LEIDSGH DACrBLAB, Woensdag* 1 November. Tweede Blad.
Anno 1911.
Buitenlandseh Overzicht.
PERSOVERZICHT.
Ingezonden.
FEUILLETON.
liet oorlogsbericht.
No. 15859.
Wij hebben de laatste dagen gezegd,
dut de M a r o k k a a n s c li e kwestie
uit was. Zoover is het eehter nog niet. "De
Fransch-Duitsche overeenkomst is nog niet
geteelcend. Er moet hier en daar nog wat
glad geschaafd worden. De Fransohe mi
nister-president Caillaux was van plan de
kamerzittingen niet to doen aanvangen,
voordat de overeenkomst geteekend zou
zijn: in den ministerraad kwam men echter
tot het inzicht, dat de stemming in parle
mentaire kringen van dien aard is, dat de
bijeenroeping, zonder gevaar voor het mi
nisterie, niet langer kon worden uitge
steld.
De opening der Kamer is derhalve be
paald op Dinsdag 7 November.
De beweging onder heb E ngelsoh
s p. o o r w e g-p ersone e 1 houdt- aan.
Toch schijnt de toestand te verbeteren en
een spoedig vergelijk wel te verwachten.
De spoorwegmaatschappijen gaan voort
met de toezegging van loonsverhoogingen.
De Londensche en Noordwester-Spoorweg
maatschappijen hebben loonsverhoogingen
toegestaan tot een jaarlijksch bedrag van
80,000 pd. st., ongerekend de door de
maatschappijen verleende concessie.
De spoorwegmannen hebben een manifest
uitgevaardigd, dat men aan bet oordeel der
maatschappijen zal onderwerpen ©n waarin
een verbetering van de dien.stvoorwaa.cden
en de loonen verlangd wordt. De eischer
zijn neergelegd in 35 clausules, waarin tot
in bijzonderheden ingegaan wordt op kwes
ties als van het aantal werkuren, vrije da
gen, bevordering, loonen en de verschillen
de rangen.
Ondertusscben zijn vierduizend bestuur
ders va.n Londensche motorcabs heden in
staking gegaan naar aanleiding van een ge
schil over de extraatjes, welke de eigenaars
willen aftrekken van het loon.
Het is nog niet te voorzien wat hiervan
worden zal.
Er is den laabsten tijd eenige buiten
gewone belangstelling in het Heilig Col
lege. Gisteren hebben wij elders in ons
klad reeds iets meegedeeld over de. kansen
die een Nederlander zou hebben om tot
Kardinaal te worden benoemd. In het Hei
lig College, zijn verschillende vacatures.
De „Corriesre della Sera" bespreekt, op
den grondslag van het opnieuw aanvullen,
de mogelijkheid, dat na Pias X een vreem
deling tot paus gekozen zou worden. Er
zullen thans 33 Italianen en 30 niet-Ital'ia-
nen kardinaal zijn. Met het numerieke over
wicht van do Italianen is het dus gedaan.
Wanneer de buitenlandsche kardinalen in
het toekomstige oonclave hun stemmen ver
eenigen op een buitenlander, dan"is .liet voor
de Italianen onmogelijk de voor de paus
keuze vereischte meerderheid van -/3 bij
een te krijgen Hoe onwaarschijnlijk het ook
klinkt, het is toch: niet absoluut uitgcslo-
ten, dat een niet-Italiaan de opvolger van
Pi us X zal worden.
Zocals te verwachten was, heeft het Oos
ten r ij ksc hH ongaar .sch kabinet,
von Gautsch zijn ontslag gevraagd. Men Ver
wacht thans de benoeming van een cabinet
d'affaires, uit ambtenaren bestaande. Aan
oplossing der moeilijkheden schijnt men te
gaan wanhopen.
Het succes van de Chineesche r e-
v o 1 u ti e heeft oen schok doen gaan door
liet geheelc land.
Joean Sji-Kai is de man van het oogm-
blik. Hij heeft zonder eenigen twijfel alle
draden in handen.
Wel is., waar is zijn benoeming tot eersten
minister nog niet hekend .gemaakt, er is
echter alle reden om aan te nemen, dat dit
binnen zeer korten tijd zal geschieden.
Mét oen eigen minister voor binnenland-
sche zaken en zijn eigen troepen, zal Joean
dan feitelijk dictator zijn.
Hij is nu, door tusschenkomst van ge
zanten, in onderhandeling getreden met' de
strijdende opstandelingen en schijnt er
v&st op to rekenen, dat hij, door de reeds
gedane concessies en de andere, dié nog te
wachten zijn, meester van het terrein zal
blijve-n-
Toch zijn do berichten die inkomen ern
stig genoeg. Uit vele provincies ontvangen
inlichtingen gewagen van garnizoenen, die
zich bij den opstand hebben aangesloten.
Een aantal vreemde vluchtelingen, die uit
Lintsjen zijn aangekomen, hebben verklaard,
dat vele Mantsjoes en vier vreemdelingen
bij iden opstand te Teijoenafoe gewond zijn
géworden. De vreemdelingen werden bij toe
val gewondzij waren naar het hospitaal
gebracht, waar zij goed behandeld werden
en nu aan de beterhand waren. De andere
vreemdelingen blijven te Teijoeanfoe onder
bescherming der opstandelingen, die den
spoorweg van Teijoeanfoe naar denr Gr oo
ien Muur bezet houden.
Te Peking duurt de toestand van onrust
voort. De vreemde troepen houden de wacht
bij de missies. Zeventig Pransche soldaten
bewaken de Peitang-Kathedraal. Amerikaan-
sche burgers zullen morgen in het gezant
schap beraadslagen over hetgeen bij onver
wachte gebeurtenissen 'zal moeten worden
gedaan.
Dit bewijst wel, dat men nog alles kan
verwachten in China en dat de leidende
hand, .die orde moet brengen in den cha-os,
nog piet wordt gevoeld. Zal Joean-Sji-Kai
slagen in zijn moeilijke taak
In een hoofdartikel, waarboven staat
Ontgroeningsschandalen, zegt
„D eNederlander" o. a. het volgen
de:
Op den zoogenaamaen „receptieavond"
te Leiden, in „Zomerzorg", hebben
enkele oudere studenten, waaronder van
't zesde en 7de jaar, door de gro-eiicn een ge-
kostumeerden optocht doen houden, die een
parodie moest voorstellen op de dit jaar
gehouden Utrechtsche maskerade. v groe
nen weiden toegetakeld en gegrimeerd in
de zonderlingste en onzedelijkste kleeding:
zij verscheidenen hunner althans, schijnen
niet geweten te hebben wat zij moesten
voorstellen, en wij zullen ons ook onthou
den om daarvan ook maar bedekt-el ijk eenig
denkbeeld te geven. De smerigste gesprek
ken werden gehouden, de vuilste liedjes
gezongen, en, aan de heeren geïnviteerd.-.u
niet aan de groenen waren tekstboek
jes uitgedeeld, ter verklaring van wat ver
toond werd, tekstboekjes zoo schunnig, dat
men zijn uiterste best gedaan heeft, om alle
exemplaren te vernielen of weg te moffe
len.
Bij die vertooning was geïnviteerd het
Collegium, dat n.b. toezicht moet houden
op de wijze, waarop het groenloopen wordt
toegepast; ook de bestuursleden van ver
schillende corporatie-vereenigingen waren
uitgenoodigd.
Na mededecling van het feit, knoopt het
blad daar enkele beschouwingen aan vast:
„Men heeft hier dus niet te doen met een
clronkenmanspartij, maar met. een geheel
voorbereide liederlijke vertooning, geleid
door .eenige studenten, wier namen wij, zoo
lang men ons niet tot openbaarmaking
dwingt, om hun familienaam te sparen, ver
zwijgen; niet door pas aangekomen stu
denten, maar door studenten, die reeds lang
aan de universiteit hadden gestudeerd. En
die vertooningen moesten door de groenen,
die daartoe verplicht waren, worden uitge-
voe- Enkelen werden vrijgesteld
Het is waar, dat op verzoek van eenige
leden der Christel. Studenten-Vereeniging,
den I9den October een corps vergadering
is gehouden, waarin verontwaardiging over
het gebeurde is uitgesproken, en dat en
kele leden, die de vergadering hadden bij
gewoond, openlijk hun leedwezen hebben
uitgesproken, dat zij den moed hadden ge
mist heen te gaan. Maar door geen motie
van wantrouwen is het Collegium, dat de
schandelijke vertooning zonder protest
heeft bijgewoond, tot aftreding gedwongen.
En bc/vendien, wat geven zulke moties1?
Waar de op voerders" zich wekenlang be_
ijverd hebben de groenen aan allerlei los
bandigheid te gewennen, te breken met
elke traditie van zedelijkheid en welvoeg
lijkheid, wat heteekent. daar de afkeuring
van een daad, die niet veel anders is dan
de bekroning van haar werk?
Zoolang studenten verkiezen zich zei ven
over te geven aan losbandigheid, zwijgen
wij. De vrijheid om ziohzelven te regeeren,
die aan onze Universiteiten traditioneel
is, wensohen wij niet in te korten, en die
vrijheid brengt de bevoegdheid mee om er
voor zichzelf misbruik van te maken.
Maar geheel iets anders is het, wanneer
de ouderen de jongeren als het ware dwin
gen met hun perverse zeden kennis te ma
ken.
Wel is waar behoeft niemand lid te wor
den van het Corps. Maar feite lijkmis het
uiterst moeilijk zic-h daaraan te onttrekken,
feitelijk is aansluiting aan een corps bijna
onvermijdelijk, omdat een ander corps niet
bestaat. Bovendien weten vele ouders niet,
wat toetreding tot een corps na zich sleept.
Wij besteden millioenen voor ons univer
sitair onderwijs; do ouders moeten, om hun
kinderen in de maatschappij te doen sla
gen, hen daarheen zenden. Gaat het aan,
dat de Regeering zulke feiten, die al
geven de studenten zich de grootste moeite
zo te verbergen ook haar niet onbekend
zullen blijven, straffeloos toelaat?
Wij matigen ons het recht aan, kinderen
aan hun ouders te ontrukken, wanneer deze
hen niet behoorlijk opvoeden. Wij maken
wetten, krachtens welke elke aanranding
der openbare zedelijkheid streng wordt ge
straft, en openbaar is dan elke han
deling, die door een ander tegen zijn wil
wordt bijgewoond of waargenomen.
Gaat het dan aan, aan onze openbare
universiteiten te jonge en te onervaren
mensohen, door de ouderen meegesleept of
overbluft, geheel onbeschermd te laten,
waar deze zich bevinden in onze openbare
Universiteiten? Moeten in naam der vrij
heid onze nationale instellingen beheerscht
worden door personenj die wij in het. ge
wone leven den rug zouden toekeeren?
Het is ongetwijfeld moeilijk hier het juiste
middel van redres aan te wijzen. Toch mee-
nen wij, dat de wet aan den Aeademischen
Senaat meer de verplichting moest opleg
gen om to onderzoeken, en door ver
wijdering te straffen. Het moet niet meer
J een vraagstuk zijn, of in zaken als
I deze de Aoademische Senaat krachtig mag
I het behoort vaat te staan, dat hij krach-
tig moet optreden. Niet a-ls zedenmees-
ter, maar als beschermer van hen-, die aan
onze Universiteiten wenschen te studeeren.
En daarbij behoort niemand te worden
ontzien.
Zoolang dit niet geschiedt, blijven wij de
I ouders, die zulke „opvoeding" verafschu-
wen, toeroependoet wat gij kunt om uwe
zonen te onttrekken aan corpsen, die
eischen, dat zij zich 'onderwerpen aan den
wil van den eersten den besten vlegel, die
j den naam draagt van student.
,,D e Nieuwe Coura 111", van het
bovenstaande melding makende, zegt:
i Wij hebben omtrent het voorgevallene.,
dat ook ons eenigen tijd geleden was ter oore
gekomen, inlichtingen ingewonnen en die
van volkomen betrouwbare zijde verkregen.
Zij stemmen met die van „D e Neder
lander" overeen,
j Inderdaad is op de zgn. „Collegiumsre
ceptie" van Maandag 9 October in „Zo
merzorg" welke jaarlijks met een door
een commissie van studenten voorbereide
opvoering van een groenen-theater wordt
gevierd een zeer gemeene en platte voor
stelling gegeven, bestaande in een parodie
op de Utrechtsche maskerade. Eerst den
dag voor de voorstelling had de bedoelde
commissie heb tekstboekje ter inzage gege
ven aan het Collegium, dat wel door den
inhoud daarvan ontsteld is, maar den moed
of het beleid heeft gemist de voorstelling
te verbieden of de receptie af te stellen.
Slechts heeft het Collegium een paar groe
tten, wien geen rol was toebed eld, op den
avond van de voorstelling naar huis gezon
den; den toegang strikt tot. cle uitgenoodig-
den beperkt en een* zoo gering mogelijk
aantal tekstboekjes doen. beschikbaar stel
len.
Als genoodigden hebben de studenten-
besturen der faculteiten en van -corpsver-
eenigingen cle voorstelling bijgewoond en
algemeen was reeds daar de verbazing
over haar aard en het feit, dat zoo iets
wercl toegelaten, een verbazing," die tot
verontwaardiging steeg, toen men den vol
genden dag de zaak kalmer overwoog en
onderling besprak.
Onze beriohtgever zegt, dat het Collegium
en ook den besturen wel is waar blaam
treft, (het eerste, omdat het de voorstel
ling heeft toegelaten, de tweede, omdat zij
haar zijn blijven bijwonen)maar dat een
ieder eigenlijk dupe is geworden van de
schending van vertrouwen door vijf corps
leden (de groenentheater-commissie).
Van de corps vergadering, die ter zake
van het voorgevallene is bijeengeroepen en
op 19 October werd gehouden, is ons niet
anders bekend dan dat het Collegium daar
erkend moet hebben met liet laten doorgaan
van de voorstelling te hebben gefaald; dat
de vergadering afkeuring over het gebeur
de heeft uitgesproken, maar na de verant
woording door het Collegium het niet noo-
dig achtte dit te doen in zoodanigen vorm
dat het Collegium daardoor tot aftreden
zou worden genoopt. WeBke blaam of straf
de leden der groenentheater-commissie
heeft getroffen, is ons niet bekend.
Wij hopen, dat het Collegium van het
L. S. C. in de publicatie van ,,D e N e d e r-
lander" aanleiding zal vinden om nader
mede te deelen welken afloop de zaak m
de bedoelde corpsvergadering heeft gehad.
Wij achten het voorgevallene zeer betreu
renswaardig; nog niet eens zoozeer om het
ergerlijk gedrag van de vijf studenten, die
smerige vertooningen door de g. oenen heb
ben laten opvoeren als wel wegens het ge
mis van flinkheid en beleid, (nogr.l na de
in de laatste jaren opgezette'beweging te
gen de studentencorpsen), dat door het
Collegium werd aan den clag gelegd.
Echter mag niet uit het oog verloren wor
den, dat het gebeurde in het Corps zelf
groote verontwaardiging heeft gewekt,
welke aanstonds geleid heeft tot het uit
spreken, bij corpsbesluit, van afkeuring en
van het vertrouwen, dat zoo iets niet meer
zou geschieden. ,,In het algemeen", zoo
sohreef ons onze academische berichtgever,
na het einde van den groentijd „is deze
groentijd goed afgeloopen", en bij bracht
daarvoor een woord van hulde aan het Col
legium, dat moeite no0h tijd had ontzien
om te zorgen, dat niets de goede stemming
kon verstoren, en berichtte ons eenige
voorbeelden van de goede werking, die deze
zorg in het belang der nieuw aangekomencn
1 had gehad. Dit ééne voorval, hoe afkeu-
j renswaardig ook en hoezeer geschikt, om,
publiek geworden, den indruk naa buiten
te bederven, mag daarom, meenen wij, niet
als kenmerkend voor den afgeloopen Leid-
schen groentijd worden beschouwd.
,,D e Bod e" bespreekt, ondf het op
schrift Het zegevierend recht,
het Amsterdamschc Raadsbesluit betreffen
de het n i e t-o n t. s 1 a a n van de g e- i
<h uw de on d e r w ij ze r e s, mevrouw i
Lub-Kooiman.
Het blad heeft allen lof voor het door de I
raadsleden mr Van Gigch en Ketelaar ge- 1
sprokene in de Raadszitting en zegt
over het vraagstuk o.af
liet moederschap kan stellig ten gevolge 1
hebben, dat de gehuwde onderwijzeres va- j
ker verlof noodig heeft clan de ongehuwde; j
daartegenover staat echter, dat de vrouw
door het huwelijfo over 'het algemeen ge-
zonder wordt.
En er is ook iets waars in, dat de huidige
positie van de gehuwde onderwijzeres haar
eenigszins voor het moederschap moet doen
terugsohikken. Dit echter ligt niet in haar,
noch in haar beroep als zoodan:^, maar in
de bezwaren, welke men 'haar in der- weg
legt. j
Wanneer de gemeente begon met haar
een ruimer verloftijd toe te l .wn zonder
verlies van traktement en haar niet het
dreigement van ontslag voorhield, indien
zulk een verlof eens eenige keeren noodig is,
clan zou de natuurlijke verhouding van. het
aantal kinderen bij gehuwde onderwijzeres
sen in en buiten dienst zich spoedig her
stellen.
Uit een algemeen maatschappelijk oog
punt was dit z-eker gem verlies. De maat
schappij zou de krachten der moeders ge
bruiken voor zoolang dit het g?zin niet.
schaadde, en zou, cloor aan het onderhoud
van het gezin te blijven medewerken in tij
den, dat de moedhr geen roaatsohappelijken'
arbeid kaD verrichten, den besten steun voor
bet gezinsleven verschaffen.
Zoover echter zijn we nog niet. Tot nog
toe verkeeren we in het stadium van de
„christelijke deugd op een koopje."
Toch hebben *vij veel gewonnen. Het
Raadsbesluit heeft het recht der vrouw er
kend. Geheel doorgevoerd is dit echter nog
niet. De rechtsche bladen hebben er ook
al op gewezen, bewaarschoolhouderessen en
telefoonjuffrouwen worden nog steeds ont
slagen als zij trouwen. De consequentie
eischt, dat ook haar wordt toegestaan, wat
nu de onderwijzeressen verkregen hebben.
De duurte.
„De Tribune" meldt, dat het Partijbe
stuur der S.-D.-P. tot cle S.-D. A.-P., het
Vakverbond en het N.-A. S. de uitnoodi-
ging heeft gericht om tot voorbereiding te
komen van een gezamenlijk'optreden van
het Nederlandsche proletariaat tegen de
duurte.
Lijst van onbesiiliiare brieven en briefkaarten
yan hier verzonden gedurendr de tweede helft
der maand October.
Brieven: Heiiers, Amsterdam; mej.
L. Holleman, Arnhem; B. Mulder Pz., Ben,
nebroek; B. M. A. Paulus, Den Haag; mej.
Sterling, Purmerend; mej. Spierdijk, mej.
J. Bruggemans, W. F. J. Hoogerwerff, mej.
Niemeier, Rotterdam, W. Schmidt, Zaan
dam.
Briefkaarten: S. de Vries, mevr.
Goldsohmidt, mej. A. Mensinger, Amster
dam; v. d. Broek, Den Haag; mej. G.
Kleyn, Haarlem; mej. C. Florijn, mej. A.
Tielkemeyer, Rotterdam mej. N. Derhage,
Wageningen. 7 briefkaarten zonder adres
13 drukwerken.
Buitenland. Briecen: Aural Rom^dus
Co., Londen; G. Fijnvandraat, Tunbndge
Wells.
Ned. Qost-Indië. Brief: mej. H. Hof
land, Padang.
Briefkaarten: Ned. Fabriek van
vuurwapenen, Leiden.
Nota. Aan de afzenders wordt aanbevolen
bun naam en adres op de stukken te ver
melden, opdat deze bij onbestelbaarheid
aan hen kunnen teruggegeven worden.
Mijnheer de Redacteur I
Mag ik een plaatsje in het „Leidsch Dag
blad".
In het „Leidsch Dagblad" van Maandag
avond staat een stukje van den heer P. J.
Bomli, wat werkelijk wel eenige verbete-
'ring behoeft. De heer Bomli schrijft dan,
dat hij niet wist dat er nog abonné's waren
die zoo achterlijk zijn als in China.
Hoe Bomli dat land: durft aanhalen is
mij een raadsel Wat- zien wij juist d aar?
Dat juist daar een revolutionnaire uit
barsting uitbrak en baan breekt, waarvan
wij (ik schrijf met opzet wij, omdat ik
meende dat Bomli er ook veel voor voelde
op 't vasteland nog 't begin niet zien. Daar
om vind ik dit beeld van Bomli zoo slecht
gekozen. Wat Bomli verder schrijft aan het
adres „Een andere abonné", kan ik onder
schrijven, behalve zijn slot. Waar hij den
raad geeft om te ijveren ieder in zijn eigen
kring, om het devies „Eén voor allen, allen
voor één," ingang te doen vinden, het vol
gende: Heel goed bedoeld van u, maar
begin gij danzelf er mede. Want
juist dit wordt door Bomli en partijgenoo-
ten altijd verwaarloosd, getuige de bouw
vakstaking te Amsterdam, en de nu pas
geëindigde zeeliedenstaking.
Mijnheer de Redacteur, ik wensch werke
lijk geen verdere polemiek met Bomli,
alleen nog een goede raad mijnerzijds (die
Bomli reeds Zaterdag ook ontving in een
ander blad): Veeg eerst uw eigen straatj'e
schoon, en kom dan in een ander steegje.
Uw abonné
H. v. DUUREN.
Hij had een zékere bedeesdheid
in zijn wijze van optreden tegen
over zijn meer ervaren metgezellen,
welke een zeer a-angenamen indruk op hen
maakte, en al hadden zij somtijds een glim
lach over voor zijn open en oprechte gezeg
den, het was een zekere rust voor hen een
kameraad bij zich te hebben, waarvan niets
te vreezen was. Van af den dag, dat zij het
telegraafkantoor yan Sarras achter zich
hadden, was de man, op zijn mak Syrisch
paard gezeten, overgeleverd in de handen
van de eigenaars der twee vlugste polopo
ny's, die ooit den grond van Ghezireh be
traden.
De drie mannen waren afgestegen en
brachten hun paarden in de zoo welkome
schaduw der boomen. In den gelen gloed
wierp iedere tuk bo"»h hun hoofd zulk een
dichte, donkere schaduw, dat de mannen
onwillekeurig er over heen wilden stappen.
„De palm vormt een uitstekenden kap
stok," zei Scott, terwijl hij zijn revolver en
zijn waterflesch aan de kleine, omhoog
staande pennen L'irig, die uit den stam sta
ken. „Voor schaduwgevcnden boom echter
heeft, hij geen ongeëvenaard succes. Het is
merkwaardig, dat hier in de tropen niet
wat steviger hoornen voorkomen; daar zou
den we meer genot van hebben."
„Zooals bijv. de bananen in Indië."
„Of de mooie boomen met hun hard hout
in Ashantee, waar een heel regiment wel
©en pic-nic kan houden in de schaduw."
„De teakhoutboom in Birmah' is ook niet
kwaad. Lieve hemelAl mijn tabak los in
den zadelzakHoe staat het met de provi
sie, Anesley?"
„Over vijf minuten zullen wij ze wel hier
hebben."
De kleine stoet kameelen, met de baga
ge beladen, kwam langzaam het voetpad af,
dat zich slingerde tusschen de rotsen. De
kameelen kwamen schommelende en met
kleine pasjes aanzetten; zij draaiden lang
haam met den kop heen en weer met de
airs van een vrouw, die zeer ingenomen is
met ziehzelve. Vooruit reden de drie Ber
bers, dë lijf jongens, op ezels gezeten, en
daarachter liepen de Arabische kameeljon-
gens. Zij hadden een reis van negen lange
uren achter zich, van het opgaan der maan
af, met de langzame, trage beweging van
kameelen, twee en een halve mijl per uur;
maar nu kwam er levón in, zoowel bij men-
schen als beesten, toen zij het groepje hoo
rnen in het oog kregen en de paarden zon
der ruiter. Binnen weinige minuten waren
de paarden afgeladen, de beesten vastge
bonden, een vuur aangemaakt, veTsch wa
ter gehaald uit de rivier, en ieder kameel
voorzien van zijn eigen klein hoopje voer,
midden op het tafellaken neergelegd, want
zonder kleed zal geen wèlopgevoed Arabier
zijn kameelen voederen. Het verblindend
licht om hen heen, de schaduw onder de
boomen, de groene palmtoppen, die tegen
de donkerblauwe lucht afstaken, de zacht
heen en weer loopende Arabische bedien
den, het knetteren van het vuur, de gloed
van de vlammen, de vreedzame, pedante
koppen der kameelen, zij komen ieder, die
ze gezien heeft, weer voor den geest, en
men ziet ze zelfs weder in zijn droomen.
Seott was bezig eieren te klutsen in een
pannetje en zong er met zijn schoone, diepe
stem een liedje bij. Anerley, met zijn hoofd
en twee armen in een groot-en zak bedol
ven, trachtte door massa's blikken soep,
rundvleesch, sardientjes en kippen heen te
komen om een potje jam te zoeken, dat
onder .ia lag. De plichtmatige Mortimer,
met zijn aanteekenboek op zijn knie, was
bezig op te teekenen wat de ingenieur bij
het eind van de spoorweghaan hem den vo
rige n dag gezegd had. Eensklaps sloeg hij-
de oogen op en zag den persoon zelf, op zijn
ka-st-anj eb ruinen pony gezeten, aankomen,
nu eens -opduikende, dan weer verdwijnende
op den oneffen weg.
„Hoera, daar komt Merryweather aan
„Zijn pony is bedekt met schuim. Hij
heeft hem zeker uren lang in galop laten
loopen Hoera, Merryweather, hoera
De ingenieur, een kleine, dikke man, met
rooden baard was komen aanrijden alsof
hij voorbij wilde gaan zonder een woord te
zeggen, of een oogenblik te rusten. Nu
wendde hij zijn pony in een andere richting
en liet hem in stap gaan, naar de plaats,
waar onze correspondenten kampeerden.
„Geef mij wat drinkenzeide hij ker
mend, „mijn tong zit aan mijn verhemelte
vast."
Mortimer kwam onmiddellijk met zijn
waterflesch aandragen, Scott met de whis
key en Anerley met een tinnen pannetje.
De ingenieur dronk totdat hij geen adem
meer had.
„Dank u, ik moet maken, dat ik weg
kom," zeide hij, terwijl hij de druppels van
zijn rooden knevel schudde.
„Is er geen nieuws?"
„Ze hebben getracht de spoorbaan op te
breken. Ik moet den generaal spreken. Het
is zeer lastig, dat wij geen telegraaf heb
ben."
„Is er iets gebeurd, dat we kunnen sei
nen?" Onmiddellijk kwamen er drie noti
tieboekjes voor den dag.
„Ik zal bet u vertellen, als ik den gene
raal eerst gesproken heb."
„Zijn het de derwischen soms?"
„Die schelmen yan vroeger. Vooruit,
Jimmy 1 Goeden dag."
Een zacht trappelen irrhet zand, een ge
kletter van de steenen en de vermoeide
pony zette de reis weder voort.
„Zeker niets gewichtigs, zou 't wel?"
zei Mortimer, terwijl hij hem nakeek.
„Verduiveld ernstig!" riep Scott.
„De ham en eieren zijn verbrandNeen,
toch niet, het is in orde, ze moeten omge
keerd. Doe de bus open, Anerley. Komaan,
Mortimer, leg dat notitieboek nu weg. We
hebben op 't oogenblik onze vork meer noo
dig dan onze pen. Wat is er, Anerley?"
„Ik wou wel eens weten óf wat wij zoo
even vernomen hebben een telegram waard
zou wezen."
„Dat is de zaak der uitgevers te zeggen
of het het- waard is ja of neen. Met vuile
geldkwesties hebben wij ons niet te be
moeien. Wij moeten maar zorgen, dat wij
wat belangrijks mededeelen, en wij mogen
ons dan ook niet entzien."
„Maar wat is er tc vertellen?"
Op Mortimers lang en ernstig gelaat ver
toonde zich een glimlach over de onschuld
van dien nieuweling.
„Het is nu juist niet de. gewoonte in ons
vak om elkaar de nieuwtjes aan de hand te
doen," zeide hij. „Evenwel, als mijn tele
gram geschreven is, dan moogt ge het wel
lezen, daar maak ik geen bezwaar tegen.
Ge kunt zeker zijn, dat ik het u niet zou
laten zien, als het van het geringste gewicht
was."
Anerley nam het stukje papier en las:
„Merryweather moeilijkheden verhinderen
reis spreken generaal verhinderen natuur
lijke moeilijkheden verhinderen oproer der
wischen."
„Dat is zeer beknopt," zeide Anerley
met gefronste wenkbrauwen.
„Beknopt!" riep Scott. „Wat! Het is
j'uist schandelijk wijdloopig. Als mijn oude
man zulk een telegram kreeg, zou hij uit
varen van woede Ik zou er de helft wel
uitgelaten hebben; bijvoorbeeld de woordeu
reis en natuurlijke en oproer. Maar mijn
oude man zou dat alles uitwerken en zou
er tien regels van maken."
„Hoe dan?"
„Kijk, ik zal het zelf eens doen, om u te
toonen. Leen mij dat potlood even." Hij
krabbelde een oogenblikje in zijn notitie
boekje. „Men kan het op die wijze uitwer
ken:
De heer Charles Merryweather, de erva
ren spoorwegingenieur, die op het oogen
blik belast is met- het toezicht op den aan
leg der spoorweglijn van Sarras naar do
grenzen, heeft groote moeilijkheden onder
vonden met de spoedige voltooiing van zijn
gewichtige taak.
De oude man weet natuurlijk wie Merry
weather is en wat hij hier uitvoert; het
woord „moeilijkheden" geeft hern dit du8
alles in de pen.
(Wordt vervolgd.)