Mo, 10850.
LEIDSCSS DAiBIi&l, Zatsrlag: SS October. Berde Blad.
Anno 1911.
Buitenlandseh Overzieht.
Brieven van een Leidenaar.
Tweede Kamer.
Burgerlijke Stand.
Het laatste wolkje aan den Marokkaan-
g c h e n hemel is weggedreven en algemeen
[Verwacht men dezer dagen de finaio oplos-
ging van het vraagstuk
Begin November zal de Duitsche Rijks-
Idag gelegenheid hebben zich bezig te hou
den met het Duitsch.Fransehe verdrag.
"Wat het eerste gedeelte van het verdrag
betreft, do Marokko.overeenkomst n.L,
deze heeft de goedkeuring van den Rijks-
Idag noodig, omdat liet hierbij gaat om
wijzigingen van de bevoegdheid van Duit-
jsche consulaire autoriteiten en deze staats,
lichtelijk zonder toestemming van het
parlement geen kracht van wet kunnen
krijgen.
Anders is het met het tweede gedeelte
bet zoogenaamde Congoverdrag, waarbij
een vergrooting van koloniaal gebied wordt
verkregen, die evenals vroeger bij Kiaut-
fechau geen ratificatie door den Bijksdag
behoeft.
Thans is er geen sprake van afstand
van Duitscli grondgebied, doch alleen van
leen grensregeling, zooda-t evenmin de toe
stemming van de volksvertegenwoordiging
noodig is.
Het sluiten van het Congo.verdrag zal
Idus den Bijksdag alleen tals kennisgeving
worden meegedeeld."
Zooals wij reeds meedeelden, heeft de
Belgische schoolstrijd geleid tot een
Verscherping in de partijverhoudingen.
Gisteren vergaderden de liberale en socia
listische fracties van de Belgische Kamer,
lelk afzonderlijk.
In beide vergaderingen werden moties
'aangenomen, waarin op het politieke karak
ter van de jongste gemeenteraadsverkiezin
gen gewezen en nogmaals verklaard woTdt,
dat deze verkiezingen anti.clerikaal zijn
uitgevallen, waarmede het land te kennen
beeft gegeven, dat het van de clerikale
schoolwet niets wil weten.
Reeds voor de verkiezingen had de regee-
ting erkend, dat de anti-clerikalen over
16,000 stemmen meer kunnen beschikken
•dan liun tegenstanders en toch is er nog
een clerikale meerderheid in de Kamer,
zij het dan ook ééne van slechts zes leden.
Uit de verkiezingen voor de gemeentera
den is nu gebleken, dat do anti-clerikale
meerderheid nog toegenomen is.
Onmiddellijk na de heropening der Ka
mer zal nu geëischt worden, dat de wet tot
uitbreiding van het aantal Kamerzetels in
behandeling wordt genomen.
Daarna zullen de socialisten een voorstel
doen tot ontbinding van de Kamer en
daarbij door de liberalen gesteund worden.
Wederom is Donderdag op twee Fran-
sche oorlogsschepen eén begin van
brand ontdekt.
Twee matrozen van de „Justice" meld
den, dat zij vonken uit de munitiekamer
hadden zien springen. De kapitein gaf
'daarop onmiddellijk bevel de kruitkamers
onder water te zotten. De bedorven muni
tie werd later aan wal gebracht.
Bij onderzoek bleek, dat de vonken het
gevolg waren geweest van kortsluiting.
Aan boord vanden dreadnought „Dide
rot" brak dienzelfden dag brand uit in de
dynamokamer. Daar deze vlak naast de
kruitkamer ligtt ontstond er een lichte pa
niek onder de bemanning. De brand kon
techier spoedig geblusoht worden.
Ook hier schijnt kortsluiting de oorzaak
te zijn
De datum waarop de verkiezingen voor
den nieuwen Duitse hen Bijksdag moe
ten plaats hebben is vastgesteldde uiterste
termijn die daarvoor in aanmerking kon
komen is aangewezen, de 12de Januari 1912.
En tevens heeft de regeering weder
teen besluit uitgevaardigd, dat niet zal
nalaten een gemengden indruk te maken;
gisteren is aan de landraden een circulaire
gezonden, waarin dezen wordt aanbevolen
'ter opheldering der kiezers „op ernstige aan-
t vallen tegen de regeering in de pers of in
strooibiljetten, te antwoorden, en over de
wijze van antwoorden voorstellen te doen;
zoo daarvoor strooibiljetten of volkskalen
ders noodig zijn, tevens op te geven hoe groot
de oplage daarvan moet zijn
De „Frankf. Ztg." zegt: Wij weten uit er
varing hoe zulk een „opheldering der kie
zers" door de landraden bezorgd wordt. Het
is niets dan een officieele aanmaning aan de
landraden, om voor de agrarische politiek
te propageeren.
Hoe liet. ook zij, in ons land kan men zich
'n dergolijken maatregel in 't geheel niet voor
stellen. Onze regeeringen weten altijd de
onpartijdigheid in verkiezingsdagen in acht
te nemen.
Zooals men weet is er onder de Engel-
sche arbeiders lang geen eenstemmigheid
over de verzekeringswet van Lloyd
George, maar de Engelsche parlementaire
arbeiderspartij als zoodanig had verklaard do
tregeoring bij de tot.stand-brenging der wet
te zullen steunen. Thans echter blijkt dat de
verzekeringswet tweespalt heeft gebracht in
ide parlementaire arbeiderspartij. Een vier
tal leden der partij, de hoeren Snowden, Jo
delt, Lansburry, en. Thorne, weigeren het
istandpunt van de meerderheid in te nemen
ien willen zich tegen de wet blijven verzetten.
Er is een vergadering van de arbeidersteden;
van liet parlement gehouden, waarin van
'de vier genoemde heeren geëischt werd, hun
verzet op te geven. Er werd heftig .gediscus
sieerd, maar het viertal bleef weigeren zich
te verbinden te stemmen in den geest van
|de meerderheid.
Zij zullen nu waarschijnlijk uit de partij
treden en een afzonderlijke groep Vormen.
Uit China steeds ernstige berichten.
Dc val van Sianfoe en de volslagen
werkeloosheid van den minister van oor
log generaal Yin Tsjing, die bang is voor
!de artillerie van de opstandelingen toonen,
Jdat het er voor de regeering niet heel
gunstig uitziet. De regeering heeft opnieuw
5000 man uit Peking naar de Yang-tsé ge
zonden, maar het baat niets. De opstande
lingen hebben nog altijd succes.
De steden verklaren zich voor de rebel
len. Proclamaties toonen ook, dat zij de
zaak steeds'meer ja'ls een algeineene op
stand tegen de mantsjoes opvatten. Zij heb
ben in Sjanghai openlijk proclamaties uit
gevaardigd, waarin zij den burgers verzoe
ken geen belastingen meer te betalen,
voordat de Republiek is uitgeroepen.
Er is een poging gedaan om Sjeng Koeng
pasja, dèn ontslagen minister van buiten-
landsche zaken, te vermoorden. Met groote
moeite bereikte hij het gezantschapsge
bouw van de Vereenigde Staten, vanwaar
hij, onder geleide van tien soldaten naar
Tientsin werd overgebracht.
De Britsche, Franscke en Duitsche ge
zanten, benevens de zaakgelastigde van de
Vereenigde Staten, hebben een vertoog
gerichtl tot de Chineesche regeering, ten
einde te voorkomen, dat hij onthoofd zou
worden.
Joean Sji Kai vertrekt morgen naar
Sinyangs'gau om het opperbevel op zich te
nemen.
Bij edict is hem de rang van keizerlijk
minister gegeven en is den onderkoningen
gelast met hem samen te werken.
Het schijnt dat Joean nog al liooge
eischen heeft gesteld.
Hij wenscht alle officieren te benoemen,
zoowel de regimentscommandanten als de
hoogere officieren, en een afzonderlijke lijf
wacht van 12,000 man te vormen.
De meening wordt geuit, dat deze macht
onnoodig groot is voor de te vervullen
taak.
De keizerin-weduwe heeft 1 millioen taël
bijgedragen voor den veldtocht.
De Nationale Vergadering raadt tot on
middellijke instelling van een parlement,
hervorming van het kabinet, uitsluiting van
den adel hiervan, en vergiffenis voor alle
politieke misdaden, verband houdende met
de verhouding tusschen de Mantsjoes en de
Chineezen.
CCCLXXV.
Publiek is wel eens onbillijk in zijn oor
deel en heeft, ook doordat het niet alles
weet, dikwijls een eenzijdigen blik op zaken,
waarover het zich een oordeel aanmatigt.
Dat dacht ik ook weer, toen ik Donderdag
avond, nadat de gemeenteraad had besloten
de jaarwedde van den commissaris van poli
tie met f 200 te verhoogen, daarover in een
gezelschap hoorde spreken en het besluit
hoorde becritiseeren. Ik beoordeel zelf het
besluit niet en evenmin de redenen, die er
onze vroedschap toe hebben geleid om in
1911 met gTooto meerderheid aan te nemen,
wat men in 1910 eveneens bij aanzienlijke
meerderheid verwierp. Ik kan mij echter
wel indenken, dat men bij nader inzien de*
billijkheid heeft gevoeld om, waai- alle leden
van het korps en het kader der politie een
verhooging ontvingen, ook aan den commissa
ris een verhooging toe te kennen. Hot ware
dan echter beter geweest, dat pien zich van
-die billijkheid een jaar eerder had weten
te doordringen. Er kunnen evenwel heel an
dere fedenen voor gegolden hebben en zoo
als ik zei-, ik kan die niet beoordeelen, maar
ik wil hier waarschuwen tegen de boven-
aangeduide critiek op dit besluit. Men vond
het op dit oogenblik al heel slecht op zijn
plaats omdatde politie niet heeft, weten
te voorkomen, dat op 3 October weer op
licht schoon dag op twee plaatsen is inge
broken, üadat men zich na de diefstallen
van twee jaar geleden gewaarschuwd wist,
en omdat men de daders niet had weten te
ontdekken.
Tegen zoo'n redeneering, die misschien el
ders ook opgeld doet, meen ik in het open
baar te moeten protesteeren. Zij zou eerst
recht van bestaan hebben wanneer men mocht
aannemen dat hier sprake was van plichts
verzaking der politie, met name van den
commissaris. En die kan men daaruit aller
minst distilleeren. Er werd mij, toen ik dit
in het gezelschap zelf opmerkte, tegenge
worpen, dat het volstrekt niet noodig was
dat de commissaris en de hoofdinspecteur
mee vooraan in den optocht reden en dat
een paar inspecteurs met een menigte van
agenten naast den stoet meegingen, want
juist toen de optocht onder dit vertoon van
politiemacht door de straten trok, sloegen
de dieven hun slag. Ook dit durf ik als
buitenstaander niet beoordeelen,' alleen zou
ik er tegen kunnen aanvoeren, dat men,
wanneer er tijdens den optocht in den stoet
eens een ongeluk was gebeurd en er was
weinig of geen politiemacht bij ge
weest, er ongetwijfeld ook weer zou gezegd
zijn: ,,Zie je wel, waar de politie wezen
moet, daar is ze niet!"
Ik wil daarmee niet zeggen, dat het bij
zoo'n optocht niet met een beetje minder
politievertoon toe kan, maar dat voorname
lijk, omdat de hoofdmannen der politie eens
een uur of wat door de stad rijden, de vei
ligheid van personen en goederen minder
gewaarborgd zoude zijn, dat blijf ik ont
kennen. Dat hangt er maar van af welke
maatregelen vooraf zijn genomen. En die
maatregelen kunnen moeilijk voldoende zijn,
omdat bij zulke gelegenheden er geen man
schappen genoeg beschikbaar zijn. Juist de
stille stadswijken, waar onder normale om
standigheden politietoezicht minder noodig
is, moe-ten dan vooral extra besurveilleerd
worden.
En nu dunkt mij dat daarin het best
zou worden voorzien, doordat de burgemees
ter als hoofd der, politie voor zoo'n dag voor
de bewaking van de Singels en van stille
stadskwartieren rijksveldwachters requi-
reerde.
In de week toen er op het Ajax-terrein
vanwege een Comité werd gevlogen, zag
men dag aan dag een paar dozijn rijks
veldwachters de omliggende landerijen be
waken, opdat het publiek daar niet zou ko
men, een maatregel, door den burgemeester
der gemeente Oegstgeest noodig geoordeeld.
Wanneer het hoofd der politie eenet ge
meente voor zoo'n doel aanspraak kan ma
ken op de hulp der rijksveldwachters, hoe
veel te meer zal het dan kunnen voor de
veiligheid van goederen en personen op een
dag als 3 Ociober, wanneer blijkbaar ge
raffineerde roDversbendcn uit verschillende
plaatsen overkomen, om hier hun slag te
slaan.
Onze rijksveldwachters, die dagelijks op
velden cn v.cgen zijn, kennen hun Pappen
heimers nog beter dan dc gemeente.politie,
en zijn uit den aard van hun werk op
speurdienstcn aangewezen. Wanneer op zulk
een dag en avond eens een twintig gehelmde
mannen de Leidsche politic assisteerde, zou
den we tamelijk veilig zijn en hun tegen
woordigheid zou in ieder geval een ..heil
zame vrees brengen onder het volkje, dat
zoo'n dag uit de groote steden op ons af
komt. Mag ik het denkbeeld bij dezen met
bescheidenheid aan de politieautoriteiten ter
overweging aanbieden?
Nu ik toch eenmaal over de politie bezig
ben, wil ik in verband .met hetgeen bij
de behandeling van de begrooting het Raads
lid Botermans opmerkte, over het gebrek
aan politietoezicht in dc buitenwijken, ook
onder gewone omstandigheden, nog iets te
berde brengen. „Wat heb ik aan meer rij
wielen," zei de burgemeester, „als ik voor
elk rijwiel niet een politieman heb, die er
de stille wijken mee ingaan kan." Nu
meen ik dat men in die stille wijken 's avonds
en 's nachts vooral behoefte aan eenig meer
der toezicht heeft.
Et loepen des 's a-vonds en des nachts
een aantal menschen door "de-stad,. die heel
wat. opmerken en zien, vóóial'. in de afge
legen. stadswijken, dat niet door den beugel
kan, maar, die doautoriteit missen er iets
togen'dë dben. Het zijn onze."... lantaarn
opstekers. Nu is alle hout geen timmerhout
en elke lantaarnopsteker niet geschikt voor
stil agent, maar er zullen er toch wel
onder zijn, die als men ze Ibevorderde- tot
onbezoldigd rijksveldwachter, de stad goede
politiediensten konden bewijzen.
Ik hoorde hiervan dezer dagen nog een
aardig staaltje. Een lantaarnopsteker in een
onzer werlimanswijken, miste gedurig lam
pen uit cle door hem beheerde lantaarns. Hij
klaagde er over bij de politie, doch men
kwam niet tot de ontdekking van den dief.
Toen ging onze man zelf er tep uit. Veertien
nachten waagde hij er aan en hij smaakte
de voldoening, eindelijk den dief op heetcr-
daad te betrappen. Zelf kon hij niet als,
verbalisant optreden, maar hij nam daar
voor een politie.agent onder den arm en
zoo zal nu de dader zijn straf niet ont
komen.
Zoo'n geval leert hoe goed het zou zijn
dat een maji als deze lantaarn-opsteker de
bevoegdheid bezat, bij overtredingen, die hij
constateerde, ook te kunnen verbaliseeren en
met gezag bekleed kan optreden Niet al zijn
collega's zullen zoo'n Sherlock Holmes' na
tuur bezitten, er zullen er wel zijn die men
maar liefst de enkelvoudige functie van
lichtontstekers moet laten houden, doch wie
er geschikt voor zijn, zou ik tot onbezoldigd
rijksveldwachter willen maken, wat nóg niet
behoeft te beteekenen, dat 'zij voor hun in
deze kwaliteit bewezen diejisten, geen ver
goeding zouden behoeven "'te dntvangen.
Ik zal zoo vrij zijn ook dit tweede denk
beeld van een leek in politie.zaken, den poli
tic-autoriteiten ter overweging aan te bieden.
Men zal zeker wel de aandacht willen
schenken aan beide denkbeelden en mochten
ze den toets van de deskundige critiek kun
nen doorstaan, hen niet afwijzen, omdat een
leek ze te berde heeft gebracht.
Militaire Geneeskundige dienst.
Een onbekende X. IJ. Z. neemt het in
de „N. B. Crt." op voor de officieren van
gezondheid naar aanleiding van het voor
gevallene met den zoon vai, den heer Van
der Br eggen.
X. IJ. Z. schrijft:
Ons antwoord op dë vraag van den Heer
Van der Breggen, „kunnen wij onze
zone^ de miliciens, toevertrouwen aan den
Milit. Geneesk. Dienst?" moet op dit
oogenblik ontkennend luiden. Maar
dit ligt niet aan de Officieren van Gezond
heid, hun bekwaamheid of goeden wil,
maar aan de taak die hun wordt opgedra
gen en aan de omstandigheden waaronder
zij som3 genoodzaakt zijn te werken, een
taak en omstandigheden, waarvan de burger
arts zich moeilijk een denkbeeld zal kun
nen vormen. Zoo is de O. v. G. gedurende
manoeuvres of in kampen verplicht vóór
het begin van de dagelijksche oefeningen
in een ze er korten tij d (I a 1 uurj
zich een oordeel te vormen over den toe
stand van 'soms 100 a 200 ziekgemelden, en
te beslissen of zij al dan niet in staat zijn
de oefening mede te maken, zoo neen, wat
er dan verder met hen moet geschieden.
Dat van een nauwkeurig onderzoek geen
sprake kan zijn, behoeft geen nadere uit
eenzetting. Bij velen moet men zich bepa
len tot een onderzoek naar den algemeenen
toestand, of zich verlaten op zijn „piak-
tischen blik," een hoogst gevaarlijk en on
zeker diagnostisch hulpmiddel. Dat daarbij
den O. v. G. een verantwoordelijkheid op
de schouders wordt gelegd, die iiij niet in
staat is te dragen, voelt ieder, die gewoon
is consciëntieus zijn taak op te vatten. Den
tijd, beschikbaar gesteld voor het zieken
rapport, te verlengen, is slechts in zeer
beperkte mate mogelijk, want het zieken
rapport moet vóór 't uitrukken van den
troep geëindigd zijn en de dokter zelf moet
méé uitrukken.
Een ander middel zou zijn, het aantal
O. v. G. met dezen dienst belast te ver
meerderen, maar dit stuit af op het groote
bezwaar, dat het korps O. v. G. m den laat-
sten tijd zóó incompleet is, dat zelfs thans
de garnizoens- en hospitaaldiensten niet
overal naar behooren kunnen verricht wor
den. Hoeveel erger is het dus niet in ma
noeuvretijden Dan zijn de garnizoenen
van het grootste deel hunner O. v. G. ont
bloot, waardoor ook de aldaar overblijven-
den in hoogst ongunstige omstandigheden
hun dienst moeten doen. Vele O. v. G. zijn
weken lang van hun standplaats afwezig,
nu eens Lier op manoeuvre of in kampen,
dan daar gedetacheerd om een plaatselijk
al te groot tekort gedeeltelijk aan te vul
len. Dab een dergelijk werken als „reizi
ger in geneeskundige presta
ties" niet alleen hoogst onaangenaam is
voor den O. v. G. maar ook voor de hem
telkens tijdelijk toevertrouwde gezinnen,
dat het ongunstig werkt op den lust en de
gelegenheid tot studie en practische ontwik
keling dier artsen is duidelijk. Daarbij
komt, dat die detacheeringen steeds ge
paard gaan met belangrijke geldelijke na-
deelen, dubbel zwaar wegend bij de zoo on:
voldoende bezoldiging, zoodat het niet te
verwonderen is, dat steeds meer O. v. G.
met blijdschap elke gelegenheid aangrijpen
om in een burgerbetrekking over te gaan,
waardoor een circulus vitiosus ontstaat,
waarvan de gevolgen niet zijn te voorzien.
Van de 96 subalterne O. v. G. ontbreken er
nu reeds ongeveer één tierde en dit aantal
neemt spoedig nog toe. Intusschen gaat men
kalm voort artsen van het Nederl. Leger
naar de koloniën te detacheeren. Thans zijn
reeds 10 O. v. G. in W.- en O.-Indië gede
tacheerd, alsof Let gebrek hier niet even
nijpend is als ginds.
Ten eenenmale onvoldoende om in de be
hoeften van geneeskundige hulp in vredes
tijd te voorzien, staan we in geval van oor
log voor een zóó enorm tekort, dat een de
bacle onvermijdelijk is.
Pas dan zou de vraag van den heer Van
der Breggen met volmondig „ja" kunnen
beantwoord worden, wanneer de inrichting
van den Militairen Geneesk. Dienst overal
waar de milicien zich ook bevindt, in welke
stad, kampement, kantonnement of fort
ook, aan de hoogste eischen voldoet.
Dan moeten zoo spoedig mogelijk a f-
doende maatregelen worden genomen,
dat het korps militaire artsenop een vol
doende sterkte wordt gebracht en gehou
den.
Dan moet er géén ziekenrapport van
100 a 200 ziekgemelden voor rekening van
1 of 2 O. v. G. in een vastgestelde
beperkte tijdruimte gehouden worden.
Dan moeten de plaatsen ar dit ge
neeskundig onderzoek geschiedt zóódanig
zijn ingericht, dat zij aan eischen van ruim
te en rust voldoen.
Dan moet daarbij een talrijk goedge
schoold hulppersoneel aanwezig zijn.
D an moeten alle hospitalen, clie niét
aan de hoogste en meest moderne eischen
voldoen en alle ziekenkamers verr1- m eo
vervangen worden door inrichtingen naar
de eischen des tijds uitgerust.
Dan moeten die inrichtingen kunnen be
schikken over een hoogstaand goedi bezol
digd verplegend personeel.
Dan moet wanneer de troep te velde
is, steeds te beschikken zijn over meerdere
automobielen voor het vervoer der zieken,
teneinde dat vervoer zoo min mogelijk na-
deelig te doen zijn.
Dan inoeten.-ste.eds goed ingerichte am
bulances worden meegevoerd om het on
derzoek voldoende tot zijn recht te laten
komen.
Dan moeten verdwijnen de nog van Na
poleon geërfde hotsende ziekenikarren en
vervangen worden door bruikbaarder ma
teriaal.
Dan moeten de O. v. G. niet alleen be
reden heeten, maar dit ook inderdaad zijn.
Dan moet het gemeenschapsgevoel van
den soldaat zóó ontwikkeld zijn, <lat hij het
werk van den dokter niet noodeloos ver
zwaart door simulaties en aggravaties.
Dan moeten de redenen, waarom ve
len zich zonder voldoende motiveering ziek
melden uit den weg geruimd (ransel, schoei
sel, ondoelmatige kleeding etc.)
Zijn al deze veranderingen eindelijk eens
aangebracht, dan kan men gerust zijn zo
nen, de miliciens, aan den Milit. Geneesk.
Dienst toevertrouwen.
Caveant Consules 1
M i l i t i e w e t.
In de gisteren voortgezette zitting werd
het amendemen t-V an K a r n e-
b e e k aangenomen met 35 tegen 32 stem
men.
De Minister van Oorlog ver
klaarde, gehoord he^yóór en tegen der vrij
stelling van de -Indische jongelui, wier
ouders in Indië woagri; de beslissing over
Van Karnebteeks amendement aan de Ka
mer over te laten.
Door dit amendement is bepaald, dat In
dische jongelui, wier ouders in Indië wonen
en die hier te lande studeeren, worden in
geschreven voor de nationale militie. Bij de
voorafgegane discussie was van verschillen
de zijden in het licht gesteld, dat de eigen
lijke kwestie van vrijstelling van dienst voor
bepaalde jongelui eerst bij een der volgen
de artikelen principieel zal worden beslist.
Bij art. 17, behandelende de inschrijving
van Nederlanders, die in het buitenland
vertoeven, werd door den heer S c h a p e t
een amendement ingediend, om te voorko
men, dat Indische jongelui zich, door in het
buitenland te gaan studeeren, aan inschrij
ving voor de militie onttrekken.
De behandeling van dat geheele art. 17
woTdt in verband hiermede aangehóüden
tot het artikel, dat de vrijstellingen behan
delt.
Bij art. 21, behandelende de vrijstellin
gen, verdedigt de heer Duys een amen
dement-Ter Laan, om de vrijstelling van
geestelijken of hen, die daarvoor worden
opgeleid, te laten vervallen. Spr. achtte die
vrijstellingen van theologische studenten
een onbillijkheid, die uit de Militiewet moet
verdwijnen. Antf-clericalisrae bezielt hem
niet. Ook krenking van iemands gemoeds
bezwaren ligt allerminst in de bedoeling
der sociaal-demoeraten. Beeds bij voorbaat
protesteert spreker daarom tegen aanval
len in de rechtsche pers, welke naar aanlei
ding van dat amendement tegen de sociaal
democraten verwacht worden. Waar er
geen ernstige gemoedsbezwaren zijn tegen
het dienen van geestelijken in de gelederen,
hetgeen ook door wijlen Schaepman is er
kend geworden, achtte spreker handhaving
van het onbillijke privilege, dat geestelijken
niet behoeven te dienen, niet billijk en
dient daartegen met kracht te worden op
gekomen.
(Spreker wordt herhaaldelijk door den
Voorzitter" onderbroken als zou hij buiten
de orde gaan door voorlezing van partij
programma's, waartegen de heer Duys en
anderen echter krachtig protesteeren met
een beroep op de vrijheid, welke wijlen pre
sident Gleichman bij de behandeling in 1898
van de wet op den persoonlijken dienst
plicht aan de sprekers liet.)
Dinsdag te elf uren voortzetting.
Gemeenteraad van Ter-Jl ar.
Voorzitter de burgemeester.
Afwezig met kennisgeving de eer J. Hoo-
gervorst.
Komt ter tafel een adres namens de be
sturen der drie tuinbouwvereenigingen, al
hier, verzoekende stappen te doen tot aan
sluiting van deze gemeente aan het spoor
wegnet, welk adres reeds bij B. en Ws. is
ter sprake gebracht. De Voorzitter zegt,
dat het wenschelijk zou zijn zioh allereerst
te wenden tot de directie d©r Holl. Elect.
Sp.-Mij. De heer Van Zwieten licht het
adres toe.
De heer Van Vliet besprak het conferee-
ren met de gemeentebesturen van Bij: za-
terwoude en Woubrugge, ten einde meer
kraov. te kunnen doen uitgaan. De Voor
zitter zegt, dat dit voornemen bestaat. B.
en Ws. worden gemachtigd verdere maatre
gelen te treffen, welke zij in N belang
dienstig achten, terwijl de Baad op de hoog
te zal worden gehouden i den loop cDr
besprekingen en het resultaat.
Voorts wordt o.a. meclegedeeU, dat de
rekening der gemeente over 1 iCK is geslo
ten met een batig saldo van f 592.624.
Gelezen wordt een adres van A. S. J. J
Dinckgreve, ambtenaar ter Secretarie, om
verhooging van jaarwedde. Dit adr.s is
door B. en Ws. in behandelirj genomen en
zij hebben gemeend, dat er termen zijn
om het traktement met f 50 te verhoogen
en te brengen op f 300. Bij den Raad vond
dit. voorstel geen bezwaar 1 hiertoe werd
met algemeene stemmen besloten. Vervol
gens is aan de orde het voorstel van het
Dageliiksch Bestuur tot verhooging van
de jaarwedde van den gemeente-ontvanger.
De heer Visser vraagt op welken grond die
verhooging wordt voorgesteld. De Voorzit
ter zegt, dat de bestaande jaarwedde niet
in overeenstemming ig met die in andere
gemeenten niet alleen, maar dat de werk
zaamheden jaarlijks toenemen Op deze be
weegredenen hebben B. en Ws. gemeend
een werh-eoging van f25 voor. te stellen. De
heer Van der Hoorn zegt, dat reeds een re
geling door Ged. Staten is vastgesteld en
men ziob naar die regeling moet schikken.
De Voorzitter geeft nadere toelichting en
brengt het voorstel in stemming. Het wordt
aangenomen met 5 stemmen tegen 1. Beide
verhoogingen in te gaan met 1 Januari 1^2.
Vervolgens is aan de orde de begrooting
1912. De voorzitter stelt de vraag aan rle
commissie van onderzoek, welke bemerkin
gen zij heeft. De heer Visser, lid dier oom
missie, bracht in het midden, dat een ver
laging ontdekt was van den ost brand-
blusohiniddelen, terwijl de commissi j van
meening is, dat tot .vermindering daarvan
niet moest worden overgegaan. De Voorzrt.
ter zegt, dat de vermindering haar grond
hierin vindt, dat bekend was, dat aan de
brandblusohmiddelen geen bijzondere werk
zaamheden behoeven te worden gedaan en
het voorgestelde bedrag voldoende werd
geacht. De commissie stelde zioh met dit
antwoord tevreden en had overigens geen
bemerkingen. Hierna werd de begrooting
met algemeene stemmen vastgesteld r ont
vangst en uitgaaf op f 12,758.971.
Voorts wordt door den Voorzitter naar
aanleiding van de opdracht, in de vorigo
vergadering gedaan, in zake de conferentie
te Breukelen over drinkwatervoorziening,
verslag uitgebracht. Hij zegt, "at alle ge-
prenten, die aldaar vertegenwoordigd wa
rén, in beginsel zijn overeengekomen tot me
dewerking van de voorgenomen plannen.
-In verband daarmede is de gelegenheid
gegeven inzage te nemen van een volledig
exemplaar van het verhandelde op 14 Sep
tember jl., hetwelk door het comité bij brief
van 16 October 1911 is gezonden. In dat
schrijven wordt de uitnoodiging gedaan uit
'het midden van den Raad een afgevaardig
de te benoemen, die zich met het comité
zal verstaan omtrent de waterleidingbelan-
gen dezer gemeente.
Met algemeene stemmen wordt den burge
meester daarvoor aangewezen. Het bewuste
verslag zal bij de leden circuleeren.
Daarna wordt door den Voorzitter voor
gesteld, om aan den hoek te "orteraar te
doen plaatsen een lantaarn. Hij meent hier
door in den geest te handelen Van de be
woners aldaar. De heer Visser vindt, dat
een plaatsing op het aangewezen punt met
het oog op de kruising der wegen zeer te
recht zou geschieden en kan met den
wensoh van den Voorzitter medegaan. Met
algemeene stemmen wordt z o besloten.
Overgegaan wordt tot een geheime ver
gadering tot behandeling van het suppletoir
kohie.- van den Hoofdelijken Omslag.
VALKENBURG Geboren; Jan9je, D. van
Hendiik Ravensbergen en Johanna van der Zwart.
Overleden: Maria, D. van Willem Slootweg
en Netitë Koster, 4 j.
WARMOND. Ondertrouwd: W. H. G. Krab
bendam im. en G. Betzjd. W. J. van der Pijl jm,
en C. A. Hommers jd.