15855
Vrijdag 27 October.
A°. 1911.
$eze (Courant wordt dagelijks, met aitzondering
van (Zon- en feestdagen, aitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Wepgjjiffesiiis aan allen.
LEIDSCH
DAGBLAD
I'HIJS DER ADVERTENTIEN:
Van I6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17$. Grootere letten naar
plaatsruimte. - KleiDe advertentiën van 30 woorden 40 Gents contant elï
tiental noorden meer 10 Gents.-Voor het inoasseeren wordt/0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per week 8 Gents; per 3 cnaandeo f L10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn f 1.30.
Franco per post 1.65.
BBAhKWET.
Burgemeester ©thouders van Leiden;
Gelet op de art 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algtmeene kennis, dat door
D. BROMET, borstelmaker, wonende te
Leiden,een verzoekschrift is ingediend, om
verlof voor den verkoop van alcoholhouden
den, anderen dan sterken drank, voor ge
bruik ter plaatse van verkoop, in het bene
denlokaal van het perceel N. Beesten
markt No. 18.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 27 October 1911.
't Dagteekende uit a'e tijden van Olim
dat de Leidsche gemeenteraden in een zit
ting van een paar uur de geheele gemeen-
tebegTooting behandelde. In de laatste ja
ren was men aardig op weg de confraters
te Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en
elders waar zo vergadering na vergadering
yolpratén in de verte na te volgen. En roo
hadden we ons dan ook gisteren klaar ge
houden voor een lange, drukke middagzit-
ting vol van zwaarwichtige algemeen© be
schouwingen plus een avondzitting voor
vluchtige artikelsgewijze behandeling met 'n
glaasje wijn en een pittige sigaar aan 't
eind. 't Mocht zoo niet zijn. 't Schijnt dat
Olim's dagen terugkeeren of zou het
anders gegaan zijn als niet enkele leden
hadden ontbroken 1 Zeker, de heeren zijn
te één uur begonnen, maar 't eerste uur
werd zoek gebracht met de voorlezing van
ingekomen stukken, 't onderzoek van de
geloofsbrieven van een paar nieuwe leden
en met wat stemmingen. Over al die zaken
zullen we nu niet spreken waar onze aan
dacht geheel wordt ingenomen door de
ontwerp-begïooting van de inkomsten en
uitgaven voor deze gemeente over 1912.
De voorzitter gaf natuurlijk allereerst ge
legenheid voor algemeene beschouwingen.
Een jaar of wat terug vlogen de wijs
vingers der vroede vaderen om strijd in
de hoogte, zooals die der leerlingen in de
klas als ieder liefst het eeret liet somme
tje wil oplossen of het versje opzeggen.
En nu alleen twee buren, de heer
Sijtsma en Reimeringer, vroegen na eenig
aarzelen, het woord. Maar de echte alge
meene beschouwingen, waarbij men over
alles en nog wat oreert, liefst principieel
behalve over de eenvoudige zaken uit de
begrooting, waren hët niet. De eerste becri-
tisëerde het antwoord van B. en Ws. op
de vraag in de secties gedaan over de win
sten van de Gasfabriek en kwam ten slotte
met een motie, waarbij Commissarissen der
Stedelijke Fabrieken van Ga.' en Electrici-
teit werden uitgenoodigd et. voorstel te
doen om den prijs van het muntgas te ver
lagen. Men zou dat en passant even kun
nen doen als men met het voorstel kwam
om aan groot© gasverbrüikers reductie te
geven. Zooals dit ook bij de levering van
electriscben stroom gaat. B. cn Ws. zagen
het evenwel niet zoo onschuldig in. Zie je,
zoo redeneerden allereerst bij monde van
de_i wethouder Korevaar, die weer tame
lijk goed in de zaken zat, het gaat bij een
commercieele inrichting niet.rm een deel
der verbruikers te bevoordeelen. En bo
vendien, de winsten zijn niet z-o groot als
bet wel lijkt voor 1912 24 pCt. van de
geheele opbrengst had de voorsteller be
rekend. De gemeente geeft zoo maar den
grond voor het leggen der gas.cEzea ca
deau. Daar kon zij recognitie v< r vragen,
en dat kwam dan natuurlijk wel even goed
in de gemeentekas, maar gasverbrüikers
kregen zoo niet den indruk, dat zij te za-
men het zoet winstje van f 139,000 bijeen
brengen. Sprak niet de heer SijEma van
een soort indirecte belasting en dat ia het
beelemaal niet, volgens den heer Bosch. Een
belasting moet je dragen of je wilt of
niet en hier (kan je geheel vrij van komen.
Je kunt ook elektriciteit nemen of petro
leum of vroeg naar bed ra^n eneen
duisfcerling worden, vulde de heer S. aan.
De voorzitter zei ook, d. t het met de
winst meer leek dan het was. Als de ge
meente, die goedkoop geld kan krijger1, het
niet voor dezelfde rente aan de Gasfrbriek
overdeed, zou de winst niet zoo groot zijn.
Enfin, er werd nog heel wat over gepraat.
De politieke medestander van den voorstel
ler mr. Van der Eist- was er ook tegen
tegen verlaging van den prijs van het munt
gas nl. evenals de heer Pera. En de
motie kelderde als een baksteen. Maar drie
wilden den werkman goedkooper gas toe
denken. De heer Van Tol stemde er zelfs
tegen.
De heer Reimeringer wilde thans al weer
beginnen met de plannen voor de uitbrei
ding van het elect risch. tramnet, bijv. naar
den breeden boulevard die er nog niet
is zooals <le heer Korevaar leuk opmerkte.
Maar a en Ws. waren diligent, zei de hij.
Nu, daarmede was de heer R. al in
zijn schik en in gedachte gleed hij heerlijk
over de breede ceintuurbaan, die zeer mis
schien weggelegd is voor onze kindskinde
ren.
Toen gaf de voorzitter, die altijd op esn
leuke, onverstoorbare kalme manier de
zaken behandelt den heer Sytema een lesje
in de elementaire kennis van het koopmans
schap. Men was het er over eens dat sa
menwerking met naburige gameenten op
het gebied van den keuringsdienst voor de
zaak en yocr de buitengemeenten zoowel
als voor Leiden voordeelig zal zijn. En nu
wilde de heer S.. dat de directeur van den
dienst de onderhandeling met de Dag. Be
sturen zou openen. Dat moeten wij als een
goed koopman niet doen repliceerde Ee
voorzitter, de menschen moeten bij ons
komen, dan bedingen we licht betere voor
waarden. En daar zal het nu wel op wach
ten, want de directeur van den dienst daciht
er ook zoo over hoorden we.. Laten de be
sturen der buitengemeenten het zie" vo-"
gezegd houden. Samenwerking is vooral in
het belang van hunne gemeenten want hoe
strenger het toezicht op de levensmiddelen
in de centrums, hoe meer minderwaardige
artikelen den boer opgaan.
Nu kon men aan de afzonderlijke posten
beginnen, en men heeft zich door 224 arti
kelen die de begrooting telt, vlug heenge
slagen. De burgemeester hamerde dat het
een lust was, en de heéren bladerden in het
lijvig boekdeel in folio. Het was een toer
om den voortvarenden voorzitter bij te hou
den. Voor wie vast besloten waren in stilte
op alles ja en amen te zeggen hinderde dat
niet-, doch anderen ging het wel eens wat
al te hard. De heer Roem klaagde er een
enkele maal over
Zoo had men den door herhaalde afstem
ming befaamd geworden derden sproeiwa
gen al reeds aangenomen voor men het wist,
en de heer Korevaar glimlachte al genoeg
lijk, voor de heer Roem er op terugkwam,
ditmaal niet om een poging te doen den der
den wagen nogmaals van de begrooting te
weren, maar om te verzekeren dat het toch
niets geven zal. Wil men de straten en sin
gels stofvrij houden, dan mag men wel
acht sproeiwagens aanschaffen, meent hij.
Wij krijgen nu eindelijk den derden, mis
schien komt er later wel eentje bij, en zoo
doorgaande hebben we over 40 jaar den
achtsten.
Over de verhooging van den gemeente
ontvanger en den Commissaris van Politie
ieder met f 200, waren de heeren Sijtsma
en Van der Eist in verband met de tijdsom
standigheden slecht te spreken, hdeveel
achting ze ook vooiy de personen mochten
hebben. Als straks door de duurte der
levensmiddelen de menschen met. kleine
weekloonen of jaargelden aankloppen, moet
men ze waarschijnlijk met leege handen
wegsturen. De VoorzitteT zag dit verband
niet in en blijkbaar de meeste leden ook
niet, althans de voorgestelde verhoogingen
gingen er met overgroot© meerderheid
door. Wat die van den Commissaris van
Politie aangaat, was de stemming merk
waardig. Toen dezelfde verhooging verle
den jaar door B. en Ws. was voorgesteld
ging er uit den Raad een krachtig verzet
tegen en werd het voorstel met 17 tegen 11
stemmen verworpen. Dje heer Roem, die het
nu voorstelde, zeide met enkele raadsleden
zich te hebben verstaan en vertrouwen te
hebben dat het nu zou worden aangenomen,
en zoo was het ook. ,,'t Kan verkeerenl"
zei Breeroö reeds.
Meerdere veranderingen werden tijdens de
behandeling niet aangebracht. De heer
Sijtsma deed nog wel een zwakke poging
om geschrapt te krijgen een post van f 200
voor liet aanbieden van verve.rschingen aan
den Militieraad, als deze hier vergader(i,
een beleefdheid van de gemeente, zooals B.
en Ws .in hun antwoord op het gevraagde
in de sectiën liet noemden. Ook elders ge
schiedt. dit, echter volgens den Voorzitter
en het. zou bij de militaire autoriteiten, die
we ook wel eens noodig hebben, geen prot-
tigen indruk kuïinen maken, meende hij.
Tot een voorstel kwam het niet en de post
bleef gehandhaafd. De toeleg van den heer
van der Eist om dc subsidie van f 100 aan
het Bureau voor Sociale Adviezen, die B.
en Ws. van de hogrooting hadden geschrapt,
weder geplaatst te krijgen, mislukte- Van
een bedrag van f 50, dat de heer Sijtsma
ten slotte voorstelde, wilde de meerderheid
ook niet weten. Als we ïn rijk Oost-Indië
leefden, was het wat anders, zeide de Voor
zitter en dat de heer Van der Eist en andere
particulieren, die er veel voor voelen, daar
voor i ets geven, vond hij best, maar het ligt
niet op den weg der gemeente zoo iets te
doen. De heer Sijtsma merkte op, dat B.
en Ws. en de geheele Raad er in 1903 anders
over had gedacht.
De lieer Pera stelde ouder gewoonte voor
om over den post subsidie aan den Schouw
burg, grootf 1500 te stemmen. Men riep
hem toe: „Laat het nu maar; 't is toch
voor 't laatst," doch daarvan wilde hij niet
weten. Hij wenschte te getuigen. Het ging
weer rechts tegen links, met uitzondering
van de. twee Chr.-Historischen, die ook
voor stemden. Bij de volgende begrooting
komt deze kwestie in een nieuw stadium.
Verder bepaalden de debatten zich tot het
geven en het uitspreken van wenschen en
liet .maken van opmerkingen. Wel had dc
heer Van der Eist nog een voorstel gereed
om B. en Ws. uit te noodigeu weer hoo
rnen te planten aan den walkant der Viscli-
niarkt, wat de heer Reimeringer uit schoon
hei dsoverwegingen krachtig steunde, maar
men kwam na lang heen en weer praten
tot de slotsom, dat allereerst de Markt*
commissie er over gehoord moest worden.
Wij hebben dus een rapport van de Markt-
oommissie aan B. en Ws. te wachten, die
dit op eenigerlei wijze wel tor kennis van
den Raad zullen brengen en de Raadsleden
kunnen, als het niet in hun geest is, altijd
nog met voorstellen komen. We verwach
ten dat men er wel weer boomen terug
zal krijgen en we zouden dit toejuichen
ook. Al zal het tegenwoordige geslacht er
niet veel meer van genieten, in de toekomst
zullen deze boomen tot verfraaiing van dit
mooie stadsdeel zeer medewerken.
De heer Botermans heeft het even ge
had over het gebrekkig politietoezicht in
sommige nieuwe stadswijken. Met name in
do straten westelijk van de Heerenstraab
wordt haast nooit gesurveilleerd, volgens
hem. Daarom zou hij meer rijwielen bij de
politie willen aanschaffen. Maar wat geven
nu rijwielen als ik er de mannetjes niet
voor heb? zuchtte de Voorzitter in zijn kwa
liteit van hoofd der politie- Dc lieer Boter-
mans moest hem de straatnamen eens op een
briefje geven, dan zou hij het wel ondeaz-oe-
kén. Zonder meer. mannen en moer rijwie
len, zullen die nieuwe, straten 'ook nog wel
een bèurt kunnen krijgen, dachten anderen.
Over het instituut schoolartsen gaapt in
onzen Raad een groot principieel verschil,
dat gisteren ook nog even uitkwam. Zoolang
deze artsen alléén hebben toe te zien op
besmettelijke ziekten, ziekten dus die ge-
vaar opleveren voor de gezondheid der mede
leerlingen, heeft niemand daartegen bezwaar.
Als zij wenken willen geven ten opzichte
van andere kwalen aan de ouders, dat kan
ook nog, zoo redeneeren sommigen, maai'
verder mogen zij niet gaan. Zij zouden dan
komen op een terrein, dat des ouders is en
dat mag niet volgens den heer Briet en
het leek ons tioe, dat onze burgemecöteu.1
er ook zoo over denkt.
Dc heer Van dei' Eist en wie met hem
gelijk denken, zouden in het belang van
het volkskind echter verder willen gaan.
De schoolarts constateert natuurlijk bij on
derzoek der leerlingen veel meer als waar
over hij nu zich heeft uit te spreken, zoo
als bijv. de verwaarloózing van het gebit,
en verkrommingen van den ruggegraat en
wat niet al meer. "VVaar het noodig bleek,
zou Jiij zulke kinderen naar een kliniek
moeten zenden, moenen ze, als de ouders
zulke kwalen laten verwaarloozen. De lieer
Roem wilde dien weg ook wel op en hem
zou het wel lijken, dat do gemeente, nu ze
een stel goede leeraren en leeraressen in
do gymnastiek heeft, heilgymnastiek ver
strekte. Het bleef echter bij het uitspre
ken van wenschen. De Voorzitter zeide dat
er van B. en Ws. geen voorstel te wachten
is in den geest van den lieer Van deil
Eist. Wil men dien weg op, dan zal het
initatief derhalve van de Raadsleden zei ven
moeten uitgaan. Er is van rijpheid van
den Raad gesproken gisteren, en wij go-
looven dat de meerderheid van dit College
voor de denkbeelden van den lieer Van dor
Eist op dit gebied zeker nog niet rijp is..
Het vraagstuk der gemeentelijke armen
verzorging is door enkele vragen van prof.
Heeres ook even om den hoek komen kijken.
NieuWo gezichtspunten zijn er echter niet
over geopend. Dat de gemeente in dit op
zicht meer pn anders moet doen dan tot
dusverre gelooven wij ook, en dat men daar
mede kan wachten totdat de Regeering met
haar Armenwet gereed is, betwijfelen wij
met prof. Heeres.
Deze heeft ten slotte ook nog de puzzle:
was het Luna-park een kermis of niet? ter
sprake gebracht. Nieuw licht is ook daar
niet over ontsloken en na alles wat etr
ook in de kolommen van ons blad over
gezegd is, zullen we er nu het zwijgen
maar toe doen.
Het Lunapark behoort tot liet verleden©
cn het zal wel heel lang duren voor wc
het weer op het Schuttersveld zien verrij
zen. Men kan echter moeilijk den burge
meester en evenmin den Raad de schuld ot
de eer van zijn verrijzenis geven-
Eindelijk hoorden we als antwoord op een
opmerking van den lieer Vergouwen nog
van den heer Van Gruting, dat de Markt-
commissie eerstdaags zal komen met een.
voorstel tot verhooging der heffingen bij
de groentenveilingen, zoodat liet tekort, dat
het vcilingslokaal thans nog voor de gea
meent© oplevert, niet langer blijft bestaan-
En pa dit nuchtere slot viel de hamer
met dubbele kracht, ten toeken, dat de bc-
grooting was vastgesteld, zooals we Pog
hoorden in ontvangst en uitgaaf op een
bedrag van f 1.744.848 of f 767 minder dan
voorloopig daarvoor was uitgetrokken. De
post plaatselijke directe belasting werd ver
meerderd met f S60 en dus gebracht op
f 392,576, terwijl voor dc post „onvoorziens
uitgaven" bleef uitgetrokken f 12,000-
Het was ongeveer half vijf toen do lieerer
uiteengingen, i
Leiden, 27 October.
Aan den stadstuinman J. P. Hemerik
is door B. en Ws. den persoonlijken titel
van plantsoenopzichter" verleend. Deze
onderscheiding schijnt te danken aan het
feit, dat bij den jongsten storm gebleken is,
met hoeveel degelijke zorg en toewijding
deze ambtenaar jarenlang de bem toever
trouwde plantsoenen heeft behandeld. Wan
neer er ooit van „bewezen" diensten sprake
mag zijn, dan is het dus wel in dit geval.
Voor het examen in de vrije- en orde
oefeningen der gymnastiek is te Amsterdam
geslaagd mej. S. W. Westrik, te Leiden.
De 1ste luit. H. Zeeman, van het 4de
reg. inf. te Leiden, wordt 1 Nov. ontheven
van zijn detacheering onder de bevelen van
den chef van den generalen staf te 's-Gra-
venhage.
Men schrijft aan ,,De Standaard uit
Leiden
„Ook hier wordt er ernstig over gedacht
56)
„Ik heb een taal gehoord, die ik niet kon
vei staan. Maar ik wilde het u toch zeggen.
Yader Narcisse lachte flauwtjes.
„Ik bogryp uf" zei hy. „U is een goede
vriendin, mademoiselle. A propos, ala myn-,
heer Ossory hier komt, wordt de zaak veel
eenvoudiger en zal er veel tyd worden uit
gehaald."
„Waarom?"
„Het zal beter zfjn, om datgene, wat er
gezegd moet worden, te zeggen in tegenwoor
digheid van hem en juffrouw Lane beiden.
Veel beter."
Maiy vertelde bem nu, dat Téphany een
Blaapmiddeltje had ingenomen en in slaap
was. En zy eindigde op dien haar teekenen
den, ietwat uitdagenden toon, die haar vrien
den amuseerde en de menschen, die haar niet
kenden, boos maakte:
„De dokter heelt me gezegd, dat ik haar
niet wakker mocht maken, maar ik -doe het
toch."
Yader Narcisse boog en ging in den tuin,
waar Mary hem, zijn gebedenboek lezende,
heen en weer zag loopen. Vrouw Pouldour
legde den doode af en nog steeds lag Tóphany
in diepe rust en tuurde Mary naar de poort,
in de hoop, dat Michael zou komen. Toen zy
hem eindelijk op de kromming van den weg
zag verschijnen, barstte zij in tranen uit.
Vader Narcisse ging hem te gemoet en
Mary snelde naar boven, om Téphany voor
te bereiden. Gelukkig behoefde zij niet in
strijd met het uitdrukkelijk berel van den
dokter te handelen, want Tóphany was reeds
wakker. Had de tegenwoordigheid van Michael
haar doen ontwaken? Uit haar oogen sprak
een vraag, over haar lippen kwam slechts
één woord
„Furie?"
Mary knielde neer. Zij wist, dat Tóphany
tranen in haar oogen zag.
„Spreek niet," smeekte zij. „Furie is dood
en Michael is hier. Vader Narcisse zal jou en
hem de geheele waarheid'vertellen."
„Waarom is Michaelgekomen?"
„Ssstl... Ik heb hem laten halen."
„Zou hy denken, dat ik om hem heb ge
zonden?"
„HU denkt, dat ik om hem heb gezonden."
Ik hoor hem ai boven komen."
ZU stond op, om de dour open te maken.
Het eerst kwam do pastoor binnen. TerwUl
hy den drempel overschreed, prevelde hy de
gewone gebeden. Want was niet Téphany
ziek, naar ziel en naar lichaam? Achter hem
volgde Michael, bleek en ontroerd. Mary was
op het punt, om het vertrek te verlaten, maar
Téphany weükte haar te bij ven.
„Ik kom hier niet vrywillig," zei Michael.
Mary merkte op, dat bU Tóphany aanzag,
die niet opkeek en zich niet verroerde.
„Ik ben verantwoordelUk," zei de gees-
telüke.
Michael trad naar hot venster, vader Narcisse
ging op den stoel dicht bU de canapé zitten.
Mary stond midden in de kamer.
„Vóór Furie stierf," zei de pastoor, „nam
ik mU voor, u met wat hU mU heeft beleden,
in kennis te stellen."
De geestelUke keek eerst naar Michael en
toen naar Tóphany. Beiden bleven zwjjgen.
„'t Was ook zUn eigen wensch."
Toen vervolgde hU langzaam: „Furie was
oen vroegere aanbidder van Elize Morvézen."
„Wat?" riep Michael uit.
De priester hief zUn krachtige hand op, en
vervolgde:
HU was juist in militairen dienst, toen u in
Port Navalo kwam om sr te schilderen." En
zyn diensuyd was om, toen gU reeds weg
waart. Ge moet tooh wel begrepen hebben,
dat een mei6je als Elize aanbidders had?"
Michael knikte.
„Nu scheen het, dat Furie degeen was,
dien zU vóór uw komst altyd het meest had
aangemoedigd. Toen heeft zU hem ongetwij
feld vergeten. Maar toen hy terugkwam, wist
zy hem over te halen haar naar ParUs te
brengen. ZU gaf hem geen reden op, maar kreeg
liet toch van bem gedaan. Zy zwoer hem,
dat zy nooit een woord meer tot hem zou
zeggen, ala hy weigerde. Toen gaf hy toe.
Samen reisden zy naar Auteuil en orernacht-
ten daar in een klein logemontje, dat Furie
kende. Den volgenden dag ging zy alleen
naar Parys."
Hy wachtte pven en zag Michael aan, alaof
hy verwachtte, dat hy de leemte in het ver
haal wel zou aanvullen.
„Zy kwam by my," zei Michael.
„Wat er tusschen u is voorgevallen, is m\j
uitvoerig verteld. Het arme kind had u lief,
u gaf niets om haar en toen
„Heeft zy zich verdronken in de rivier,"
besloot Michael.
„Neen, gy vergist u."
„Wat bedoelt u?"
„Zy werd vermoord door Furie," zei de
priester.
Hy ging voort met praten met indruk
wekkend eentonige stem, alsof hy werktui
gelijk den levenden een boodschap overbracht
van den doode.
„Toen zy uw atelier verliet, raynheer
Otsory, ging zy naar Furie terug en vroeg
hem haar wear naar Port-Navalo te brengen.
Toen hoorde hy natuuriyk niet dan met
groote moeite haar net zoo lang uit, tot
zy höm de heele waarheid by stukjes en
beetjes had verteld. Zy zei, dat zy geposeerd
had en er trotsch op was. Zij had het niet
gedaan voor geld, maar uit liefde. Furie luis
terde; en de woede en de jaloezie maakten
hem byna krankzinnig. En toen hjj haar
bittere verwijten dood, tartte en sarde zy hem,
en bekende hem, dat zy hem om den tuin
had geleld, dat zy hem alleen had gebruikt
als middel om hier te komen, on dat hy min
der voor haar was dan het stof aan haar
voeten. Zelf was zy zoo wreed gefolterd, hoe
kon men van haar verwachten, dat zy een
ander zou sparen?
Zy waren nu aan den straatweg, maar
dicht by een punt, waar aan den eenen kant
een steenen muur loodrecht naar den oever
van de Seine afdaalde. Er volgde oen worste
ling; Furie duwde haar, misschien met opzet,
misschien by ongeluk, in de diepte. Zy kwam
met het achterhoofd op de steenen terecht.
Furie zegt, dat zy dood was, toen hy by haar
kwam; zy was dood, maar haar lippen glim
lachten. Hy deed al wat hy kon om haar by
te brengen. Toen wierp hy, doodeiyk ontsteld
over zyn eigen daad, het l(Jk in de Seine."
Michael zag Tóphany strak aan, maar zei
niets. Hy had een gevoel alsof al zyn krachten
hem gingen begeven. Mary.Machm zag hem
bleek worden en schoof hem een stoel toe,
waarop hy neerzonk.
„En toen,".... zei Téphany hoesch.
„Furie ontsnapte en liet zich te Paimpol
in8chryven voor de kabeljauwvangst in IJs
land. Maar hy zei, dat de geest va i Elize
Morvézen hem is blyvon vei volgen, en ik, die
allee heb gedaan om hot Bretonsche by geloof
van m'y af te schudden, ik zou niet durven
zeggen, dat zy hem niet vervolgde, omdat hy,
niet tevreden met hetgeon hy reeds had ge
daan, nog zwoer zich te wreken op u."
Hy wendde zich tot Michael.
„Waarom nlot?" vroeg Michael. „Wat weer-
hield hem or van?"
„Hy wist uw naam, en hot schynt, dat hy
eens uw portret heeft gezien, geschilderd door
een uwer kunstbroeders in Port-Navalo. Overal
heeft hy u gezocht en eenigen tyd geleden
vond hy u. Den volgenden dag bood hy zich
by u aan als inolel. Toen maakte hy een
pelgrimstocht naar Saint Yves-de-la-Vóritó. Hy
bezat een munstuk, dat, volgens een overoud
volksgeloof, den persoon, die hot opraapte,
den dood zou aanbrengen, als hij don dood
verdiende. Zoo niot, dan zou hy, die zich wilde
wreken, zelf sterven."
„Dat is gebeurd," fluisterde Mary Machin.
„U hebt het muntstuk opgeraapt," vorvolg-
de vader Narcisse.
„Ja," zei Téphany.
„Furie dacht nu, dat de heilige hem een
wraak wilde ingeven, nog meor verfijnd dan
die, welke hy eens had willen nemen. Hy
geloofde, dat hy door Ossory's schuld, de
vrouw, die hy liefhad, had verloren. Het zou
dus niet meer dan rechtvaardig zyn, dat, door
Furic's toedoen, Ossory de vrouw, die hy
liefhad, verloor."
Tóphany begon weer te beven.
(Slot volgtï