14». 1584T
Woensdag October.
A0. 1911.
§eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommsr bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
Offïeieele Kennisgeving.
TOSHTERGIEBSSir.
FEUILLETON,
fferffiffeais aan allen.
.,01"
LEIBSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVEItTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17}, Grootere lottere naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contantelk
tiental woorden meer 10 Cents.-Voor het incaBseeren wordt/0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 3 Cents; per 3 maanden f L10.
Ëniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd tijn 1.30.
Franco per postL65-
VEKIÏIEZIXG.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op art. 98 der Kieswet;
Brengen ter algemeene kennis, dat de
processen-verbaal van de zittingen van de
ioofdstembureaux, bedoeld bij art. 93 der
Kieswet, tot het vaststellen van den uit
slag der stemming ter verkiezing van één
lid van den Gemeenteraad in het 1ste kies
district en van één lid van den Gemeente
raad in het 3de kiesdistrict der gemeente
Leiden, op de pers van het Raadhuis zijn
aangeplakt en voor een ieder ter Secreta
rie dezer gemeente ter inzage zijn nederge-
legd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELA AR., Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretarie.
Leiden, 11 October 1911.
VERKIEZING.
De Burgemeester der gemeente Leiden;
Gelet op art. 55, laatste lid der Kieswet;
Brengt ter kennis van de kiesgerechtig-
3en, dat de herstemming ter benoe
ming van én lid van den Gemeen
teraad in het 1ste kiesdistrict
;en van één lid van den Gemeen
teraad in het 3de kiesdistrict
der gemeente Leiden, zal plaats hebben op
Vrijdag 20 October 1911, van des
voormiddags acht tot des namiddags
y ij f uren.
De lijsten der candi'daten bevatten in
alphabetische volgorde de volgende namen:
Voorhetlstekiesdistrict.
J. G. VAN ES.
H. W. FISCHER.
Voor het 3de kiesdistriot
A. H. J. ENGELS..
G. M. KRUIMEL.
Art. 128 van het Wetboek van Strafrecht
luidt:
„Hij, die opzettelijk zich voor een ander
Uitgevende, aan een krachtens wettelijk
voorschrift uitgeschreven verkiezing deel
neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste één jaar/1
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GUSELAAR.
Leiden, 11 October 1911.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
'HELENA VAN HEEL, melkslijtster, wo
nende te Leiden, een verzoeksohri't is inge
diend, om verlof voor den verkoop van uit
sluitend alcohol-vrij en drank, voor gebruik
ter plaats© van verkoop, in den winkel van
fcet perceel Poelgeeststraat 19.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. O. DE GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 11 October 1911.
In verband met de nieuwe dienstregeling
van de thans electrische lijn op Katwijk,
op Noordwijk en Station—Leidsche Buurt
worden binnen enkele dagen aan onze abon-
nées nieuwe boekjes verstrekt* en de op
karton gedrukte dienstregelingen
ingeruild.
Onze boomen en «1e Haagsche.
Teen we des Zondagsmorgens na den Za
terdagavond-storm van 30 Sept. zagen hoe-
Veel hoornen in onze plantsoenen en onze
Singels lagen geveld, sloegen we de handen
ineen van verbazing. Maar toen we later
hoorden, hoe de storm in het Haagsche Bosch
had huisgehouden, hco daar geheele rijen
woudreuzen waren ontworteld, merkten we
dat wé nog van geluk mochten spreken.
Hoe is het te verklaren, dat in Leiden
naar evenredigheid veel minder slachtoffers
onder de hoornen zijn gemaakt, dan in Den
Haag? Zou het hier minder sterk hebben
gewaaid? Er is geen enkele reden dit aan
te nemen en het wordt zelfs zeer onwaar
schijnlijk als men weet, dat in een buiten
goed als „Oud-Poelgeest" nabij Leiden, de
verwoesting niet minder groot is dan
in het Haagsche Bosch. Had de wind dan
misschien meer vrij spel onder de Haagsche
bcomfen dan onder de Leidsche? Ook deze
vraag moet ontkennend worden beantwoord.
Integendeel, de hoornen aan onze Singels
stonden in een enkele rij geschaard en kre
gen ieder voor zich veel meer de volle
laag, dan in een bosch, waar de eene rij
de andere tot beschutting diende.
Ook in de meer of minder losse boomen
Behoeven wij het verschil niet te zoeken,
evenmin in de soort der hoornen, want in
beide opzichten zijn de omstandigheden een
der.
Naar ons van deskundige zijde werd ver
zekerd, moeien wij de oorzaak zoeken jn
d-e verschillende behandeling, die de hoornen
in den loop der jaren hebben ondergaan.
De Leidsche hoornen worden wat men
noemt steeds kort gehouden. Wij, die daar-
4 over kolommen hebben moeten plaatsen van
verontruste Leidenaren, die ach en wee rie
pen over de mishandeling, die de stadstuin-
lieden de boomen lieten ondergaan, weten
'er alles van.
Ieder voorjaar worden er weer onder han
den genomen en wordt onbarmhartig het
oude, en naai* het oordeel der tuinlieden
overtollige hout er uitgekapt. Ook wij hebben
daarover het hoofd wel eens geschud en
in den gemeenteraad is er zelfs een paar
maal een interpellatie over gehouden.
B. en Ws., voorgelicht door hun deskun
digen in bosohbouw, hielden echter voet bij
stuk, ook al werd er op gewezen, dat men
in Den Haag, waar men het toch ook wel
zou wéten, geheel anders handelde en de
volle kruin recht deed. wedervaren.
De uitkomst van de laatste krachtproef,
waaraan moeder natuur de boomen heeft on
derworpen, heeft de Leidsche schitterend ge
rechtvaardigd. Tegen de enkelen, die in Lei
den zijn gevallen, liggen de 100-tallen in
Den Haag. Door do boomen geregeld en op
tijd Hink t'e snoeien, blijven ze krachtig
én terwijl de kruinen weder nieuw hout
maken, slaat ook de wortel zich opnieuw
dieper in den bodem.
Voor het langer behoud der boomen, voor
h'et ,op den duur frisch .en mooi houden is
de méthode van snoeien- in onze gemeente»
sedert een lange reeks van jaren toegepast,
alleszins aanbevelenswaardig. Dat was do
theorie indertijd reeds op advies van deskun
digen, (d^or burgemeester Was in den Raad
verdedigd, welke theorie, als wij goed zijn
ingelicht, .thans op zeer sprekende wijze door
de praktijk is bevestigd.
Leiden, II October.
In de alhier in het Centraal
Israël. Weeshuis, onder voorzitterschap van
den heer S. Dasberg, rabbijn te Dordrecht,
gehouden vergadering der af deeling Zuid-
Holland en Utrecht van Achawa, Bond van
Israël. Godsdienstleerarcn in Nederland,
werden onder meer na een inleiding van
den eerwaarden heer A. de Welf, te Amers
foort, besprekingen gevoerd over het onder
werp Thora-vertalingen op do lagere gods
dienstschool, ten einde dit gedeelte van het
godsdienstonderwijs meer tot zijn recht te
doen komen. Men kwam daarbij tot de slot
som, dat men niet voor alle plaatsen te dezen
opzichte een gelijke regeling kon treffen,
aangezien de plaatselijke omstandigheden,
die overal zeer verschillend zijn, zulks niet
ged cogen.
Door den eerwaarden heer H. J. Cohen,
alhier, werd verslag uitgebracht over het
verhandelde ter algemeene vergadering, te
Meppel gehouden.
In dén namiddag werden de leden door de
welwillendheid van prof. dr. S- G. de Vries
in do gelegenheid gesteld de Oosfcersche af-
deeling der Ryksuniversiteitsbibliotheek te
bezichtigen, waar hen onder leiding van den
conservator dr. Th. Juynboll, de verschil
lende belangrijke verzamelingen werden ge
demonstreerd.
In de pauze vereenigden zich de leden
aan -een gemeenschappelijken lunch in het
Gentr. Israël. Weeshuis, hun door liet Col
lege van Regenten welwillend aangeboden.
De Fransche mail wordt hedenavond
hier ter stede verwacht.
Op de Algemeene Begraafplaats bij
Den Haag is in den meesten eenvoud
overeenkomstig den mtdrukkelijken wensch
van den overledene ter aarde besteld het
stoffelijk overschot van mr. G. J. Goe-
koop, lid van de Rekenkamer, oud-lid van
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en
oud-lid van de Tweede Kamer. Geen bloe
men of kransen dekten de kist, geen rede
voeringen werden er aan het graf uitge
sproken.
Maar velen, vrienden en tijdgenooten van
mr. Goekoop, waren naar de doodenakker
opgegaan om een stille hulde te brengen aan
de nagedachtenis van den man, wiens ver
scheiden in ruimen kring is betreurd.
Aan de groeve dankte mr. Krabbe, raads
heer in den Hoogen Raad, met eerbiedi
ging van den wenscK, dat er aan het graf
niet zou worden gesproken, allen, die door
hun tegenwoordigheid blijk gaven van hun
vriendschap, genegenheid en waardeering.
Gisteravond hebben de leden der anti-
rev. partij en die der katholieke fractie van
de Tweede Kamer, in het gebouw dier Ka
mer club-bijeenkomsten gehouden, tot het
vatsstèllen hunner houding ten aanzien van
eventueele voorstellen betreffende de rege
ling der werkzaamheden op morgen.
De verkiezing (candidaatstelling) te
's-Gravenhage voor een lid der Prov, Sta
ten va-n Zuid-Holland (vacature-prof Kraus)
is bepaald op 15 Nov. a. s., de ctemming
op 29 Nov. en de herstemming op 13 De
cember.
De nieuwbenoemde burgemeester van
Bennebroek, jhr. mr. L. A. van Sckuylen-
burg, is ambtenaar ter Secretarie te Noord-
wijk, en volgens de ,,0. H.C." voor velen in
Bennebroek geen onbekende en dien allen
als zoodanig zeer welkom. Wij roepen on
zen nieuwen burgervader, zoo heet het in
een bericht uit Bennebroek in dat blad ver
der, een zeer hartelijk welkom toe en ver
trouwen, dat de nieuwe waardigheidsbe
kleder in alle opzichten zal voldoen aan de
verwachtingen, die van hem worden ge
koesterd.
De Koningin heeft ook bij de Commis
saris der Koningin in Zuid-Holland inlich
tingen laten inwinnen omtrent de gevolgen
van den jongsten storm, bepaaldelijk voor
het Westland, en omtrent de hoegrootheid
van de sohade, aan deze tuinbouwstreek
toegebracht.
Naar de „Haarl. Ct." meldt, ig me
vrouw A. H. Yan Gent-Kosler benoemd tot
directrice van de eerste 'huishoudschool
voor meisjes in den Vrijstaat.
Dr. H. T. Oberman, pred. bij de En-
gelscho Gem. te Middelburg en te Vlissin-
gen, is aangezooht voor een tkeologischen
leerstoel aan het Auglo-Amerkaansdhie Theo
logische „College" te Peking, tot opleiding
van Chineescke predikanten.
Drietal hij de Ned -Herv. Gem. te
Utrecht (vac-dr. Troelstra): de predi
kanten H. Bakker, te Koudum; N. A.
Becht, te Loosduinen,, en M. Wou distra, te
Welsrijp.
De gewone audiënties van de ministers
van buitenlandsche Zaken, marine, finan
cien en koloniën zullen deze week niet plaats
hebben.
Het was gisteren te Alkmaar de groote
dag van de feesten ter eere van het Ont
zet, de dag van den bistorischen, allegori-
schen optocht. Het weer hield zich uitste
kend, en de treinen voerden talrijke bezoe
kers van elders aan. Het Doelenveld, waar
de opstelling van den optocht plaats had,
leverde den geheelen morgen een allervroo-
lijksten en kleurigen aanblik. De bonte
kleeding, de schitterende harnassen, de
wapperende veeren en pluimen, en daarbij
zoo nu en dan het stralende herfstzonnetje,
all©9 werkte mede tot verhooging van de
feeststemming.
Het eerste deel van den stoet bestond uit
drie groepen, zoo ook het tweede deel, ter
wijl een vredegroep den optocht sloot.
Het geheel vormde een prachtigen stoet,
die luide werd toegejuicht en waaraan on
geveer 500 personen, 100 paarden en 7 zege
wagens deelnamen.
Gedurende den optocht had een incident
plaats, dat gelukkig goed afliep. Op de
Oude Gracht kreeg het paard van den
Graaf van Hoorne kuren en geraakte in
het water, terwijl zijn berijder afgeworpen
werd. Deze bleef echter op den wal en be
zeerde zich gelukkig niet. Het paard werd
spoedig weer op het droge gebracht en
naar de manége gevoerd, waar het van het
kille bad bekomen kon.
Na afloop van den optocht trokken het
bestuur der „Ontzetvereeniging" en leden
der feestcommissie met volle muziek voor
op door do stad naar een der lokalen, waar
men eenigen tijd gezellig bijeen bleef.
HAARLEMMERMEER. Onverwachts
werd P. S., wonende aan den Ringdijk bij
de Nieuwe Brug, aangevallen en mishan
deld bij zijn woning door den beminde zij
ner zuster, H. de R.
S. kreeg twee diepe sneden met een mes
over zijn hoofd, benevens een vijftal sne
den in zijn linkerzijde, waarvan er een
paar, door al zijn goed heen, nog flinke
wonden veroorzaakten, welke door den ge
neesheer moesten worden gehecht. Wat de
aanleiding tot dezen verraderlijken aanval
i3 geweest, is nog niet met zekerheid vast
te stellen. In ieder geval zal De R, zich
voor den rechter to verantwoorden hebben^
KATWIJK-AAN-ZÈE. Een zeer voor
spoedige reis maakte dezer dagen de log»
ger „Claerhout," K. W. 143, van den hcei
Parlevliet, schipper C. Schaap Hz., die
Dinsdag te IJ muiden binnen kwam met 22
lart haring na een reis van acht dagen,
LIS SE. Gistermiddag geraakte J. H. bij
het afrijden met paard en wagen van de
Rolbrug zoodanig bekneld met zijn hand.
dat zijn pink er zoo goed als af was. R»;
moest zioli onder geneeskundige 1-ehann
ling stellen.
Een jongetje van G. H dat uit school
kwam, liep met zulk een vaart tegen een
handwagen, dat het bewusteloos neerviel.
Per raderbrancard van „Het Groene
Kruis werd het kind' naar zijn woning
vervoerd.
NOORDWIJK. Evenals andere jaren
deden de studenten van het Seminarie
„Hageveld" ook dit jaar hun bedevaart
naar Noordwijk, om de reliquieën van Sint-
Jeroen te vereeren. Gistervoormiddag ver
zamelden de ongeveer tweehonderd studen
ten, onder de leiding van dertien geeste
lijken zich in de parochiekerk, waar door
Mgr. W. G. F. Snickers, regent van „Ha-
geveld," de plechtige Hoogmis werd' ge
celebreerd, geassisteerd door dé professo
ren G. Kuijs en M. Th. van der Drift. De
predikatie op het Martelveld, gelegen op
„Calarama" waarheen men in processie
optrok, werd gehouden d.>or prof. G. J.
M. Maat. Het plechtig Lof om twaalf uren
werd gehouden door prof. J. J. M. Jan
sen Schmidt, daarbij geassisteerd door
prof. Webbens en prof. Mart. Om halftweo
verlieten de jonge bedevaartgangers ons
dorp weer.
SASSENHEIM. Door het uitvallen van
het lemoen van een sleeperswagen kwam
deze op de trambaan terecht, juist toen de
tram naderde. Bestuurder en paard kwa
men er goed af. Den wagen beeft men ge
kanteld, om de baan vrij te krijgen.
WOUBRUGGE. Een tachtigtal grond
eigenaren alhier heeft het vorig jaar met
den eigenaar der tienden, voor de tiend
commissie te 's-Gravenhage gepleit over
het reoht dier tienden.
Den eigenaar der tienden won dat pleit.
Thans was men nieuwsgierig naar den
uitslag der schatting, welke hun nu door
den secretaris der commissie gezonden werd
en waaruit bleek, dat de schattingscommis-
sie eerst een duizend H. A. slapende tien
den had laten slapen en hen geschat op
40)
„Mijnheer Ossory beloofde mij, dat hij
er met Yannik over zou spreken. Maar zij
wil niet, dat koppige nest."
„Maar ik kan haar wel tot andere gedach
ten brengen. Het geld zou goed te pas ko
men," mompelde zij, haar magere, gerim
pelde handen openend en sluitend, als
greep zij naar de door haar begeerde geld
stukken.
„Laat het kind met rust!' zei Came.
3,Kom, ga je mee, Johnnie V'
„Als mijnheer het aan mij wil over
laten..."
„Ga mee, Johnnie."
Zij gingen heen, terwijl de oude vrouw
stil voor zich uit bleef pruttelen en mom
pelen.
Mary Maohin ontving haar gasten blo
zend. Zij vertelde, dat Téphany aan het
schilderen was bij de rivier.
Carne dacht, dat Téphany hem in de gele
genheid wilde stellen haar alleen te spre
ken. Maar Téphany had hieraan mét ge
dacht; zij wilde slechts, dat Keats Mary
alleen zou vinden, meer niet. Toen haar
vriendin haar het groote nieuws was komen
vertellen, was het niet in haar opgekomen,
dat er op dit eerste aanzoek een tweede
zou volgen. En toen Mary, nadat Johnnie
haar goeden nacht Rad gewenscht, haai*
kuste en haar iets toefluisterde van een an
deren man, die nu misschien ook gauw ge
lukkig zou worden door Téphany, glimlachte
deze slechts en Mary legde' dien glimlach
uit ten gunste van Oarne.
Toen Mary na eenige oogenblikken John
nie wat toefluisterde, maakte Keats een
geheimzinnig teeken van verstandhouding
tot zijn vriend.
„Juffrouw Lane zit aan de rivier buiten
het dorp," zei hij zachtjes, vlak bij Games
oor. „Ga gauw naar haar toe. We vieren
vanavond een dubbel feest. Ik telegrafeer
om vuurwerk.''
Op dit oogenblik vroeg Téphany zich af
hoe haar leven voortaan zou zijn zonder
Mary Machin. Zij voelde, dat het geluk van
Mary voor haar een ongeluk en een groot
verlies zou zijn. Gedurende de laatste
twaalf uren had zij zich voortdurend afge
vraagd, hoe zij bét wel zou stellen buiten
Mary en het was haar nog niet gelukt een
antwoord op die vraag te vinden.
Zij keek huiverend naar den Aven, die
zich voortstuwde naar den oceaan. Er woei
een frissehe bries en de rimpelige opper
vlakte van het water had dezelfde grauwe,
doodsche tint. De Augustusmaand was pas
begonnen, maar toch was er reeds in lucht
en aarde en water iets als de voorbode van
herfst en winter. Het geruisch van de golven
tegen de rotsen van Port Manech bracht
haar den vreeselijken dag in herinnering
van den noodlottigen storm te Concarneau.
Zij keek, in gedachten veTzonken, naar
haar schets, toen zij een voetstap hoorde
op het pad, dat? naar de villa leidde. Zij
keek op en zag, dat Carne met snellen stap
naar haar toekwam.
Dadelijk begreep zij het doel van zijn
komst», hij kwam om haar te vragen zijn
vrouw te worden. Ontsnappen was onmoge
lijk. Met een licht gevoel van wrevel merkte
Téphany, dat de jonge man volkomen zeker
van zichzelf en van haar scheen te zijn. Zij
was boos, omdat bij de heerlijke eenzaam
heid en cle stilte, waarin zij werkte, nu zou
verstoren; hij zou haar dwingen te spre
ken, redenen op te geven, die hij niet zou
aannemen; een eenvoudig neen zou niet
voldoende zijn voor een man als hij.
Zij groette Carne met een .flauwen glim
lach.
„Ik ben gekomen..." begon hij voortva
rend.
Téphany, met het palet in de hand, maak
te een afwerend gebaar met haar penseel.
„Ja," viel zij hem in de rede, „en... en,
zou u het, alvorens verder te spreken, niet
beter vinden, maar heen te gaan 1"
Hij trok de wenkbrauwen op en keek
haar verschrikt aan; maar toen begon hij te
lachen, meenende den zin van haar woorden
verkeerd begrepen te hebben. Zijn voortva
rendheid had haar vrees aangejaagd. Haar
blos, haar trillende lippen, haar snelle
ademhaling gaven hem een ander liefelijk
antwoord.
„Neen," zei hij.
Hij ging vlak voor haar staan en vestigde
zijn schitterende oogen op de hare.
„Neen, ik ga niet heen.''
Op dit besliste „neen" verdween alle zenuw
achtige onrust by Téphany en maakte plaats
voor een kalmte, die haar zelf verbaasde.
fHeel goed," zei zU, op ruitlgen toon.
HU ging op het zachte mos aan haar voeten
zitten.
fDoe ik u schrikken, als ik u zog, dat ik
u liefheb?''
„Neen."
„Wist geHebt ge geraden
«Ja
HU keek naar haar op en glimlachte. Té
phany had medelUden met hem, ofschoon zU
een minuut te voren, toen hU haar zoo zege
vierend had aangekeken, bUna een hekel aan
hem had gehad. Eb en vloed in hot mensche-
lUk gevoel zUn tata geheimzinnigs als
eb en vloed van den grooten oceaan, Carne
richtte zich half op zUn elleboog op en keek
haar recht in het gelaat.
„Je bent de betooverendste vrouw van de
wereld."
Téphany antwoordde niet. ZU zocht naar
het woord, naar hot gezegdo, dat hem het
minst kwetsen zou. Maar toon hU trachtte
haar hand te grUpen, die juist het patat had
neergelegd, trok zU deze terug.
fIk keu uw geheim," vervolgde hU zacht.
„MUn geheim?"
ZU bloosde.
„Dat ge Marie de Lautrec, do zangeres,
zUt."
„01"
„Ik sta aan den voet van de ladder, terwyi
gU de bovenste sport bereikt hebt; maar ik
zal die ook bereiken, dat verzeker ik u. 't Is
niet, omdat ge een beroemde zangeres zyt,
dat ik u liefheb; het is, omdat u Téphany
Lane zyt. Eu ik verg niet van u, afstand te
doen van uw kunst. In uw succes zal ikmU
nog meer verheugen dan in het mUne zelf.
WU zullen samen
„Myaheer Carne, houd op, houd op, als
't u blieft.".
„Ik heb je lief, onuitsprekeiyk meer dan
ik zeggen kan."
„Maar ongelukkig heb ik u niet lief."
BU het hooren ?an die mot heftigheid uit
gesproken woorden was Carne met oen' sprong
overeind.
„Maar ge wilt toch wel ik bedoel over
eenigen tyd
„Nooit," zei Téphany met onverbiddelUken
nadruk.
Een oogenblik bleef hy verbysterd en ver»
slagon staan; toen zei hij:
„Weet je het al van Yannik?"
„Ja."
„Hal"
Er waa oen trilling van hoop in zijn stem.
„Vondt ge dat het verkeerd van my was?"
„Heel verkeerd."
„Wat ik wilde doen, vondt ge lus hooi
zondig, nietwaar?"
ZU knikte ernstig.
„Onvergeeflijk?"
„Ja"
„Ik tracht de zaak uit uw oogpunt to be-
kyken en ik zou wel eens willen weten of
gy xe uit myn oogpunt zoudt kunnen be
kijken. Ik zal u alles vertellen van het begin
af. Zes weken goleden had ik maar één vurige
eerzucht. Dag en nacht dacht ik aan niets
anders dan aan de groote schildery, die ik
wilde schilderen. Wat ik gedaan hob, is niet
kwaad, en ik was er ook niet ontevreden
over; maar toch zag ik heel goed welk een
groote afstand er nog lag tusschen de groote
meesters en mU- Toen kwam ik in Pont-
Aven, en het beviel me hier. Ik had een go-
voel alsof ik hier iets xou kunnen voortbrengen,
dat myn roem zou vestigen. Hier ontmoette
ik u."
(Wordt vervolgd..1