VOOR DE JEUGD t 1EIDSCH DAGB1AD ffVVVf AAAAAA rrrrrr Oplossingen der Raadsels. m. Goede oplossingen ontvangen van: Correspondentie. No. 15853. Woensdag1 25 October. Anno 1911, S cliablon eri werkj es. Allerlei Spelen en Kunstjes. Het Poppenmoedertje. Gestrafte hoogmoedigheid* Karei Willem Ferdinand, ^"rtog, van Brunswijk, woonde eens een godsdienst oefening bij te Hamburg en bad toen naast zich zitten een rijken koopmanszoon, die bekend was om zijn praalhan$erij. Toen de collecte zou rondgaan na afloop van den dienst, haalde de hertog een ducaat te voorschijn en legde die zoolang vóór zich neer; de koopmanszoon evenzoo. De Her tog wilde den crvermoedigen jongen daarop eens een goed lesje geven, hij zelf haalde dus nóg een dc.caat en nog een te voorschijn tot hij er elf bad liggen in het geheeL Het jongmensoh natuurlijk ook. Nu kwam het zakje het eerst bij den koopmanszoon die er zijn 11 dukaten in gooide, terwijlde hertog er slechts éfn gaf en de rest rustig weer bij zich stak. Een munt, die in Cbina gangbaar la. Weet je welke ik bedoel? Do opium. Ja werkelijk, in het Westen van China vooral, waar goud en zilver zoo schaarscb zijn, worcft op vele plaatsen opium, in plaats van geld gebruikt. Gaat een Chinees op reis, c7an steekt hij flVaar een voldoende hoeveelheid opium bij doh, waarmee hij dan in zijn dag?lijk6che behoeften voorziet. D. w. z.hij ruilt het in voor dagelijksohe behoeften war*- als hijzelf de opium gebruikte, zou hij het niet ver brengen op reis. L Paard., li. Lakenhal. Vliegmachine. ,,Elaproosje"( „Frederik", „Schenkel- qe'„Duinbloempje", „Zonnestraaltje1^ Marie Oostvoen, „Abram", „Bertha", „He- iiothrope", „Sprokkelvrouwtje", „Blauw- óorstje", Abra-m Leget, „ColumbUB", Jo Klarenburg, „Juliaantje", „Zeeuweeb Boe rinnetje", Nelho Zeelenberg, Dina Golp, Dirk van Zanten, Jacques Golpa, Oor Col- pa, „Victoria Regia", „Roosje", Anton eo Anna Hoogeveen, „Vondel", Teunia v. d. Kwast, N. Groen, 0. Vallentgoed, „Popu lier". „Wilde Roos, „Jan Ongeduld", „Blonde Eliza", „de twee J's", Betsie Gliristiaanae, Arie Gille, Saartje Oudabooin, „Varentje", „Aronskelk", Annie Oudshoorn „Boterbloempje", „Goudvischje", Nellie de la Court, „Meibloempje", Cornelia v. d. Klein, „Rosa Fluweeltje", Cor van Eal:, „Kleine Zwerver", Job. Meijtr Camelia Stafje u, „Piet Hein", Mathiide Liening, „Dagbloem", „de kleine Zeeofficier", C. Nell, „Dierenvriend", Aplonia Merbelse, Cornelia Slinger, 0. L. Janssen, Dirk Eout- boff, Francina Crama, Dora de Bode, R. Forbes, Teunis v. d. Kwast, Bertha Koren, Margaretha en Abramina To i E. J. Bomli, „Onrust", „Julianabloem", „Rood kapje „de kleine Huishoudster", „Mei klokje", Golida de Koning, „„aüetje der Dalen", „Hermanus", Martinus Opten. drees, Truus van Kleef, Francina en There- sia Veeren, Corrie Pommóe, Bertha Kolk- nan, te Leiden. „Goudvischje", te Aarlanderveen. Hendrik Binnendijk, Klaaina ••u im mers, Ciasina Nell, Trijntje Krlrge, te Wassenaar. Koba en Mina Ravensberg, te War mond. Prijzen vielen ten deel aan: Cornelia v. d. Klein en Jasper J. Werner, te Lei den, en „Goudvischje", te arland^r- v e e n, die verzocht wordt b:.a; volledig adres op te geven. „Schenkeltj e." Het is nooit ver standig om den moed te verliezen, vriendje; want daaT wordt men niet beter van. Abram van Rossen. Je moogt wel met on6 meedoen, al kan je je briefjes nog niet met inkt schrijven; maar dan moet je mij ook beloven erg je best te doen, zoodat ik je potloodbriefjes gemakkelijk kan lezen. Marie Oostveen. Met genoegen vernam ik, dat jullie goede berichten ont vangen hebt omtrent de schepen, waarmede je familie vertrokken is; als de 'luitjes nu maar spoedig schrijven en eens eenige bij zonderheden mededeelem Het spijt me, dat je met de eerste raadsels zooveel moeite gehad hebt, en ik hoop dat deze je gemakkelijker zullen vallen. „D u i nb 1 o e m p j e." Aangenaam ken nis te maken, nieuw raadselvriendinnetje 1 Je geregelde medewerking zal mij zeer aan genaam zijn. „ZonnestTaaltje." Waarschijnlijk gaf de inhoud van je vorig briefje mij wei nig aanleiding om je een babbeltje te doen toekomen. Ik kan me wel voorstellen, dat je ook gaarne eens een prijs zoudt winnen maar dan moet je er vooraa aan denken, je briefjes zoowel met je schuilnaam ais met je waren naam te onderteekenenzonder dat heb je geen kans. Is je moeder reeds hersteld Robert F o r k e s heet ik hartelijk welkom in onzen kring. Zijn keurig ge^ schreven briefjes zullen mij Bteeds .welkom zijn. „Kleine Zeeofficier." Het is niet noodig, dat je de anekdoten zelf maakt, vriendjeDie mag je uit boeken, tijdschrif ten of kalenders overnemen. Het komt er slechts op aan, dat ze voor een kinderblad geschikt zijn. Joh. M e ij e r. Je medewerking, zoowel als je nieuwe bijdragen zullen mij zeer welkom zijn. Cor van Eek. Ik vind het heel best, dat jij en Nico de briefjes om beurten schrijft. „M e i b 1 o e m p j e.'* Neen, beste kind, dat feuilleton duurt niet lang meer. Spijt het je? Vriendelijk dank Voor je bijdrage. Cornelia v. d. Klein. Welzoo, meis je, is hét nu juist een jaar dat je begonnen bent met ons mee te doen? Dat vind ik nu wel een aanleiding om je eens een prijs te geven, in het vertrouwen, dat het je zal aanmoedigen geregeld met ons mee te blij ven doen. „G o u d s t a a r t j e" moet geduld heb ben, en met verzuimen haar waren naam onder haar briefje te vermelden. Hoe kom je er bij, dat ik gaarne Verkades plaatjes zou hebben? „Aronskelk." Neen, meisje, ik neem je volstrekt niet kwalijk, dat je mij de vorige week door de feestvreugde ver geten hebt. Dat kan de beste gebeuren. „Albatros" dank ik voor de mooie prentkaart. „Blonde Eliza." Waarmede beeft mijn vriendinnetje het zoo vreeselijk druk gehad, dat ze geen tijd kon vinden de raadsels op te lossen? „Jan Ongeduld" dank ik vriende lijk voor de „Bonte-Wei"-plaatjes, die ik van hem ontving. Mijn oudste dochter ver zamelt ze ten behoeve van het onderwijs in de lagere school. „Wilde Roos." Je briefje zag er aJ aardig uit, en, bij geregelde oefening, twij fel ik er niet aan, of het zal gaandeweg nog wel wat beter worden. „Z e e u w s c h Boerinnetje." Je voorstel vind ik best, meisje, en ik hoop je spoedig nader te leeren kennen door mid del van onze correspondentie. „B 1 a u w b o r s t j e." Geduld vriendje. De verhaaltjes worden niet door de kinde ren ingezonden. Die bezorg ik zelf. „Sprokkelvrouwtj e." Zeker vind ik je schuilnaam ajardig; je moet er maaT voor zorgen, dat hij dikwijls m ons blaadje staak, „Hó 1 i o t r o p e." Ik kan me zoo voor stellen, dat jullie gedurende de ongesteld heid van je moe geen lust hadt met ons mee te doen. Wat zullen jullie nu gelukkig zijn, nu je lieve patiënte volkomen hersteld is. Met hoeveel broers en zusjes ben je en ho© oud is de jongste van het troepje? Bertha Schol z. Je hebt het zoo heel goed gedaan, meisje. Alleen de oplos singen zijn reeds voldoende. „M e i' k 1 o k j e." Zeker, kindje, ik vind het best, als je weer geregeld met ons mee gaat doen. Gertruida van Ammers, te Wassenaar. Met genoegen vernam ik, dat het gewonnen boekwerk zoo bijzonder in je smaak viel. Je bent precies op denzelf den dag jarig als ik, maar ik word dgn vier maal ouder dan jij. Ik kan me voorstellen, dat je kleme zusje een lief molletje is, jul lie zult haar zeker om het hardst vertroete len, is het niet? Vriendelijke groetjes. „Theeroosje," ie Wassenaar, heet ik hartelijk welkom in onzen kring, en vind, dat zij voor een meisje van haar leef tijd, al een keurig net briefje kan schrij ven Vriendelijke groetjes, Cornelia Slinger. Je moogt wei een schuilnaam bedenken, als je dat gaarne wilt. Wat je mij van dien jongen schreef, vind ik ontzettend treurig; en kan me het verdriet van zijn ouders levendig voorstel len dat kinderen toch zoo onbedacht en ondeugend kunnen zijn I De raadsels behoef je niet zelf te maken, je moogt ze evenals de anecdoten overnemen. MARIE VAN AMSTEL. Onderlinge Correspondentie. Wie wil mij helpen aan Verkade- plaatjeB uit album No. 1? Ik mis nog uit serie C Bessen de nommers 1 en 4, uit serie D. Tuinbouw nommer 2, uit serie F. Kevers nomnur 4, uit serie J. Lapland de nommers 1 en 5, uit serie L. Vogels nom. mer 2. Voor ieder plaatje geef ik 3 andere Ver- kade-plaafcjes van album No. 3 Lente, Zo mer, Herfst en Winter en Blonde duineft. Mijn adres is Utr. Jaagpad £7, Leiden IX. Zijn we in hot bezit van de benoodigd- heden, die wo de vorige week opnoemden, dan gaan we beginnen onze eerste Scha- bloncn te maken. Opdat iedereen daaraan zal kunnen mee doen, beginnen we zoo eenvoudig mogelijk. iWe nemen oen stuk karton en teokenen daarop mot potlood eon dikken balk, bij voorbridj Afb. 2. Dat is niet moeilijk, wel Hebben we dien balk naar onzen zin netjes genoeg ge- teekend, dan gaan we hem met ons zelfge maakt pikeermesje netjes uitsnijden. Dit zal den eersten keer wel mislukken en daarom herhalen we dit werkje tot we den balk keurig netjes en zuiver kunnen uitsnijden. Eerst dan beginnen we aan iets minder eenvoudigs, bij voorbeeld: een hart. We nemen hiervoor, ter oefening, eenige speelkaarten met hairten er op. Die behoe ven we dan niet eens na te teekenen, maar kunnen dadelijk onze snijkunst gaan beproe ven. Wanneer we ook hierin voldoende be drevenheid hebben gekregen, tcekencn wo weder den balk en daa.rondar netjes een rij hartjes, zoodat we een samenstelling krij gen die er uitziet als onderstaande Afbeel ding. Afb. 3. Als we dit nu nauwkeurig uitsnijden, heb- ben we een Schablone gekregen, waarmede we een heel aardig randje om een portret- lijstje kunnen schilderen. [We moeten daar voor deze mal meermalen verplaatsen. Wo kunnen ook een groot stuk karton nemen en daarop van dezen rand een rechthoek maken, Zoodoende hebben we dan maar één Schablone noodig. Om te doen zien hoe aardig zulk een eenvoudig randje reeds staat, laten we hiervan in het klein een afbeel ding volgen. (Zie Afb. 4). Voordat we u gaan leeren hoe de Scha- bloncn moeten worden gebruikt, willen we eerst nog eenige aüderc maken. Allereerst verdubbelen we.de rij hartjes, dat wil zeg gen, we plaateen zulk een rij ook aan den anderen kant yap den balk, Hierdopr wordt Afb. 4. de verkéring gevulder en aardiger, én ziet er uit als Afb. 5. i Deze rand kunnen we niet voolr een lijstje gebruiken, zonder er hoeken bij te maken.; Hiermede wachten wé "échter tot de yol- Afb. 5. gende week. We hebben voor ditmaal werk genoeg. Om te doen zien hoe de Schabionen moe ten woorden uitgesneden geven we tot slot hiervan tor verduid,elijking nog een afbeel ding. Afb. 0. Oe joaige goochelaar. We hebben allen wel eens of meermalen een goochelaar zijn' geheimzinnige toeren zien verrichten. Daarbij hebben we dan on willekeurig gedacht: „Sjongens, ik wou dat ik ook zoo knap wasl" Goochelen ia echter een moeilijke kunst, waarvoor heel veel be* drevenheid noodig is, Danirop komt het vooral aan. i [Wo zullen jelui af en toe verschillende goo chelkunstjes loeren. Thuis moet je je daarin dan eenige malen oefenen en als je de noo- dig© handigheid gekregen hebt, dan kun je aan de vrienden je kunsten gapn yea> toonen. Je kunt er plezier van hébben I [We beginnen dus met: No. 1. Hoe men een doek uit een brandende kaars haalt Op een afzonderlijk klein tafeltje wordt oen kaars geplaatst. Bij de kaars ligt een doosje lucifers. Deze doos is half openge schoven en in de ruimte die hierdoor in het deksel ontstaat, wprdt van te voren een klein dun doekje geborgen. Het best is hiervóór oen zijden lapje te nemen. Nu plaatst men zich achter de tafel, stroopt de mouwen op om to doen zien dat men niota verborgen houdt en neemt de lucif^rsdoos in de linkerhand. Men zorgt daarbij, dat 't gedeelte waarin het doekje verborgen zit in do muis van de hand komt. Men neemt vervolgens met de, rechterhand een lucifer uit de doos, steekt de' kaars pfl-n en schuift do doos dicht. Door dit dichtschuiven komt ongemerkt het doekje in de holte van do linkerhand terecht. Men! vouwt nu beide handen over de vlam dcorl kaars te zamen, maakt wat „hokus-pokus" en! haalt voor do oogen van onze verwonderde! vrienden uit de vlam den dook to voorschijn. Gedurende dezen toer moet de goochelaar druk praten en gekheid makon. Daardoor wordt de aandacht van onze handen afge leid, wat voor het welslagen van ons kunsb stuk noodig is. Denkt er aan: eerst ecnigo raaien oefenen om den slag te pakken te krijgen. Oplossing van het kunstje der vorige week. Men vouwt de papieren ring te zamen, waardoor ,de kleine Ting zonder pipeite kan worden verwijderd. Opdut iedereen het be» grijpen zal, geven wo er het voorbeeld bij. NEEF HEINEM AN. „Beppie, Beppie, wanneer zal jij toch eindelijk wel eens een groote meid worden Nu ben je al twaalf jaar en rog steeds geef je maar al je vrijen tijd aan je pop pen," zei Beppie's moeder, wel een beetje wanhopend, dat haar meisje haar nog zoo weinij behulpzaam ie in het huishouden..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 11