (thans
f 600), na 4 jaar f 700 (thans f 600), na
6 jaar f 750 (thansf 650), na 8 jaar f 800
(thans f 700), na 10. jaar f 850 (thans f 750),
na. 12 jaar f 900 (thans f 800), na 14- jaar
f 950 en na 16 jaar f 1000 (thans na 15
jaar f 900), terwijl de onderwijzers alleen
na 20 jaar nog een laatste verliooging van
f 50 ontvangen, zoodat hun maximum be
draagt f 1050 (thans f 1000).
Door deze régeling stijgt dus zoowel hot
minimum' als het ma-rim urn-salaris voor de
onderwij'zeirs meb f 50 en worden bovendien
de meeste periodieke verhoogingen veel eer
der. ontvangen dan bij de tegenwoordige rege
ling het geval is.
Van het salaris der onderwijzeressen kan
hetzelfde gezegd worden, niet uitzondering
van heb maximum. Dit toch is volgens de be
staande regeling f 900 na 15 jaar, terwijl
bij aanneming van hét voorstel van B. en
Ws. het maximum f 1000 bedraagt na 16
jaar dienst.
Uit een en ander blijkt tevens, dat B. en
Ws. zich niet kunnen vereenigen met het
vcoTstel van de Plaatselijke Schoolcommissie
om- overeenkomstig den wenscli van de af-
deeling Leiden van den Bond- van Neder
landsche Onderwijzers niet langer onder
scheid te maken tussohen de salaricering der
onderwijzers en der onderwijzeressen. Om
welke reden de commissie, die hierop vroe
ger nooit bij B. en Ws. heeft aangedrongen,
daartoe thans wil overgaan, blijkt uit haar
schrijven niet-
Doch lioo dit ook zij, B. en Ws. staan nog
steeds op het standpunt, dat bij de behan
deling dér salarisherziening in 1908 door
hen wércl ingenomen en door den Wethou
der van Onderwijs en andere leden in den
Raad werd verdedigd.
Nog steeds achten zij het niet wensohc-
lijk de onderwijzers en de onderwijzeressen
geheel op dezelfde wijze te bezoldigen.
In de eörste plaats is het billijk, dat de
onderwijzer, die in den regel oen gezin hecfb
te onderhouden, meer salaris ontvangt, dan
do onderwijzeres, die in den regel slechts voor
zichzelf te zorgen heeft. Verder dragen de
onderwijzeressen belangrijk minder bij voor
hét pensioenfonds voor weduwen en kinde
ren van burgerlijke ambtenaren, dan de on
derwijzers; voor laatstgenoemden bedraagt
n.l. do bijdrago jaarlijks 5 pCt., voor de
onderwijzeressen slechts 1 pOt. van den pen
sioensgrondslag. Ook do duur der verplichte
storting in het fonds is voor de onderwij
zeressen veel korter, aangezien voor hen,
zcodra zij heb veertigste levensjaar zijn in
getreden en zij alsdan geen kinderen beneden
18 jaar hebben, hetgeen meestal niet het
geval zal zijn, do verplichting tot storting
ophoudt. En eindelijk blijven B. en Ws. bij
hun moening, dat do ervaring heeft .geleerd,
dat de Gnderw ij zeros nu eenmaal niet geheel
op één lijn te stellen is met den onder-,
wijzer.
Om al deze redenen bestaat dan ook in
verschillende andere gemeenten onderscheid
tussohen de salariëering der onderwijzers en
der onderwijzeressen.
Het bezit dei* hoofd- en b ij akten-
Li de thans bestaande regeling der toe
kenning van verhoogingen in verband met
het bezit der hoofdakte wil de Schoolcom
missie geen verandering zien aangebracht-
„Al is het waaa-," zoo schrijft zij, „dat aan
cnderwijzers zonder en mot de. hoofd
akte dezelfde taak is opgelegd, het is nog
meer waar, dat-, wanneer twee hetzelfde doen,
hun werk daarom nog niet hetzelfde is- De
Schoolcommissie is overtuigd, dat een onder-
wijzér(es),;die zich na het behalen .der akt©
.vclgens art. 77a niet wetenschappelijk blijft
cmtwikkelen, in waarde voor de school ach
teruitgaat; dat de voortgezette studie den
blik verruimt, het inzicht verheldert-, het
onderwijs ten goede komt; dat het lioogere
peil, waarop de bezitter der hoofdakte staat,
d© verwachting doet geboren worden, dat
hij naar .verder voortgezette ontwikkeling
zal blijven streven; dat daarom ieder onder-
wijzer(es), die zich wat wetenschappelijke vor
ming aangaat, niet tevreden stelt met de
simpele ondorwij zere-akte, aanmoediging ver
dient, hierin bestaande dat hot verwerven
der hoofdakte zijn salaris belangrijk doet
stijgen."
B. en Ws. kunnen zich met deze meening
volkomen véreenigen en geven mitsdien in
overweging niet in te gaan op het door de
afdeeling Leiden van den Bond van Ned.
Onderwijzers gedaan verzoek, om het ver
schil in ^alariëering tussohen onderwijzers
met en zonder hoofdakte minder groot te
maken, doch do bestaande regeling te dezer
zake onveranderd te laten-
Eveneens gaan B. en Ws. geheel mede met
het voorstel der Plaatselijke Schoolcommissie,
con de salarisverhooging voor eik der drie
talen, Eransch, Duitsch en Engelsch, en voor
de Wiskunde voor de onderwijzers en onder-
wijzeresen, die de bevoegdheid moeten heb
ben die vakken te onderwijzen, van f 100
to brengen, op f 150, tot een maximum van'
f 600 voor alle in art. 14 genoemde bijakten,
Met de Schoolcommissie toch achten zij
het wenschelijk, dat dc bezitters der z.g,
bijakten, wanneer zij de bevoegdheid eiootcn
hebben die Vakken t© cnder wij zen, een eenigs»
zins hooger salaris ontvangen, dan volgens
het bestaande art. 14 der verordening het
geval zou zijn. Daardoor zal men ook berei»
ken, dat zioh meerdere geschikte sollicitan
ien dan thans voor een dergelijke vacarur©
aan de tweede klasse scholen zullen aan»
melden.
Om echter tevens aan hen. die wel in het
aczit dier bijakten zijn, doch die deze be
voegdheid niet noodig hebben, een salari?
verheuging toe te kennen van f 50 voor
ieder der 4 zooevengooemde vakken, zoo-
als de Schooloommissie mede voorstelt, daar
toe achtén B. en Ws. geen voldoende ter
men aanwezig, vooral ook met het oog op
de door hen voorgestelde algemeene salaris
verhooging. Evenmin zouden zij de verhoo
ging voor do akte handwerken, bedoeld sul
o. van art. 14, van f 25 op f 50 gebracht
willen zien.
Tegen toekenning der tegemoetkoming in
d© huishuur ad f 75 's jaars aan alle leer
krachten, in plaats van uitsluitend aan hen,
dio gehuwd cf weduwnaar zijn en den leef
tijd van 28 jaar bereikt hebben, waavoo
door den Bond wordt aangedrongen, bestaat
bij B. cn Ws. ovenals bij do Schoolcommi^io
ernstig bezwaar. Dit toch zou geheel in
strijd zijn mot d© bedoeling van het voor
schrift en feitelijk neerkomen op cm salaris
verhooging met f 75,- waartoe geen pnkelo
aanleiding bestaat.
Ook met het voorstel der Schoolcommissie
om in verband met dé thans voor gee reide
belangrijke salarisverhcogingen voorteek ge«a
tegemoetkoming meer te verleenen in dc
pliohto pensioensbijdragen gaan B. en Ws.
volkomen mode. InrmeTs, ook ten opziahte
van de ambtenaren, aan verschillende an«:*rc
takken van dienst verbonden, is indertijd
tot schrapping dier tegemoetkoming bosLo
ten, toen traktementsverhooging plaat» hs.4.
O n d e r w ij z e r c s s e n in de h a.n d-
werken.
Ten slotte brengt dc Plaatselijke Schooi
commissie nog ter sprake de in art. 16 del
verordening geregelde salariëering der yak-
ondürwijzeressen in de handwerken aan d©
soliolen 3de en 4de klasse, door wie, per
tx>t den Raad 'gericht adres, eveneens op
herziening harer salarisregeling is aange
drongen.
De bestaande traktementen zijn naar het
oordeel der Commissie in verband met het
gtroot aantal lesuren por week, ten bedrage
van 10, en do eischen, voor het examen in
vak k, veel te laag.
Bovendien ontmoet de bestaande indeeling
dier vak onderwij zeresscn in eers'c, tweed©
derde en vierde onderwijzeressen bij haar
ówee gfoote bezwaren. Volgens de bestaand©
regeling kan do jaarwedde tweemaal met
f 25 worden verhoogd en blijft zij dan zoo
lang op dezelfde hoogte, totdat een vaca
ture in een höogeren rang opklimming mo
gelijk maakt. Al wordt van do 2de, do 3d©
cn de 4do onderwijzeres dezelfde arbeid ver
langd, al mag uit meer dienstjaren grooter
geschiktheid voor het werk worden afgeleid,
zoolang er geen vacature ontstaat, is ver
betering van positie, ook in financiëol op
zicht, behalve do zooevengenoemdo 2 kleine
13)
Bovendien zouden zij zeker alle deu
ren wel goed gesloten hebben, daar de
inbraak in de buurt grooten indruk op hen
scheen te hebben gemaakt en de zijstraat
inderdaad zeer eenzaam was gelegen.
Eva wild© ook liever niet aan dat grieze
lige fei£ denkén, maar zonder het te willen
kwam het haar telkens weer in de gedachte,
maar dan weer troostte zij zich met het
idee, dat men 't veiligst reist op een spoor
lijn, waarop kort te voren een ongeluk
heeft plaats gehad^ Ten slotte kwam het
hier toch op hetzelfde neer; de politie kijkt
hier dubbel scherp toe en de inbrekers zoe
ken weer een andere, veiliger streek op.
Overigens werd Eva gelukkig door haar
bezigheden voldoende in beslag genomen.
Het was natuurlijk onmogelijk alles mede
t© nemen, wat haar uitgemaakt eigendom
was, maar juist daarom moest zij de-s te
nauwkeuriger een keuze doen, want als
eerst de strijd over de echtscheiding zou
sijn begonnen, dan ook zou het beslissen
over het ,,mijn en dijn'' wel met twist go-
paard gaan.
Eindelijk ging Eva haar juweelen halen.
Al haar sieraden lagen samen in een
doosje op rood fluweel. Eva kon geen weer
stand bieden aan heb veriangen even net
deksel te openen en te genieten van de
fonkelende pracht. Zij stak zelfs alle lichten
aan, om de schitteringen nog beter te doen
uitkomen. Zij hield de steenen één voor één
tegen haar lichaam, hetgeen haar een heer
lijk gevoel veroorzaakte.
Zij had haar man wel eens gevraagd
de massa's goudstukken, die dagelijks door
zijn handen gingen, hem niet een dergelijk
gevoel gaven, waarop echter zijn karakte
ristiek antwoord had geluid: ,,Goud maakt
d.e handen vuil en is veel te zwaar; ik heb
liever een goeden jak met papiertjes." Hij
bekeek de zaak slechts van een praotisch
standpunt. Ma-ar het genot van glinsteren
de sieraden had niets met hebzucht te ma
ken.
Of misschien toch wel?
Eva legde stuk voor stuk weer in de
doos en verzonk in diep nadenken. Was het
niet toch wel hebzucht, die zelfs tot dief
stal kon leiden, ook indien in nuchteren
toestand berouw, schaamte en teruggave
van het gestolene volgde? Was zij, Eva
Hel wig, de dochter van een zeer geziene
familie, eigenlijk wel een Kaar beter dan de
eerste de beste vagebond, of was zij mis
schien nog veel minder?
De neiging tot morphine had Eva reeds
overwonnen en zij gevoelde, dat zij op dit
punt wel op den goeden weg zou blijven;
nu wilde zij nog verder Kaar wilskracht op
dé proef stellen; zij wilde deze heele, schit
terende pracht achterlaten in de handen
van hem, die ze haar had geschonken. Maar
het volgende oogenblik lag de doos toch ie»
den koffer.
Neen, liet was haar onmogelijkAls 7-ij
aan iets ter wereld was gehecht, dan was
het wel aan dez© steenen.
Het kleine klokje op de console liet reeds
zijn twaalf slagen hooren: al middernacht!
Meer dan een uur had zij met het bekij
ken der juweelen doorgebracht, als in een
droom, in een soort van hypnose. Nu ge
voelde zij dat het vóór alles geraden wx3
een weinig rust te nemen. De koffer was
klaar en zou morgen kunnen worden afge
haald. Zij had dus niets meer te doen din
te trachten kalm, zonder droomen, te sla
pen. Maar was dat mogelijk?
Er lieerscht© overal volmaakte stilte,
maar er is een stilte, die eigenlijk te groot
is, om rust te kunnen geven. Waar zou
toch haar trouwe hond zijn gebleven?
Misschien hadden de vreesachtige dienst
meisjes het beest meegenomen, maar juist
op dit oogenblik hoorde Eva een zacht
trippelen over de gang, dat haar hevig
deed schrikken.
Het volgende oogenblik echter opende
zij de deur en met gebiedende, gedempte
stem riep zij: „Pluto 1"
Dadelijk drong het dier zich met zijn lie
ven kop tegen haar aan, zij streelde hem
liefkoozend en liet hem binnen. Dat was een
steun, die minstens tegen twee krachtige
mannen opwoog, en die, zoo noodig, nog
wel meer mannen zou staan.
Gewoonlijk lag Pluto anders altijd voor
de verandadeur in het salon, maar dezen
nacht wilde Eva hem liever in haar nabij
heid houden. Zij wees hem als plaats het
vel voor haar bed aan en begon zioh te ont-
kleeden.
Zij hoorde de klok één uur, halftwee slaan
en nog altijd kon zij den slaap maar niet
vatten. Zij was niet gewend geheel alleen
te zijn en nu kwamen bovendien nog de om
standigheden er bij.
Eindelijk toch was zij in een droomerigen
toestand geraakt, zoodat zij het nog flauw
tjes twee uren hoorde slaan, maar toen had
toch de slaap zich van haar meester ge
maakt.
Maar plotseling vloog zij met vreeselijk
hartkloppen omhoog en in de duisternis
kon zij toch zien hoe de hond rechtop voor
haar bed zat en zacht hoorde zij hem
grommen.
Koest, Pluto gebood zij.
Maar toen dé hond niet dadelijk gehoor
zaamde, overviel haar een vreeselijke angst
deze- gevaarlijke beesten moesten wel soms
eens, niettegenstaande hun trouw, aanval
len hebben, waarin zij zich zelfs tegen hun
eigen meesters wendden.
Maar dat scheen hier niét het geval te
zijn; bij een tweede bevel ging de hond
weer liggen, maar hij bleef doorgrommen,
daar hij te goed gedresseerd was om hard
te blaffen.
Eva bleef nu een oogenblik ingespannen
luisteren. En ja, nu meende zij ook eenig
geluid héél uit de vert© t© hooren. Het
moest uit de tuinkamer komen, meende zij;
telkens weer bij kleine tussohenpoozen was
het of Eva hout hoorde knarsen en dan
weer kon men zich voorstellen, dat iemand
even angstig luisterde alvorens hiji een ge
vaarlijk werkje voortzette. Terwijl Eva van
schrik eerst bijna haar bewustzijn had ver
loren, wist zij zich ten slotte toch geheel t©
beheerschen.
Er was geen twijfel meer of d© villa was
door inbrekers bezocht; het was dus nu
maar de vraag wat te doen.
Yeel gevaar had zij niet t© duchten, daar
de deur tussohen d© slaapkamer en de ove
rig© kamers goed gesloten was. Eva zou
ongestoord uit het raam om hulp kunnen
roepen en als dan nog bovendien de hond
zijn foTsche stem zou verheffen, dan zou
den zeker allen, ook ai waren er twee of
drie inbrekers, van schrik op de vlucht
worden gejaagd. En deze vaste overtui
ging deed Eva meer moed krijgen. Zij stond
heel voorzichtig op, gleed zachtjes in haar
morgenmuiltjes en trok haar ochtendjapon
haastig aan. Haar handen beefden en ha-ar
hart klopt© .onstuimig, terwijl zij voortdu
rend zachtjes tot den hond bleef spreken,
waardoor zij bereikte, dat dez© zich dood
stil hield.
Voorzichtig sloop zij nu naar de deur,,
welke naar de eetkamer voerde. Dit ver
trek was van de tuinkamer door een gor
dijn gescheiden, dat gewoonlijk open gela
ten werd, waardoor het mogelijk was van!
de slaapkamer uit door het sleutelgat in.
de tuinkamer te kijken, en Eva deed dit
ook, nadat zij zich eerst nog overtuigd had,-
dat de deur goed op den grendel was ge«
schoven. Binnen was het volmaakt donker,
maar dit duurde slechts weinig minuten.,
Toen ineens vlamde het licht opde inbre
kers als er ten minste eenige waren
Schenen den electrischen knop te hebben,'
gevonden.
Eva kon geen gestalten onderscheiden»
waarom zij bijna met zekerheid durfde aan
nemen, dat er niet meer dan één persoon!
kon zijn, en deze overweging sterkte haar
moed. Nu wilde zij ook zoo nauwkeurig
mogelijk onderzoeken en in het zekere be
wustzijn elk oogenblik onmiddellijk de deurij
weer t© kunnen grendelen, openden zij
deze op een kier.
(Wordt vervolgd).