No. 15341.
IiBXDSCK DACrBXaAB, Woensdag^ 11 ©ctolfesr. Tweede Blad.
Anno 1911c
Buitenlandseh Overzicht.
PERSOVERZICHT.
Er werd gisteren weer in Parijs het ge-
üruoht verspreid dat de M a r o k k o-o n-
derhandelinge n geëindigd waren.
Om kort daarop weer te worden tegenge
sproken. Aan het ministerie wist men van
niets. Er wordt meegedeeld, dat de discus
sies een normaal verloop hebben. Dat wil
zeggen, spot de „Liberté" dat volgens dat
normaal verloop, de tekst opnieuw van Pa
rijs naar Berlijn en vandaar weder terug zal
worden gezonden en dat de onderhandelin
gen over Maroldko niet geëindigd zullen zijn
voor het einde dezer weelc-van
de volgende."
De ,.Intransigeant" zegt*com
muniqué zoo kort is, o mütet^de "teleurstel
ling zoo groot was in de wandelgangen van
de Kamer, waar men hoopte, cp de mede-
deeling dat het verdrag over Marokko ge-
slot zou zijn.
Intusschen wordt bekend gemaakt, dat
het Fransche parlement eerst eind October
of begin November zal bijeengeroepen wor
den. Men hoopt dan met de heele overeen
komst in zake Marokko klaar te zijn.
Naar aanleiding van de bezwaren, die
thans van verschillende zijden in Frankrijk
worden ingebracht tegen den afstand van
een gedeelte van den Congo, schrijft de
Figaro": Er zijn ten onzent velen, die
het als een deemoediging beschouwen, dat
wij van een deel van den Congo afstand
zullen doen. Onaangenaam is het zeker;
maar wij wisten het en hadden in beginsel
in Juli daartoe reeds besloten.
Op den eersten dag van de onderhande
lingen, moesten wij reeds weten, waarom
het ging: Frankrijk zou vrijheid van han
delen krijgen in Marokko tegen afstand van
gedeelten van den Congo aan Duitschland.
Het is thans te laat, om daarop terug te ko
men. Ook kunnen wij het beginsel van
schadeloosstelling niet meer tot een punt
van bespreking maken, wel echter den om-
van daarvan.
Met goeden wil en geduld kan en moet
men tot een oplossing komen, die voor
beide partijen aannemelijk is."
Omtrent de oorzaak van de ramp van de
,,L i b e r té", het Fransche oor
logsschip, dat zoo jammerlijk op de
reecle van Toulon verging verkeert men nog
steeds in 't onzekere. Toch schijnt men nog
het meeste aan de werking van het kruit te
denken.
Volgens de Matin" zal dezer dagen aan
boord van alle schepen der Fransche oor
logsmarine het buskruit van oude fabri-
katie worden verpakt en aan land gebracht.
Met dezen maatregel zal voldaan zijn aan
den wensch van alle zeeofficieren, welke
overeenkomt met het advies, dat door de
'enquête-commissie onder voorzitterschap
van admiraal Gaschard zal worden uitge
bracht.
Men mag zich niet langer tevreden stel
len met algemeenheden. De Fransche mari
ne heeft een reglement voor 't aanmaken en
bewaren der munitie noodig, dat eenvoudig
en duidelijk is, in den geest der Engelsche
en Duitsche voorschriften, op dat gebied
en waarbij de doorslag gegeven wordt door
den ouderdom van het kruit en niet door
valsclie formules.
Wij hebben in tijden niets gehoord van de
plannen van de Duitsche regeering met
de scheep vaartollen. Gisteren
heeft de betrokken Rijksdag-commissie in
tweede lezing het voorstel behandeld.
"Vóór de vacantie was reeds een artikel
van dit wetsontwerp aangenomen, waar
door het bezwaar, voortspruitend uit het
grondwettig verbod tot het heffen van tol
len op natuurlijke waterwegen, uit den weg
geruimd wordt.
De Regeering heeft heden medegedeeld,
dat zij groote waarde er aan hecht, dat het
ontwerp nog vóór Kerstmis tot wet wordt.
Zoowel de Mmiéter van binhenlandsche
zaken als die van openbare werken ver
zochten de commissie dringend hierméde
rekening te houden.
Wij, Nederlanders, mogen hopen dat de
heeren maar niet zoo'n haast maken.
Wij kimnen er nooit beter van worden,
als deze wet tot. stand komt en do vrije
vaart over den Rijn wordt belemmerd.
De Koning van België schijnt
zich fc^zoiidcr intersiseeren voor de de-
l'on.-.ie van zijn land. Niet ten onrechte,
v; N ;-N'S bij iieeTn- Êuropeeschen oorlog
'at ebhs''hêtL,'slagvéi5 geweest en dat is
niet prettig voor een land, vooral tegen-
wrw-óig niet.
Z 'r::dag heeft wederom een zifting plaats
gf van den ministerraad onder voorzit
terschap van den koning, waar in hoofd
zaak over de militaire quaestie gesproken
werd.
De minister van oorlog laat het bericht
tegenspraken, dat een Raad van Defensie
zou worden benoemd onder leiding van den
koning.
Men verwacht bij het bijeenkomen van
het parlement, dat de liberalen minister
Helle-bout ter verantwoording zullen roe
pen naar aanleiding van diens verklaringen
eenigen tijd geletien in den Senaat afge
legd over den toestand van het leger en
welke volkomen weerlegd zijn door de ge
beurtenissen in September.
Mevrouw Toselli, de e x-k roon-
Prinses van S a k s e n is bezig zoo-
a-ls men weet haar g-edeniksohrifle^ op pa
pier te brengen. Men mooht verwachten dat
zij zich daarbij beperken zou tot haar le
ven aan het Saksische hof en haar vlucht.
Maar zij gaat verder. Nu doet zij ook een
boekje open over haar tegenwoordigen der
den man, Toselli en brengt allerlei familie
kwesties aan het licht, die ons niets inte
resseeren, omdat zij zeer onbelangrijk zijn,
maar bovendien getuigen van een onkiesch-
heid om niet stedker woord te gebrui
ken die zijn wedergade zoekt.
Men weet dat zij ook met Toselli thans
overhoop ligt. Mevrouw begmt met mede
te deelen, dat Toselli van haar verlangt, dat
zij te Florence terug zal keeren of ten
minste hun zoontje aan hem zal uitleveren.
Zij vertelt, dat zij zich alle mogelijke
moeite heeft gegeven, om van Toselli een
groot kunstenaar te maken, maar dat hij
er de voorkeur aan heeft gegeven, werke
loos voort te leven van het geld, dat zijn
vrouw na de teruggave van prinses Monica
van het hof te Dresden kreeg. Zij stond te
Ficsole 's ochtends om vijf uren op, opdat
ook hij aan de piano zou gaan zitten stu-
deeren, maar hij wilde er niets van weten.
Daarna heeft zij een opera-tekst voor hem
geschreven, dien hij ook op muziek gezet
heeft; maar naderhand heeft hij niet de
minste moeite gedaan, om de opera ver
toond te krijgen.
Te Parijs heeft Louise toen nog moeite
gedaan, om een betrekking als muziek
leeraar voor hem te vinden, maar tever
geefs. Het is belachelijk, dat Toselli nu
alleen voor zijn zoon wil zorgen, want se
dert vier jaar.heeft hij geen hemd, geen
das aan het lijf gehad, die niet met het geld
van den koning van Saksen betaald zijn ge
weest.
Dit alles wordt verteld met een air alsof
het een wonder geldt.
Men herinnert zich nog wel den S e r v i-
schenkoningsmoordop Alexander
en Draga van eenige jaren geleden. Hier
over komt thans wat meer licht.
Volgens een bericht uit Belgrado heeft
Nowakowits heden het eerste deel van zijn
gedenkschriften voltooid. Naar h'ij daarin
verhaalt, heeft de pretendent Peter Kara-
georgevits, de thans regeerende koning,
toen hij voor den laatsten keer overleg
pleegde met de samenzweerders, de ver
plichting op zich genomen om grondwettig
te regeeren en de samenzweerders niet te
vervolgen, doch hun, ails het noodig was,
genade te schenken. Indien de samenzwe
ring volkomen zou gelukken, dan zou hij
de uitgaven voor de onderneming uit zijn
eigen zak bestrijden, maar bij een misluk
king verbond hij zich niet tot stoffelijke
offers. Deze verplichtingen van den pre
tendent zouden door hem eigenhandig op
een document zijn geschreven en aan Nena-
dowits en Gentsjits overhandigd zijn.
Hieruit blijkt dat Koning Peter niet zoo
'onschuldig was aan het complot als hij wel
altijd heeft verkondigd.
Aan oen beschouwing over het cl u "r
leven van „De Nieuwe Financier
en Kapitalist" is het volgende ontleend.
Het schijnt niet aan twijfel onderhevig,
dat de warenprijzen indexdaad een belang
rijke en snelle rijzing hebben ondergaan,
ook al moet hierbij dadelijk worden aange
stipt, dat men zioli daarvan over 't alge
meen schromelijk overdreven voorstellingen
maakt. Van vele voorname artikelen, zijn de
prijzen op dit moment lager, althans niet
hcoger dan 30 of 40 jaren geloden. Zoo kos
ten bijv. suiker, tarwe, koper en ijzer thans
minder dan in 1870 of 1880. Aan den an
deren kant zijn ook vele artikelen duurder.
Maar in doorsnede zijn de prijzen der voor
naamste handelsartikelen op dit moment
neg steeds lager dan in de heide genoemde
jaren, ofschoon zij sedert omstreeks 1895
do goedkoopste periode van recente tijden
aanmerkelijk zijn gerezen.
Na dit piet eenige staaltjes te hebben
toegelicht besluit het artikel aldus:
Maar wij gelooven, dat één factor,
waarop wij reeds bij den aanhef zinspeel
den, van meer gewicht is dan alle hij el
kaar. Die factor bestaat .uit de hoogere
eischen, die thans door elke klasse der be
volking aan het leven worden gesteld. Al
leen de bijna algemeene „behoefte" aan
vacantie en reizen, en de transportkosten,
noodzakelijk geworden door de uitbrei-
ding der steden en het wonen in voorste
den, spelen een zeer groote rol. Het tram
kaartje en de fiets van den werkman zijn
behoeften geworden, meer nog dan de va-
cantiereizen der meergegoeden. Iedereen,
tot in de onderste lagen der bevolking,
vraagt meer van het leven. Het is niet zoo
zeer, dat de prijzen iets hooger zijnzij zijn
thans doorgaans nog steeds lager dan 30
en 40 jaar geleden. Maar iedereen heeft of
nieuwe of grootere behoeften. „Het volk"
eet meer brood, vleesch, melk, eieren,
kleedt zich heter, woont heter, i3 meer am
bitieus wat betreft opvoeding der kinde
ren, vraagt meer amusementen. Er is al
lerwegen een hoogere levensstandaard ge
komen en de oorzaak van het „dure le
ven" ligt dan ook minder in de omstandig
heid, dat de levensbehoeften duurder zijn
geworden, dan in het feit, dat zij grooter
zijn dan voorheen. James J. Hill had gelijk,
toen hij zeide, dab wij niet zoozeer moes
ten spreken van the high cost of living als
van the cost of high living.
Het „Handelsblad" schreef in een
artikel over „de droogte en de kapitalistische
maatschappij" o. m.
Het is wel bijzondere dwaasheid te zeg
gen, dat de „kapitalistische" maatschappij
niets doet om de gevolgen van een na
tuurramp te verminderen. Wanneer men na
gaat wat de gevolgen van mislukte oogsten
zijn hij volkeren, waar men kwalijk van
een „kapitalistische maatschappij" kan spre
ken, hoe in landen, waar geen „speculanten"
wonen, in tijden van overvloed eoi in tijden
van schaarschte geleefd en gestorven I
wordt, zal men dat dadelijk erkennen.
Zoo is het ook met de groenten. De oog
sten zijn geheel of gedeeltelijk mislukt.
Reeds dadelijk werkt de prijverheoging uit,
dat niet de boer, do producent, alleen de
financieele gevolgen draagt van den mis
lukten oogst. Voor den oogst, dien hij nog
heeft, wordt hij in verhouding althans beter
betaald. Het „kapitalistische" stelsel geeft
hier althans aan wien zulks het metst noo
dig heeft heter betaling.
In groenten kan men echter niet of wei
nig „speculecren". Groenten kunnen niet in
Egyptische voorraadsschuren geborgen wor
den: zij bederven. Daarom is ook haast ner
gens de prijsstijging zoo reusachtig als juist
hij de groenten. De stijging is zoodanig,
dat men zeggen kan, dat alleen de zeer,
zeer rijken niet tot eenige bezuiniging bij
verbruik gebracht worden.
„Hot Volk" wil echter, dat men dan
de groenten toch' „voor de economisch zwak
ken zoo goedkoop mogelijk verkrijgbaar"
stelt. De „economisch zwakken" echter, zoo
als „Het Volk" dit. bedoelt, vormen de
overgroole massa van de bevolking. Een on
derwijzer met een inkomen van f 1600 a
f 2000 per jaar, een uitnemend werkman,
dio f 20 in do week verdient, zij béhoóren
in verband met de tegenwoordige groente-
prijzen evenzeer tot de economisch zwakken.
Wat wil men nu met dat „zoo goedkoop
mogelijk verkrijgbaar stellen Dat zij meer
groenten, meer kool, meer aardappelen kun
nen verbruiken. Maar er is niet meer groen
ten, er zijn niet meer aardappelen. Over een
groot deel van Duitschland, in Friesland,
in Noord-Brabant is de oogst mislukt!
Wij juicheu de instelling van commis
sies, die zullen nagaan wat in dezè treu
rige, dure tijden in het belang van de eco
nomisch zwakken gedaan kan worden, zeer
tce. Doch wij willen er toch op wijzen,
dat zulk een commissie in de schaarschto
geen verandering kan brengen, geen kool,
geen appelen, geen aardappelen op de markt
kan brongen. En dat dus zeer licht zulk
een cGmmissic er toe zal kotoen het ééne
deel van de economisch zwakken in staat
to stellen wat meer van de productie te
veroveren op kost-en en ten koste van het
andere deel, dan dan met nog wat minder
tevreden zal moeten zijn.
De wijze van verpleging der troe
pen gedurende de jongste legermanoeu-
vros was geheel nieuw. In plaats van de
door den kwartiergever te verstrekken voe
ding ia hij uitsluiting getreden die door
do troepen zelveii.
En bovendien is gemanoeuvreerd op
krijgsmatigo wijze, d. w. z. al naar gelang
van den loop der oefeningen is de onder
brenging van do troepen voor den komen
den nacht geregeld.
De „Nieuwe Rotterdamse li e Cou
rant" acht dit een groote. verbetering.
Door de zorgen voor de verpleging ge
heel op de troepen over te dragen, is een
onafhankelijkheid geschapen, die door het
blad met dankbaarheid wordt herdacht.
In het onmiddellijk hereik van elk troe-
pendeel werd de klaargemaakte middagkost
steeds tot onmiddellijk gebruik geTeed me
degevoerd. Een zorgvuldig geregeld stelsel
van aanvoer en van aankoop uit de plaatse
lijke voorraden verzekerde weder de beschik
king over de benoodigde levensmiddelen voor
den dag van morgen. Heel wat wrijving
viel te overwinnen; doch dank' zij do voor
bereiding bij de troepen zelven in de gar
nizoenen, de opleiding der verplegingsoffi-
eieren en den on vermoeiden arbeid der in
tendance is de gewaagde poging met succes
bekroond. Het nieuwe verplegingsstelsel is
gevestigd; het karakter der manoeuvres ge
heel veranderd. Wat tooh kan een iets latere
aankomst in de nachtkwartieren deren, als
de troepen voeding met zich voeren? De en
gere onderbrenging verzekerde snelle ver
zameling het verplegimgssystecm waar
borgde een nuttiger gebruik van den dvag.
Do voor de oefeningen beschikbare tijd werd
verruimdbet krijgsmatig verloop van de
oefening won er beduidend door.
Het blad doet dan uitkomen, dat de troe
pen zich het nieuwe verplcgingsstelsel op
uitstekende wijze hebben laten welgevallen,
en het acht dit evenals deze mauoeuvros
in het algemeen voor ons leger van huiten-
gewone beteekenis.
.Alles wat sleur, gemakzucht en traagheid
overwinnen kan in het bijzonder is. gelet
op onzen la-uwen volksaard, van het hoogste
belang. In het leger komen deze nog maai-
al te veel &an hot licht. Ruim honderd jaren
geleden vond een Franschman, die onze- troe
pen in 't gevecht had gadegeslagen, denBa-
taafschen soldaat „nonchalant, contemplatif,
point cruel; dans toute grande action mi
litaire il manquaifc 'd'cntrainement et d'ini-
tdative"w Ligt dat gemis aan gang en be
sluitvaardigheid er nog 'niet dik op? Dat
liet bij ons hoofdwapen meer op den voor
grond treedt dan bij do andere wapens,
schuilt niet zoozeer ïn den kortoren duur
van den eerste-oefeningstijd, als wel in de
bijzonderheid, dat de infanterist op eigen
beenen gaat. Do nog immer niet voldoende
marschdiscipline, het ook thans weder
zij het ook verre van algemeen gebleken
onvoldoende uithoudingsvermogen, het dik
wijls onvoldoende gebruik maken van het
terrein in het gevecht en liet bij de aan
voering veelal geconstateerde 'tekort aan dien
cnmisbaren gloedrijken drang 'tot handelen
hebben een en 'denzelfden oorsprong. Die dan
ook in bet leger tot krachtig handelen, tot
harden arbeid en tot energie aanspoort, ver
dient den dank der natie. De manoeuvres
van dit jaar staan te dezen opzichte in een
uiterst gelukkig licht. Aan de leiding lof.
De Amstcrdamsche redacteur-correspondent
van de „Nieuwe Rotterdamse he
co ut ant" wijdde twee artikelen aan de
Amsterdamsche verordening no
pens de gedwongen winkelslui-
t in g. In het tweede artikel komt een be
schouwing voor, waarin deze tegenstander
van gedwongen winkelsluiting o.m. schrijft:
Het gaat niet om! het materieel belang
van enkelen of om bet opleggen van een
beetje last. Datgene, waar het om gaat, ligt
dieper. Nog eens: dat men zioli ten slotte
plooit naar'hetgeen oorspronkelijk tot tegen
weer prikkelde, bewijst niets voor het doel
treffende, voor het prijzenswaardige van den
overheidsmaatregel. Het behoort den wetge
ver integendeel aan te manen tot de grootste
omzichtigheid bij zijn optreden. De gedwon
gen winkelsluiting stuit ons tegen de borst.
niet omdat zij bedoelt de zwakken tegen de
sterken te beschermen dat juist zou haar
vcor ons aannemelijk maken.
Zij wekt onzen tegenstand, omdat zij ever
dit doel heengaat en de zwakken d.z. een
categorie van kleine winkeliers den
strijd om het bestaan bemoeilijkt en juist
den sterkeren in heb gevlij komt. Dat over
6 jaar van een verzet dier zwakken niets
meer zal worden bemerkt, spreekt vanzelf.
Zij zullen zijn Ondergegaan en hun stem
zal zijn verstomd. De verordening wekt on
zen "tegenstand, ómdat 'zij iets in ons aan
randt, dat ons *ton allen tijde dierbaar was,
als iets kostelijks, dat met onze natuur was
saamgeweven en aan ónzen volksaard zijn
-eigen stempel gaf. 'Om dichter bij honk te
blijven 'dan de schrijver in „De Wereld"
ook in Pruisen vindt de sluitingsdrang
geen bezwaar, naar 'men zegt. Laat dit zoo
zijn. Maar wij zijn geen Pruisen en hoe
wel wij allerminst "den waan, die ons niet
vreemd is, wenseken (te voeden, welke zich
zoo gaarne vcrlioovaardigt op een uitver
korenheid boven andere Tolken wij zijn
anders.
En juist dat anders, hetwelk ons eigen
is, bepaalt ons -recht-op zelfstandigheid, niet
alleen in het staatkundige, maar als cultuur
volk, met eigen 'zeden, eigen karakter, eigen
levensinzicht, eigen rashoedanigheden. Wij
zijn ten allen tijde fier gegaan op onze
vrijheid, ook op ónze vrijheid van beschik
king over eigen werkkracht, op onze vrij
heid van bedrijf. En het is deze vrijheid,
die wordt aangerand "door een verordening,
welke ons, volwassenen, mondigen, die na
dikwerf harden strijd, ons een zelfstandig
bestaan hebben veroverd, in opstand brengt.
Het 'geldt hier een eersten stap op een
weg, waarvan liet einde niet is te voorzien.
Want er is geen reden, om, waar thans het
winlceliersbedrijf aan handen wordt gelegd,
straks ook andere bedrijven te knellen in
liet keurslijf van wet en verordening; En
heusch, ook dan zullen de hoornen den hemel
niet ingroeien en zal de aarde blijven wen
telen om haar as..
Maai* er zal iets in ons worden verzwakt;
er-zal iets in ons zijn gebroken; er zal ons
iets ontnomen zijn, een der levensvoorwaar
den van den groei en de ontwikkeling van
ons ras, in wat het onderscheidde van andere
rassen. Niet alleen 'de wetten, die de school,
maar in niet minder mate die, welke het
volksleven regelen, behooren te worden ge
toetst naar het ethische, haar paedagogische
beteekenis, en er is in deze rekening te
houden met aard en aanleg van degenen,
te wier behoeve cn bate zij worden vast
gesteld en toegepast. En gelijk onze school-
regeling per se een andere behoort te zijn
dan die voor Duitschland wenschelijk en
doelmatig wordt geacht, zóó zal dit even
eens het geval zijn met hetgeen onze staats-
gemeenschap en ons gemeentewezen voor hun
ontwikkeling eischen.
Het recht om te arbeiden voor zoover
het personen betreft, die niet verkeeren in
een toestand van afhankelijkheid van ande
ren behoort onaangetast te blijven. Qu' y
a-t-il de plus souverain sut nous que nous-
niêmee vraagt ergens De Balzac. Hij was
wel is waar geen wettenmaker. Hij 'Was
meer. Hij maakte menschen. Hij door
grondde zo tot in hun diepste wezen en
schiep een galerij van menschen, die zijn
genie een loven inblies, dat aan geen ster
felijkheid gebonden is. Maar wie den mensch
de souvereiniteit ontneemt over eigen arbeids
kracht en gelijk wij zien gebeuren met
de gedwongen winkelsluiting om bet
mindere te bereiken (een verkorten, arbeids
tijd voor de bedienden) bet meerdere knot
(de vrijheid van bedrijf) doemt oen tot heden
ten onzent hoog gehouden levensbeginsel ten
doodo"
In „D e Wereld" besprak de heer Th.
M. Ketelaar het voorstel van B. en Ws.
van Amsterdam, om aan een gehuwde
on d e r w ij z-e r e s, mevr. Lub-Kooiman,
eervol ontslag uit haar betrekking te
geven.
Waaróm', vTaagt de heer Ketelaar, moet
voor. de gehuwde vrouw een ander recht
gelden dan voor iedereenwaarom moet
zij op presumptie van ongeschikt te zul
len worden, hij voorbaat worden ontslagen?
En dan vestigt lijj op de volgende zijde
der zaak de aandaóht:
De onderwijzeres, die een hij de wet ge
regelde akte 'heeft, waarin niets voorkomt
omtrent ongeschiktheid hij huwelijk; de on
derwijzeres, die van haar in-dienst. treding
af voor haar pensioen haar bijdrage heeft
geofferd, zal zonder verderen vorm van
proces wórden ontslagen. Zal dat de Raad.
van Amsterdam in zijn tegenwoordige sa
menstelling kunnen doen? Maar bovenal, zal
de Raad dat mogen doen, gezien de bepa
lingen van de Lager.Onderwijs.wet
Men vergete niet-, dat bij art. 30 der La-
gcr-Onderwijs-wet er nGoit aan gedacht is,
de bepaling omtrent het ongevraagd ontslag
op de gehuwde onderwijzeres toe te passen.
Hiervan is het huidige Kabinet zoo over
tuigd, dat 29 April 1910 een wetsontwerp
werd ingediend, waarbij uitdrukkelijk het
huwelijk van een onderwijzeres als reden
tot ontslag in art. 30 werd ingevoegd. Het
Voorloopig Verslag omtrent dit wetsontwerp
dateert reeds van 19 October 1910 en nog
is geen Memorie van Antwoord verschenen,
en dat omtrent een wetsontwerp van slechts
vier artikelen.
Wie de taal van de Voorloopige Versla
gen verstaat, zal daaruit zien, dat de gc-
heele linkerzijde, zelfs de leden, die voor
het ontslag van gehuwde vrouwelijke amb
tenaren zijn, zich tegen deze regeling ver-
klaarde en dat bovendien van de rechter
zijde steun kwam'. Zouden deze leden in de
Tweede Kamer een zooveel slechteren kijk
op de dingen hebben, dan die van den Am-
sterdamschen Raad
Waar de Regeering zelf inziet, dat wet
telijke regeling noodzakelijk is, zal, liopen
wij, de Raad van de hoofdstad niet op die
regeling vooruitloopen.
In zijn tweeden „Staatkundigen
Brief", over liet Liberaal Strijd- en Werk
program voor 1913 bespreekt mr. S. van;
Houten de houding der sociaal-demo-
craten ter. opzichte van het algemeen.'
k i esrocli t.
Melding makende van mr. Troelstra's
uiting op de groote kiesrcchtinceting, dat de
socialisten heb mar nèn k i es recht zullen wei-
géren als men hun liet vrouwenkiesrecht
niet geeft, zegt de schrijver, dat do socia
listen hun eigen voorstel van 1903 niet zou
den aannemen. Intusschen: dat- alles of niet^
mannentaal. Wij weten nu wat wij .aan da
socialisten hebben. Dat het- de bezwaren tegen;
hen verdrie- oi vcrvierdubbclt, is duidelijk.;
Op het thans door Troelstra c.s. iiigcno^
men standpunt zullen zij natuurlijk in da
Kamer ook klare partijstclling moeten vra^
gen van hun vroegere medestanders voor
algemeen kiesrecht onder de Vrijzinnig-de
mocraten en Unie-liberalen. Nu moet de dub.
belzinnigbeid ophouden, die door deze te vage
formule bevorderd werd. Het zal mij be
nieuwen wat Druckcr c.s. en Borgesius c.s.
zullen zeggen cn doen, wanneer de rechter-
zijdo aan Troelstra de gelegenheid om licn
aan den tand te voelen niet meer kan out-*
houden. Ik begrijp trouwens niet, waarom!
Do Savornin Lobman hem die betwistte, en
nog minder, waarom do geheele rechterzijde
met Lohman tegen het voorstel van den
voorzitter partij koos.
Het ware immers veel beter tot de nieuwe
partijstelling, die toch onvermijdelijk en ook
wenschelijk is, dadelijk en afgescheiden van
bet begrootingsdebat gelegenheid to geven.
De vroeger gebruikelijke adressen van ant
woord op de Troonrede gaven bij de opening
van elk zittingjaar tot politieke partijst-el-
ling gereede aanleiding. Dat nu die gele-,
genheid door een zelfstandig voorstel moet
worden uitgelokt, mag geen aanleiding zijn,
haar geheel af te snijden, veel minder tot
verkorting van de rechtmatige aanspraken,
eener minderheid. En allerminst tot mis^
kenning van de gewichtige beteekenis van
het Kamerdebat als middel tot propaganda
veer denkbeelden eenerzijds en eveneens an
derzijds tot klaring van den politieken toe
stand, op dit moment ook bijzonderlijk tot
het afleiden der openbare meening vau den
valschen weg, op welken Troclslra c.s. haar
door hun agitatie wenschen te brengen.
Ik vermoed, dat in deze oppositie van
do rechterzijde iets anders school. De Re
geering en de partij hoofden debat teeren se
dert -een paar jaar in de Gr ondw etseo mini s*
sie, natuurlijk ook over liet kiesrecht, in
geheim comité. Dat kan niet onbepaald duren,
zeker niet onbepaald dit onderwerp van do
agenda van het openbaar debat verwijderd
houden. Het wordt tijd, dat de openbare
meening zich er weder mee begint te bo
moeien, .opdat de naastvolgende verkiezing
met reden van wetenschap, ook met kennis
van de partijstelling der afgevaardigden die
herkiezing wenschen, zal kunnen worden!
voorbereid. De oplossing moet niet binnens
kamers worden bekonkeld, maar openlijk in
den strijd der geesten worden bevochten. Dio
verandering in de wijze van behandeling zou
het voorstel-Troelstra gebracht hebben en
was blijkbaar aan de rechterzijde niet welw
govallig.
Verder noemt schrijver de vrijzinnig-demo
craten, de parasieten der liberalen.
Een verblijdend teeken ziet hij in het ve'r-j
dwijnen van twee hunner bladen, „Land
cn Volle" en hot „S o c i a a 1 "W e e k b 1 a d"
terwijl de „Arnhemsehe Courant"'
'hun reeds den rug toekeerde.
Opgave van personen, die alch Ce
Leiden hebben gevestigd.
J, Ovorwater, Hugo-dc-Grootslraat 13,
jur. student.
A. F. Verhoeff, Nieuwsteeg 15.
J. Ramaer, Oude Vest 51, cand. Ind. amb-j
te n aar.
J. "Woltjer, Hugo-de-Grootstraat 13.
C. J. Schaap en gezin, Leuvenstraat 27,
broodbakker.
E. J. Burger "Witte Singel 57.
M. J. de Haas, Vree wijkstraat 28A, on*
derwijzeres.
M. C. van Slooten, Plantsoen 81.
P. A. van Toorenburg, Hoogstraat 5-
C. van 't Zelfde, Groenhazengracht 15.
E. M. van Hulsen, Botermarkt 16, winkel^
juffrouw.
A. de Buck, Korte Mare 7.
C. G. E. de Jong, Lange Mare 45A, student.-
"W. J. Paddenburg, Haarlemmerstraat 38.;
H. J. Prinsen, Langcbrug 51.
P. A. Prins, Iloogewoerd 58.
I. van Engel en gezin, Botermarkt 12,
handelsreiziger.
A. M. Dobbe en gezin, Galgewater 6,
koetsier.
R. A. Kern, Rapenburg 27, Ind. ambtenaar.;
S. H. Wijnnobel en gezin, Haarlemmerweg
14, veehandelaar.
J. J. Pettersson en gezin, Haarlemmerweg
60 A, gcp. militair.
M. van Beek, Botermarkt 16, winkeljufs
frouw.
A. E. L. Beekman, Morsehwcg 44.
C. K. van der Pool, Plantsoen 53, dienste
bede.
P. Koolmoes en gezin, Prinsenstraat 12,
vcldarbeider.
P. J. Kuiters en gezin, Maredijkshofje 7^
arbeider.
A. Meijer, Rijn- en Schiekade 73, onder-,
wijzer.
J. B. Forger, Oude Singel 46.
"W. II. Schroder, Nieuwe Rijn 57, bank*
werker.
D. van Rossen, IIoogl.Kerkkoorstceg 9^
loopknecht.
M. J. Keyzer, Rooraseli-Kath. weeshuis,
St.-Jacobsgracht, kinderjuffrouw.
C. van der Waals, Oude Singel 46.
Purmerend, 10 Oct. UeJan waren aangevoerd
104 s'npela kaa9, hoogste prij* voor fabi ïoks- 47,50,
boeren- f45, nudlelbare 47, commissie ƒ47,
volvette «Jilo /47.50 Handel vlug.
Sneek, 10 Oct. Boter. Aanvoer 5/4 en /3 vi
Prijs le keur /"60.—Bij de vereeniging: le keur
fFabriek^aau voeren/3en21 6 v., Gil at
Noteering van de commissi» der verecnigmg voor
boter- en kaashandelaren in Frinslund le soort f 66.