VOOR DEJEUGD DAGBIAD v No. ISS^Ï. Woensdag* 18 October. Asm© 1911. A Aan oude en nieuwe vriendjes. SchaMonenwerkjes. Allerlei unstjes. Hoe de twist eindigde. v y} I ion I* <i i iiii 111>«- *lv»|* i—I u de mooie zomer voorbij is en in zijn plaats de gure herfst is gekomen, ziet ge =rr-~ oak miJ yJweer ka. men Uit de vele briefjes van spijt, die ik bij mijn vertrek van jullie mocht ontvangen, weet ik dat mijn terugkomst je genoegen doet. "Wc zullen wederom de lange win teravonden trachten te verkorten met aller lei werkjes, spelletjes en kunstjes. Denkt er evenwel aan, dat cns spelen ook leeren moet zijn. "Wilt ge aan onze verschil lende opgaven deelnemen, dan moet ge er eenige moeite en inspanning vóór over -heb ben. Hierover bebben we trouwens den vo- rigen winter niet te klagen gehad. We zijn dan ook vol goeden moed dat een groote «haar.Van vriendjes en vriendinnetjes onze opgaven, ijverig zullen: uitwerken! Met frissehen - moed. dus aan de_ gangl L. 1 L „Ré, neef, wat is dat nu voor een! raar woord? Scha-blo.nen, wat zijn dat?" „Ja, vriendjes, Schablóne is eigenlijk' een Duitsch woord en als ik dat voor jullie 'in het Hollandsch vertaal, dan...» dan zijn iullie nog even wijs. Ik zal daarom trachten het je iiit te leggen: Toen ik ook nog een kleine jongen was (dat is wel lang geleden, maar ik weet het toch nog goed) stond ik wel eens .te kijken voor een pakhuis of fabriek, waaruit kisten werden te voorschijn gebracht. Die kisten bevatten dan datgene wat op zoo'n fabriek gemaakt werd en moesten dan- per wagen of schuit worden vervoerd. Voordat dit geschiedde kwam er een man het pakhuis uit met een kwast en een verfpot en schilderde dan eenige letters op de kisten bij voorbeeld A. W. S. L. wat dan beteekent: A. W. Sijthoff, Leiden, of iets dergelijks. Dat zult ge allen ook wel eens gezien hebben, nietwaar En hebt ge dan niet opgemerkt, dat de man met het schil deren van die letters in een oogenblik klaar was, veel gauwer, dan een schilder het ge woonlijk doet? Hoe deed' hij dat? Ja de meesten uwer zullen het nu wel weten, maar voor wie het niet weet wil ik het hier vertellen: de man had een vier kant blikken of zinken plaatje in de hand, waarop de letters waren uitgesneden. Hij legde het plaatsje op de kist, ging met de verfkwast eenige malen over het plaatje heen en als hij het dan oplichtte, stonden de letters keurig netjes op de kist. Leuk, hè I Zmlka plaatjes nu heeten „Se.hablonen" of „mallen" en evenals de pakhuisknecht gaan wij nu ook verschillende dingen schil deren, natuurlijk geen letters op kisten,- neen iets veel mooiers I Bij voorbeeldver schillende fraaie randjes, langs portret, lijstjes, tafelloopers enz. „Dat is alles heel mooi, neef, maar hoe komen we dan aan die Aan die Schabionen? Wel doodeenvoudig, die maken we zelf! „Wablief!" "Wel ja 1 Natuurlijk kunnen diegenen, die een gevulden spaarpot hebben, dergelijke Schabionen in allerlei modellen in den win kel koopen; maar, ten eerste hebben we niet allemaal een gevulden spaarpot; ten tweede ió het veel goedkooper en boven dien: bet is eigenlijk wel zoo aardig om ze zélf te vervaardigen. In plaats van blik of zink nemen we karton, dat niet te dik is maar toch stevig. Voorts hebben we noodig een Schablonenmas. ¥e doen bet evenwel met wat minder en maken ook ons snij gereedschap zelf.' We nemen daarvoor een 10 cM. lang, langwerpig rond stokje, zoo ongeveer als een timmer- manspotJood en maken aan ééne zijde hier van een gleuf van eenige centimeters. Nu zoeken we een oude stalen klokkcveer op, hakken daarvan een stukje af, ter lengte van 3 of 4 c.M. en steken dit tusschen de gleuf. Als we pu de gleuf met dun touw stevig toebinden en het 'eene uiteinde van de stalen veer schuin afslijpen, hebben we een stuk gereedschap zooals de drukkers gebruiken en dat uitstekend voor ons doel geschikt is. Bovendien heeft dit mesje nog het voordeel, dat we ons er niet zoo gauw aan zullen snijden als aan een gewoon mes, dat in vele kleine handen een te gevaar lijk voorwerp is. Opdat jelui goed zult begrijpen, wat d$ Afb. l. bedoeling is, geven we hierboven een af beelding van zulk een mesje. Zijn we zoover met ons gereedschap klaar gekomen, dan kunnen we met het Schablo- nensnijden beginnen, doch hiermede wachten we tot de volgende week. Zorgt dan papier, mes en ook een potlood gereed te hebben. Een aardig kunstje. Dit kunststukje is zoo eenvoudig als het ei van Columbus, nadoen is evenwel geen kunst De oplossing zelf-vinden, dat 'is het ware! Men knipt van. karton een ring.. Aan dien ring hangt men twee kurken, dio door mid*, del van een touwtje aan elkander verban* den zijn. Om dit touwtje bindt men weer een andei touwtje, zóó dat de kurken er niet doorheen kunnen. (Zie de afbeelding hierboven). Menigeen van onze vriendjes zal het nu onmogelijk vinden de kurken van den grooten ring He ver wijderen, natuurlijk zonder dat een van beide beschadigd wordt. Als we het je evenwel zeggen, zal iedereen uitroepen: „Hoe eea- ••wwadig!" We zeggen het je nu eens lekker niet; Jullie kunt zelf zoeken en die- het deze woek niet gevonden hééft, kan de op* lossing vinden in ons volgend nummer. Rekenkundige raadsels. Vraag Welke getallen worden grooter als mon er ecu cijfer van wegschrapt? -Soj6. lojftp qoq nuAxvup uom S[u 'Zao 'QX 'HX 'XI 'AI oipsHmraotf :pAMoi]uy Vraag Hoe kan men 45 van 45. aftrekken en 45 overhouden c S g l 6 I f 9 8 -cf ±z Q 8 i 9 «f f Z I -cf uauiez «}==ISSi'S9AS6 :pj,QQOi)uy NEEF HEINErVIAN. Er waren eens twee haae-kuikens in de kippenren: de eene gitzwart en de andere melkwit, en die nu voortdurend overhoop lagen sameü, omdat zij zicb ieder voor zich* even gewichtig voelden en elkaar voortdu rend in het haar zaten. „Jou lcelijke zwartkop," schold de een. „Melkmuil," antwoordde de ander! En zoo begon het weer. Op een kleinen afstand van de ren stond de bunzing, die de kleine kiekens nog niet kende, zoo pas kwamen ze kijken! „Mag ik (J eens een wijzen raad geven, hoeren", begon de bunzing „Wie is U eigenlijk?" begon de zwarte. „Ik ben raadsheer in dienst van het kip- penrijk.'' „O aoo r? zei do wit-te gerustgesteld. „Daarop jongenheer, raad ik U nog

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 11