15837
V rijdag O October.
A9. 1911.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Ifes'gifFouis aaa ailea.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1—B regels fl.05. Iedere regel meer f0.17J. Grootere lettere naar
plaatsruimte. - Kleine adrertentiën Tan 30 woorden 40 Oente contantelk
tiental woorden meer 10 Cents.-Voor het moasseeren wordt/"0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden i t f 1.10.
Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30.
Franco per post1.65.
Besmettelijke ziekte.
Roodvonk.
Uitkloppen van kleedcn.
De Burgemeester van. Leiden;
Overwegende, dat de besmettelijke ziekte
roodvonk epidemisch in deze gemeenve
voorkomt
Vestigt de aandacht van belanghebbenden,
op de volgende bepalingen dér verordening
op de Straatpolitie, thans luidende:
Artikel 7.
Het is verboden op of aan den openbaren
weg;
a. vloerkleeden of tapijten uit te kloppen;
b. karpetten, matten, loopers of andere
Btofverspreidende voorwerpen uit te slaan
of schoon te maken op andere uren, dan
tusschen 9 en 10 uur des vcormiddags en
tusschen des avonds 10 en des morgens 8
uur en dit te doen elders, dan vóór de wo
ning of het erf van de eigenaars of gebrui
kers dier voorwerpen, tenzij deze mochten
wonen in straten of stegen, waarvan de
breedte minder dan 5 Meter bedraagt, in
welk geval voor het uitslaan of schoonma
ken gebruik zal moeten worden gemaakt
van een nabijzijnden walkant of het mid
den eener naburige breedere straat.
Artikel 8.
Onverminderd het bepaalde in het vorige
artikel is het verboden, op of aan den open
baren weg:
a. <!e in dat artikel sub b bedoelde
voorwerpen uit te slaan ot schoon
te maken op andere uren flan TUS-
SCHEN NEGEN EN TWAALE IIUB
1>ES AVONDS, wanneer een der in
artikel 1 der Wet van 4 Üecembèr
1872 (Staatsblad No. 134) genoemde
ziekten blijkens openbare aankon
diging van den Burgemeester ©pi»
deuiiseh in de gemeente voorkomt;
b. die voorwerpen uit te slaan of
schoon te maken, wanneer zjj afkom
stig zyn uit een woning, waarin een
besmettelijke ziekte heerscht.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 6 October 1911.
KENNISGEVING.
LAHOV/EER.
Oproeping tot den werkeljjken dienst.
De Burgemeester van Leiden brengt bij
deze ter ker-nis van den verlofganger van
de landweer
WILHELMUS VAN DEN BROEIC,'
der lichting van hot laar 1904, uit deze
gemeente en beboerende tot de 1ste com
pagnie Landweer-hospitaalsoldaten, dat hij
wegens het niet overeenkomstig aTt. -35bis
der Landweerwet alsnog voldoen aan de in
het laatste lid van art. 31 dier wet om
schreven verplichting tot het inleveren van
de in dit artikel bedoelde voorwerpen, in-,
gevolge de uit kracht van art. 35ter dier
wet gegeven bevelen van liet Departement
van Oorlog, den 16den October 1911 in
werkelijkcn dienst meet komen, om gedurende
den tijd van dertien dagen onder de wa
penen te worden gehouden.
De bedoelde verlofganger wórdt mitsdien
opgeroepen om zich op bovengeraelden da
tum, des vcormiddags te 9 uren. bij den
Commandant zijner compagnie te 's-Graven.
hage aan te melden, in uniform gekleed en
vcoTzien van al de voorwerpen van kleeding
en uitrusting, hem bij zijn vertrek met groot
verlof medegegeven, alsmede van zijn zak
boekje met verlofpas, zullende hij, in geval
hij aan deze oproeping niet voldoet, volgens
de wet als deserteur worden behandeld, ter
wijl hem met nadruk er op gewézen wordt,
dat deze openbare kennisgeving rechtens vol
doende ls en hem derhalve, bij niet-opkomst
onder de wapenen, in verzuim, stélt.
De Burgemeester voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Leiden, 5 October 19Ï.L-
Wei'kznamlieden Dageiijksch
Bestuur.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den;
Brengen ter algcmeene kennis, dat ten
gevolge van de benoeming van den heer J.
A. Bots tot wethouder de volgende wijzi
gingen zijn gebracht in de verdecling der
werkzaamheden onder de leden van hun
college
Mr. J. C. VAN DER LIP zal de voorbe
reiding van aangelegenheden, de Bouw-
politie betreffende, overnemen van <fen
wethouder, den heer J. Ivorevaor P. Azn.
de heer J. A. BOTS zal zich belasten met
de voorbereiding der. financieele
aangelegénh eden en met het
presidium der commissie voor het Markt
wezen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 6 October 1911.
Burgemeester cn Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van P. DINGJAN, om
vergunning tot uitbreiding van de waschin-
richting in het perceel Maredijk No. 89,
Sectie L No. 512, door plaatsing en in-wer-
king-stelJing van een stoomketel met 8
vierk. M. verwarmingsoppervlak en een
stoommachine van 5 p.k. tot het in-werking-
brengen van twee schommels, een centri-
fuge-wringmacbinè en een mangel;
Overwegende, dat het onderzoek ter za
ke nog niet is geëindigd
Gelet op artikel 8 der Hinderwet;
Hebben besloten:
de beslissing op het verzoek te verdagen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 5 October 1911.
Do sociaal-democraten, al hebben ze nog
geen vertegenwoordigers in den gemeente
raad, zorgen er toch wel voor, dat'hun
stem in den Raad gehoord wordt. Gisteren
waren er twee adressen van de aid. Lei
den der S.-D. A..P en één van den Leid-
schen Bestuurdersbcnd, die ook overwegend
socialistisch gotdnt is, ingekomen. Dat. wat
betrekking had cp de gisteren afgedane be
lasting-verordening is nu natuurlijk van de
baan, .maar de andere twee kosten B. en
Ws. in ieder geval een praeadvies. In de
eerste plaats werd gevraagd een nieuw
volkspark, ,dnt er in het phantastiseh brein
van Piet iden Parkwachter denschrij
ver van do 3-October-Tevue 1 al moet zijn.
In werkelijkheid gaat dat echter niet zoo
gemakkelijk. Een goed terrein niet ver van
de stad te krijgen, is al reeds moeilijk en
de -aanleg zou schatten kosten. Wij zien on
zen Raad in zijn geheel er niet op aan,
dat hij er in die omstandigheden zelfs
maar .ernstig over denkt en B. en Ws.
zullen er dan ook wel afwijzend op prae-
adviseeren, tenzij ze voor een billijken prijs
„Oud-Poelgeest" mochten kunnen koopen.
Trouwens de volksparkkwestie is niet nieuw.
De heer Reimeringer hamerde herhaaldelijk
cp 't zelfde aambeeld.
Wat het adres van den Leidschen Be-
stuurdersbond betreft, daarmede kwam men
op praclisch terrein. B. en Ws- hadden,
evenals hun collega's hier en daar elders,
ook al gevoeld dat er .iets: gedaan moest
werden, waar, tengevolge der buitengewone
duurte der levensmiddelen; de a.s. winter
zal nijpen, wanneer- ook de dreigende werk
loosheid er nog bijkomt, wat de Lcidsche
Bestuurdersbcnd .veronderstelt. -
Maar M de Raad al de middelen zal aan
vaarden, clic adressanten a-aii de hand; ge
ven Als wij goed hebben geteld, dan zou
den voor de gevraagde verhooging van f 1
weekloon aan stadswerkliedén, politie-agen-"
ten enz. 3740 personen inaanmerking- ko
men In 20 weken zóu dit de gemeente f 7480
koster. En hierriiede zouden alleen tic iuën-
schcn in dienst der gemeente werden ge
holpen, die er in ieder geval nog niet het
minst aan toe zijn, omdat hun loon steeds
doorgaat. Het gas en de cokes, die de ge
meente zelf levert, als tijdelijken maatregel
beneden het gewoon tarief aan sommige 'ca
tegorieën te leveren, zou wel gaan, maar
dat do gemeente als aardappelhandelaar in
het .groot zou optreden, daartegen zullen
wel Gverwogencle bezwaren bestaan. Tot de
uitvoering van in vooruitzicht staande wer
ken over te gaan, dat- zal ook kunnen,
doch dat de gemeente voor den winter nog
krotten zou gaan koopen, afbreken en weder
betere weningen bouwen, zal ook al zou de
geneigdheid c-r bestaan, wel niet uitvoer
baar zijn. Zulke bouwplannen hebben lange
voorbereiding noodig.
Het vraagstuk is 'dus waarlijk niet gemak
kelijk en we zien met belangstelling het
pracdavies van B. en Ws., dut wei niet
lang kan uitblijven, te gemoet.
We vernamen verder nog, dat wethouder
Van der Lip de leiding van de bouwpolitic
van den heer K ore vaar heeft overgenomen.
Dit juichen wij van harte toe. De heer
Van der Lip is de jongste wethouder en
heeft uit. den aard der zaak de meeste werk
kracht. Hij kau buiten dc niet al ie drukke
besognes, die den Burg. Stand geeft er best
neg wat bijdoen. En Fabricage blijft buiten
de bouwpolitie nog omvangrijk genoeg. Het
nieuwo lid in het College, de lieer Bots,
heeft de taak van mr. ICerstcns overgeno
men, de voorbereiding der financieele aan
gelegenheden en het voorzitterschap der
markt-commissie. Over de nu aan genomen
wijziging der belastingvcrcrdening heeft hij
zijn licht echter nog niet laten schijnen.
We hoorden den Voorzitter gisteren nog al
eens spreken van m ij n stelsel, vermoede
lijk is deze regeling, dan ook hoofdzakelijk
het werk van den burgemeester, bij wien
do beer Bots in het vervolg zoo noodig, ook
wel steun zal vinden. De burgemeester hoeft
af en toe reeds getoond in financieele za
ken zich spoedig te kunnen inwerken.
Wie gedacht hadden dat mep na de lange
rij van ingekomen stukken en mededeelingcn
full speed naar dc twee hoofdpunten zou
stevenen', werden in hun verwachtingen te
leurgesteld. Er was nog zoo iets van de
kwestie-Martin', waarover men in de vorige
zitting heel lang had gepraat.
Do oplossing die de Raad, gedreven door
zijn goede hart, op voorstel van mr. Briët
had gevonden, bleek bij nader inzien niet
in- overeenstemming met de verordening te
zijn geweest. Men had den lieer M. een
jaar verlof gegeven, zonder bezwaar van
de gemeentekas. Zulk een verlof kent dc
verordening echter niet voor zoodanige ge
vallen. Geen der scherpzinnige juristen-raads
leden bad daaraan de vorigo gelegenheid
gedacht.
Men zou dus óf het geheele salaris, óf
het bedrag dat. zijn opvolger, als deze wordt
benoemd, minder geniet, aan den heer M.
moeten uitbetalen. Men mag toch zijn
eigen wetten geen geweld aandoen! De heer
Vergouwen wilde als goed zakenman, even
tjes een „cóntractje"' sluiten met den be
trokkene, doch dit vond de Voorzitter be
neden de waardigheid van de gemeente;
do heeren Briët, Heeres en Sijtsma wilden
den man, wien 't hcusch niet om geldelijk voor
deel, maar enkel om het behoud van de
pensioen-aanspraken te doen was, op zijn,
Meeldijk woord, dat jtij de gelden in tie ge
meentekas zou storten, gelooven, en de zaak
laten blijven, zooals zij' was, doch daartegen
had dc Voorzitter ook overwegend bezwaar,
omdat men daarmede een precedent stelde.
Als er straks een ander kwam, zou men
dezen gelijk moeten behandelen. Hij gaf
eindelijk, in overeenstemming met een wenk
van prof. C'arpentier Altang, een wijziging
der verordening aan de hand, waardoor men
met eenige spitsvondigheid uit de impasse
zou geraken, doch deze wijziging vond weer
geen genade in de juridische ooren van dén
heer Van der Lip en zoo namfc men na een
halfuur praten een mooie van den lieer Van
der Eist aan, waarbij het verlof weer inge
trokken werd en den lieer Martin eervol
ontslag werd verleend met ingang van 1
October 1911, terwijl de man, zooals prof.
lleeres nog even herinnerde, zijn ontslag
reeds up 1 October 1912 in huis heeft. De
licei* Martin moet nu, als hij zich bij het
laatste besluit neerlegt, gedurende zijn proef
jaar te Doetinclicm alle aanspraken op pen
sioen derven, waarvoor hij in Leiden twin
tig jaar heeft gestort. Overkwam hem tus
schen October '11 en October '12 iets dan
zou hij geen pensioen krijgen. "Wel is vaar
komt dit door de eigenaardige regeling der
rijlespensioenwet op dit punt, maar een amb
tenaar zou cr dan toch maar het slachtoffer
van kunnen worden.
In het gewone leven zou men daar wel
e'en mouw .aangepast hebben in den gcesti
als door prof; Heeres c.s. werd aangegeven,
voor de gemeente schijnt dit niet te kunnen.
Dit is het verschil tusschen privaat- cn puó
bliekrecht, zeggen do juristen.
En nu waren wij er nog niet. Bij de be
noeming van een lceraar aan het Gymnasium,
vroeg de heer Aalborsc het woord. We ver.*
moedden al waarom. Curatoren plegen bij
hun adviezen over de ter benoeming aanbe
volen leeraren geen blad voor den mond te
nemen. En hun oordeel wordt zwart op wit
in .d'e stukken afgedrukt*. ..Stond de wot
het boe," zoo schreven ze nu, „wij zouden
bij ld 0 aanbeveling van No. 1 ons bepaald
hebben, want uit do ons geworden inlich
tingen konden wij opmaken, dat geeft der
overigo sollicitanten zich ook maar eeniger-
mato met hem kon meten cn vooralsnog
vollen waarborg zou geven voor de xich-
tigo vervulling van dc taak die liem hier"
zo-u wachten."
Een „rare" aanbeveling voor den op No.
2 geplaatsten heer Smits, meende de heer
Aalbersc. In zoo'n geval deden zij beter,
zich tot do aanbeveling van één persoon te
bepalen. Een jonge man wordt hierdoor ern
stig benadeeld in zijn carrière en.... ge
heel ten onrechte, want dr. Smits in een
hoogstaand -wetenschappelijk man. Hij is
cumlaude gepromoveerd cn aan zijn proef
schrift heeft dr. Valeton te Amsterdam,
groeten lof toegezwaaid. Het laat zich den
ken dat mr. A. zijn philippica tegen cura
toren liet vergezeld gaan van een krachtig
protest tegen de handelwijze van curatoren.
Do heer Van der Lip, zelf curator, liet
dit niet op zich zitten. Curatoren hadden
dit verwijt niet verdiend. Op advies o.a-
van den inspecteur van liet Gymnasiaal en
derwijs hadden ze het rapport eerlijk en
met zorg samengesteld. Dat waren zij aan
den Raad en in het belang van het onderwijs
verplicht. Waren ze met écn persoon aam
gekomen, dc Raad zou terecht geklaagd hch;
ben over gebrek aan keus. Evenwel aan -v*
wetenschappelijkheid van dr. Smits woidi-
niets te kort gedaan. Maar elk wetenschap
pelijk hoogstaand inan is 'nógr gee'n i do
cent.
Er was tegen dit betoog ook wét.iig in
te brengen en in tweeden termijn was do
heer Aalberso dan ook veel zwakker dan
in zijn eerste optreden. De hoer Bosch weaa
echter op dc wondeplek. Dat dc heeren Curm
teren naar hun beste weten inlichten cn zich!
onomwonden over de sollicitanten uitspre
ken best, maar laten ze dit blijven in de
Leeskamer, waar alleen de raadsleden toe
gang hebben. Het doel wordt dan evengoed
beroikt. Zoo gaat het bij li.- lager cn mid
delbaar onderwijs ook. Dc !i Bosch meende
dat dit publiceereu het we:-;; van B. en Ws.
was; do Voorzitter verwees mu verwijt ech
ter naar Curatoren zelf. zullen den
wenk zeker wel ter l\ari.e willen nemen. Wij
krijgen dan dc namen in volgorde alleen
in het openbaar, de motieven die tot dezo
volgorde hebben geleid blijven op de Lees
kamer. Dat elf van 23 leden tegen de uit
drukkelijke verklaring van Curatoren in,
dat do heer Smits geen vollen waarborg
gaf dat liij de taak, die hem wachtte, richt.ig
zcu vervullen, hem toch hun stem gaven,
is niet anders 'te verklaren dan dat men dit
advies heeft gewantrouwd.
Nu waren we spoedig aan de voorgestelde
wijziging van de verordening, regelende de
heffing eener plaatselijke directe belasting.
Waro er geen motie ingekomen van de vier
I vrijzinnig-democratische heeren, cr zou ver-
35)
Terwyl doze gedachten in hem woelden,
kwam Michael tot aan het punt, waar de weg
zich verdeelde. Rechts lag de weg, die naar
Pont Aven leidde-; hot kortere voetpad, dat
dwars door de boomgaarden, de velden en de
heide liep, lag links. Hier aarzelde hij een
oogenblik. Als Caine woikelljk by Yannik
was, dan was liet waarschijnlijk, dat hyhaar
gezegd had hom op een of ander punt van
bet voetpad to ontmoeten.
Hy sloeg dus het voetpad in.
Be weg daalde af naar do rivier, kronkelde
langs kleine heuveltjes tot hy een eindje verder
de eenzame kapel van Trimour bereikte. Tus
schen Tumour en Hos Braz bleef Michael
herhaaldelijk stilstaan om te luisteren. Hy
spande zich in om het minste geritsel, het
zachtste gefluister op te vangen; maar geen
geluid drong tot hem door, behalve het gesuis
van den wind, de kieet van een vogel ol liet
gekwaak der kikrorschon. De kapel, die veel
geleek op die van Tiómalo, lag halverwege
tusschen Kos Braz en font-Aven. Zy werd
heel zelden gebruikt. Een boer, die op een
paar honderd meter alslands woonde, bewaarde
dtn sleutel en liet do kapel zien aan degenen,
die haar wenschten te bezichtigen.
Michael ging een lick door en stond nu op
hot binnenplemtjo van de kapel. Drie zware
boomen wierpen hun donkere schaduwen op
bet gebouwtje. Michael keek uitvoi schend in
de duisternis, maar hy zag noch hoorde iets.
Plotseling drong het lot hem door, dat het
niets voor Carne was, Yannik te vra.en hem
te ontmoeten op een plek, die zy beschouwde
ais gowyden grond.
fn gedachten verzonken bleef Michael nog
een wyle op dezelfde plek staaD, toen by
plotseling uit de schaduwen en de stilte oen
stem, da stem van een vrouw, hoorde. Wat
zy zei kon liy niet vorstaau, maar de klank
dier stem was zóó smeekend, zóó ontroerd,
dat zy Michael in de ziel drong. Een oogen
blik dacht hy, dat zyn verbeelding hem par
ten spoelde, maar hy verwierp daielyk die
onderstelling en begreep, dat hot de stom
was eener vrouw, die, door zorgen en kommer
gedreven, hier was gekomen om te bidden.
Een oogenblik later herkende hy Yannik.
Zyn eerste ingeving was de plok zoo snel
en zoo stil mogeiyk te verlaten. Hy schrok
terug voor do mogeiykheid eener ontdekking,
die pljniyk voor Yannik en voor hemzelf zou
zijn. Maar wat had hem dan gedreven naar-
dit oenzame, afgelegen plekje? Was hy mis
schien het weiktuig, dat dit kind de hulp zou
geven, waar het zoo vurig om bad?
Hy liep naar den zuidoosteiyken hoek van
de kapel. Onder het raam aan de oostzyde
lag Yannik geknield in den maneschyn. Haar
handen, die den rozenkrans vasthielden, waren
buitengewoon teer gevormd en wit, het op
geheven gelaat onder de kap was blank en
doorschynond als was. Michael bloef staan en
dacht aan een andere knielende gedaante, die
hy jaren geleden gezien had: Tópbany knie
lende in zyn atelier in Concarneau, on den
Hemel smeekende haar vader te beschermen
die op dat oogenblik den dood vond op de
riffen. Yannik was niets voor Michael, terwyl
.Tépliany hem heel dierbaar was geweest, en
toch had Tóphany's angst in hem het ver
langen doen ontwaken, haar op dat oogenblik
uit te teekenen, terwyl hy voor Yannik slocht3
medoiyden en sympa'.liie voelde.
„Yannik I"
Zy sprong op, bevend van hot hoofd tot do
voeten en verschrikt om zich heen kykend.
„Wees niet bang. Ik beu het: Ossory."
Hy ging naar haar toe.
3 Als jo verdriet hebt, wil jo mo dan toe
staan je te helpen?"
Zy schudde bot hoofd; de schrik maakte,
dat zj niet kon spreken.
„Misschien kan ik wel radon waarom je
verdriet hebt," vervolgde hy.
Nu had zy genoeg moed verzameld om de
oogen op te slaan.
„Het is om hetgeen mynheer Carne je ge
vraagd heoft."
Mynheer, wie heeft het u verteld?"
„Je grootmoeder."
Zelfs nu in het maanlicht kon Michael oen
trek van verlichting op haar g9laat onder
scheiden. Yannik was biykbaar bang geweest,
dat Carne gebabbeld haf. Er kwam een zachte
trek op het gezicht van het meisje.
„Arme grootmoeder," zuchtte zy.
„Je hebt immers „neen" gezegd?"
„O, ja, inynheer, ik heb „neen" gezegd, ik
weet niet hoe dikwyis; maar, maar..."
Michael zweeg. Hy had medeiyden met haar
verdriet. Het was gemakkelijk te raden wat
er omging ln het meisje: haar instinct om
zich te onderwerpen, om te gehoorzamen en
misschien, bovenal, het verlaogon iets niet te
doen, wat haar gioatmoeder zou kunnen af
keuren.
„Yannik..."
„Ja, mynheer."
„Ik ga je een heel ernstige vraag doen en
ik vraag het hier op de plek, waar je oen
oogenblik geleden bent neergeknield. Wensch
je werkelyk met Lóón te trouwen? Wensch
jo dat oprocht uit den grond van je hart?"
Hy had haar beide handen gegrepen en
hield die stevig in de z-Jue geklemd, torwyi
hij haar dw.mg hem aan te zien. Zy vestigde
de oogen op hem met een angsügen, waa-
hopenden, maar oeiiyken blik.
„O ja, ja, mynheer. En als ik doe wat
mynhoer Carne my vraagt en Léon hoort het,
dan wil hy nieU meer van my weten. Dat
is zeker."
Do tranen rolden over haar wangen.
„Dus je kwam hier om te bidden, omdat
je voelde, dat je zwak was of liever gezegd,
omdat je vreesde, dat anderen sterker zouden
zijn dan jU?"
,,-Ja, mijnheer.'*
Toén vex volgde zij op kinderlijk eenvoudi-
gen, meer vertrouwelijken toon
„Ik begrijp natuurlijk heel goed, dat de
Heilige Maagd niet alle gebeden kan ver-
L'ooren; maar soms, ja soms gebeurt dat
toch. Verleden jaar kwam ik hier ook bid
den, toen ik zoo wanhopend was, omdat ik
mijn poppen maar niet verkocht. En
haar stem kreeg een triomfantelijken klank
voor de maand om was had ik ze allemaal
verkocht."
„Ik geloof," zei Mnebael ernstig, „dat je
gebeden van vanavond verhoord zullen
worden. Ga gerust naar huis."
Hij klopte haar bemoedigend op de han
den, toen hij die losliet. Zij keek hem met
dankbaren blik aan- De overtuiging, waar
mee hij gesproken had, boezemde haar ver
trouwen in; toen keerde zij zich om en
glipte weg in de schaduw der boomen.
XIII.
Den volgenden molgen zat Carne als ge
woonlijk te ontbijten in de met schilder
stukken versierde eetzaal. Aan het einde
van de tafel zaten Yijü alleraardigste jonge
meisjes, die een rondreisje maakten door
Bretagne, om schetsen te maken, en die
allen dweepten met de Kunst. Zij praatten
opgewekt en hoopvol over haar „werk."
Elk van de meisjes had drie schetsen on
der handen; een studie, genomen in den
vroegen ochtendstond, een schets van een
zonnig namiddaglandscliap en een noeturne
in purper- en goudtonen. Zij keken met
belangstelling naar Carne, omdat Johnnie
Keats, die altijd laat opstond, hun verze
kerd had, dat zijn vriend een genie was;
en zij keken ook naar een eenigszins artis
tiek uitzienden Schot, die ve: trouw el ijk ^at
te praten met dokter Japhct Smith. Curne
keek ook naar den Schot, die juist ver
klaard had, dat één maand in Pont-Aven
hem jaarlijks acht- a tienduizend franken
opbracht. Ilij schilderde lieel weinig, ter
wijl hij in Bretagne was, maar als hij terug
was, schilderde hij verscheidene ?.tukk°.n,
die hij haast alle aan Amerikanen verkocht.
Carne hoorde, dat de slimme Schot dm
grooten man toefluisterde-
,,U bent liet toch zeker wel met mij eens,
dokter, dat het niet mogelijk is succes te
hebben in de kunst, als men niet tegelijker
tijd geschikt is om zaken te doen
„Zeker, zeker," beaamde, de dokter.
„Het is de eeuw van de reclame en het
zou een leugen zijn, als ik ontleende, dat
ik een man van mijn tijd ben."
(Wordt vervolgd).