Mo, 10850. LEIDSCSS DAiBIi&l, Zatsrlag: SS October. Berde Blad. Anno 1911. Buitenlandseh Overzieht. Brieven van een Leidenaar. Tweede Kamer. Burgerlijke Stand. Het laatste wolkje aan den Marokkaan- g c h e n hemel is weggedreven en algemeen [Verwacht men dezer dagen de finaio oplos- ging van het vraagstuk Begin November zal de Duitsche Rijks- Idag gelegenheid hebben zich bezig te hou den met het Duitsch.Fransehe verdrag. "Wat het eerste gedeelte van het verdrag betreft, do Marokko.overeenkomst n.L, deze heeft de goedkeuring van den Rijks- Idag noodig, omdat liet hierbij gaat om wijzigingen van de bevoegdheid van Duit- jsche consulaire autoriteiten en deze staats, lichtelijk zonder toestemming van het parlement geen kracht van wet kunnen krijgen. Anders is het met het tweede gedeelte bet zoogenaamde Congoverdrag, waarbij een vergrooting van koloniaal gebied wordt verkregen, die evenals vroeger bij Kiaut- fechau geen ratificatie door den Bijksdag behoeft. Thans is er geen sprake van afstand van Duitscli grondgebied, doch alleen van leen grensregeling, zooda-t evenmin de toe stemming van de volksvertegenwoordiging noodig is. Het sluiten van het Congo.verdrag zal Idus den Bijksdag alleen tals kennisgeving worden meegedeeld." Zooals wij reeds meedeelden, heeft de Belgische schoolstrijd geleid tot een Verscherping in de partijverhoudingen. Gisteren vergaderden de liberale en socia listische fracties van de Belgische Kamer, lelk afzonderlijk. In beide vergaderingen werden moties 'aangenomen, waarin op het politieke karak ter van de jongste gemeenteraadsverkiezin gen gewezen en nogmaals verklaard woTdt, dat deze verkiezingen anti.clerikaal zijn uitgevallen, waarmede het land te kennen beeft gegeven, dat het van de clerikale schoolwet niets wil weten. Reeds voor de verkiezingen had de regee- ting erkend, dat de anti-clerikalen over 16,000 stemmen meer kunnen beschikken •dan liun tegenstanders en toch is er nog een clerikale meerderheid in de Kamer, zij het dan ook ééne van slechts zes leden. Uit de verkiezingen voor de gemeentera den is nu gebleken, dat do anti-clerikale meerderheid nog toegenomen is. Onmiddellijk na de heropening der Ka mer zal nu geëischt worden, dat de wet tot uitbreiding van het aantal Kamerzetels in behandeling wordt genomen. Daarna zullen de socialisten een voorstel doen tot ontbinding van de Kamer en daarbij door de liberalen gesteund worden. Wederom is Donderdag op twee Fran- sche oorlogsschepen eén begin van brand ontdekt. Twee matrozen van de „Justice" meld den, dat zij vonken uit de munitiekamer hadden zien springen. De kapitein gaf 'daarop onmiddellijk bevel de kruitkamers onder water te zotten. De bedorven muni tie werd later aan wal gebracht. Bij onderzoek bleek, dat de vonken het gevolg waren geweest van kortsluiting. Aan boord vanden dreadnought „Dide rot" brak dienzelfden dag brand uit in de dynamokamer. Daar deze vlak naast de kruitkamer ligtt ontstond er een lichte pa niek onder de bemanning. De brand kon techier spoedig geblusoht worden. Ook hier schijnt kortsluiting de oorzaak te zijn De datum waarop de verkiezingen voor den nieuwen Duitse hen Bijksdag moe ten plaats hebben is vastgesteldde uiterste termijn die daarvoor in aanmerking kon komen is aangewezen, de 12de Januari 1912. En tevens heeft de regeering weder teen besluit uitgevaardigd, dat niet zal nalaten een gemengden indruk te maken; gisteren is aan de landraden een circulaire gezonden, waarin dezen wordt aanbevolen 'ter opheldering der kiezers „op ernstige aan- t vallen tegen de regeering in de pers of in strooibiljetten, te antwoorden, en over de wijze van antwoorden voorstellen te doen; zoo daarvoor strooibiljetten of volkskalen ders noodig zijn, tevens op te geven hoe groot de oplage daarvan moet zijn De „Frankf. Ztg." zegt: Wij weten uit er varing hoe zulk een „opheldering der kie zers" door de landraden bezorgd wordt. Het is niets dan een officieele aanmaning aan de landraden, om voor de agrarische politiek te propageeren. Hoe liet. ook zij, in ons land kan men zich 'n dergolijken maatregel in 't geheel niet voor stellen. Onze regeeringen weten altijd de onpartijdigheid in verkiezingsdagen in acht te nemen. Zooals men weet is er onder de Engel- sche arbeiders lang geen eenstemmigheid over de verzekeringswet van Lloyd George, maar de Engelsche parlementaire arbeiderspartij als zoodanig had verklaard do tregeoring bij de tot.stand-brenging der wet te zullen steunen. Thans echter blijkt dat de verzekeringswet tweespalt heeft gebracht in ide parlementaire arbeiderspartij. Een vier tal leden der partij, de hoeren Snowden, Jo delt, Lansburry, en. Thorne, weigeren het istandpunt van de meerderheid in te nemen ien willen zich tegen de wet blijven verzetten. Er is een vergadering van de arbeidersteden; van liet parlement gehouden, waarin van 'de vier genoemde heeren geëischt werd, hun verzet op te geven. Er werd heftig .gediscus sieerd, maar het viertal bleef weigeren zich te verbinden te stemmen in den geest van |de meerderheid. Zij zullen nu waarschijnlijk uit de partij treden en een afzonderlijke groep Vormen. Uit China steeds ernstige berichten. Dc val van Sianfoe en de volslagen werkeloosheid van den minister van oor log generaal Yin Tsjing, die bang is voor !de artillerie van de opstandelingen toonen, Jdat het er voor de regeering niet heel gunstig uitziet. De regeering heeft opnieuw 5000 man uit Peking naar de Yang-tsé ge zonden, maar het baat niets. De opstande lingen hebben nog altijd succes. De steden verklaren zich voor de rebel len. Proclamaties toonen ook, dat zij de zaak steeds'meer ja'ls een algeineene op stand tegen de mantsjoes opvatten. Zij heb ben in Sjanghai openlijk proclamaties uit gevaardigd, waarin zij den burgers verzoe ken geen belastingen meer te betalen, voordat de Republiek is uitgeroepen. Er is een poging gedaan om Sjeng Koeng pasja, dèn ontslagen minister van buiten- landsche zaken, te vermoorden. Met groote moeite bereikte hij het gezantschapsge bouw van de Vereenigde Staten, vanwaar hij, onder geleide van tien soldaten naar Tientsin werd overgebracht. De Britsche, Franscke en Duitsche ge zanten, benevens de zaakgelastigde van de Vereenigde Staten, hebben een vertoog gerichtl tot de Chineesche regeering, ten einde te voorkomen, dat hij onthoofd zou worden. Joean Sji Kai vertrekt morgen naar Sinyangs'gau om het opperbevel op zich te nemen. Bij edict is hem de rang van keizerlijk minister gegeven en is den onderkoningen gelast met hem samen te werken. Het schijnt dat Joean nog al liooge eischen heeft gesteld. Hij wenscht alle officieren te benoemen, zoowel de regimentscommandanten als de hoogere officieren, en een afzonderlijke lijf wacht van 12,000 man te vormen. De meening wordt geuit, dat deze macht onnoodig groot is voor de te vervullen taak. De keizerin-weduwe heeft 1 millioen taël bijgedragen voor den veldtocht. De Nationale Vergadering raadt tot on middellijke instelling van een parlement, hervorming van het kabinet, uitsluiting van den adel hiervan, en vergiffenis voor alle politieke misdaden, verband houdende met de verhouding tusschen de Mantsjoes en de Chineezen. CCCLXXV. Publiek is wel eens onbillijk in zijn oor deel en heeft, ook doordat het niet alles weet, dikwijls een eenzijdigen blik op zaken, waarover het zich een oordeel aanmatigt. Dat dacht ik ook weer, toen ik Donderdag avond, nadat de gemeenteraad had besloten de jaarwedde van den commissaris van poli tie met f 200 te verhoogen, daarover in een gezelschap hoorde spreken en het besluit hoorde becritiseeren. Ik beoordeel zelf het besluit niet en evenmin de redenen, die er onze vroedschap toe hebben geleid om in 1911 met gTooto meerderheid aan te nemen, wat men in 1910 eveneens bij aanzienlijke meerderheid verwierp. Ik kan mij echter wel indenken, dat men bij nader inzien de* billijkheid heeft gevoeld om, waai- alle leden van het korps en het kader der politie een verhooging ontvingen, ook aan den commissa ris een verhooging toe te kennen. Hot ware dan echter beter geweest, dat pien zich van -die billijkheid een jaar eerder had weten te doordringen. Er kunnen evenwel heel an dere fedenen voor gegolden hebben en zoo als ik zei-, ik kan die niet beoordeelen, maar ik wil hier waarschuwen tegen de boven- aangeduide critiek op dit besluit. Men vond het op dit oogenblik al heel slecht op zijn plaats omdatde politie niet heeft, weten te voorkomen, dat op 3 October weer op licht schoon dag op twee plaatsen is inge broken, üadat men zich na de diefstallen van twee jaar geleden gewaarschuwd wist, en omdat men de daders niet had weten te ontdekken. Tegen zoo'n redeneering, die misschien el ders ook opgeld doet, meen ik in het open baar te moeten protesteeren. Zij zou eerst recht van bestaan hebben wanneer men mocht aannemen dat hier sprake was van plichts verzaking der politie, met name van den commissaris. En die kan men daaruit aller minst distilleeren. Er werd mij, toen ik dit in het gezelschap zelf opmerkte, tegenge worpen, dat het volstrekt niet noodig was dat de commissaris en de hoofdinspecteur mee vooraan in den optocht reden en dat een paar inspecteurs met een menigte van agenten naast den stoet meegingen, want juist toen de optocht onder dit vertoon van politiemacht door de straten trok, sloegen de dieven hun slag. Ook dit durf ik als buitenstaander niet beoordeelen,' alleen zou ik er tegen kunnen aanvoeren, dat men, wanneer er tijdens den optocht in den stoet eens een ongeluk was gebeurd en er was weinig of geen politiemacht bij ge weest, er ongetwijfeld ook weer zou gezegd zijn: ,,Zie je wel, waar de politie wezen moet, daar is ze niet!" Ik wil daarmee niet zeggen, dat het bij zoo'n optocht niet met een beetje minder politievertoon toe kan, maar dat voorname lijk, omdat de hoofdmannen der politie eens een uur of wat door de stad rijden, de vei ligheid van personen en goederen minder gewaarborgd zoude zijn, dat blijf ik ont kennen. Dat hangt er maar van af welke maatregelen vooraf zijn genomen. En die maatregelen kunnen moeilijk voldoende zijn, omdat bij zulke gelegenheden er geen man schappen genoeg beschikbaar zijn. Juist de stille stadswijken, waar onder normale om standigheden politietoezicht minder noodig is, moe-ten dan vooral extra besurveilleerd worden. En nu dunkt mij dat daarin het best zou worden voorzien, doordat de burgemees ter als hoofd der, politie voor zoo'n dag voor de bewaking van de Singels en van stille stadskwartieren rijksveldwachters requi- reerde. In de week toen er op het Ajax-terrein vanwege een Comité werd gevlogen, zag men dag aan dag een paar dozijn rijks veldwachters de omliggende landerijen be waken, opdat het publiek daar niet zou ko men, een maatregel, door den burgemeester der gemeente Oegstgeest noodig geoordeeld. Wanneer het hoofd der politie eenet ge meente voor zoo'n doel aanspraak kan ma ken op de hulp der rijksveldwachters, hoe veel te meer zal het dan kunnen voor de veiligheid van goederen en personen op een dag als 3 Ociober, wanneer blijkbaar ge raffineerde roDversbendcn uit verschillende plaatsen overkomen, om hier hun slag te slaan. Onze rijksveldwachters, die dagelijks op velden cn v.cgen zijn, kennen hun Pappen heimers nog beter dan dc gemeente.politie, en zijn uit den aard van hun werk op speurdienstcn aangewezen. Wanneer op zulk een dag en avond eens een twintig gehelmde mannen de Leidsche politic assisteerde, zou den we tamelijk veilig zijn en hun tegen woordigheid zou in ieder geval een ..heil zame vrees brengen onder het volkje, dat zoo'n dag uit de groote steden op ons af komt. Mag ik het denkbeeld bij dezen met bescheidenheid aan de politieautoriteiten ter overweging aanbieden? Nu ik toch eenmaal over de politie bezig ben, wil ik in verband .met hetgeen bij de behandeling van de begrooting het Raads lid Botermans opmerkte, over het gebrek aan politietoezicht in dc buitenwijken, ook onder gewone omstandigheden, nog iets te berde brengen. „Wat heb ik aan meer rij wielen," zei de burgemeester, „als ik voor elk rijwiel niet een politieman heb, die er de stille wijken mee ingaan kan." Nu meen ik dat men in die stille wijken 's avonds en 's nachts vooral behoefte aan eenig meer der toezicht heeft. Et loepen des 's a-vonds en des nachts een aantal menschen door "de-stad,. die heel wat. opmerken en zien, vóóial'. in de afge legen. stadswijken, dat niet door den beugel kan, maar, die doautoriteit missen er iets togen'dë dben. Het zijn onze."... lantaarn opstekers. Nu is alle hout geen timmerhout en elke lantaarnopsteker niet geschikt voor stil agent, maar er zullen er toch wel onder zijn, die als men ze Ibevorderde- tot onbezoldigd rijksveldwachter, de stad goede politiediensten konden bewijzen. Ik hoorde hiervan dezer dagen nog een aardig staaltje. Een lantaarnopsteker in een onzer werlimanswijken, miste gedurig lam pen uit cle door hem beheerde lantaarns. Hij klaagde er over bij de politie, doch men kwam niet tot de ontdekking van den dief. Toen ging onze man zelf er tep uit. Veertien nachten waagde hij er aan en hij smaakte de voldoening, eindelijk den dief op heetcr- daad te betrappen. Zelf kon hij niet als, verbalisant optreden, maar hij nam daar voor een politie.agent onder den arm en zoo zal nu de dader zijn straf niet ont komen. Zoo'n geval leert hoe goed het zou zijn dat een maji als deze lantaarn-opsteker de bevoegdheid bezat, bij overtredingen, die hij constateerde, ook te kunnen verbaliseeren en met gezag bekleed kan optreden Niet al zijn collega's zullen zoo'n Sherlock Holmes' na tuur bezitten, er zullen er wel zijn die men maar liefst de enkelvoudige functie van lichtontstekers moet laten houden, doch wie er geschikt voor zijn, zou ik tot onbezoldigd rijksveldwachter willen maken, wat nóg niet behoeft te beteekenen, dat 'zij voor hun in deze kwaliteit bewezen diejisten, geen ver goeding zouden behoeven "'te dntvangen. Ik zal zoo vrij zijn ook dit tweede denk beeld van een leek in politie.zaken, den poli tic-autoriteiten ter overweging aan te bieden. Men zal zeker wel de aandacht willen schenken aan beide denkbeelden en mochten ze den toets van de deskundige critiek kun nen doorstaan, hen niet afwijzen, omdat een leek ze te berde heeft gebracht. Militaire Geneeskundige dienst. Een onbekende X. IJ. Z. neemt het in de „N. B. Crt." op voor de officieren van gezondheid naar aanleiding van het voor gevallene met den zoon vai, den heer Van der Br eggen. X. IJ. Z. schrijft: Ons antwoord op dë vraag van den Heer Van der Breggen, „kunnen wij onze zone^ de miliciens, toevertrouwen aan den Milit. Geneesk. Dienst?" moet op dit oogenblik ontkennend luiden. Maar dit ligt niet aan de Officieren van Gezond heid, hun bekwaamheid of goeden wil, maar aan de taak die hun wordt opgedra gen en aan de omstandigheden waaronder zij som3 genoodzaakt zijn te werken, een taak en omstandigheden, waarvan de burger arts zich moeilijk een denkbeeld zal kun nen vormen. Zoo is de O. v. G. gedurende manoeuvres of in kampen verplicht vóór het begin van de dagelijksche oefeningen in een ze er korten tij d (I a 1 uurj zich een oordeel te vormen over den toe stand van 'soms 100 a 200 ziekgemelden, en te beslissen of zij al dan niet in staat zijn de oefening mede te maken, zoo neen, wat er dan verder met hen moet geschieden. Dat van een nauwkeurig onderzoek geen sprake kan zijn, behoeft geen nadere uit eenzetting. Bij velen moet men zich bepa len tot een onderzoek naar den algemeenen toestand, of zich verlaten op zijn „piak- tischen blik," een hoogst gevaarlijk en on zeker diagnostisch hulpmiddel. Dat daarbij den O. v. G. een verantwoordelijkheid op de schouders wordt gelegd, die iiij niet in staat is te dragen, voelt ieder, die gewoon is consciëntieus zijn taak op te vatten. Den tijd, beschikbaar gesteld voor het zieken rapport, te verlengen, is slechts in zeer beperkte mate mogelijk, want het zieken rapport moet vóór 't uitrukken van den troep geëindigd zijn en de dokter zelf moet méé uitrukken. Een ander middel zou zijn, het aantal O. v. G. met dezen dienst belast te ver meerderen, maar dit stuit af op het groote bezwaar, dat het korps O. v. G. m den laat- sten tijd zóó incompleet is, dat zelfs thans de garnizoens- en hospitaaldiensten niet overal naar behooren kunnen verricht wor den. Hoeveel erger is het dus niet in ma noeuvretijden Dan zijn de garnizoenen van het grootste deel hunner O. v. G. ont bloot, waardoor ook de aldaar overblijven- den in hoogst ongunstige omstandigheden hun dienst moeten doen. Vele O. v. G. zijn weken lang van hun standplaats afwezig, nu eens Lier op manoeuvre of in kampen, dan daar gedetacheerd om een plaatselijk al te groot tekort gedeeltelijk aan te vul len. Dab een dergelijk werken als „reizi ger in geneeskundige presta ties" niet alleen hoogst onaangenaam is voor den O. v. G. maar ook voor de hem telkens tijdelijk toevertrouwde gezinnen, dat het ongunstig werkt op den lust en de gelegenheid tot studie en practische ontwik keling dier artsen is duidelijk. Daarbij komt, dat die detacheeringen steeds ge paard gaan met belangrijke geldelijke na- deelen, dubbel zwaar wegend bij de zoo on: voldoende bezoldiging, zoodat het niet te verwonderen is, dat steeds meer O. v. G. met blijdschap elke gelegenheid aangrijpen om in een burgerbetrekking over te gaan, waardoor een circulus vitiosus ontstaat, waarvan de gevolgen niet zijn te voorzien. Van de 96 subalterne O. v. G. ontbreken er nu reeds ongeveer één tierde en dit aantal neemt spoedig nog toe. Intusschen gaat men kalm voort artsen van het Nederl. Leger naar de koloniën te detacheeren. Thans zijn reeds 10 O. v. G. in W.- en O.-Indië gede tacheerd, alsof Let gebrek hier niet even nijpend is als ginds. Ten eenenmale onvoldoende om in de be hoeften van geneeskundige hulp in vredes tijd te voorzien, staan we in geval van oor log voor een zóó enorm tekort, dat een de bacle onvermijdelijk is. Pas dan zou de vraag van den heer Van der Breggen met volmondig „ja" kunnen beantwoord worden, wanneer de inrichting van den Militairen Geneesk. Dienst overal waar de milicien zich ook bevindt, in welke stad, kampement, kantonnement of fort ook, aan de hoogste eischen voldoet. Dan moeten zoo spoedig mogelijk a f- doende maatregelen worden genomen, dat het korps militaire artsenop een vol doende sterkte wordt gebracht en gehou den. Dan moet er géén ziekenrapport van 100 a 200 ziekgemelden voor rekening van 1 of 2 O. v. G. in een vastgestelde beperkte tijdruimte gehouden worden. Dan moeten de plaatsen ar dit ge neeskundig onderzoek geschiedt zóódanig zijn ingericht, dat zij aan eischen van ruim te en rust voldoen. Dan moet daarbij een talrijk goedge schoold hulppersoneel aanwezig zijn. D an moeten alle hospitalen, clie niét aan de hoogste en meest moderne eischen voldoen en alle ziekenkamers verr1- m eo vervangen worden door inrichtingen naar de eischen des tijds uitgerust. Dan moeten die inrichtingen kunnen be schikken over een hoogstaand goedi bezol digd verplegend personeel. Dan moet wanneer de troep te velde is, steeds te beschikken zijn over meerdere automobielen voor het vervoer der zieken, teneinde dat vervoer zoo min mogelijk na- deelig te doen zijn. Dan inoeten.-ste.eds goed ingerichte am bulances worden meegevoerd om het on derzoek voldoende tot zijn recht te laten komen. Dan moeten verdwijnen de nog van Na poleon geërfde hotsende ziekenikarren en vervangen worden door bruikbaarder ma teriaal. Dan moeten de O. v. G. niet alleen be reden heeten, maar dit ook inderdaad zijn. Dan moet het gemeenschapsgevoel van den soldaat zóó ontwikkeld zijn, <lat hij het werk van den dokter niet noodeloos ver zwaart door simulaties en aggravaties. Dan moeten de redenen, waarom ve len zich zonder voldoende motiveering ziek melden uit den weg geruimd (ransel, schoei sel, ondoelmatige kleeding etc.) Zijn al deze veranderingen eindelijk eens aangebracht, dan kan men gerust zijn zo nen, de miliciens, aan den Milit. Geneesk. Dienst toevertrouwen. Caveant Consules 1 M i l i t i e w e t. In de gisteren voortgezette zitting werd het amendemen t-V an K a r n e- b e e k aangenomen met 35 tegen 32 stem men. De Minister van Oorlog ver klaarde, gehoord he^yóór en tegen der vrij stelling van de -Indische jongelui, wier ouders in Indië woagri; de beslissing over Van Karnebteeks amendement aan de Ka mer over te laten. Door dit amendement is bepaald, dat In dische jongelui, wier ouders in Indië wonen en die hier te lande studeeren, worden in geschreven voor de nationale militie. Bij de voorafgegane discussie was van verschillen de zijden in het licht gesteld, dat de eigen lijke kwestie van vrijstelling van dienst voor bepaalde jongelui eerst bij een der volgen de artikelen principieel zal worden beslist. Bij art. 17, behandelende de inschrijving van Nederlanders, die in het buitenland vertoeven, werd door den heer S c h a p e t een amendement ingediend, om te voorko men, dat Indische jongelui zich, door in het buitenland te gaan studeeren, aan inschrij ving voor de militie onttrekken. De behandeling van dat geheele art. 17 woTdt in verband hiermede aangehóüden tot het artikel, dat de vrijstellingen behan delt. Bij art. 21, behandelende de vrijstellin gen, verdedigt de heer Duys een amen dement-Ter Laan, om de vrijstelling van geestelijken of hen, die daarvoor worden opgeleid, te laten vervallen. Spr. achtte die vrijstellingen van theologische studenten een onbillijkheid, die uit de Militiewet moet verdwijnen. Antf-clericalisrae bezielt hem niet. Ook krenking van iemands gemoeds bezwaren ligt allerminst in de bedoeling der sociaal-demoeraten. Beeds bij voorbaat protesteert spreker daarom tegen aanval len in de rechtsche pers, welke naar aanlei ding van dat amendement tegen de sociaal democraten verwacht worden. Waar er geen ernstige gemoedsbezwaren zijn tegen het dienen van geestelijken in de gelederen, hetgeen ook door wijlen Schaepman is er kend geworden, achtte spreker handhaving van het onbillijke privilege, dat geestelijken niet behoeven te dienen, niet billijk en dient daartegen met kracht te worden op gekomen. (Spreker wordt herhaaldelijk door den Voorzitter" onderbroken als zou hij buiten de orde gaan door voorlezing van partij programma's, waartegen de heer Duys en anderen echter krachtig protesteeren met een beroep op de vrijheid, welke wijlen pre sident Gleichman bij de behandeling in 1898 van de wet op den persoonlijken dienst plicht aan de sprekers liet.) Dinsdag te elf uren voortzetting. Gemeenteraad van Ter-Jl ar. Voorzitter de burgemeester. Afwezig met kennisgeving de eer J. Hoo- gervorst. Komt ter tafel een adres namens de be sturen der drie tuinbouwvereenigingen, al hier, verzoekende stappen te doen tot aan sluiting van deze gemeente aan het spoor wegnet, welk adres reeds bij B. en Ws. is ter sprake gebracht. De Voorzitter zegt, dat het wenschelijk zou zijn zioh allereerst te wenden tot de directie d©r Holl. Elect. Sp.-Mij. De heer Van Zwieten licht het adres toe. De heer Van Vliet besprak het conferee- ren met de gemeentebesturen van Bij: za- terwoude en Woubrugge, ten einde meer kraov. te kunnen doen uitgaan. De Voor zitter zegt, dat dit voornemen bestaat. B. en Ws. worden gemachtigd verdere maatre gelen te treffen, welke zij in N belang dienstig achten, terwijl de Baad op de hoog te zal worden gehouden i den loop cDr besprekingen en het resultaat. Voorts wordt o.a. meclegedeeU, dat de rekening der gemeente over 1 iCK is geslo ten met een batig saldo van f 592.624. Gelezen wordt een adres van A. S. J. J Dinckgreve, ambtenaar ter Secretarie, om verhooging van jaarwedde. Dit adr.s is door B. en Ws. in behandelirj genomen en zij hebben gemeend, dat er termen zijn om het traktement met f 50 te verhoogen en te brengen op f 300. Bij den Raad vond dit. voorstel geen bezwaar 1 hiertoe werd met algemeene stemmen besloten. Vervol gens is aan de orde het voorstel van het Dageliiksch Bestuur tot verhooging van de jaarwedde van den gemeente-ontvanger. De heer Visser vraagt op welken grond die verhooging wordt voorgesteld. De Voorzit ter zegt, dat de bestaande jaarwedde niet in overeenstemming ig met die in andere gemeenten niet alleen, maar dat de werk zaamheden jaarlijks toenemen Op deze be weegredenen hebben B. en Ws. gemeend een werh-eoging van f25 voor. te stellen. De heer Van der Hoorn zegt, dat reeds een re geling door Ged. Staten is vastgesteld en men ziob naar die regeling moet schikken. De Voorzitter geeft nadere toelichting en brengt het voorstel in stemming. Het wordt aangenomen met 5 stemmen tegen 1. Beide verhoogingen in te gaan met 1 Januari 1^2. Vervolgens is aan de orde de begrooting 1912. De voorzitter stelt de vraag aan rle commissie van onderzoek, welke bemerkin gen zij heeft. De heer Visser, lid dier oom missie, bracht in het midden, dat een ver laging ontdekt was van den ost brand- blusohiniddelen, terwijl de commissi j van meening is, dat tot .vermindering daarvan niet moest worden overgegaan. De Voorzrt. ter zegt, dat de vermindering haar grond hierin vindt, dat bekend was, dat aan de brandblusohmiddelen geen bijzondere werk zaamheden behoeven te worden gedaan en het voorgestelde bedrag voldoende werd geacht. De commissie stelde zioh met dit antwoord tevreden en had overigens geen bemerkingen. Hierna werd de begrooting met algemeene stemmen vastgesteld r ont vangst en uitgaaf op f 12,758.971. Voorts wordt door den Voorzitter naar aanleiding van de opdracht, in de vorigo vergadering gedaan, in zake de conferentie te Breukelen over drinkwatervoorziening, verslag uitgebracht. Hij zegt, "at alle ge- prenten, die aldaar vertegenwoordigd wa rén, in beginsel zijn overeengekomen tot me dewerking van de voorgenomen plannen. -In verband daarmede is de gelegenheid gegeven inzage te nemen van een volledig exemplaar van het verhandelde op 14 Sep tember jl., hetwelk door het comité bij brief van 16 October 1911 is gezonden. In dat schrijven wordt de uitnoodiging gedaan uit 'het midden van den Raad een afgevaardig de te benoemen, die zich met het comité zal verstaan omtrent de waterleidingbelan- gen dezer gemeente. Met algemeene stemmen wordt den burge meester daarvoor aangewezen. Het bewuste verslag zal bij de leden circuleeren. Daarna wordt door den Voorzitter voor gesteld, om aan den hoek te "orteraar te doen plaatsen een lantaarn. Hij meent hier door in den geest te handelen Van de be woners aldaar. De heer Visser vindt, dat een plaatsing op het aangewezen punt met het oog op de kruising der wegen zeer te recht zou geschieden en kan met den wensoh van den Voorzitter medegaan. Met algemeene stemmen wordt z o besloten. Overgegaan wordt tot een geheime ver gadering tot behandeling van het suppletoir kohie.- van den Hoofdelijken Omslag. VALKENBURG Geboren; Jan9je, D. van Hendiik Ravensbergen en Johanna van der Zwart. Overleden: Maria, D. van Willem Slootweg en Netitë Koster, 4 j. WARMOND. Ondertrouwd: W. H. G. Krab bendam im. en G. Betzjd. W. J. van der Pijl jm, en C. A. Hommers jd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13