No. 15856. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 28 October. Tweede Blad. Anno 1911, Offieieele Kennisgeving. KENNISGEVING. T oe&omsi droomen. Financieele Causerie. Uit de Rechtzaal. Ooclerzoek van de Verlofgangers der JLnudweer. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien het besluit van den Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland, d.d. 8 September 1910 (Provinciaal Blad No. 59), houdende regeling van het onder hoek van de verlofgangers der J/i.ndweer; Gelet op art. 29, 2de lid der Landweer- wet; Maken bij deze bekend, dat hst voor schreven onderzoek alhier zal plaats heb ben in de WITTE POORT KAZERNE, op Woensdag 22 November aanstaande, des morgens te halfnegen. voor de in deze gemeen- te gevestigde, tot de 1ste en 2de compagnie van het 28ste bataljon Landweer-infanterie behoorende verlofgangers der landweer lichting van 1911, en op denz>l?den dag, desmtddags te één uur, voor alsvoren, tot de 3de en 4de con agnie van dat bataljon behoorende verlofgangers van evengemelde lichting; op Donderdag 23 November aanstaande, des morgens te negenuren, voor alsvoren, tot de 1ste en 2de compagnie van genoemd bataljon behoorende verlofgangers der landweer- liohtingen van 1905 en 1906, en op den zelfden dag, des middacrs n u u r, voor alsvoren, tot de 3de en 4de com pagnie van het bataljon behoorende verlof gangers dier lichtingen op V r ij d a g 2 4 November aanstaande, des morgens te negen uren, voor alsvoren. tot de lste en 2de compagnie van gemeld bataljon be hoorende verlofgangers der landweerlich tingen van 1907 en 1908; op Zaterdag 25 November aanstaande, des morgens te negen uren, voor alsvoren, tot de 3de en 4de compagnie van het bataljon behoo rende verlofgangers der land we ca-lichtin gen van 1907 en 1903; op Ma andag 27 November aanstaande, des morgens te negen uren, voor alsvoren, tot de lste en 2de compagnie van gemeld bataljon be hoorende verlofgangers der lanfclweerlich- tingen van 1909 en 1910; op Dinsdag 28 November aanstaande, des. morgens te negen uren, voor als\oren, tot de 3de en 4de compagnie van het bataljon behoo rende verlofgangers der landweeriichtin- gen van 1909 en 1910; op Woensdag 22 November aanstaande, des morgens te ;h a 1 f e 1 f, voor alsvoren, tot de Landweer- vestingartillerie, Landweer-genietroepen, Landweer-pontonni©rs en Landweer-hospi taalsoldaten behoorende verlofgangers der landweerlichting van 1911, en op Woen s- dag 29 November aanstaande, des morgens te negen uren, voor alsvoren, der landweerlichtingen - an 1905, 1906, 1907, 1908, 1909 en 1910. De betrokken verlofgangers worden er In 1775 zat te Ajaccio, in het ruime ver trek van een bescheiden woning der straat Malerba, een jonge vrouw met scherpge- teekende gelaatstrekken en een regelmatig, ernstig voorkomen, dat wilskracht uitdruk te, tussch'en haar schoonmoeder en Camilla Ilari, de gouvernante barer kinderen, ge woonlijk mammucia genoemd. Ofschoon van nature tot zwijgen geneigd en bescheiden, maakte zich toch een zekere onrust van haar meester, als haar eenige vragen ge steld werden. „Ja, Maria Saveria Carlo heeft als ad vocaat en lid van het gerechtshof te Ajaccio een zeker inkomen, maar zijn betrekking dwingt hem tot vele reizen. En daar zijn .vrienden hem altijd bij zich nemen en hem ter eere kleine feestjes aanleggen, moeten wij hen ook dikwijls ontvangen en dien overeenkomstig behandelen. Het kost thans veel als edelman te leven. Ik voor mij ge troost mij al zooveel ontberingen als ik maar kan. Had het van mij afgehangen dan had ik den mezzaro (sluier) der Corsikaan- sche vrouwen nooit met de dure Franscke mode verwisseld; maar uw zoon wenschte, dat ik hem die eer zou aandoen. Camilla Ilari kan het u zeggen, dat mijn eenige verstrooiing hierin bestaat, dat ik 's Zon dags met haar naar de kerk ga, want in de week moet ik werken als een dienstmeid. Maar ik Haag er niet over, moeder, geheel mijn trots bepaalt zich tot uw zoon." „Dat is de zuivere waarheid 1" riep mam mucia levendig uit en het is een groot voor recht voor een dame, die al tien jaren ge huwd is, zoo jeugdig en indrukwekkend te blijven, als zij zes kinderen heeft, ofschoon zij eerst vier en twintig jaren telt. Zij was toch eenmaal het schoonste sieraad van haar omgeving, mevrouw Letitia De jonge vrouw lachtte niet, maar wachtte oplettend op hetgeen haar -schoonmoeder nu zeggen zou. „Ik weet, dat ge spaarzaam zijt en over leg gebruikt, mijn dochter; maar ik denk toch, dat het inkomen, dat gij van uw goe deren geniet, vrijwel voldoende is om de uitgaven van uw levensonderhoud te be strijden. Het bedraagt toch 4000 lires, niet waar?" voor zooveel noodig aan herinnerd, dat zij verplicht zijn om bij het onderzoek te ver schijnen in uniform gekleed en voorzien van de aan hen uitgereikte wapenen en militaire kleeding- en uitrustingestukken (deze laatste geborgen in den -ansel, voor zoover de landweerplichtigen daarvan voor zien zijn), alsmede van hun zakboekje met verlofpas, terwijl voorts hun aandacht wordt gevestigd op de bepaling van art. 21 der 'Landweerwet, volgens welke de verlof gangers worden geacht onder de wapenen te zijn, niet alleen gedurende den tijd, dien het onderzoek duurt, maar in het algemeen wanneer zij in uniform zijn gekleéd, zoodat zij. die ongeregeldheden plegen of zich aan misdrijven schuldig maiken bij het gaan naar de plaats, voor het onderzoek bestemd, gedurende het onderzoek en bij het naar huis keeren, te dier zake zullen worden ge straft, volgens het Crimineel Wetboek en liet Reglement van Krijgstucht voor het krijgsvolk te land, bij gemeld art. 21 toe passelijk verklaard. Wijders wordt den verlofgangers die den Israëlietiseben godsdienst belijden en voor wie bovenbedoeld onderzoek op een Zater dag valt, vergund om zich den Vrijdag te voren terzelfder plaatse en op hetzelfde uur tot het ondergaan van dat onderzoek aan te melden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 28 October 1911. De voornitzichten voor beleggingen in Spoortvegen. De Spoorweg-Maatschappijen in de Ver- eenigde Staten zijn kaarblijkelijk, over het algemeen, in de laatste jaren niet in staat geweest om hun winsten te doen stijgen. De uitbreiding van het vervoer is onder het normale geweest, terwijl de verhooging der belastingen, het wettelijk voorgeschre ven gebruik van min of meer kostbare in richtingen tot beveiliging van wegen spoor- wegmaterieel, hoogere loonen, de op last der Regeering ingevoerde verlagingen der pas sagierstarieven en de over 't algemeen voor de Maatschappijen ongunstige uitspraken in zake vrachttarieven door de Interstate Spoorwegcomraissie, er alle toe hebben bij gedragen om een ongunstigen invloed uit te oefenen op de netto ontvangsten. Reeds ge durende vier jaren zijn de Maatschappijen bezig zich aan te passen aan de nieuwe toestanden. Het is daarom voor bezitters van Spoorwegaandeelen en obligation zaak, zich af te vragen of de Maatschappijen thans gereed zijn met dit proces van aan passing, en zoo ja, of zij in staat zijn deze nieuwe uitgaven voor goed te aanvaarden en compensatie zullen vinden voor haar prestaties in den financieelen voorspoed. Een volmondig bevestigend antwoord op deze vragen kan nog moeilijk gegeven wor den, doch vele cler genoemde factoren zijn reeds zoo lang in werking geweest, dat be tere tijden en omstandigheden zich aan clen horizon moeten gaan vertoonen, al mogen een aantal der verhoogde lasten van blij vend karakter zijn. Zeggen wij liever ternauwernood 3000, dan komen wij ten minste de waarheid meer nabij. Daarbij is de oogst dit jaar slecht geweest. De geiten moesten wij voor een prijsje laten te Genua. Ook konden wij ons huis in Borgo niet verhuren. Bedenk daarbij, dat ik zes kinderen heb, en dan is het geen wonder, dat er wel eens geld te weinig in huis is. Ik zie ook geen mogelijk heid om uit deze verlegenheid te geraken," liet zij er met fiere bitterheid op volgen, „want wij kunnen geen handwerk uitoefe nen; wij zijn van adel." „Vergeef mij mijn onbescheiden vragen," zeide Maria Saveria zacht; ik zie, dat gij handelt naar best vermogen. Maar Carlo is verkwistend; hij moest liever goed op zijn zaken passen, in plaats van gedichten en sonnetten te schrijven." „Dan zou ik mij gekrenkt voelen," ant woordde Letitia opgewekt. Een hartstochte lijke blik schoot uit haar oogen, zonder dat dit haar fiere en deftige houding ook maar in het geringst afbreuk deed. „Mooi, gees tig, ontwikkeld als hij is, vind ik het heel natuurlijk, dat Carlo in zijn omgang, in de gezelligheid, in een zekere weelde genoe gen schept. Berisp uw zoon nooit om mij nentwille, moeder I Het zou mij leed doen oorzaak te zijn, dat mijn man ook maar de geringste kommer bereid werd, want ik hoop nog méér jaren gelukkig met hem te leven als ons kinderen zijn geschonken." „Dat is goed, ik wil dan zwijgen," zeide Maria Saveria, die ook niets anders ver langde. „Maar zijt gij over uw kinderen tevre den?" „Ach ja, ik ben geheel tevreden over hen. De oudste, Jozef, is een toonbeeld van lieftalligheid. Over het vierde heb ik soms wel wat zorg; dat kind kan niet rustig op de plaats blijven waar hij ishij is bleek en zwak, hij huilt, wordt boos en slaat alles stuk. Het is een ware vredesverstoorder, cfanv-öm noemen wij hem ook niet meer Napoleon, maar Nabulione of Nibulione." „Als u een engel tot zoon wildet hebben," bromde de gouvernante, wier lieveling deze kleine was, „dan hadt u hem ten minste een anderen naam moeten geven. En dan, is het zijn schuld, dat hij onder treurige en ongunstige omstandigheden in de wereld kwam? Dwaaldet gij toe.n niet rond in de bergen, vluehttet gij niet voor de Fran- Het is toch niet aan te nemen, dat de be lastingen, die de verschillende Staten hef fen, voortdurend zullen worden geheven of verhoogd zonder dat wordt rekening ge houden met d© draagkracht der onderne mingen of haar vooruitgang. Wel is waar heeft het den schijn, dat niet alle Staten reeds het laatste woord hebben gezegd in zake belasting-verhooging. Kort geleden toch hebben Ohio en eenige Westersche Staten een zeer aanzienlijke verhooging in belasting op Spoorwegeigendommen inge voerd. Maar het gezonde verstand zegt dat er aan alles een grens is, en dat geldt eveneens ten opzichte "van de verplichte toèname in veiligheidsmaatregelen en ver beteringen, die op zichzelf niet leiden tot vermeerdering van inkomsten. Vele dezer inrichtingen werden rechtmatig geëischt, andere werden aangebracht uit eigen bewe ging. De eisch, dat zich aan elke goederen wagen vier ijzeren ladders moeten bevin den, een aan lederen hoek, in plaats van twee aan tegenovergestelde hoeken, zooals nu in gebruik zijn, heeft een voortdurende stijging in onkosten op spoonvegmaterieel ten gevolge, aangezien alle nieuwe wagens van deze verbetering moeten zijn voorzien. Hetzelfde is van toepassing op 't vervan. gen van houten passagiersrijtuigea door stalen wagens. De verbeteringen aan 't mate rieel worden op die wijze een voortduren de last bij de exploitatie. Bij andere ver beteringen, zooals blok-signalen duren de verhoogde onkosten niet voort, want als ze eenmaal zijn r .ngebraoht, vorderen r.e slechts onderhoud, behoudens interest op 't daarin vastgelegde kapitaal. De quaestie van verlaging in passagiers tarieven werd algemeen door verschillende Staten ter hand genomen in 1907 en 190S. Die verlagingen werden in vele gevallen zoo tot het uiterste doorgevoerd, dat men al spoedig tot de conclusie kwam, vooral in het Zuiden, dat men te ver was gegaan, zoodat de oude tarieven in eere werden her steld. Waar ze bleven bestaan waren ze waarschijnlijk wel gerechtvaardigd. De uitspraken der Interstate commissie hebben op zich zelf de spoorwegen niet veel kwaad gedaan, uitgezonderd wellicht dit te Spokave en te Salt Lake. De weige ring om de vrachttarieven algemeen te ver- hoogen, liet de Maatschappijen in den zelfden toestand als voorheen, behalve dan dat zij hopende de verhoogingen te er langen, vooruit reeds hoogere loonen had den toegestaan. De spoorwegen .-rijn voor spoedig geweest, zonder dat de tarieven verhoogd zijn en hebben feitelij1' reeds ge durende een menschenleeftijd gewerkt bij algemeen dalende tarieven, terwijl ze com pensatie vonden im groeiend vervoer. Toch bestaat er geen twijfel, dat cle pu blieke opinie een groote rol heeft gespeeld bij de weigering om de tarieven te verhoo- gen, evenals bij de uitspraken der Inter state Commissie en deze publieke opinie is ook wel eens aan 'Verandering onderhevig. Ze moet nu wel zoo langzamerhand vol daan zijn, zoodat een ommekeer volstrekt niet tot de onmogelijkheden behoort. Het groote voordeel voor de spoorwegen, in de ongunstige uitspraken inzake vrachtverhoo- gin.gen is gelegen in de loonsquaestie. Zij kunnen thans met. reden loönsverhoogingen schen? Doorwaaddet gij geen stroomen en beken, op gevaar af van te verdrinken? Zonder u er een verwijt van te maken, Signora, gij laat uw hand méér malen neer komen op hem clan op zijn broeder. En bij dat alles heeft hij met zijn mager, spits ge zichtje, met zijn dunne lippen en witte tan den meer geest en wilskracht dan al uw andere kinderen. Deze moedige verdediging der mammucia werd plotseling onderbroken door het stormachtig binnenkomen van het kind, waarover zoo juist gesproken werd. Toen de slanke knaap met zijn vooruit stekende wangbeenderen en grauwe ade- laarspogen, die voor zijn klein moorenge zichtje veel te groot schenen, zijn moeder bemerkte, bleef hij op den drempel staan. Bij het zien van de bruine haren, door den wind verward in elkander gedraaid; van het gezicht, door de zon gebruindvan do natte laarzen en de gescheurde broek, die op kousen, vol met gaten, neerviel, ver duisterde het gelaat van Letitia en zij riep: „Waar kom je vandaan? Heb je weer aan het strand rondgeloopen en op de rotsen geklauterd om krabben te vangen? Wie weet of je hagedissen of sprinkhanen nage zeten hebt, of ben je soms'over het hek ge klommen, ora de vijgeboomen van buurman te plunderen?" Onder den strengen blik zijner moeder kreeg de kleine een kleur en bekende dan in alle kinderlijkheid: „Ik zeg u, mama, ik ben alleen in de tuinen van onze familie aan het plunderen geweest." „Een mooie verontschuldiging! Geloof je, dat ik je streken nog langer dulden zal? Kom hier, dan zal ik je eens geducht straffen." Bij deze bedreiging, die, zooals hij wist, geen ijdele was, stamelde de kleine Nebu- lione bevende verontschuldigingen, waar aan hij door drlukke bewegingen meer na druk zocht te geven. Maar t-oen hij zag, dat zijn moeder Maria Saveria op zij drukte en naar hem toe kwam, wierp hij zich in de open armen van de mammucia. „Verdedig hem niet, Camilla,beval zij in hevigen toorn, dezen eigenzinnigen, kop- pigen, heerschzuchtigen jongen, die slechts mét klappen te regeeren is! Hij verdient een geduchte bestraffing en ik zal hem tuchtigen." Maar de mammucia had reeds haar armen weigeren. Het spoorwegbedrijf, zoowel als alle andere zaken, eisebt stabiliteit en in dien dc Maatschappijen in de eerstvolgen de jaren er in slagen kunnen het bedrijf stabiel te doen zijn, hebben zij reeds veel gewonnen nu de loonen tusseften 1906 en 1910 reeds verhoogd werden, zonder gere duceerd te zijn gedurende de tussehencijds plaats gehad hebbende depressie in zaken. Waarschijnlijk wenschten vele Maatschap pijen de vraobtverhoogingen niet geheel. Zij zouden veel liever zien <lat do levens standaard een verlaging onderging of al thans dat deze niet voortdurend stijgende bleef. Op die wijze zouden de eischen om hooger loonen vanzelf niet gesteld worden. Met dit doel voor oogen hebben de spoor wegen den landbouw aangemoedigd en al les in het wer(k gesteld om intensiever oul- tuur in de hand te werken. Behalve de verschillende factoren, die er toe hebben bijgedragen om de exploitatie kosten te doen stijgen, is er nog een die een ongunstigen invloed heeft uitgeoefend, n.l. het aanzienlijke kapitaal, dat moest worden vastgelegd in spoorwegeigendom men, die slechts langzaam rente begonnen op te brengen. Waarschijnlijk is er in de geschiedenis der spoorwegen geen tijdperk geweest, waarin zoo zware kapitalen zijn vastgelegd in ondernemingen als het Penn- syvanie Kopstation in New-York, dat. 115 millioen dollar gekost heeft-, dat van de New-York Centrad waaraan 100 nnllioen werd uitgegeven, de bouw van de Southern Pacific in Mexico, waarmede 40 millioen gemoeid gaan, de uitbreidingen van de Chi cago Milwaukee eu St.Paul ten bedrage van 150 milioen, de Western Pacific, die 75 millioen, de aanleg der Spokane, Portland en Seattle van het Hill-stelsel, die 60 mil lioen of de New-York, Westchester en Bos ton van het New-Haven-stelsel, die 30 mil lioen dollar heeft gekost. Een kopstation, dat 100 millioen dollar kost, is een geweldige kapitaalslast, want in de twee gevallen, hierboven aangehaald, werd dé rente geregeld bestreden uit de ontvangsten, zelfs gedurende het tijdperk van den bouw. Men heeft echter gerede neerd, dat deze belegging absoluut noodig was, en dat het daarom beter was, er direct toe te besluiten, dan ze uit te stellen en dan meer te betalen. Bovendien als dé uitgave eenmaal gemaakt is, worden de lasten tel ken jare geringer. Zoo heeft de Pennsylva nia, bij een kapitaalbelegging van een mil liard dollars in eigendommen, daarvan écn tiende alleen besteed aan liaar terminus station te New-York. Deze belegging is er een voor de toekomst, waaraan niet meer behoeft te worden besteed en het geheele stelsel zal langzamerhand zoo groeien, dat de belegging in het eindstation geleidelijk minder zal drukken. Trouwens juist dit kopstation van de Pennsylvania, met de vele geriefelijkheden en het gemak, dat het publiek er van heeft, brengt een ommekeer teweeg in de publieke opinie tegen de spoorwegen. Ten opzichte van al de geweldige con structiewerken, hierboven vermeld, zij.n de onkosten van ieder werk door de Maat schappijen in kwestie gedragen, zonder dat het daarin belegde kapitaal rente afwierp, behalve dan in het geval van de uitbreiding om den kleine geslagen en wilde die niet openen. Terwijl de stemmen der vrouwen zoo luid weerklonken, ging er een deur open, en een schoon e, hoogopgegroeide, net gekleede jonge man met blauwe oogen verscheen voor liaar. „Ach, Carlo," riep de jonge vrouw, „kom mij toch te hulp! Je moeder en de gouver nante spannen samen met dien kleinen sa tan, en willen niet dulden, dat ik hem be straf. t Is hem nu niet meer genoeg met alle straatjongens mee te loopen en met steenen te gooienzijn zusters klagen er nu ook al over, dat hij de schoolmeisjes zoo ruw mogelijk slaat." „Zij willen niet doen, wat ik haar zei," riep Napoleon op ernstigen toon. De gouvernante schoot in een hevigen lach. „Het valt hem zelf3 in," ging Letitia voort met haar aanklacht, „met de kleine Giacommetta van hier naast uit wandelen te gaan en haar op straat zijn liefde te be kennen." „Zij is mijn bruid," zeide het kind in allen ernst, en nu moest de moeder meelachen met de gouvernante. „En dan heeft die kleine deugniet in de groote, kale kamer, waarin de kinderen, als zij ondeugend zijn, worden opgesloten, met houtskool soldaten op den muur ge schilderd, en als Jozef hem daaraan herin neren wilde, lieeft hij dezen gebeten en ge krabd." „Ja, ik heb Jozef geslagen," bekende Napoleon, in fiere opgewektheid, maar om wat anders. Wij speelden oorlog: Rome tegen Carthago. Onze zuster liet ons loten wie Rome en wie Carthago zijn zou. Toen zij mij de vaan van Carthago gaf, vroeg ik Jozef, dat hij mij zijn vaan van Rome zou geven, en dat wilde hij niet doendaarom heb ik hem geslagen Dat was hem toch hetzelfde, want hij moet toch geestelijke worden, ik word soldaat, daarom kon ik de vaan van het overwonnen Carthago immers niet hebben." Nu begon de vader te lachen; hij beurde het kind op en kuste het op beide wangen. „Een dappere kleine man," riep hij; „eenmaal zal hij het hoofd onzer familie zijn!" Ach, Carlo,klaagde de 31'gnora teleur- der Chicago Milwaukee St.-Paul en dat gedeelte van den aanleg der Western Paci fic, waarvoor de middelen verkregen wer den uit de obligatie-uitgiften. Een groot aantal kleine constructiewer ken, wier totaal een aanzienlijk kapitaal vertegenwoordigt, is uitgevoerd door bijna alle Maatschappijen. Bij de Southern Rail way b.v. is gedurende de laatste ll jaren ieder jaar een nieuw hoofdstation gebouwd, behoudens verscheidene kleinere stations. Daarmede is niet slechts rekening gehou den met den gcregclden groei van 't spoor wegstelsel, doch de dienst is er door ver beterd. De t-oekomst van de spoorwegen is gele gen in uitbreiding van vervoer, waarmede alle lasten en alle tegenwerking der laatste jaren zullen worden overwonnen. Wel is waar kunnen de herziening van het douane tarief en mogelijke anti-trust maatregelen, handel en industrie nog langer aan banden leggen, doch als men verder ziet dan de onmiddellijke toekomst-, kan men nauwelijks betwijfelen dat ontwikkeling en uitbreiding verzekerd zijn. De Spoorweg-Maatschap pijen zijn daarop ten volle voorbereid, want nooit te voren zijn zij royaler geweest met uitgaven voor onderhoud en nooit, behalve in 1907, is er zooveel kapitaal gestoken in verbeteringen en in liet aanbrengen van doelmatige veranderingen, dan in de jaren 1910 en 1911. De bovenstaande beschouwingen zullen zonder twijfel haar invloed doen gelden zoo wel op speculatie als op belegging in Spoor wegaandeelen. De vraag is maar wanneer het getij zal keeren. De verlaging van som mige dividenden en het passecren van an dere in 6 of 7 gevallen hébben de aanpas sing aan veranderde omstandigheden go- kenmerkt in de laatste 12 maanden. Waar schijnlijk komen er nog 2 of 3 dividend- verlagingen, en deze zouden de markt waar schijnlijk eer goed dan kwaad doen, aange zien er dan meer goeds te verdisconteeren blijft in de toekomst. W. Diefstal van bloemen. Bij de firma Schönhutt te Halfweg wer den in Augustus op verschillende tijdstip pen bloemen van te veld staande lelies ontvreemd. Ter zake daarvan stond gistermiddag te Haarlem tereoht G. B.} een bloem verkoo- per uit Heemstede, aio tal van afgerukte lelies te Amsterdam had verkocht. De beklaagde liet het voorkomen, alsaf hij de bloemen zelf had gekocht natuurlijk van een onbekende. Daar tegenover ston den verklaringen van getuigen die zijn schuld vrijwel vaststelden. Een der getuigen, een Amsterdamscli bloemenverkooper, had het tegenover den officier hard te verantwoorden, wijl Mr. He ij er van oordeel was dat hij aan het af gerukt zijn der lelies had moeten zien dat zij niet door een eerlijk koopman werden verkocht, doch van roof afkomstig moesten zijn. De eisch tegen G. B. luidde twee jaar gevangenisstraf. gesteld; „als gij hem alles zoo vergeeft, dan zal die blinde toegeeflijkheid hem nog ver sterken in zijn fouten en kwaad. Uw zwak heid noodzaakt mij tot strengheid. Gij zijt niet dikwijls genoeg thuis, ik heb al last ge noeg er mee om mij te doen gehoorzamen. Wat zal dat geven in de toekomst, als gij mij altijd tegenwerkt?" „Wees niet zoo onaardig, Letitia," zeide zacht en goedig de jonge man, terwijl hij haar omarmde. „Laat Camilla dien kleinen duivel regeeren, en ga met uw moeder en met mij naar ons huis aan het zeestrand. Ik wil je onderweg het sonnet voorlezen, dab ik laatst gedicht heb, en wij zullen de plaat-s uitkiezen voor het terras, dat ik van plan ben te bouwen." „Wat, Carlo! Een terras? Dat zal weer veel gold kostenVergeet je dan, dat de oogst..." Maar de jonge man omhelsde haar nog inniger en trok haar met zich mee. De stem der jonge vrouw werd zachter en zwakker en ging weldra verloren in de verte. Nu wiegde de mammucia den kleinen Na bulione liefkoozend in haar armen, alsof hij nog een zuigeling was. En zeker zijnde, dat hij alleen haar hoorde, gaf zij aan haar blikken en haar woorden den vrijen teugel en fluisterde hem zoete, vleiende, geheim zinnige woorden in, om zijn kommer te doen verdwijnen. „Slaap, mijn kleine, wilde leeuw, laat die anderen praten en doen wat zij willen, en stoor je daar niet aan. Alles zal in deze wereld geoorloofd zijn, doe maar je eigen wil. Je mag alles hopen, want in het wa penschild van je vader, dat boven den huis ingang hangt, prijken drie groote gouden leliën, zooals de koningen van Frankrijk die in hun wapen voeren. Omdat je op Ma- ri'a-Hemelvaart op de wereld gekomen zijt, mag je alles wagen. Je kleine voetjes wa ren bij je geboorte witter dan heb schuim van de zee en de sneeuw der bergtoppen, en dat is een zeker teeken, dat je levens weg een buitengewone zijn zal. Bij deze woorden sloot het kind zijn oogca en droomde een droom van het heerlijkste leven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 9