15837 V rijdag O October. A9. 1911. (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Ifes'gifFouis aaa ailea. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—B regels fl.05. Iedere regel meer f0.17J. Grootere lettere naar plaatsruimte. - Kleine adrertentiën Tan 30 woorden 40 Oente contantelk tiental woorden meer 10 Cents.-Voor het moasseeren wordt/"0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden i t f 1.10. Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30. Franco per post1.65. Besmettelijke ziekte. Roodvonk. Uitkloppen van kleedcn. De Burgemeester van. Leiden; Overwegende, dat de besmettelijke ziekte roodvonk epidemisch in deze gemeenve voorkomt Vestigt de aandacht van belanghebbenden, op de volgende bepalingen dér verordening op de Straatpolitie, thans luidende: Artikel 7. Het is verboden op of aan den openbaren weg; a. vloerkleeden of tapijten uit te kloppen; b. karpetten, matten, loopers of andere Btofverspreidende voorwerpen uit te slaan of schoon te maken op andere uren, dan tusschen 9 en 10 uur des vcormiddags en tusschen des avonds 10 en des morgens 8 uur en dit te doen elders, dan vóór de wo ning of het erf van de eigenaars of gebrui kers dier voorwerpen, tenzij deze mochten wonen in straten of stegen, waarvan de breedte minder dan 5 Meter bedraagt, in welk geval voor het uitslaan of schoonma ken gebruik zal moeten worden gemaakt van een nabijzijnden walkant of het mid den eener naburige breedere straat. Artikel 8. Onverminderd het bepaalde in het vorige artikel is het verboden, op of aan den open baren weg: a. <!e in dat artikel sub b bedoelde voorwerpen uit te slaan ot schoon te maken op andere uren flan TUS- SCHEN NEGEN EN TWAALE IIUB 1>ES AVONDS, wanneer een der in artikel 1 der Wet van 4 Üecembèr 1872 (Staatsblad No. 134) genoemde ziekten blijkens openbare aankon diging van den Burgemeester ©pi» deuiiseh in de gemeente voorkomt; b. die voorwerpen uit te slaan of schoon te maken, wanneer zjj afkom stig zyn uit een woning, waarin een besmettelijke ziekte heerscht. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR. Leiden, 6 October 1911. KENNISGEVING. LAHOV/EER. Oproeping tot den werkeljjken dienst. De Burgemeester van Leiden brengt bij deze ter ker-nis van den verlofganger van de landweer WILHELMUS VAN DEN BROEIC,' der lichting van hot laar 1904, uit deze gemeente en beboerende tot de 1ste com pagnie Landweer-hospitaalsoldaten, dat hij wegens het niet overeenkomstig aTt. -35bis der Landweerwet alsnog voldoen aan de in het laatste lid van art. 31 dier wet om schreven verplichting tot het inleveren van de in dit artikel bedoelde voorwerpen, in-, gevolge de uit kracht van art. 35ter dier wet gegeven bevelen van liet Departement van Oorlog, den 16den October 1911 in werkelijkcn dienst meet komen, om gedurende den tijd van dertien dagen onder de wa penen te worden gehouden. De bedoelde verlofganger wórdt mitsdien opgeroepen om zich op bovengeraelden da tum, des vcormiddags te 9 uren. bij den Commandant zijner compagnie te 's-Graven. hage aan te melden, in uniform gekleed en vcoTzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrusting, hem bij zijn vertrek met groot verlof medegegeven, alsmede van zijn zak boekje met verlofpas, zullende hij, in geval hij aan deze oproeping niet voldoet, volgens de wet als deserteur worden behandeld, ter wijl hem met nadruk er op gewézen wordt, dat deze openbare kennisgeving rechtens vol doende ls en hem derhalve, bij niet-opkomst onder de wapenen, in verzuim, stélt. De Burgemeester voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Leiden, 5 October 19Ï.L- Wei'kznamlieden Dageiijksch Bestuur. Burgemeester en Wethouders van Lei den; Brengen ter algcmeene kennis, dat ten gevolge van de benoeming van den heer J. A. Bots tot wethouder de volgende wijzi gingen zijn gebracht in de verdecling der werkzaamheden onder de leden van hun college Mr. J. C. VAN DER LIP zal de voorbe reiding van aangelegenheden, de Bouw- politie betreffende, overnemen van <fen wethouder, den heer J. Ivorevaor P. Azn. de heer J. A. BOTS zal zich belasten met de voorbereiding der. financieele aangelegénh eden en met het presidium der commissie voor het Markt wezen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 6 October 1911. Burgemeester cn Wethouders van Leiden; Gezien het adres van P. DINGJAN, om vergunning tot uitbreiding van de waschin- richting in het perceel Maredijk No. 89, Sectie L No. 512, door plaatsing en in-wer- king-stelJing van een stoomketel met 8 vierk. M. verwarmingsoppervlak en een stoommachine van 5 p.k. tot het in-werking- brengen van twee schommels, een centri- fuge-wringmacbinè en een mangel; Overwegende, dat het onderzoek ter za ke nog niet is geëindigd Gelet op artikel 8 der Hinderwet; Hebben besloten: de beslissing op het verzoek te verdagen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 5 October 1911. Do sociaal-democraten, al hebben ze nog geen vertegenwoordigers in den gemeente raad, zorgen er toch wel voor, dat'hun stem in den Raad gehoord wordt. Gisteren waren er twee adressen van de aid. Lei den der S.-D. A..P en één van den Leid- schen Bestuurdersbcnd, die ook overwegend socialistisch gotdnt is, ingekomen. Dat. wat betrekking had cp de gisteren afgedane be lasting-verordening is nu natuurlijk van de baan, .maar de andere twee kosten B. en Ws. in ieder geval een praeadvies. In de eerste plaats werd gevraagd een nieuw volkspark, ,dnt er in het phantastiseh brein van Piet iden Parkwachter denschrij ver van do 3-October-Tevue 1 al moet zijn. In werkelijkheid gaat dat echter niet zoo gemakkelijk. Een goed terrein niet ver van de stad te krijgen, is al reeds moeilijk en de -aanleg zou schatten kosten. Wij zien on zen Raad in zijn geheel er niet op aan, dat hij er in die omstandigheden zelfs maar .ernstig over denkt en B. en Ws. zullen er dan ook wel afwijzend op prae- adviseeren, tenzij ze voor een billijken prijs „Oud-Poelgeest" mochten kunnen koopen. Trouwens de volksparkkwestie is niet nieuw. De heer Reimeringer hamerde herhaaldelijk cp 't zelfde aambeeld. Wat het adres van den Leidschen Be- stuurdersbond betreft, daarmede kwam men op praclisch terrein. B. en Ws- hadden, evenals hun collega's hier en daar elders, ook al gevoeld dat er .iets: gedaan moest werden, waar, tengevolge der buitengewone duurte der levensmiddelen; de a.s. winter zal nijpen, wanneer- ook de dreigende werk loosheid er nog bijkomt, wat de Lcidsche Bestuurdersbcnd .veronderstelt. - Maar M de Raad al de middelen zal aan vaarden, clic adressanten a-aii de hand; ge ven Als wij goed hebben geteld, dan zou den voor de gevraagde verhooging van f 1 weekloon aan stadswerkliedén, politie-agen-" ten enz. 3740 personen inaanmerking- ko men In 20 weken zóu dit de gemeente f 7480 koster. En hierriiede zouden alleen tic iuën- schcn in dienst der gemeente werden ge holpen, die er in ieder geval nog niet het minst aan toe zijn, omdat hun loon steeds doorgaat. Het gas en de cokes, die de ge meente zelf levert, als tijdelijken maatregel beneden het gewoon tarief aan sommige 'ca tegorieën te leveren, zou wel gaan, maar dat do gemeente als aardappelhandelaar in het .groot zou optreden, daartegen zullen wel Gverwogencle bezwaren bestaan. Tot de uitvoering van in vooruitzicht staande wer ken over te gaan, dat- zal ook kunnen, doch dat de gemeente voor den winter nog krotten zou gaan koopen, afbreken en weder betere weningen bouwen, zal ook al zou de geneigdheid c-r bestaan, wel niet uitvoer baar zijn. Zulke bouwplannen hebben lange voorbereiding noodig. Het vraagstuk is 'dus waarlijk niet gemak kelijk en we zien met belangstelling het pracdavies van B. en Ws., dut wei niet lang kan uitblijven, te gemoet. We vernamen verder nog, dat wethouder Van der Lip de leiding van de bouwpolitic van den heer K ore vaar heeft overgenomen. Dit juichen wij van harte toe. De heer Van der Lip is de jongste wethouder en heeft uit. den aard der zaak de meeste werk kracht. Hij kau buiten dc niet al ie drukke besognes, die den Burg. Stand geeft er best neg wat bijdoen. En Fabricage blijft buiten de bouwpolitie nog omvangrijk genoeg. Het nieuwo lid in het College, de lieer Bots, heeft de taak van mr. ICerstcns overgeno men, de voorbereiding der financieele aan gelegenheden en het voorzitterschap der markt-commissie. Over de nu aan genomen wijziging der belastingvcrcrdening heeft hij zijn licht echter nog niet laten schijnen. We hoorden den Voorzitter gisteren nog al eens spreken van m ij n stelsel, vermoede lijk is deze regeling, dan ook hoofdzakelijk het werk van den burgemeester, bij wien do beer Bots in het vervolg zoo noodig, ook wel steun zal vinden. De burgemeester hoeft af en toe reeds getoond in financieele za ken zich spoedig te kunnen inwerken. Wie gedacht hadden dat mep na de lange rij van ingekomen stukken en mededeelingcn full speed naar dc twee hoofdpunten zou stevenen', werden in hun verwachtingen te leurgesteld. Er was nog zoo iets van de kwestie-Martin', waarover men in de vorige zitting heel lang had gepraat. Do oplossing die de Raad, gedreven door zijn goede hart, op voorstel van mr. Briët had gevonden, bleek bij nader inzien niet in- overeenstemming met de verordening te zijn geweest. Men had den lieer M. een jaar verlof gegeven, zonder bezwaar van de gemeentekas. Zulk een verlof kent dc verordening echter niet voor zoodanige ge vallen. Geen der scherpzinnige juristen-raads leden bad daaraan de vorigo gelegenheid gedacht. Men zou dus óf het geheele salaris, óf het bedrag dat. zijn opvolger, als deze wordt benoemd, minder geniet, aan den heer M. moeten uitbetalen. Men mag toch zijn eigen wetten geen geweld aandoen! De heer Vergouwen wilde als goed zakenman, even tjes een „cóntractje"' sluiten met den be trokkene, doch dit vond de Voorzitter be neden de waardigheid van de gemeente; do heeren Briët, Heeres en Sijtsma wilden den man, wien 't hcusch niet om geldelijk voor deel, maar enkel om het behoud van de pensioen-aanspraken te doen was, op zijn, Meeldijk woord, dat jtij de gelden in tie ge meentekas zou storten, gelooven, en de zaak laten blijven, zooals zij' was, doch daartegen had dc Voorzitter ook overwegend bezwaar, omdat men daarmede een precedent stelde. Als er straks een ander kwam, zou men dezen gelijk moeten behandelen. Hij gaf eindelijk, in overeenstemming met een wenk van prof. C'arpentier Altang, een wijziging der verordening aan de hand, waardoor men met eenige spitsvondigheid uit de impasse zou geraken, doch deze wijziging vond weer geen genade in de juridische ooren van dén heer Van der Lip en zoo namfc men na een halfuur praten een mooie van den lieer Van der Eist aan, waarbij het verlof weer inge trokken werd en den lieer Martin eervol ontslag werd verleend met ingang van 1 October 1911, terwijl de man, zooals prof. lleeres nog even herinnerde, zijn ontslag reeds up 1 October 1912 in huis heeft. De licei* Martin moet nu, als hij zich bij het laatste besluit neerlegt, gedurende zijn proef jaar te Doetinclicm alle aanspraken op pen sioen derven, waarvoor hij in Leiden twin tig jaar heeft gestort. Overkwam hem tus schen October '11 en October '12 iets dan zou hij geen pensioen krijgen. "Wel is vaar komt dit door de eigenaardige regeling der rijlespensioenwet op dit punt, maar een amb tenaar zou cr dan toch maar het slachtoffer van kunnen worden. In het gewone leven zou men daar wel e'en mouw .aangepast hebben in den gcesti als door prof; Heeres c.s. werd aangegeven, voor de gemeente schijnt dit niet te kunnen. Dit is het verschil tusschen privaat- cn puó bliekrecht, zeggen do juristen. En nu waren wij er nog niet. Bij de be noeming van een lceraar aan het Gymnasium, vroeg de heer Aalborsc het woord. We ver.* moedden al waarom. Curatoren plegen bij hun adviezen over de ter benoeming aanbe volen leeraren geen blad voor den mond te nemen. En hun oordeel wordt zwart op wit in .d'e stukken afgedrukt*. ..Stond de wot het boe," zoo schreven ze nu, „wij zouden bij ld 0 aanbeveling van No. 1 ons bepaald hebben, want uit do ons geworden inlich tingen konden wij opmaken, dat geeft der overigo sollicitanten zich ook maar eeniger- mato met hem kon meten cn vooralsnog vollen waarborg zou geven voor de xich- tigo vervulling van dc taak die liem hier" zo-u wachten." Een „rare" aanbeveling voor den op No. 2 geplaatsten heer Smits, meende de heer Aalbersc. In zoo'n geval deden zij beter, zich tot do aanbeveling van één persoon te bepalen. Een jonge man wordt hierdoor ern stig benadeeld in zijn carrière en.... ge heel ten onrechte, want dr. Smits in een hoogstaand -wetenschappelijk man. Hij is cumlaude gepromoveerd cn aan zijn proef schrift heeft dr. Valeton te Amsterdam, groeten lof toegezwaaid. Het laat zich den ken dat mr. A. zijn philippica tegen cura toren liet vergezeld gaan van een krachtig protest tegen de handelwijze van curatoren. Do heer Van der Lip, zelf curator, liet dit niet op zich zitten. Curatoren hadden dit verwijt niet verdiend. Op advies o.a- van den inspecteur van liet Gymnasiaal en derwijs hadden ze het rapport eerlijk en met zorg samengesteld. Dat waren zij aan den Raad en in het belang van het onderwijs verplicht. Waren ze met écn persoon aam gekomen, dc Raad zou terecht geklaagd hch; ben over gebrek aan keus. Evenwel aan -v* wetenschappelijkheid van dr. Smits woidi- niets te kort gedaan. Maar elk wetenschap pelijk hoogstaand inan is 'nógr gee'n i do cent. Er was tegen dit betoog ook wét.iig in te brengen en in tweeden termijn was do heer Aalberso dan ook veel zwakker dan in zijn eerste optreden. De hoer Bosch weaa echter op dc wondeplek. Dat dc heeren Curm teren naar hun beste weten inlichten cn zich! onomwonden over de sollicitanten uitspre ken best, maar laten ze dit blijven in de Leeskamer, waar alleen de raadsleden toe gang hebben. Het doel wordt dan evengoed beroikt. Zoo gaat het bij li.- lager cn mid delbaar onderwijs ook. Dc !i Bosch meende dat dit publiceereu het we:-;; van B. en Ws. was; do Voorzitter verwees mu verwijt ech ter naar Curatoren zelf. zullen den wenk zeker wel ter l\ari.e willen nemen. Wij krijgen dan dc namen in volgorde alleen in het openbaar, de motieven die tot dezo volgorde hebben geleid blijven op de Lees kamer. Dat elf van 23 leden tegen de uit drukkelijke verklaring van Curatoren in, dat do heer Smits geen vollen waarborg gaf dat liij de taak, die hem wachtte, richt.ig zcu vervullen, hem toch hun stem gaven, is niet anders 'te verklaren dan dat men dit advies heeft gewantrouwd. Nu waren we spoedig aan de voorgestelde wijziging van de verordening, regelende de heffing eener plaatselijke directe belasting. Waro er geen motie ingekomen van de vier I vrijzinnig-democratische heeren, cr zou ver- 35) Terwyl doze gedachten in hem woelden, kwam Michael tot aan het punt, waar de weg zich verdeelde. Rechts lag de weg, die naar Pont Aven leidde-; hot kortere voetpad, dat dwars door de boomgaarden, de velden en de heide liep, lag links. Hier aarzelde hij een oogenblik. Als Caine woikelljk by Yannik was, dan was liet waarschijnlijk, dat hyhaar gezegd had hom op een of ander punt van bet voetpad to ontmoeten. Hy sloeg dus het voetpad in. Be weg daalde af naar do rivier, kronkelde langs kleine heuveltjes tot hy een eindje verder de eenzame kapel van Trimour bereikte. Tus schen Tumour en Hos Braz bleef Michael herhaaldelijk stilstaan om te luisteren. Hy spande zich in om het minste geritsel, het zachtste gefluister op te vangen; maar geen geluid drong tot hem door, behalve het gesuis van den wind, de kieet van een vogel ol liet gekwaak der kikrorschon. De kapel, die veel geleek op die van Tiómalo, lag halverwege tusschen Kos Braz en font-Aven. Zy werd heel zelden gebruikt. Een boer, die op een paar honderd meter alslands woonde, bewaarde dtn sleutel en liet do kapel zien aan degenen, die haar wenschten te bezichtigen. Michael ging een lick door en stond nu op hot binnenplemtjo van de kapel. Drie zware boomen wierpen hun donkere schaduwen op bet gebouwtje. Michael keek uitvoi schend in de duisternis, maar hy zag noch hoorde iets. Plotseling drong het lot hem door, dat het niets voor Carne was, Yannik te vra.en hem te ontmoeten op een plek, die zy beschouwde ais gowyden grond. fn gedachten verzonken bleef Michael nog een wyle op dezelfde plek staaD, toen by plotseling uit de schaduwen en de stilte oen stem, da stem van een vrouw, hoorde. Wat zy zei kon liy niet vorstaau, maar de klank dier stem was zóó smeekend, zóó ontroerd, dat zy Michael in de ziel drong. Een oogen blik dacht hy, dat zyn verbeelding hem par ten spoelde, maar hy verwierp daielyk die onderstelling en begreep, dat hot de stom was eener vrouw, die, door zorgen en kommer gedreven, hier was gekomen om te bidden. Een oogenblik later herkende hy Yannik. Zyn eerste ingeving was de plok zoo snel en zoo stil mogeiyk te verlaten. Hy schrok terug voor do mogeiykheid eener ontdekking, die pljniyk voor Yannik en voor hemzelf zou zijn. Maar wat had hem dan gedreven naar- dit oenzame, afgelegen plekje? Was hy mis schien het weiktuig, dat dit kind de hulp zou geven, waar het zoo vurig om bad? Hy liep naar den zuidoosteiyken hoek van de kapel. Onder het raam aan de oostzyde lag Yannik geknield in den maneschyn. Haar handen, die den rozenkrans vasthielden, waren buitengewoon teer gevormd en wit, het op geheven gelaat onder de kap was blank en doorschynond als was. Michael bloef staan en dacht aan een andere knielende gedaante, die hy jaren geleden gezien had: Tópbany knie lende in zyn atelier in Concarneau, on den Hemel smeekende haar vader te beschermen die op dat oogenblik den dood vond op de riffen. Yannik was niets voor Michael, terwyl .Tépliany hem heel dierbaar was geweest, en toch had Tóphany's angst in hem het ver langen doen ontwaken, haar op dat oogenblik uit te teekenen, terwyl hy voor Yannik slocht3 medoiyden en sympa'.liie voelde. „Yannik I" Zy sprong op, bevend van hot hoofd tot do voeten en verschrikt om zich heen kykend. „Wees niet bang. Ik beu het: Ossory." Hy ging naar haar toe. 3 Als jo verdriet hebt, wil jo mo dan toe staan je te helpen?" Zy schudde bot hoofd; de schrik maakte, dat zj niet kon spreken. „Misschien kan ik wel radon waarom je verdriet hebt," vervolgde hy. Nu had zy genoeg moed verzameld om de oogen op te slaan. „Het is om hetgeen mynheer Carne je ge vraagd heoft." Mynheer, wie heeft het u verteld?" „Je grootmoeder." Zelfs nu in het maanlicht kon Michael oen trek van verlichting op haar g9laat onder scheiden. Yannik was biykbaar bang geweest, dat Carne gebabbeld haf. Er kwam een zachte trek op het gezicht van het meisje. „Arme grootmoeder," zuchtte zy. „Je hebt immers „neen" gezegd?" „O, ja, inynheer, ik heb „neen" gezegd, ik weet niet hoe dikwyis; maar, maar..." Michael zweeg. Hy had medeiyden met haar verdriet. Het was gemakkelijk te raden wat er omging ln het meisje: haar instinct om zich te onderwerpen, om te gehoorzamen en misschien, bovenal, het verlaogon iets niet te doen, wat haar gioatmoeder zou kunnen af keuren. „Yannik..." „Ja, mynheer." „Ik ga je een heel ernstige vraag doen en ik vraag het hier op de plek, waar je oen oogenblik geleden bent neergeknield. Wensch je werkelyk met Lóón te trouwen? Wensch jo dat oprocht uit den grond van je hart?" Hy had haar beide handen gegrepen en hield die stevig in de z-Jue geklemd, torwyi hij haar dw.mg hem aan te zien. Zy vestigde de oogen op hem met een angsügen, waa- hopenden, maar oeiiyken blik. „O ja, ja, mynheer. En als ik doe wat mynhoer Carne my vraagt en Léon hoort het, dan wil hy nieU meer van my weten. Dat is zeker." Do tranen rolden over haar wangen. „Dus je kwam hier om te bidden, omdat je voelde, dat je zwak was of liever gezegd, omdat je vreesde, dat anderen sterker zouden zijn dan jU?" ,,-Ja, mijnheer.'* Toén vex volgde zij op kinderlijk eenvoudi- gen, meer vertrouwelijken toon „Ik begrijp natuurlijk heel goed, dat de Heilige Maagd niet alle gebeden kan ver- L'ooren; maar soms, ja soms gebeurt dat toch. Verleden jaar kwam ik hier ook bid den, toen ik zoo wanhopend was, omdat ik mijn poppen maar niet verkocht. En haar stem kreeg een triomfantelijken klank voor de maand om was had ik ze allemaal verkocht." „Ik geloof," zei Mnebael ernstig, „dat je gebeden van vanavond verhoord zullen worden. Ga gerust naar huis." Hij klopte haar bemoedigend op de han den, toen hij die losliet. Zij keek hem met dankbaren blik aan- De overtuiging, waar mee hij gesproken had, boezemde haar ver trouwen in; toen keerde zij zich om en glipte weg in de schaduw der boomen. XIII. Den volgenden molgen zat Carne als ge woonlijk te ontbijten in de met schilder stukken versierde eetzaal. Aan het einde van de tafel zaten Yijü alleraardigste jonge meisjes, die een rondreisje maakten door Bretagne, om schetsen te maken, en die allen dweepten met de Kunst. Zij praatten opgewekt en hoopvol over haar „werk." Elk van de meisjes had drie schetsen on der handen; een studie, genomen in den vroegen ochtendstond, een schets van een zonnig namiddaglandscliap en een noeturne in purper- en goudtonen. Zij keken met belangstelling naar Carne, omdat Johnnie Keats, die altijd laat opstond, hun verze kerd had, dat zijn vriend een genie was; en zij keken ook naar een eenigszins artis tiek uitzienden Schot, die ve: trouw el ijk ^at te praten met dokter Japhct Smith. Curne keek ook naar den Schot, die juist ver klaard had, dat één maand in Pont-Aven hem jaarlijks acht- a tienduizend franken opbracht. Ilij schilderde lieel weinig, ter wijl hij in Bretagne was, maar als hij terug was, schilderde hij verscheidene ?.tukk°.n, die hij haast alle aan Amerikanen verkocht. Carne hoorde, dat de slimme Schot dm grooten man toefluisterde- ,,U bent liet toch zeker wel met mij eens, dokter, dat het niet mogelijk is succes te hebben in de kunst, als men niet tegelijker tijd geschikt is om zaken te doen „Zeker, zeker," beaamde, de dokter. „Het is de eeuw van de reclame en het zou een leugen zijn, als ik ontleende, dat ik een man van mijn tijd ben." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1