Een modelieersclieres.
STOFGOUD.
RECEPT.
ALLERLEI.
Rosa Bertdn heette de modiste van Marie
Antoinette. Zij maakte de mode van haar
tijd: door haar gemaakte kleeren te dra
gen, was het grootste ideaal van de mo
dieuze vrouw tusschen 1770 en 1790.
Over haar, de moaïste van Marie Antoi
nette, is een boek geschreven door Emil
Langlade: „La Marchar.de de Modes de
Marie Antoinette;" een boek waaruit blijkt
welk een rol deze Rosa Bertin gespeeld
heeft.
Eigenlijk heette zij Marie Jeanne; jong
en knap was zij, toen zij haar geboorte
plaats Abbeville* in Ficaröië verliet,
om naar Parijs te trekken, met het vaste
voornemen Parijs te veroveren. De eene
doet dat op de manier van Bonaparte, de
modejuffrouw doet het op haar wijze. De
hoofdzaak is, dat het gelukt. En de kleine
Rosa is het gelukt! Het schijnt, dat haar
voornaamste hoedanigheden behalve een
aangeboren fijnen smaak, geweest zijn: 'e-
vendige fantasie, combinatievermogen, en
zin voor het aktueele. Inderdaad wist zij
de mode met de gebeurtenissen van den
dag in overeenstemming te brengen; steeds
deed zij karakteristieke vondsten.
Heel de wereld dweepte in die dagen met
natuurlijkheid, eenvoud en goedheid des
hartendat wil zeggen, met dingen die men
daarvoor hield. Men wa6 niet meer frivool,
men was „gevoelvol" geworden. Al zulke
veranderingen merkte Rosa Bertin veel eer
dan iemand anders opzij zag ze als het
ware aankomen, die „modesgevoelens", en
wist er handig gebruik van te maken.
Het ging haar goed. Tien jaar na haar
komst te Parijs als eenvoudig, arm meisje
uit de provincie* bezat Rosa een groote, ele
gante modezaak in de Rue St.-Honoré.
Dames uit de hoogste kringen waren klan
ten en in het buitenland werd de kleine
Parijsche modiste met eer genoemd. Toen
kwam de gloriedag: Rosa Bertin werd be
noemd tot hofmodiste-; voortaan zou zij Ma
rie Antoinette kleeden, en dat heeft zij ge
daan tot den val van het Koningshuis.
Marde Antoinette liet nu alles wat haar
keedij betrof, aan Rosa over en de kleine
modiste stond weldra bij de Koningin
zoo goed aangeschreven, dat zij ten all n
tijde onaangediend de particuliere ^.trek
ken der Vorstin binnen mocht gaan; uren
lang zat Rosa met de trotsche dochter van
Maria Theresia te babbelen over kant, vee-
ren, zijden stoffen en wat niet al.
Ten slotte begonnen de vrouwen in den
lande een beetje te klagen over de overdre
ven luxe* die de Koningin in haar toiletten
ten toon spreidde, en over het gestadig
wisselen van de mode; zóó snel wisselde die
mode, dat een kostuum van twee weken
oud dikwijls weer uit de mode was. Vele
vrouwen, die de Vorstin wilden nadoen,
hebben dan ook in die dagen hun gezin
door mode-schulden ten onder gebracht.
Toch moet Marie Antoinette niet zulke
ontzaglijke sommen voor haar toiletten uit
gegeven hebben. Er is een grootboek uit
Rosa Bertins zaak bewaard gebleven en
daaruit blijkt dat de Hofmodiste per jaar
90100,000 francs ontving voor haar werk
zaamheden en het leveren van kant. Een
heel bedrag; doch moderne millionnairs-
dochters zouden nog andere modiste-reke
ningen kunnen overleggen. Op een der re
keningen van Rosa Bertin vindt men een
hoed voor de Koningin van vijftig francs;
ook een mantel met bont van negenduizend
francs.
Toen zijn de slechte tijden gekomen. De
bestellingen vaD het Hof waren steeds
minder, wijl er eigenlijk ook geen Hof
meer was; ofschoon de Koningin haar mo
diste tot in de laatste dagen van de monar
chie, tot in Augustus 1792, trouw gebleven
;is. Zij had geen geld meer, de arme Konin
gin, en de haar trouw gebleven adel had
geen geld meer. de adel met geld had het
land verlaten en het kapitaal meegenomen.
Toen kwamen de tijden, dat geregeld
'lederen dag de beulskarren door de l.ue
St.-Honoré voorbij het atelier-Bertin kwa
men. En op zekeren dag is de kleine mo
diste ontsteld van het venster weggeloopen,
omdat weer de fatale wagen voorbij kwam
met een om genade gillende vrouw er op.
Jeanne Vaubernier, de gravin Dubarny,
waarmede Rosa op een atelier samenge
werkt heeft, toen zij nog Jeanne Vauber
nier heette. Een paar dagen later is Rosa
weer van het venster weggevlucht en snik
kend neergevallen: de beulswagen passeer
de het modemagazijn, bracht een Koningin
naar het schavot...
Rosa Bertin begreep, dat zij verdwijnen
moest; de beul heerschte te Parijs en nie
mand dacht aan mooie toiletten. Zij i8
naar Engeland gegaan en later, toen rusti
ger tijden aangebroken waren, weer naar
Parijs teruggekeerd. Doch haar goede da
gen waren voorbij. Er waren aan het nieu
we Hof van Napoleon andere modeheer-
6cheressen gekomen.
Op haar landgoed nabij Parijs is zij in
1813 gestorven.
De kunst van grimèeren.
Hoe men het moet aanleggen om zijn go-
zicht te veranderen, weten de tooneelspe-
lers het best. Dilettanten i~ -ten zich na
tuurlijk met eenvoudige middelen behelpen,
waarbij schmink en koolstift o.»der meer
een ^to- -e rol spelen.
Van een mager gezicht kan men een dik
maken: men legt ter hoogte der jukbeen
deren een ronde vlek van rood en J ..t die
naar onderen lichter worden en verPopen.
Een groote neus maakt men kleiner door
de wangen dicht naai' de neusvleugels toe
te schminken en zelfs nog een gedeelte van
den neusvleugel; dan sohijnt het, dat dit
gedeelte van den neusvleugel nog wang is,
ZfOodat de neus zelf kleiner lijkt. Om een
kleinen neus grooter te doen schijnen, gaat
men precies omgekeerd te werk.
Een korten neus verlengt men door op
het puntje van den neus eenvoudig een wit
pleikje aan te brengen.
Een groote mond wordt kleiner gemaakt
door de lippen aan de mondhoeken met ae
vleeschkleur der wangen te schminken en
de grenzen door een klein streepje aan te
geven. 1 loet de mond vergroot worden, dan
trekt men met lippenstift do mondhoeken
door en geeft eveneens door een donker
streepje het einde aan. De glans der oogen
wordt verhoogd door langs de onderste
oogwimpers een dunne zwarte streep te
trekken met een dun koolstift of een zwart
gemaakte haarspeld, die men natuurlijk
eerst moet laten afkoelen. Wil men een
weemoedige uitdrukking aan de oogen ge
ven, dan schminkt men de wimpers met
teint-sdhmink en legt op het onderste oog
lid éveneens een rosen toon. Dan ziet men
er verschrikkelijk jammerlijk uitl
Er zijn menschen, die, indien zij ons lief
hebben, ons tot een soort van doop en hei
liging zijn, die ons dwingen tot rechtscha
penheid en reinheid van zeden, enkel door
hun vast geloof aan ons.
George Elliot.
Het is nu eenmaal zoo in de wereld: wie
zich tot schaap maakt, wordt door den wolf
verslonden; wie zich t-ot muis maakt,
wordt door de kat gegrepen; wie zich tot
worm maakt, wordt door den voetganger
vertrapt. Men moet niet alleen welwillend,
maar ook flink zijn. Van welwillendheid al
leen wordt misbruik gemaakt.
Van Stipriaan Luïscius.
Deer. sche vla.
150 gram rozijnen of krenten, 3 d.L. wa
ter, 1 d.L. bessensap, ongeveer 30 gram
suiker, 10 gram sago, l L. melk, stokje
vanielje, 1 ei en 2 eierdooiers, 15 gram pud-
dingmeel, 40 gram suiker, iets zout.
1 ii i
Bereiding: De rozijnen van de steeltjes
ontdoen, goed wasschen, en ged ende cir
ca een halfuur zachtjes gaar laten koken
in water, bessensap en suiker. Het vocht
binden met aangemengde sago, de massa
overdoen in een vla-schaal. Op de gewone
manier een vanielje-vla maken en deze oveE
de rozijnen uitgieten. Dezelfde vla kan men
's zomers met versche vruchten bereiden.
Die wist het.
Twee boeren komen een restaurant bin
nen. Nadat zij een stevL maal gebruikt
hebben, geeft de kellner hun ieder een tan
denstoker op hun bord. De eerste bekijkt
den tandenstoker, neemt daarna zijn vork
en probeert hem in klein© stukjes te snij
den; maar de tweede heeft eens rondge
keken, en gezien hoe de „anderen" de
den. Hij buigt zich voorover t~»t zijn vriend
en zegt zachtjes: „Dat eet men niet, dat
zuigt men slechts uit."
Alexander de Groote.
Alexander de Groote, die korten tijd het
geheele. Perzische rijk aan zich ond.erwierp,
■heeft den naam verworven een der grootste
oorlogshelden geweest te zijn. Het is te be
grijpen, dat zulk een man geen lafhéid ver
dragen kon. Nu geschiedde het eens, toen
hij zijn soldaten inspecteerde, dat hij er één
aantrof, die ook Alexander heette, doch die
zich zeer laf gedragen had. De Koning werd
boos, toen hij dit vernomen had.
„Hoor eens", sprak hij tot den soMaat,
„je moet öf een anderen naam kiezen, óf
voortaan dapperder vechten. Als je Alexan
der heeten wilt, dan moet je ook op Alexan
der gelijken."
Onbesohaamd.
Bezoeker: „De soep smaakt naar petro
leum, kastelein."
Dorpswaard: „Ja, gas hebben we bij ons
in het dorp nog niet."
Menschlie vende ulp.
Een boer kwam in een garnizoensplaats,
woonde een parade bij, en stond vlak ach
ter de muziek. Opmerkzaam beschouwde hij
de schuiftrompet en zag, hoe de man het
instrument telkens in- en uitschoof. Eens
klaps komt hij naar voren, trekt met een
geweldigen ruk het beweegbaar stuk er uit
en venklaart te meenen, dat de man ,,'t er
niet uut kost kriegen."
Zwemmen.
Gelezen in het Verslag van een Zwemin
richting:
Komen zij tegen het najaar in de
stad terug, dan sluiten de dames dikwijls
géén nieuwe abonnementen meer af.; zij
zwemmen dan verder op kaartjes en dus
minder geregeld."
Rapport.
„Wel, is de stad rustig?"
„De stad is rustig, kapitein. Maar de
menschen maken spektakel.'?
Een pelsdie r.
Schooljuffrouw: „Wie noemt mie eenige
pelsdieren?"
Hansje: „Een chauffeur, juffrouw 1"
Advocate n-t estament
Een advocaat vermaakte zijn. e~' "le ver
mogen aan een gekkenhuis. In zijn testa
ment heette het: ,,Van gekken heb ik he*
gekregen, ik geef het hun eerlik terug."
Nietzoo bedoeld.
Een moeder schrijft aan den onderwijzer
over het school\erzuim van baar zoon het
volgende verontschuldigingsbriefje
„Geachte Heer. Ik verzoek u het wegblij
ven van mijn zoon te verontschuldigen, want
het varken wordt geslacht."