LEIDSGH DACrBLAB, Woensdag* 1 November. Tweede Blad. Anno 1911. Buitenlandseh Overzicht. PERSOVERZICHT. Ingezonden. FEUILLETON. liet oorlogsbericht. No. 15859. Wij hebben de laatste dagen gezegd, dut de M a r o k k a a n s c li e kwestie uit was. Zoover is het eehter nog niet. "De Fransch-Duitsche overeenkomst is nog niet geteelcend. Er moet hier en daar nog wat glad geschaafd worden. De Fransohe mi nister-president Caillaux was van plan de kamerzittingen niet to doen aanvangen, voordat de overeenkomst geteekend zou zijn: in den ministerraad kwam men echter tot het inzicht, dat de stemming in parle mentaire kringen van dien aard is, dat de bijeenroeping, zonder gevaar voor het mi nisterie, niet langer kon worden uitge steld. De opening der Kamer is derhalve be paald op Dinsdag 7 November. De beweging onder heb E ngelsoh s p. o o r w e g-p ersone e 1 houdt- aan. Toch schijnt de toestand te verbeteren en een spoedig vergelijk wel te verwachten. De spoorwegmaatschappijen gaan voort met de toezegging van loonsverhoogingen. De Londensche en Noordwester-Spoorweg maatschappijen hebben loonsverhoogingen toegestaan tot een jaarlijksch bedrag van 80,000 pd. st., ongerekend de door de maatschappijen verleende concessie. De spoorwegmannen hebben een manifest uitgevaardigd, dat men aan bet oordeel der maatschappijen zal onderwerpen ©n waarin een verbetering van de dien.stvoorwaa.cden en de loonen verlangd wordt. De eischer zijn neergelegd in 35 clausules, waarin tot in bijzonderheden ingegaan wordt op kwes ties als van het aantal werkuren, vrije da gen, bevordering, loonen en de verschillen de rangen. Ondertusscben zijn vierduizend bestuur ders va.n Londensche motorcabs heden in staking gegaan naar aanleiding van een ge schil over de extraatjes, welke de eigenaars willen aftrekken van het loon. Het is nog niet te voorzien wat hiervan worden zal. Er is den laabsten tijd eenige buiten gewone belangstelling in het Heilig Col lege. Gisteren hebben wij elders in ons klad reeds iets meegedeeld over de. kansen die een Nederlander zou hebben om tot Kardinaal te worden benoemd. In het Hei lig College, zijn verschillende vacatures. De „Corriesre della Sera" bespreekt, op den grondslag van het opnieuw aanvullen, de mogelijkheid, dat na Pias X een vreem deling tot paus gekozen zou worden. Er zullen thans 33 Italianen en 30 niet-Ital'ia- nen kardinaal zijn. Met het numerieke over wicht van do Italianen is het dus gedaan. Wanneer de buitenlandsche kardinalen in het toekomstige oonclave hun stemmen ver eenigen op een buitenlander, dan"is .liet voor de Italianen onmogelijk de voor de paus keuze vereischte meerderheid van -/3 bij een te krijgen Hoe onwaarschijnlijk het ook klinkt, het is toch: niet absoluut uitgcslo- ten, dat een niet-Italiaan de opvolger van Pi us X zal worden. Zocals te verwachten was, heeft het Oos ten r ij ksc hH ongaar .sch kabinet, von Gautsch zijn ontslag gevraagd. Men Ver wacht thans de benoeming van een cabinet d'affaires, uit ambtenaren bestaande. Aan oplossing der moeilijkheden schijnt men te gaan wanhopen. Het succes van de Chineesche r e- v o 1 u ti e heeft oen schok doen gaan door liet geheelc land. Joean Sji-Kai is de man van het oogm- blik. Hij heeft zonder eenigen twijfel alle draden in handen. Wel is., waar is zijn benoeming tot eersten minister nog niet hekend .gemaakt, er is echter alle reden om aan te nemen, dat dit binnen zeer korten tijd zal geschieden. Mét oen eigen minister voor binnenland- sche zaken en zijn eigen troepen, zal Joean dan feitelijk dictator zijn. Hij is nu, door tusschenkomst van ge zanten, in onderhandeling getreden met' de strijdende opstandelingen en schijnt er v&st op to rekenen, dat hij, door de reeds gedane concessies en de andere, dié nog te wachten zijn, meester van het terrein zal blijve-n- Toch zijn do berichten die inkomen ern stig genoeg. Uit vele provincies ontvangen inlichtingen gewagen van garnizoenen, die zich bij den opstand hebben aangesloten. Een aantal vreemde vluchtelingen, die uit Lintsjen zijn aangekomen, hebben verklaard, dat vele Mantsjoes en vier vreemdelingen bij iden opstand te Teijoenafoe gewond zijn géworden. De vreemdelingen werden bij toe val gewondzij waren naar het hospitaal gebracht, waar zij goed behandeld werden en nu aan de beterhand waren. De andere vreemdelingen blijven te Teijoeanfoe onder bescherming der opstandelingen, die den spoorweg van Teijoeanfoe naar denr Gr oo ien Muur bezet houden. Te Peking duurt de toestand van onrust voort. De vreemde troepen houden de wacht bij de missies. Zeventig Pransche soldaten bewaken de Peitang-Kathedraal. Amerikaan- sche burgers zullen morgen in het gezant schap beraadslagen over hetgeen bij onver wachte gebeurtenissen 'zal moeten worden gedaan. Dit bewijst wel, dat men nog alles kan verwachten in China en dat de leidende hand, .die orde moet brengen in den cha-os, nog piet wordt gevoeld. Zal Joean-Sji-Kai slagen in zijn moeilijke taak In een hoofdartikel, waarboven staat Ontgroeningsschandalen, zegt „D eNederlander" o. a. het volgen de: Op den zoogenaamaen „receptieavond" te Leiden, in „Zomerzorg", hebben enkele oudere studenten, waaronder van 't zesde en 7de jaar, door de gro-eiicn een ge- kostumeerden optocht doen houden, die een parodie moest voorstellen op de dit jaar gehouden Utrechtsche maskerade. v groe nen weiden toegetakeld en gegrimeerd in de zonderlingste en onzedelijkste kleeding: zij verscheidenen hunner althans, schijnen niet geweten te hebben wat zij moesten voorstellen, en wij zullen ons ook onthou den om daarvan ook maar bedekt-el ijk eenig denkbeeld te geven. De smerigste gesprek ken werden gehouden, de vuilste liedjes gezongen, en, aan de heeren geïnviteerd.-.u niet aan de groenen waren tekstboek jes uitgedeeld, ter verklaring van wat ver toond werd, tekstboekjes zoo schunnig, dat men zijn uiterste best gedaan heeft, om alle exemplaren te vernielen of weg te moffe len. Bij die vertooning was geïnviteerd het Collegium, dat n.b. toezicht moet houden op de wijze, waarop het groenloopen wordt toegepast; ook de bestuursleden van ver schillende corporatie-vereenigingen waren uitgenoodigd. Na mededecling van het feit, knoopt het blad daar enkele beschouwingen aan vast: „Men heeft hier dus niet te doen met een clronkenmanspartij, maar met. een geheel voorbereide liederlijke vertooning, geleid door .eenige studenten, wier namen wij, zoo lang men ons niet tot openbaarmaking dwingt, om hun familienaam te sparen, ver zwijgen; niet door pas aangekomen stu denten, maar door studenten, die reeds lang aan de universiteit hadden gestudeerd. En die vertooningen moesten door de groenen, die daartoe verplicht waren, worden uitge- voe- Enkelen werden vrijgesteld Het is waar, dat op verzoek van eenige leden der Christel. Studenten-Vereeniging, den I9den October een corps vergadering is gehouden, waarin verontwaardiging over het gebeurde is uitgesproken, en dat en kele leden, die de vergadering hadden bij gewoond, openlijk hun leedwezen hebben uitgesproken, dat zij den moed hadden ge mist heen te gaan. Maar door geen motie van wantrouwen is het Collegium, dat de schandelijke vertooning zonder protest heeft bijgewoond, tot aftreding gedwongen. En bc/vendien, wat geven zulke moties1? Waar de op voerders" zich wekenlang be_ ijverd hebben de groenen aan allerlei los bandigheid te gewennen, te breken met elke traditie van zedelijkheid en welvoeg lijkheid, wat heteekent. daar de afkeuring van een daad, die niet veel anders is dan de bekroning van haar werk? Zoolang studenten verkiezen zich zei ven over te geven aan losbandigheid, zwijgen wij. De vrijheid om ziohzelven te regeeren, die aan onze Universiteiten traditioneel is, wensohen wij niet in te korten, en die vrijheid brengt de bevoegdheid mee om er voor zichzelf misbruik van te maken. Maar geheel iets anders is het, wanneer de ouderen de jongeren als het ware dwin gen met hun perverse zeden kennis te ma ken. Wel is waar behoeft niemand lid te wor den van het Corps. Maar feite lijkmis het uiterst moeilijk zic-h daaraan te onttrekken, feitelijk is aansluiting aan een corps bijna onvermijdelijk, omdat een ander corps niet bestaat. Bovendien weten vele ouders niet, wat toetreding tot een corps na zich sleept. Wij besteden millioenen voor ons univer sitair onderwijs; do ouders moeten, om hun kinderen in de maatschappij te doen sla gen, hen daarheen zenden. Gaat het aan, dat de Regeering zulke feiten, die al geven de studenten zich de grootste moeite zo te verbergen ook haar niet onbekend zullen blijven, straffeloos toelaat? Wij matigen ons het recht aan, kinderen aan hun ouders te ontrukken, wanneer deze hen niet behoorlijk opvoeden. Wij maken wetten, krachtens welke elke aanranding der openbare zedelijkheid streng wordt ge straft, en openbaar is dan elke han deling, die door een ander tegen zijn wil wordt bijgewoond of waargenomen. Gaat het dan aan, aan onze openbare universiteiten te jonge en te onervaren mensohen, door de ouderen meegesleept of overbluft, geheel onbeschermd te laten, waar deze zich bevinden in onze openbare Universiteiten? Moeten in naam der vrij heid onze nationale instellingen beheerscht worden door personenj die wij in het. ge wone leven den rug zouden toekeeren? Het is ongetwijfeld moeilijk hier het juiste middel van redres aan te wijzen. Toch mee- nen wij, dat de wet aan den Aeademischen Senaat meer de verplichting moest opleg gen om to onderzoeken, en door ver wijdering te straffen. Het moet niet meer J een vraagstuk zijn, of in zaken als I deze de Aoademische Senaat krachtig mag I het behoort vaat te staan, dat hij krach- tig moet optreden. Niet a-ls zedenmees- ter, maar als beschermer van hen-, die aan onze Universiteiten wenschen te studeeren. En daarbij behoort niemand te worden ontzien. Zoolang dit niet geschiedt, blijven wij de I ouders, die zulke „opvoeding" verafschu- wen, toeroependoet wat gij kunt om uwe zonen te onttrekken aan corpsen, die eischen, dat zij zich 'onderwerpen aan den wil van den eersten den besten vlegel, die j den naam draagt van student. ,,D e Nieuwe Coura 111", van het bovenstaande melding makende, zegt: i Wij hebben omtrent het voorgevallene., dat ook ons eenigen tijd geleden was ter oore gekomen, inlichtingen ingewonnen en die van volkomen betrouwbare zijde verkregen. Zij stemmen met die van „D e Neder lander" overeen, j Inderdaad is op de zgn. „Collegiumsre ceptie" van Maandag 9 October in „Zo merzorg" welke jaarlijks met een door een commissie van studenten voorbereide opvoering van een groenen-theater wordt gevierd een zeer gemeene en platte voor stelling gegeven, bestaande in een parodie op de Utrechtsche maskerade. Eerst den dag voor de voorstelling had de bedoelde commissie heb tekstboekje ter inzage gege ven aan het Collegium, dat wel door den inhoud daarvan ontsteld is, maar den moed of het beleid heeft gemist de voorstelling te verbieden of de receptie af te stellen. Slechts heeft het Collegium een paar groe tten, wien geen rol was toebed eld, op den avond van de voorstelling naar huis gezon den; den toegang strikt tot. cle uitgenoodig- den beperkt en een* zoo gering mogelijk aantal tekstboekjes doen. beschikbaar stel len. Als genoodigden hebben de studenten- besturen der faculteiten en van -corpsver- eenigingen cle voorstelling bijgewoond en algemeen was reeds daar de verbazing over haar aard en het feit, dat zoo iets wercl toegelaten, een verbazing," die tot verontwaardiging steeg, toen men den vol genden dag de zaak kalmer overwoog en onderling besprak. Onze beriohtgever zegt, dat het Collegium en ook den besturen wel is waar blaam treft, (het eerste, omdat het de voorstel ling heeft toegelaten, de tweede, omdat zij haar zijn blijven bijwonen)maar dat een ieder eigenlijk dupe is geworden van de schending van vertrouwen door vijf corps leden (de groenentheater-commissie). Van de corps vergadering, die ter zake van het voorgevallene is bijeengeroepen en op 19 October werd gehouden, is ons niet anders bekend dan dat het Collegium daar erkend moet hebben met liet laten doorgaan van de voorstelling te hebben gefaald; dat de vergadering afkeuring over het gebeur de heeft uitgesproken, maar na de verant woording door het Collegium het niet noo- dig achtte dit te doen in zoodanigen vorm dat het Collegium daardoor tot aftreden zou worden genoopt. WeBke blaam of straf de leden der groenentheater-commissie heeft getroffen, is ons niet bekend. Wij hopen, dat het Collegium van het L. S. C. in de publicatie van ,,D e N e d e r- lander" aanleiding zal vinden om nader mede te deelen welken afloop de zaak m de bedoelde corpsvergadering heeft gehad. Wij achten het voorgevallene zeer betreu renswaardig; nog niet eens zoozeer om het ergerlijk gedrag van de vijf studenten, die smerige vertooningen door de g. oenen heb ben laten opvoeren als wel wegens het ge mis van flinkheid en beleid, (nogr.l na de in de laatste jaren opgezette'beweging te gen de studentencorpsen), dat door het Collegium werd aan den clag gelegd. Echter mag niet uit het oog verloren wor den, dat het gebeurde in het Corps zelf groote verontwaardiging heeft gewekt, welke aanstonds geleid heeft tot het uit spreken, bij corpsbesluit, van afkeuring en van het vertrouwen, dat zoo iets niet meer zou geschieden. ,,In het algemeen", zoo sohreef ons onze academische berichtgever, na het einde van den groentijd „is deze groentijd goed afgeloopen", en bij bracht daarvoor een woord van hulde aan het Col legium, dat moeite no0h tijd had ontzien om te zorgen, dat niets de goede stemming kon verstoren, en berichtte ons eenige voorbeelden van de goede werking, die deze zorg in het belang der nieuw aangekomencn 1 had gehad. Dit ééne voorval, hoe afkeu- j renswaardig ook en hoezeer geschikt, om, publiek geworden, den indruk naa buiten te bederven, mag daarom, meenen wij, niet als kenmerkend voor den afgeloopen Leid- schen groentijd worden beschouwd. ,,D e Bod e" bespreekt, ondf het op schrift Het zegevierend recht, het Amsterdamschc Raadsbesluit betreffen de het n i e t-o n t. s 1 a a n van de g e- i <h uw de on d e r w ij ze r e s, mevrouw i Lub-Kooiman. Het blad heeft allen lof voor het door de I raadsleden mr Van Gigch en Ketelaar ge- 1 sprokene in de Raadszitting en zegt over het vraagstuk o.af liet moederschap kan stellig ten gevolge 1 hebben, dat de gehuwde onderwijzeres va- j ker verlof noodig heeft clan de ongehuwde; j daartegenover staat echter, dat de vrouw door het huwelijfo over 'het algemeen ge- zonder wordt. En er is ook iets waars in, dat de huidige positie van de gehuwde onderwijzeres haar eenigszins voor het moederschap moet doen terugsohikken. Dit echter ligt niet in haar, noch in haar beroep als zoodan:^, maar in de bezwaren, welke men 'haar in der- weg legt. j Wanneer de gemeente begon met haar een ruimer verloftijd toe te l .wn zonder verlies van traktement en haar niet het dreigement van ontslag voorhield, indien zulk een verlof eens eenige keeren noodig is, clan zou de natuurlijke verhouding van. het aantal kinderen bij gehuwde onderwijzeres sen in en buiten dienst zich spoedig her stellen. Uit een algemeen maatschappelijk oog punt was dit z-eker gem verlies. De maat schappij zou de krachten der moeders ge bruiken voor zoolang dit het g?zin niet. schaadde, en zou, cloor aan het onderhoud van het gezin te blijven medewerken in tij den, dat de moedhr geen roaatsohappelijken' arbeid kaD verrichten, den besten steun voor bet gezinsleven verschaffen. Zoover echter zijn we nog niet. Tot nog toe verkeeren we in het stadium van de „christelijke deugd op een koopje." Toch hebben *vij veel gewonnen. Het Raadsbesluit heeft het recht der vrouw er kend. Geheel doorgevoerd is dit echter nog niet. De rechtsche bladen hebben er ook al op gewezen, bewaarschoolhouderessen en telefoonjuffrouwen worden nog steeds ont slagen als zij trouwen. De consequentie eischt, dat ook haar wordt toegestaan, wat nu de onderwijzeressen verkregen hebben. De duurte. „De Tribune" meldt, dat het Partijbe stuur der S.-D.-P. tot cle S.-D. A.-P., het Vakverbond en het N.-A. S. de uitnoodi- ging heeft gericht om tot voorbereiding te komen van een gezamenlijk'optreden van het Nederlandsche proletariaat tegen de duurte. Lijst van onbesiiliiare brieven en briefkaarten yan hier verzonden gedurendr de tweede helft der maand October. Brieven: Heiiers, Amsterdam; mej. L. Holleman, Arnhem; B. Mulder Pz., Ben, nebroek; B. M. A. Paulus, Den Haag; mej. Sterling, Purmerend; mej. Spierdijk, mej. J. Bruggemans, W. F. J. Hoogerwerff, mej. Niemeier, Rotterdam, W. Schmidt, Zaan dam. Briefkaarten: S. de Vries, mevr. Goldsohmidt, mej. A. Mensinger, Amster dam; v. d. Broek, Den Haag; mej. G. Kleyn, Haarlem; mej. C. Florijn, mej. A. Tielkemeyer, Rotterdam mej. N. Derhage, Wageningen. 7 briefkaarten zonder adres 13 drukwerken. Buitenland. Briecen: Aural Rom^dus Co., Londen; G. Fijnvandraat, Tunbndge Wells. Ned. Qost-Indië. Brief: mej. H. Hof land, Padang. Briefkaarten: Ned. Fabriek van vuurwapenen, Leiden. Nota. Aan de afzenders wordt aanbevolen bun naam en adres op de stukken te ver melden, opdat deze bij onbestelbaarheid aan hen kunnen teruggegeven worden. Mijnheer de Redacteur I Mag ik een plaatsje in het „Leidsch Dag blad". In het „Leidsch Dagblad" van Maandag avond staat een stukje van den heer P. J. Bomli, wat werkelijk wel eenige verbete- 'ring behoeft. De heer Bomli schrijft dan, dat hij niet wist dat er nog abonné's waren die zoo achterlijk zijn als in China. Hoe Bomli dat land: durft aanhalen is mij een raadsel Wat- zien wij juist d aar? Dat juist daar een revolutionnaire uit barsting uitbrak en baan breekt, waarvan wij (ik schrijf met opzet wij, omdat ik meende dat Bomli er ook veel voor voelde op 't vasteland nog 't begin niet zien. Daar om vind ik dit beeld van Bomli zoo slecht gekozen. Wat Bomli verder schrijft aan het adres „Een andere abonné", kan ik onder schrijven, behalve zijn slot. Waar hij den raad geeft om te ijveren ieder in zijn eigen kring, om het devies „Eén voor allen, allen voor één," ingang te doen vinden, het vol gende: Heel goed bedoeld van u, maar begin gij danzelf er mede. Want juist dit wordt door Bomli en partijgenoo- ten altijd verwaarloosd, getuige de bouw vakstaking te Amsterdam, en de nu pas geëindigde zeeliedenstaking. Mijnheer de Redacteur, ik wensch werke lijk geen verdere polemiek met Bomli, alleen nog een goede raad mijnerzijds (die Bomli reeds Zaterdag ook ontving in een ander blad): Veeg eerst uw eigen straatj'e schoon, en kom dan in een ander steegje. Uw abonné H. v. DUUREN. Hij had een zékere bedeesdheid in zijn wijze van optreden tegen over zijn meer ervaren metgezellen, welke een zeer a-angenamen indruk op hen maakte, en al hadden zij somtijds een glim lach over voor zijn open en oprechte gezeg den, het was een zekere rust voor hen een kameraad bij zich te hebben, waarvan niets te vreezen was. Van af den dag, dat zij het telegraafkantoor yan Sarras achter zich hadden, was de man, op zijn mak Syrisch paard gezeten, overgeleverd in de handen van de eigenaars der twee vlugste polopo ny's, die ooit den grond van Ghezireh be traden. De drie mannen waren afgestegen en brachten hun paarden in de zoo welkome schaduw der boomen. In den gelen gloed wierp iedere tuk bo"»h hun hoofd zulk een dichte, donkere schaduw, dat de mannen onwillekeurig er over heen wilden stappen. „De palm vormt een uitstekenden kap stok," zei Scott, terwijl hij zijn revolver en zijn waterflesch aan de kleine, omhoog staande pennen L'irig, die uit den stam sta ken. „Voor schaduwgevcnden boom echter heeft, hij geen ongeëvenaard succes. Het is merkwaardig, dat hier in de tropen niet wat steviger hoornen voorkomen; daar zou den we meer genot van hebben." „Zooals bijv. de bananen in Indië." „Of de mooie boomen met hun hard hout in Ashantee, waar een heel regiment wel ©en pic-nic kan houden in de schaduw." „De teakhoutboom in Birmah' is ook niet kwaad. Lieve hemelAl mijn tabak los in den zadelzakHoe staat het met de provi sie, Anesley?" „Over vijf minuten zullen wij ze wel hier hebben." De kleine stoet kameelen, met de baga ge beladen, kwam langzaam het voetpad af, dat zich slingerde tusschen de rotsen. De kameelen kwamen schommelende en met kleine pasjes aanzetten; zij draaiden lang haam met den kop heen en weer met de airs van een vrouw, die zeer ingenomen is met ziehzelve. Vooruit reden de drie Ber bers, dë lijf jongens, op ezels gezeten, en daarachter liepen de Arabische kameeljon- gens. Zij hadden een reis van negen lange uren achter zich, van het opgaan der maan af, met de langzame, trage beweging van kameelen, twee en een halve mijl per uur; maar nu kwam er levón in, zoowel bij men- schen als beesten, toen zij het groepje hoo rnen in het oog kregen en de paarden zon der ruiter. Binnen weinige minuten waren de paarden afgeladen, de beesten vastge bonden, een vuur aangemaakt, veTsch wa ter gehaald uit de rivier, en ieder kameel voorzien van zijn eigen klein hoopje voer, midden op het tafellaken neergelegd, want zonder kleed zal geen wèlopgevoed Arabier zijn kameelen voederen. Het verblindend licht om hen heen, de schaduw onder de boomen, de groene palmtoppen, die tegen de donkerblauwe lucht afstaken, de zacht heen en weer loopende Arabische bedien den, het knetteren van het vuur, de gloed van de vlammen, de vreedzame, pedante koppen der kameelen, zij komen ieder, die ze gezien heeft, weer voor den geest, en men ziet ze zelfs weder in zijn droomen. Seott was bezig eieren te klutsen in een pannetje en zong er met zijn schoone, diepe stem een liedje bij. Anerley, met zijn hoofd en twee armen in een groot-en zak bedol ven, trachtte door massa's blikken soep, rundvleesch, sardientjes en kippen heen te komen om een potje jam te zoeken, dat onder .ia lag. De plichtmatige Mortimer, met zijn aanteekenboek op zijn knie, was bezig op te teekenen wat de ingenieur bij het eind van de spoorweghaan hem den vo rige n dag gezegd had. Eensklaps sloeg hij- de oogen op en zag den persoon zelf, op zijn ka-st-anj eb ruinen pony gezeten, aankomen, nu eens -opduikende, dan weer verdwijnende op den oneffen weg. „Hoera, daar komt Merryweather aan „Zijn pony is bedekt met schuim. Hij heeft hem zeker uren lang in galop laten loopen Hoera, Merryweather, hoera De ingenieur, een kleine, dikke man, met rooden baard was komen aanrijden alsof hij voorbij wilde gaan zonder een woord te zeggen, of een oogenblik te rusten. Nu wendde hij zijn pony in een andere richting en liet hem in stap gaan, naar de plaats, waar onze correspondenten kampeerden. „Geef mij wat drinkenzeide hij ker mend, „mijn tong zit aan mijn verhemelte vast." Mortimer kwam onmiddellijk met zijn waterflesch aandragen, Scott met de whis key en Anerley met een tinnen pannetje. De ingenieur dronk totdat hij geen adem meer had. „Dank u, ik moet maken, dat ik weg kom," zeide hij, terwijl hij de druppels van zijn rooden knevel schudde. „Is er geen nieuws?" „Ze hebben getracht de spoorbaan op te breken. Ik moet den generaal spreken. Het is zeer lastig, dat wij geen telegraaf heb ben." „Is er iets gebeurd, dat we kunnen sei nen?" Onmiddellijk kwamen er drie noti tieboekjes voor den dag. „Ik zal bet u vertellen, als ik den gene raal eerst gesproken heb." „Zijn het de derwischen soms?" „Die schelmen yan vroeger. Vooruit, Jimmy 1 Goeden dag." Een zacht trappelen irrhet zand, een ge kletter van de steenen en de vermoeide pony zette de reis weder voort. „Zeker niets gewichtigs, zou 't wel?" zei Mortimer, terwijl hij hem nakeek. „Verduiveld ernstig!" riep Scott. „De ham en eieren zijn verbrandNeen, toch niet, het is in orde, ze moeten omge keerd. Doe de bus open, Anerley. Komaan, Mortimer, leg dat notitieboek nu weg. We hebben op 't oogenblik onze vork meer noo dig dan onze pen. Wat is er, Anerley?" „Ik wou wel eens weten óf wat wij zoo even vernomen hebben een telegram waard zou wezen." „Dat is de zaak der uitgevers te zeggen of het het- waard is ja of neen. Met vuile geldkwesties hebben wij ons niet te be moeien. Wij moeten maar zorgen, dat wij wat belangrijks mededeelen, en wij mogen ons dan ook niet entzien." „Maar wat is er tc vertellen?" Op Mortimers lang en ernstig gelaat ver toonde zich een glimlach over de onschuld van dien nieuweling. „Het is nu juist niet de. gewoonte in ons vak om elkaar de nieuwtjes aan de hand te doen," zeide hij. „Evenwel, als mijn tele gram geschreven is, dan moogt ge het wel lezen, daar maak ik geen bezwaar tegen. Ge kunt zeker zijn, dat ik het u niet zou laten zien, als het van het geringste gewicht was." Anerley nam het stukje papier en las: „Merryweather moeilijkheden verhinderen reis spreken generaal verhinderen natuur lijke moeilijkheden verhinderen oproer der wischen." „Dat is zeer beknopt," zeide Anerley met gefronste wenkbrauwen. „Beknopt!" riep Scott. „Wat! Het is j'uist schandelijk wijdloopig. Als mijn oude man zulk een telegram kreeg, zou hij uit varen van woede Ik zou er de helft wel uitgelaten hebben; bijvoorbeeld de woordeu reis en natuurlijke en oproer. Maar mijn oude man zou dat alles uitwerken en zou er tien regels van maken." „Hoe dan?" „Kijk, ik zal het zelf eens doen, om u te toonen. Leen mij dat potlood even." Hij krabbelde een oogenblikje in zijn notitie boekje. „Men kan het op die wijze uitwer ken: De heer Charles Merryweather, de erva ren spoorwegingenieur, die op het oogen blik belast is met- het toezicht op den aan leg der spoorweglijn van Sarras naar do grenzen, heeft groote moeilijkheden onder vonden met de spoedige voltooiing van zijn gewichtige taak. De oude man weet natuurlijk wie Merry weather is en wat hij hier uitvoert; het woord „moeilijkheden" geeft hern dit du8 alles in de pen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5