No. 15856.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 28 October. Tweede Blad.
Anno 1911,
Offieieele Kennisgeving.
KENNISGEVING.
T oe&omsi droomen.
Financieele Causerie.
Uit de Rechtzaal.
Ooclerzoek van de Verlofgangers
der JLnudweer.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien het besluit van den Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland,
d.d. 8 September 1910 (Provinciaal Blad
No. 59), houdende regeling van het onder
hoek van de verlofgangers der J/i.ndweer;
Gelet op art. 29, 2de lid der Landweer-
wet;
Maken bij deze bekend, dat hst voor
schreven onderzoek alhier zal plaats heb
ben in de WITTE POORT KAZERNE,
op Woensdag 22 November
aanstaande, des morgens te
halfnegen. voor de in deze gemeen-
te gevestigde, tot de 1ste en 2de compagnie
van het 28ste bataljon Landweer-infanterie
behoorende verlofgangers der landweer
lichting van 1911, en op denz>l?den
dag, desmtddags te één uur, voor
alsvoren, tot de 3de en 4de con agnie van
dat bataljon behoorende verlofgangers van
evengemelde lichting;
op Donderdag 23 November
aanstaande, des morgens te
negenuren, voor alsvoren, tot de 1ste
en 2de compagnie van genoemd bataljon
behoorende verlofgangers der landweer-
liohtingen van 1905 en 1906, en op den
zelfden dag, des middacrs n
u u r, voor alsvoren, tot de 3de en 4de com
pagnie van het bataljon behoorende verlof
gangers dier lichtingen
op V r ij d a g 2 4 November
aanstaande, des morgens te
negen uren, voor alsvoren. tot de lste
en 2de compagnie van gemeld bataljon be
hoorende verlofgangers der landweerlich
tingen van 1907 en 1908;
op Zaterdag 25 November
aanstaande, des morgens te
negen uren, voor alsvoren, tot de 3de
en 4de compagnie van het bataljon behoo
rende verlofgangers der land we ca-lichtin
gen van 1907 en 1903;
op Ma andag 27 November
aanstaande, des morgens te
negen uren, voor alsvoren, tot de lste
en 2de compagnie van gemeld bataljon be
hoorende verlofgangers der lanfclweerlich-
tingen van 1909 en 1910;
op Dinsdag 28 November
aanstaande, des. morgens te
negen uren, voor als\oren, tot de 3de
en 4de compagnie van het bataljon behoo
rende verlofgangers der landweeriichtin-
gen van 1909 en 1910;
op Woensdag 22 November
aanstaande, des morgens te
;h a 1 f e 1 f, voor alsvoren, tot de Landweer-
vestingartillerie, Landweer-genietroepen,
Landweer-pontonni©rs en Landweer-hospi
taalsoldaten behoorende verlofgangers der
landweerlichting van 1911, en op Woen s-
dag 29 November aanstaande,
des morgens te negen uren, voor
alsvoren, der landweerlichtingen - an 1905,
1906, 1907, 1908, 1909 en 1910.
De betrokken verlofgangers worden er
In 1775 zat te Ajaccio, in het ruime ver
trek van een bescheiden woning der straat
Malerba, een jonge vrouw met scherpge-
teekende gelaatstrekken en een regelmatig,
ernstig voorkomen, dat wilskracht uitdruk
te, tussch'en haar schoonmoeder en Camilla
Ilari, de gouvernante barer kinderen, ge
woonlijk mammucia genoemd. Ofschoon van
nature tot zwijgen geneigd en bescheiden,
maakte zich toch een zekere onrust van
haar meester, als haar eenige vragen ge
steld werden.
„Ja, Maria Saveria Carlo heeft als ad
vocaat en lid van het gerechtshof te Ajaccio
een zeker inkomen, maar zijn betrekking
dwingt hem tot vele reizen. En daar zijn
.vrienden hem altijd bij zich nemen en hem
ter eere kleine feestjes aanleggen, moeten
wij hen ook dikwijls ontvangen en dien
overeenkomstig behandelen. Het kost thans
veel als edelman te leven. Ik voor mij ge
troost mij al zooveel ontberingen als ik
maar kan. Had het van mij afgehangen dan
had ik den mezzaro (sluier) der Corsikaan-
sche vrouwen nooit met de dure Franscke
mode verwisseld; maar uw zoon wenschte,
dat ik hem die eer zou aandoen. Camilla
Ilari kan het u zeggen, dat mijn eenige
verstrooiing hierin bestaat, dat ik 's Zon
dags met haar naar de kerk ga, want in de
week moet ik werken als een dienstmeid.
Maar ik Haag er niet over, moeder, geheel
mijn trots bepaalt zich tot uw zoon."
„Dat is de zuivere waarheid 1" riep mam
mucia levendig uit en het is een groot voor
recht voor een dame, die al tien jaren ge
huwd is, zoo jeugdig en indrukwekkend te
blijven, als zij zes kinderen heeft, ofschoon
zij eerst vier en twintig jaren telt. Zij was
toch eenmaal het schoonste sieraad van
haar omgeving, mevrouw Letitia
De jonge vrouw lachtte niet, maar wachtte
oplettend op hetgeen haar -schoonmoeder
nu zeggen zou.
„Ik weet, dat ge spaarzaam zijt en over
leg gebruikt, mijn dochter; maar ik denk
toch, dat het inkomen, dat gij van uw goe
deren geniet, vrijwel voldoende is om de
uitgaven van uw levensonderhoud te be
strijden. Het bedraagt toch 4000 lires, niet
waar?"
voor zooveel noodig aan herinnerd, dat zij
verplicht zijn om bij het onderzoek te ver
schijnen in uniform gekleed en voorzien
van de aan hen uitgereikte wapenen en
militaire kleeding- en uitrustingestukken
(deze laatste geborgen in den -ansel, voor
zoover de landweerplichtigen daarvan voor
zien zijn), alsmede van hun zakboekje met
verlofpas, terwijl voorts hun aandacht
wordt gevestigd op de bepaling van art. 21
der 'Landweerwet, volgens welke de verlof
gangers worden geacht onder de wapenen
te zijn, niet alleen gedurende den tijd, dien
het onderzoek duurt, maar in het algemeen
wanneer zij in uniform zijn gekleéd, zoodat
zij. die ongeregeldheden plegen of zich
aan misdrijven schuldig maiken bij het gaan
naar de plaats, voor het onderzoek bestemd,
gedurende het onderzoek en bij het naar
huis keeren, te dier zake zullen worden ge
straft, volgens het Crimineel Wetboek en
liet Reglement van Krijgstucht voor het
krijgsvolk te land, bij gemeld art. 21 toe
passelijk verklaard.
Wijders wordt den verlofgangers die den
Israëlietiseben godsdienst belijden en voor
wie bovenbedoeld onderzoek op een Zater
dag valt, vergund om zich den Vrijdag te
voren terzelfder plaatse en op hetzelfde
uur tot het ondergaan van dat onderzoek
aan te melden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 28 October 1911.
De voornitzichten voor beleggingen
in Spoortvegen.
De Spoorweg-Maatschappijen in de Ver-
eenigde Staten zijn kaarblijkelijk, over het
algemeen, in de laatste jaren niet in staat
geweest om hun winsten te doen stijgen.
De uitbreiding van het vervoer is onder
het normale geweest, terwijl de verhooging
der belastingen, het wettelijk voorgeschre
ven gebruik van min of meer kostbare in
richtingen tot beveiliging van wegen spoor-
wegmaterieel, hoogere loonen, de op last der
Regeering ingevoerde verlagingen der pas
sagierstarieven en de over 't algemeen voor
de Maatschappijen ongunstige uitspraken in
zake vrachttarieven door de Interstate
Spoorwegcomraissie, er alle toe hebben bij
gedragen om een ongunstigen invloed uit te
oefenen op de netto ontvangsten. Reeds ge
durende vier jaren zijn de Maatschappijen
bezig zich aan te passen aan de nieuwe
toestanden. Het is daarom voor bezitters
van Spoorwegaandeelen en obligation zaak,
zich af te vragen of de Maatschappijen
thans gereed zijn met dit proces van aan
passing, en zoo ja, of zij in staat zijn deze
nieuwe uitgaven voor goed te aanvaarden
en compensatie zullen vinden voor haar
prestaties in den financieelen voorspoed.
Een volmondig bevestigend antwoord op
deze vragen kan nog moeilijk gegeven wor
den, doch vele cler genoemde factoren zijn
reeds zoo lang in werking geweest, dat be
tere tijden en omstandigheden zich aan clen
horizon moeten gaan vertoonen, al mogen
een aantal der verhoogde lasten van blij
vend karakter zijn.
Zeggen wij liever ternauwernood 3000,
dan komen wij ten minste de waarheid
meer nabij. Daarbij is de oogst dit jaar
slecht geweest. De geiten moesten wij voor
een prijsje laten te Genua. Ook konden wij
ons huis in Borgo niet verhuren. Bedenk
daarbij, dat ik zes kinderen heb, en dan is
het geen wonder, dat er wel eens geld te
weinig in huis is. Ik zie ook geen mogelijk
heid om uit deze verlegenheid te geraken,"
liet zij er met fiere bitterheid op volgen,
„want wij kunnen geen handwerk uitoefe
nen; wij zijn van adel."
„Vergeef mij mijn onbescheiden vragen,"
zeide Maria Saveria zacht; ik zie, dat gij
handelt naar best vermogen. Maar Carlo
is verkwistend; hij moest liever goed op
zijn zaken passen, in plaats van gedichten
en sonnetten te schrijven."
„Dan zou ik mij gekrenkt voelen," ant
woordde Letitia opgewekt. Een hartstochte
lijke blik schoot uit haar oogen, zonder dat
dit haar fiere en deftige houding ook maar
in het geringst afbreuk deed. „Mooi, gees
tig, ontwikkeld als hij is, vind ik het heel
natuurlijk, dat Carlo in zijn omgang, in de
gezelligheid, in een zekere weelde genoe
gen schept. Berisp uw zoon nooit om mij
nentwille, moeder I Het zou mij leed doen
oorzaak te zijn, dat mijn man ook maar de
geringste kommer bereid werd, want ik
hoop nog méér jaren gelukkig met hem te
leven als ons kinderen zijn geschonken."
„Dat is goed, ik wil dan zwijgen," zeide
Maria Saveria, die ook niets anders ver
langde.
„Maar zijt gij over uw kinderen tevre
den?"
„Ach ja, ik ben geheel tevreden over
hen. De oudste, Jozef, is een toonbeeld van
lieftalligheid. Over het vierde heb ik soms
wel wat zorg; dat kind kan niet rustig op
de plaats blijven waar hij ishij is bleek en
zwak, hij huilt, wordt boos en slaat alles
stuk. Het is een ware vredesverstoorder,
cfanv-öm noemen wij hem ook niet meer
Napoleon, maar Nabulione of Nibulione."
„Als u een engel tot zoon wildet hebben,"
bromde de gouvernante, wier lieveling deze
kleine was, „dan hadt u hem ten minste
een anderen naam moeten geven. En dan,
is het zijn schuld, dat hij onder treurige en
ongunstige omstandigheden in de wereld
kwam? Dwaaldet gij toe.n niet rond in de
bergen, vluehttet gij niet voor de Fran-
Het is toch niet aan te nemen, dat de be
lastingen, die de verschillende Staten hef
fen, voortdurend zullen worden geheven of
verhoogd zonder dat wordt rekening ge
houden met d© draagkracht der onderne
mingen of haar vooruitgang. Wel is waar
heeft het den schijn, dat niet alle Staten
reeds het laatste woord hebben gezegd in
zake belasting-verhooging. Kort geleden
toch hebben Ohio en eenige Westersche
Staten een zeer aanzienlijke verhooging in
belasting op Spoorwegeigendommen inge
voerd. Maar het gezonde verstand zegt dat
er aan alles een grens is, en dat geldt
eveneens ten opzichte "van de verplichte
toèname in veiligheidsmaatregelen en ver
beteringen, die op zichzelf niet leiden tot
vermeerdering van inkomsten. Vele dezer
inrichtingen werden rechtmatig geëischt,
andere werden aangebracht uit eigen bewe
ging. De eisch, dat zich aan elke goederen
wagen vier ijzeren ladders moeten bevin
den, een aan lederen hoek, in plaats van
twee aan tegenovergestelde hoeken, zooals
nu in gebruik zijn, heeft een voortdurende
stijging in onkosten op spoonvegmaterieel
ten gevolge, aangezien alle nieuwe wagens
van deze verbetering moeten zijn voorzien.
Hetzelfde is van toepassing op 't vervan.
gen van houten passagiersrijtuigea door
stalen wagens. De verbeteringen aan 't mate
rieel worden op die wijze een voortduren
de last bij de exploitatie. Bij andere ver
beteringen, zooals blok-signalen duren de
verhoogde onkosten niet voort, want als ze
eenmaal zijn r .ngebraoht, vorderen r.e
slechts onderhoud, behoudens interest op 't
daarin vastgelegde kapitaal.
De quaestie van verlaging in passagiers
tarieven werd algemeen door verschillende
Staten ter hand genomen in 1907 en 190S.
Die verlagingen werden in vele gevallen
zoo tot het uiterste doorgevoerd, dat men
al spoedig tot de conclusie kwam, vooral
in het Zuiden, dat men te ver was gegaan,
zoodat de oude tarieven in eere werden her
steld. Waar ze bleven bestaan waren ze
waarschijnlijk wel gerechtvaardigd.
De uitspraken der Interstate commissie
hebben op zich zelf de spoorwegen niet
veel kwaad gedaan, uitgezonderd wellicht
dit te Spokave en te Salt Lake. De weige
ring om de vrachttarieven algemeen te ver-
hoogen, liet de Maatschappijen in den
zelfden toestand als voorheen, behalve dan
dat zij hopende de verhoogingen te er
langen, vooruit reeds hoogere loonen had
den toegestaan. De spoorwegen .-rijn voor
spoedig geweest, zonder dat de tarieven
verhoogd zijn en hebben feitelij1' reeds ge
durende een menschenleeftijd gewerkt bij
algemeen dalende tarieven, terwijl ze com
pensatie vonden im groeiend vervoer.
Toch bestaat er geen twijfel, dat cle pu
blieke opinie een groote rol heeft gespeeld
bij de weigering om de tarieven te verhoo-
gen, evenals bij de uitspraken der Inter
state Commissie en deze publieke opinie is
ook wel eens aan 'Verandering onderhevig.
Ze moet nu wel zoo langzamerhand vol
daan zijn, zoodat een ommekeer volstrekt
niet tot de onmogelijkheden behoort. Het
groote voordeel voor de spoorwegen, in de
ongunstige uitspraken inzake vrachtverhoo-
gin.gen is gelegen in de loonsquaestie. Zij
kunnen thans met. reden loönsverhoogingen
schen? Doorwaaddet gij geen stroomen en
beken, op gevaar af van te verdrinken?
Zonder u er een verwijt van te maken,
Signora, gij laat uw hand méér malen neer
komen op hem clan op zijn broeder. En bij
dat alles heeft hij met zijn mager, spits ge
zichtje, met zijn dunne lippen en witte tan
den meer geest en wilskracht dan al uw
andere kinderen.
Deze moedige verdediging der mammucia
werd plotseling onderbroken door het
stormachtig binnenkomen van het kind,
waarover zoo juist gesproken werd.
Toen de slanke knaap met zijn vooruit
stekende wangbeenderen en grauwe ade-
laarspogen, die voor zijn klein moorenge
zichtje veel te groot schenen, zijn moeder
bemerkte, bleef hij op den drempel staan.
Bij het zien van de bruine haren, door
den wind verward in elkander gedraaid;
van het gezicht, door de zon gebruindvan
do natte laarzen en de gescheurde broek,
die op kousen, vol met gaten, neerviel, ver
duisterde het gelaat van Letitia en zij riep:
„Waar kom je vandaan? Heb je weer aan
het strand rondgeloopen en op de rotsen
geklauterd om krabben te vangen? Wie
weet of je hagedissen of sprinkhanen nage
zeten hebt, of ben je soms'over het hek ge
klommen, ora de vijgeboomen van buurman
te plunderen?"
Onder den strengen blik zijner moeder
kreeg de kleine een kleur en bekende dan
in alle kinderlijkheid: „Ik zeg u, mama, ik
ben alleen in de tuinen van onze familie
aan het plunderen geweest."
„Een mooie verontschuldiging! Geloof
je, dat ik je streken nog langer dulden zal?
Kom hier, dan zal ik je eens geducht
straffen."
Bij deze bedreiging, die, zooals hij wist,
geen ijdele was, stamelde de kleine Nebu-
lione bevende verontschuldigingen, waar
aan hij door drlukke bewegingen meer na
druk zocht te geven. Maar t-oen hij zag, dat
zijn moeder Maria Saveria op zij drukte
en naar hem toe kwam, wierp hij zich in de
open armen van de mammucia.
„Verdedig hem niet, Camilla,beval zij
in hevigen toorn, dezen eigenzinnigen, kop-
pigen, heerschzuchtigen jongen, die slechts
mét klappen te regeeren is! Hij verdient
een geduchte bestraffing en ik zal hem
tuchtigen."
Maar de mammucia had reeds haar armen
weigeren. Het spoorwegbedrijf, zoowel als
alle andere zaken, eisebt stabiliteit en in
dien dc Maatschappijen in de eerstvolgen
de jaren er in slagen kunnen het bedrijf
stabiel te doen zijn, hebben zij reeds veel
gewonnen nu de loonen tusseften 1906 en
1910 reeds verhoogd werden, zonder gere
duceerd te zijn gedurende de tussehencijds
plaats gehad hebbende depressie in zaken.
Waarschijnlijk wenschten vele Maatschap
pijen de vraobtverhoogingen niet geheel. Zij
zouden veel liever zien <lat do levens
standaard een verlaging onderging of al
thans dat deze niet voortdurend stijgende
bleef. Op die wijze zouden de eischen om
hooger loonen vanzelf niet gesteld worden.
Met dit doel voor oogen hebben de spoor
wegen den landbouw aangemoedigd en al
les in het wer(k gesteld om intensiever oul-
tuur in de hand te werken.
Behalve de verschillende factoren, die er
toe hebben bijgedragen om de exploitatie
kosten te doen stijgen, is er nog een die
een ongunstigen invloed heeft uitgeoefend,
n.l. het aanzienlijke kapitaal, dat moest
worden vastgelegd in spoorwegeigendom
men, die slechts langzaam rente begonnen
op te brengen. Waarschijnlijk is er in de
geschiedenis der spoorwegen geen tijdperk
geweest, waarin zoo zware kapitalen zijn
vastgelegd in ondernemingen als het Penn-
syvanie Kopstation in New-York, dat. 115
millioen dollar gekost heeft-, dat van de
New-York Centrad waaraan 100 nnllioen
werd uitgegeven, de bouw van de Southern
Pacific in Mexico, waarmede 40 millioen
gemoeid gaan, de uitbreidingen van de Chi
cago Milwaukee eu St.Paul ten bedrage
van 150 milioen, de Western Pacific, die 75
millioen, de aanleg der Spokane, Portland
en Seattle van het Hill-stelsel, die 60 mil
lioen of de New-York, Westchester en Bos
ton van het New-Haven-stelsel, die 30 mil
lioen dollar heeft gekost.
Een kopstation, dat 100 millioen dollar
kost, is een geweldige kapitaalslast, want
in de twee gevallen, hierboven aangehaald,
werd dé rente geregeld bestreden uit de
ontvangsten, zelfs gedurende het tijdperk
van den bouw. Men heeft echter gerede
neerd, dat deze belegging absoluut noodig
was, en dat het daarom beter was, er direct
toe te besluiten, dan ze uit te stellen en dan
meer te betalen. Bovendien als dé uitgave
eenmaal gemaakt is, worden de lasten tel
ken jare geringer. Zoo heeft de Pennsylva
nia, bij een kapitaalbelegging van een mil
liard dollars in eigendommen, daarvan écn
tiende alleen besteed aan liaar terminus
station te New-York. Deze belegging is er
een voor de toekomst, waaraan niet meer
behoeft te worden besteed en het geheele
stelsel zal langzamerhand zoo groeien, dat
de belegging in het eindstation geleidelijk
minder zal drukken. Trouwens juist dit
kopstation van de Pennsylvania, met de
vele geriefelijkheden en het gemak, dat het
publiek er van heeft, brengt een ommekeer
teweeg in de publieke opinie tegen de
spoorwegen.
Ten opzichte van al de geweldige con
structiewerken, hierboven vermeld, zij.n de
onkosten van ieder werk door de Maat
schappijen in kwestie gedragen, zonder dat
het daarin belegde kapitaal rente afwierp,
behalve dan in het geval van de uitbreiding
om den kleine geslagen en wilde die niet
openen.
Terwijl de stemmen der vrouwen zoo luid
weerklonken, ging er een deur open, en een
schoon e, hoogopgegroeide, net gekleede
jonge man met blauwe oogen verscheen
voor liaar.
„Ach, Carlo," riep de jonge vrouw, „kom
mij toch te hulp! Je moeder en de gouver
nante spannen samen met dien kleinen sa
tan, en willen niet dulden, dat ik hem be
straf. t Is hem nu niet meer genoeg met
alle straatjongens mee te loopen en met
steenen te gooienzijn zusters klagen er nu
ook al over, dat hij de schoolmeisjes zoo ruw
mogelijk slaat."
„Zij willen niet doen, wat ik haar zei,"
riep Napoleon op ernstigen toon.
De gouvernante schoot in een hevigen
lach.
„Het valt hem zelf3 in," ging Letitia
voort met haar aanklacht, „met de kleine
Giacommetta van hier naast uit wandelen
te gaan en haar op straat zijn liefde te be
kennen."
„Zij is mijn bruid," zeide het kind in allen
ernst, en nu moest de moeder meelachen
met de gouvernante.
„En dan heeft die kleine deugniet in de
groote, kale kamer, waarin de kinderen,
als zij ondeugend zijn, worden opgesloten,
met houtskool soldaten op den muur ge
schilderd, en als Jozef hem daaraan herin
neren wilde, lieeft hij dezen gebeten en ge
krabd."
„Ja, ik heb Jozef geslagen," bekende
Napoleon, in fiere opgewektheid, maar om
wat anders. Wij speelden oorlog: Rome
tegen Carthago. Onze zuster liet ons loten
wie Rome en wie Carthago zijn zou. Toen
zij mij de vaan van Carthago gaf, vroeg ik
Jozef, dat hij mij zijn vaan van Rome zou
geven, en dat wilde hij niet doendaarom
heb ik hem geslagen Dat was hem toch
hetzelfde, want hij moet toch geestelijke
worden, ik word soldaat, daarom kon ik de
vaan van het overwonnen Carthago immers
niet hebben."
Nu begon de vader te lachen; hij beurde
het kind op en kuste het op beide wangen.
„Een dappere kleine man," riep hij;
„eenmaal zal hij het hoofd onzer familie
zijn!"
Ach, Carlo,klaagde de 31'gnora teleur-
der Chicago Milwaukee St.-Paul en dat
gedeelte van den aanleg der Western Paci
fic, waarvoor de middelen verkregen wer
den uit de obligatie-uitgiften.
Een groot aantal kleine constructiewer
ken, wier totaal een aanzienlijk kapitaal
vertegenwoordigt, is uitgevoerd door bijna
alle Maatschappijen. Bij de Southern Rail
way b.v. is gedurende de laatste ll jaren
ieder jaar een nieuw hoofdstation gebouwd,
behoudens verscheidene kleinere stations.
Daarmede is niet slechts rekening gehou
den met den gcregclden groei van 't spoor
wegstelsel, doch de dienst is er door ver
beterd.
De t-oekomst van de spoorwegen is gele
gen in uitbreiding van vervoer, waarmede
alle lasten en alle tegenwerking der laatste
jaren zullen worden overwonnen. Wel is
waar kunnen de herziening van het douane
tarief en mogelijke anti-trust maatregelen,
handel en industrie nog langer aan banden
leggen, doch als men verder ziet dan de
onmiddellijke toekomst-, kan men nauwelijks
betwijfelen dat ontwikkeling en uitbreiding
verzekerd zijn. De Spoorweg-Maatschap
pijen zijn daarop ten volle voorbereid, want
nooit te voren zijn zij royaler geweest met
uitgaven voor onderhoud en nooit, behalve
in 1907, is er zooveel kapitaal gestoken in
verbeteringen en in liet aanbrengen van
doelmatige veranderingen, dan in de jaren
1910 en 1911.
De bovenstaande beschouwingen zullen
zonder twijfel haar invloed doen gelden zoo
wel op speculatie als op belegging in Spoor
wegaandeelen. De vraag is maar wanneer
het getij zal keeren. De verlaging van som
mige dividenden en het passecren van an
dere in 6 of 7 gevallen hébben de aanpas
sing aan veranderde omstandigheden go-
kenmerkt in de laatste 12 maanden. Waar
schijnlijk komen er nog 2 of 3 dividend-
verlagingen, en deze zouden de markt waar
schijnlijk eer goed dan kwaad doen, aange
zien er dan meer goeds te verdisconteeren
blijft in de toekomst. W.
Diefstal van bloemen.
Bij de firma Schönhutt te Halfweg wer
den in Augustus op verschillende tijdstip
pen bloemen van te veld staande lelies
ontvreemd.
Ter zake daarvan stond gistermiddag te
Haarlem tereoht G. B.} een bloem verkoo-
per uit Heemstede, aio tal van afgerukte
lelies te Amsterdam had verkocht.
De beklaagde liet het voorkomen, alsaf
hij de bloemen zelf had gekocht natuurlijk
van een onbekende. Daar tegenover ston
den verklaringen van getuigen die zijn
schuld vrijwel vaststelden.
Een der getuigen, een Amsterdamscli
bloemenverkooper, had het tegenover den
officier hard te verantwoorden, wijl Mr.
He ij er van oordeel was dat hij aan het af
gerukt zijn der lelies had moeten zien dat
zij niet door een eerlijk koopman werden
verkocht, doch van roof afkomstig moesten
zijn.
De eisch tegen G. B. luidde twee jaar
gevangenisstraf.
gesteld; „als gij hem alles zoo vergeeft, dan
zal die blinde toegeeflijkheid hem nog ver
sterken in zijn fouten en kwaad. Uw zwak
heid noodzaakt mij tot strengheid. Gij zijt
niet dikwijls genoeg thuis, ik heb al last ge
noeg er mee om mij te doen gehoorzamen.
Wat zal dat geven in de toekomst, als gij
mij altijd tegenwerkt?"
„Wees niet zoo onaardig, Letitia," zeide
zacht en goedig de jonge man, terwijl hij
haar omarmde. „Laat Camilla dien kleinen
duivel regeeren, en ga met uw moeder en
met mij naar ons huis aan het zeestrand. Ik
wil je onderweg het sonnet voorlezen, dab
ik laatst gedicht heb, en wij zullen de
plaat-s uitkiezen voor het terras, dat ik van
plan ben te bouwen."
„Wat, Carlo! Een terras? Dat zal weer
veel gold kostenVergeet je dan, dat de
oogst..."
Maar de jonge man omhelsde haar nog
inniger en trok haar met zich mee. De stem
der jonge vrouw werd zachter en zwakker
en ging weldra verloren in de verte.
Nu wiegde de mammucia den kleinen Na
bulione liefkoozend in haar armen, alsof hij
nog een zuigeling was. En zeker zijnde, dat
hij alleen haar hoorde, gaf zij aan haar
blikken en haar woorden den vrijen teugel
en fluisterde hem zoete, vleiende, geheim
zinnige woorden in, om zijn kommer te
doen verdwijnen.
„Slaap, mijn kleine, wilde leeuw, laat die
anderen praten en doen wat zij willen, en
stoor je daar niet aan. Alles zal in deze
wereld geoorloofd zijn, doe maar je eigen
wil. Je mag alles hopen, want in het wa
penschild van je vader, dat boven den huis
ingang hangt, prijken drie groote gouden
leliën, zooals de koningen van Frankrijk
die in hun wapen voeren. Omdat je op Ma-
ri'a-Hemelvaart op de wereld gekomen zijt,
mag je alles wagen. Je kleine voetjes wa
ren bij je geboorte witter dan heb schuim
van de zee en de sneeuw der bergtoppen,
en dat is een zeker teeken, dat je levens
weg een buitengewone zijn zal.
Bij deze woorden sloot het kind zijn oogca
en droomde een droom van het heerlijkste
leven.