SalïiBSCfH DACïBXaAD, Maandag 2 ©ctoljea*. Tur@©d© Blad.
Anno 10S1»
Buitenlandseh Overzicht.
Bs orkaan van Zaieriiagavoni
Faillissementen.
FEUILLETON.
W&rgiffsszis aan all©]?.
Ho. 15333.
g=1
Er EÏjn voor heden slechts enkel" opmer
kingen te maken in deze rubriek. De oor
log tusschen Italië cn Turkije beheerscht
yoorloopig alles en gebeurtenissen, die in
andere tijden d9 aandacht nog enn vermo
gen be boeien, spelen zich nu eenzaam af
jen niemand rept er van.
Wij brengen hier maar weer ons dage-
hjksch bezoek in Marokko. De kwestie
nadert haar einde, een moeizaam einde, een
langzaam einde; wij zouden de beide onder
handelende mogendheden willen toeroepen:
maak het kort.
De laatste Duitscbe nota maakte nog en
kele kantrbeekeningen.
Het nieuwe geschil over Marokko zou een
gevolg zijn van het bezoek van Duitschland
dat nimmer uitvoeringsrechten van de mij
nen zullen worden geheven. Fr rikrijk be
loofde geen uitvoerrechten te zullen invoe
ren, maar weigert thans het nieuw x verlan
gen, zeggende, dat dit een souvereiniteits-
quaestie is en Marokko het geld noodig'
jbeefte
Er bestaan ook nog steeds moeilijkheden
omtrent de rechtspraak der beschermelin
gen" maar niettemin zijn de meeste bladen
.vrij optimistisch.
Zaterdagochtend is er ministerraad ge
houden in Parijs.
De raad keurde eenige wijzigingen goed
in het antwoord op de Duitsche nota en
handhaafde overigens zijn standpunt. Men
zal trachten formules te vinden om tot over
eenstemming te komen.
Het hoofdgeschil betreft nog steeds de
rechtspraak. Het. schijnt echter, dit de on
derhandelingen over Marokko haar einde
naderen.
De minister van buitenlandsche zaken
bracht later president Pajlières op de hoog-
\vr6 van den stand van' zaken en zond een
telegram aan öambon met bevestiging van
do den vorigen avond gezonden instructies
en mededeeliag van de in den ministerraad
genomen besluiten.
Het schijnt dat de kwestie eenigszins lijdt
onder een mecningsverschil tusschen twee
Fransche ministers.
De „Intransigéaiit" toch maakt melding
van een verschil van meening tusschen De
Selves en Oaillaux; de eerste wil vasthou
dend blijven, de tweede toegeven om een
goede rentréé te hebben in de Kamers. Het
verschil van meening zal sterker warden
met de bespreking van de compensaties. De
Selves toch verwerpt den afstand van'den
geheeien Midden-Congo, doch Caillaux wil
toegeven om in de Kamer het geteekend
tract a at te kunnen overleggen.
Dö B ritsc h e postmeester-ge
neraal heeft een deputatie uit den b-nd
van post- en telegraaf beambten ontvangen,
die verschillende grieven omtrent loon en
arbeidsvoorwaarden' uiteenzette en op ïn-
ötfcliing van een commissie van onderzoek
aandrong. De postmeester-generaal gaf
toe, dat de kosten vanlevensonderhoud
in de laatste jaren waren gestegen, en dat
een nieuw onderzoek naar de arbeidsvoor
waarden mogelijk kon zijn. Hieromtrent
verklaarde de heer Samuel met het kabinet
overleg te zullen plegen, waarna aan de
deputatie een antwoord' op de gestelde
vraag zou worden verstrekt. Maar de heer
Samuel wees ook op de verbeteringen ten
behoeve van het personeel ingevoerd, op
het streven om d'e belangen van het perso
neel te behartigen, een streven, dat blijkens
uitlatingen op vele vergaderingen niet de
tioodige waardeering vond, en hij gaf, te
genover de cp sommige van deze vergade
ringen geuite bedreigingen met staking,
aan de deputatie te kennen, dat het per-
Boneel met een staking .zeker niets zou kun
nen winnen. Indien een staking bij den
dienst der posterijen en telegraphic zou
uitbreken, zou men er zeker van kunnen
zijn, dat de regeering met alle kraoht -zou
optreden en maatregelen zou nemen om,
al mocht dit dan ook voorloopig tot cenigo
stoornis leiden,, een herhaling van zulk een
gebeurtenis te voorkomen. -Men-behoefde
er niet op .te rekenen, dat na een staking
een schikking tot stand' zou komen, en dat
daarna alles weer zou gaan als te voren.
Men kon er vast op rekenen, dat het dan
uit zou zijn. De ambtenaren konden met
deze waarschuwing naar huis gaan.
De rede van den Engelschen minister van
marine Mac K e n n a houdt de Engelsche
en vooral ook de Duitsche bladen nog altijd
bezig. Kenschetsend voor de animositeit
tusschen deze beide landen is. dat de ver
slagen van de rede in de Duitsche pers nog
al verschillen van die in de Engelsche. De
Engelsch'e bladen deelen mee dat de mini
ster zou hebben gezegd, dat de vrede het
hoogste goed is. In de Duitsche vindt men
er het woordje „niet" bij staan. Maar er is
meer
In de Duitsche verslagen (behalve in die
van den Lokalanzeiger) komt een geheels
tirade voor over Duitschland en Marokko
die in de Engelsche bladen geheel ont
breekt. Naar aanleiding hiervan is door
Wolff's bureau een verklaring gegeven, dat
het van gezaghebbende zijde vernam, dat
minister Mac Kenna geen woord heeft ge
zegd, noch over Duitschland, noch over Ma
rokko, noch over buitenlandsche aangele
genheden. Geen wónder dat de Engelsche
bladen met belangstelling vragen, wie toch
eigenlijk de onjuiste lezing van 's heer en
Me Kenna's rede naar Duitschland heeft ge
zonden. Merkwaardig is het zeker wel, dat
de correspondent, die de Duitsche bladen
een overzicht der rede toezond, daarin een
geh'eele tirade kon opnemen, die de mi'nis-
tei^niet heeft uitgesproken en die dan ook
in geen der Engelsche verslagen voorkwam.
Volger r. het Duitsche verslag verklaarde de
minisix.tr, dat de Engelsche regeering moest
toegeven dat een deel van de Duitsche
eisehen ten aanzien van Marokko diende te
worden ingowilligd. „Engeland heeft
Frankrijk altijd aanbevolen, Duitschland
een aandeel te geven. Sedert de frontwijzi
ging in Augustus ten aanzien van de com
pensaties in Afrika heeft Engeland zijn
standpunt niet opgegeven. Deze gematigde
houding moet niet als een bewijs van zwak
heid worden beschouwd. Zij is in overeen
stemming met de taktiek der Engelsche
diplomatie, die volkomen verschillend is
van die der Wilhelmstrasse. In de Wilhelm-
strasse vraagt men veel, opdat althans wei
nig zal worden verkregen. In Engeland
geven we er de voorkeur aan van den be
ginne af aan de positie in te nemen, die
wij tot het einde willen handhaven."
Van al die merkwaardige woorden heeft
de Engelsche minister, zoo wordt in Enge-
sche bladen verklaard, geen enkele uitge
sproken.
Er schijnt een onderzoek naar deze mys
tificatie te zullen worden ingesteld.
Ten slotte Spanje en Portugal,
de beide roerige landen. In S p an j e is
de revolutionnaire beweging nu vrijwel be
dwongen en zullen nu weldra de buitenland
sche moeilijkheden met Frankrijk koiqen
naar aanleiding van Spanje's optreden in
Marokko.
.Volgens de berichten zou in P ortugal
door de regeering in het noorden van 1 et
land een wijdvertakte samenzwering zijn
ontdekt tot herstel van de monarchie. Na
dat eenige kleine botsingen hadden plaats
gehad, werd het complot onderdrukt.
It geheel Portugal is het rustig.
Het bericht lijkt oqs te kort en te krach
tig om het geheel te kunnen aanvaarden.
Het zal nog wel een tijd duren voor bet
geheel rustig is daar te lande. Als het cr
ooit rustig wordt"!
Couveraemeitta-secretari* van
$arinauie.
Naar „De Ned." verneemt, is mr. L. J.
Rietberg, griffier oer Staten van Utrecht,
bestemd om te worden benoemd tot gouver-
nements-secretaris van Suriname.
S. Thoma, arbeider te Musselkanaal.
De handelsvennootschap onder de firma
Culenborgsche Sigarenfabriek J. van Maa-
nen, gevestigd te Culenborg, en hare indi
vidu eele leden J. van Maa-nen, te Culen
borg, en S. E. van Maan en en E. van Maa-
nen, te Everdingen.
Te Leiden.
September, die ons zooveel, mooie nazo
merdagen schonk, heeft met regenvlagen
en windrukken afscheid genomen en Octo
ber is alles behalve vriendelijk begonnen.
Het was Zaterdag den geheeien dag al
onstuimig geweest, de regen kletterde en
de zuidwester blies met groote kracht.
In den vooravond hoorden we al van een
ernstig ongeluk. Een groot en zwaar
reclamebord dat aan den. gevel van heb
rijwielmagazijn van den heer Laman, aan
cle Iioogewoerd was bevestigd, viel naar
beneden en trof een 17-jarigèn jongeman ze
keren B,, werkzaam op de Kon. Ned. Grof
smederij, die daar juist passeerde, op heb
hoofd, zoodat hij hevig bloedend en bewus
teloos wrerd binnengedragen in de aardap
pelwinkel van den lieer Fontein, waar hij
spoedig aan de gevolgen overleed. De poli
tie moest heel wat bellen voor ze een ge
neesheer kon bereiken, en toen dr. Weebers
eindelijk kwam, kon hij slechts den dood
constateeren. Dat de jongeling zoo droe
vig aan het einde meest komen is zeer te
betreuren, maar het is te verwonderen, dat
er niet meer slachtoffers door gemaakt
zijn, daar er op dit uur in den regel vooral
nog al een drukke passage langs de Hooge-
woerd is.
Het bord lag langs cle geheele breedte van
den gevel.
Van het geval is proces-verbaal opge
maakt en een drietal deskundige personen
zijn aangewezen om een onderzoek in te
stellen.
Tusschen tien uur en halfelf, toen de
wind naar h«t noorden was gedraaid en veel
sterker geworden, kwam weer het bericht
van een ongeluk, ditmaal op den hoek van
de Plantage bij de Utrechtsche brug. En
een onderzoek leerde ons de droeve waar-
beid van de tijding kennen. De 28-jarige
M., caféhouder aan cle Beestenmarkt, die
slechts voor korten tijd was gehuwd, bleek
getroffen door een neervallenden schoor
steen van de keuken der woning van dr.
Andreae. De man leefde nog eenigen tijd,
dooh onderweg naar het Ziekenhuis,, waar
heen de ongelukkige per brancard werd
vervoerd, bezweek hij. Wie den steenhoop
heeft gezien, die daar door een rukwind is
neerges makt, kan het begrijpen, dr ar
me rnan doodelijk werd getroffen.
Meer mensehelijke slachtoffers heeft de
storm hier gelukkig niet gemaakt, maar -\ el
heeft hij memgen boom geveld en tc.l v n
daken en gevels gehavend.
We deden Zondagmorgen een fietstocht
je om en door de stad en telden ongeveer
100 boomen groot en klein, die; of ontwor
teld of afgebroken waren.
Het meest trok de aandachtede groote
ontwortelde kastanjeboom op de Wisch-
markt, een waar sieraad voor de omgeving.
Twee menschen waren nog onder de tak
ken geraakt, maar werden er spoedig door
toegesnelde hulp onder uitgehaald en naar
den schoenmakerswinkel van den heer ïï'ol-
lants gebracht, waar leek, dat - j gelukkig
geen letsel hadden bekomen.
De een, een vrouw verloor er echter haar
kerkboek, de ander, eon man, zijn beurs bij.
Toen de man weer bijgebracht as, klaagde
hij alleen over eenige pijn in den rug. Dr.
Van E., die op het gerucht van het ongeluk
was gekomen, behoefde niet voel hulp te
verleunen. Beide personen koude i weer
naar hun r-esp. woningen loopen.
Op den Stationsweg viel een >nm over
de draden der electrische tramgclriding,
waardoor het tramverkeer eenige "vertra
ging onderging. Oefi de stoomtram Den
Haag-Leiden ondervond groote vertraging,
doordat aan den Haag weg onder Zoeter-
woude boomen over de rails waren gevallen.
Verder liggen de boomen schots en scheef
ontworteld en ter neer geslagen in het
Plantsoen, aan de Singels en waar niet al.
Vooral daar waar de Noordwester vrij spel
had, Hadden de boomen het zwaar te ver
antwoorden geha.l. Op den Zijlsingel wer
den door acht omvallende boomen enkele
■huizen geblokkeerd.
De tuin van Musis Sacrum" gelijkt cj
een ware wildernis vanwege de hier en daar
neergesmakte stammen enz. der afgekraak
te boomen.
De jongens hadden cr Zondag dol veel
pret mee. ,,Ze hadden den wind nog in
het hoofd", zeïde een oude dame, die hoofd
schuddend de verwoesting hier en da r in
oogenschouw nam. Maar niet alleen hooge
boomen vingen veel wind, ook boog3 daken
hebben veel te lijden ge-had. Zoo zegon we
lappen ^lood van enkele nuizon van het
Plantsoen weggeslingerd in de boomen op
meters afstand staande. En van de Koren
beurs werd de zinkbedekking a-fgc-oheurd.
De houten getimmerten van de tentoonstel
ling op h-eb Schuttersveld zijn ook voor het
meerende-el omgewaaid of ingestort, wat
voor de 3-October-vereeniging een tegeu-
vallertje zal wezen, al zal men voor morgen
een en ander wel weer hebben vpgelknapt.
Op de Middelstegracht is een gemeen
schappelijke tuinmuur -van twee woningen
aan de Hooigracht omgewaaid en op straat
terecht gekomen, zonder persoonlij/.e on
gelukken, waarvan men Zaterdagavond m
de duisternis na den zwaren slag nog zoo
zeker niet was.
Ook andere particuliere woningen bleven
natuurlijk niet verschoond, zoodat tim-
iperman, metselaar, loodgieter $p. glazen
maker nu handen vol werk hebben. Dat is
misschien bet eenige kleine lichtpuntje in
al de misère van Zaterdag op Zondag.
De volgeltjes hebben 't natuurlijk ook hard
te verantwoorden gehad. Hier en daar wer
den bijv. duiven bewusteloos c vermoeid
op straat gevonden en lieten zich zoo maar
opnemen. Een paar personen vertoonde'-, ze
in een kapperswinkel, waar ze eveneens zoo
rustig mogelijk bleven, blij dat ze uit de
ruwe lucht verlost waren.
Hot HaagscheBosch.
Het „Vaderland" schrijft:
De hevige storm heeft over Den Haag
■een ramp gebracht, waarvan dc gevolgen
in geen 30 jaren te herstellen zullen zijn.
Het Haagschc Bosch de glorie der Re
sidentie, het voorwerp van „onzen rechtma-
tigen trots tegenover landgenoot en vreem
deling, is dermate door den storm geteis
terd, dat men de aangerichte verwoesting
niet zonder ontroering kan aanzien.
Het is moeilijk een raming te maken,
maar het zou ons niet verwouderen indien
van het zwaarste hout het vierde deel door
den storm was vernield. Dit juist is het
treurige, dat het vooral de mooiste boomen
zijn, do hoogste cn zwaarste, de echte woud
reuzen, die de prooi zijn geworden van het
woedende element. De open plekken kun
nen heb behoeft wel geen betoog met
jong geboomte beplant worden^ maar liet
zal 10 a 20 jaren duren voor zij eenigs
zins vergoeden wat nu verloren is gegaan,
en nog langer alvorens de gevallen pracht-
Doom-en waardig vervangen zullen zijn.
Ofschoon liet Haagsehe Bosch ook na deze
- catastrophe nog altijd een imposant boscli
zal "blijven; zal het, indien de overblijfselen
van de ramp zullen zijn opgeruimd, en men
den omvang van liet onheil kan overzien,
zoo vele cn zoo groote gapingen vertoo-
neh, dat het op sommige punten zijn vroe
gere karakter van dicht belommerd loof-
boscli voor een groot deel zal verloren heb
ben.
Den geheeien dag heeft het niet stil ge
staan van de stro-omen menschen, die uit
all-o doelen der gemeente naar het schouw
spel van de verwoesting trokken, al maakte
do gedwongen staking van de meeste tram-
diensten dat bezoek zeer moeilijk en uiterst
vermoeiend. En onder die duizenden was
do stemming merkbaar gedrukt. Men ging
om het toonecl van een ramp te aanschou
wen. Het was een bezoek van rouwbeklag
waarvan jeder dc bef eekenis gevoelde.
De verwoesting in het Bosch.
Onbeschrijflijk is het wat daar in het
Bosch is geschied. Wat dc natuur in eeuwen
heeft gemaakt tot een heerlijke schoonheid,
tot een roem voor de stad, ja voor het gan-
scho land, in één nacht- van ongebreidelde
woede heeft zij het voor een groot deel
weer vernield, heeft zij van diezelfde schoon
heid, schooner nog omdat cr in zweefde
de wijding van de eeuwen cn van de histo
rie, liceft zij van diezelfde schoonheid ge
maakt een ruïne, een chaos, waarin geen
weg meer te vinden valt.
Hot was vol gisteren in de ruïne van het
bcscli, men liep er te hoop om dat. won.
der te zien, van de grillige, onbegrijpelijke
natuur, die in één nacht van drift kon
vernielen wat haar eeuwen had gekost om
liet to maken, men wilde zien dat. vei'bfis-
berende schouwspel van een verwoest bosck
en do groote massa, ach, zij maakte er ecu
pretje van, van dat klimmen over geval--
len stammen, van dat dwalen in den dool
hof van takken en tronken, maar tóch zul
len er velen geweest zijn, die hun Jiarb
hebben voelen krimpen van droefheid cm
de vreeselijko werwcesting die was aangcx
richt in het oude vorstelijk bezit van de'
oude vorstelijke stad.
Niet hier en daar, neen, overal zijn do
hoornen uitgerukt en omgesmeten, zijn dc
takken afgeslagen en neergesmakt. Wegen
zijn niet meer te vinden, zij zijn versperd
door neen, zij zijn bedekt met de omge
slagen stammen en afgescheurde takken,
met de rondgestrooide twijgen en neergc-
dwareelde bladeren. Heele stukken bosclt
van honderden boomen zijn verdwenen. Nu
nog zijn het brokken ruigte, chaos van tak
ken en opgesmeten wortelstronken met aard
■en zand, maar straks zal men al die ruïne
gaan wegruimen en dan blijven er over kale
plekken, waarin men, och arm! zal trach
ten weer wat leven te brengen door er jonge
boompjes to planten cq struiken. Maar de
teore grijsblauwe stemming is er weggesla
gen voor heel lang, en het mystieke rui-
seben der hoogoboomen waarin doorklin
ken de sombere, oude goden-sagen, het is
verstomd voor lange, lange jaren.
Een wandel in g door het
Haagsche Bosch.
Een andere berichtgever van. het „Vader
land" schrijft:
Ik maakte heden een rondgang door het
Bosch, iets wat anders niet de vermelding
waard is, maar dat nu een werk is van voel
moeite en inspanning, een treurig werk bo
vendien, een rondgang over een slagveld.
Reeds in de Boorlaan vond ik alie-s over
hoop. Kris en kras door elkaar geworpen
lagen er de zware stammen, waaraan die
entree van het Bosch zoo rijk is. Hetzelfde
tooneel leverde de straatweg tusschen de
Boschbrug en de rechterzijde van den Koe
kamp op. Maar terwijl daar reeds vroeg in
den morgen de werklieden der gemeente be
zig waren geweest om ten koste van zwaren
arbeid dien hoofdweg vrij te maken, bleef
den geheeien dag door het tooneel van ver
woesting, dat de Boorlaan opleverde onge
rept.
Het waehtlokaaltje van de stoomtram bij
do Boschbrug is door een vallende boom
geheel verpletterd. Het clak was netjes in
tweeën gedeeld, en de inventaris lag door
een met de versplinterde planken van heb
dak en de wanden.
Dooh dit vele wasnog maar een voor
proefje van de groote verwoesting. Het is
aan den dwarsweg van 't Benoorden- r. ar
het Bezuidenhout die achter het Malieveld
en den Koekamp langs loopt, dat tweo
trams, die naast elkaar aan de daar be
staande halte van lijn 7 stonden, door een*
vallenden boom getroffen werden. Van de
dichtst bij zijnde is het voorbalkon afgesla
gen, de andere heeft andere schade beko-*
men. Massa's menschen stonden er den
geheeien dag omheen om de verwoesting
te aanschouwen.
Van dezen weg naar het eigenlijke boscl
te komen, was aan geen kleine moeilijk
heden onderhevig, want- bijna de geh'eelo
boschrand en al de daar uitmondencie
wegen zijn door gevallen boomen versperd^
Kwam men over een dezer versperringen,
heen, dan kon men de verwoesting nader
opnemen. Langs het Kerkpad ging dit vrij
gemakkelijk, want ook daar was de weg
voor een gedeelte vrij gemaakt. Aan weers
zijden evenwel rijzen als zwarte bonken ae
worteleinden der gevallen woudreuzen op,;
die groote stukken grond in hun val hebben
meegenomen.
Tusschen de tent en de Laan van N.ieuw-
O.-I. is de verwoesting groot. Er is daar
een welbekend punt, waar een 30-tal zwro
beukenstammen een grootcn kring vormen,
die doet denken aan een Gërmaansóbe of
ferplaats. Maar de boomen zijn nu zeif ge-
£1)
Tóphany durfde er echter met Carne niet
©ver spreken. Do jonge man zou haar waar-
echynlyk tiet geld niet meer uitbetalen,
maar bet bewaren voor do aanstaande vrouw
van l.óon Bourbis, wat hallige tooneelen
zou uitlokken tusschen do oude vrouw en
Yannik. Misschien zou Michael kunnen
helpen
Ofschoon Tóphany lievor niet met Michael
over de kwestie gesproken had, kwam zjj
na ryp beraad tot de slotsom, dat het het
beste was zich tot hem te wenden, en zjj
etapte dus naar Poot-Aven en haar Michaels
atelier.
Michael was aan het schilderen. Toon
Tépluu y binnen kwam, knikte hy haar toe,
maar ging door met zjjn werk. Hy schilderde
een nieuw model, een Brétonschen boer
met lang zwait haar en een langen baard.
In Int tanige, gele gelaat schitterden teil
paar donkerblauwe, door zware, zwarte wenk
brauwen overschaduwde oogen.
„Dit is Furie," zei Michael.
liet model keek naar Tóphany, zonder
het hoofd te bewegen. Téphany zei een paar
vriendelijke woorden van begroeting in het
Bretonsch. De luwe liekken van den man
kregen dadelijk een zachtere uitdrukking,
toen hij haar groet in hetzelfde dialect
beantwociddo.
„Je bent niet van FinislÓre," zei Téphany.
„Neen, juffrouw."
ffia met een vlsscheraboot uit Belle-
Isle gekomen, zei Michael. „Breng jü hom
maar aan het praten. Tegen my zegt hij niets."
Téphany vroeg hem naar zyn beroep. De
man antwoordde eerst met enkele korte
woorden, maar langzamerhand raakte hij
moer op dreef. Hij had by de marine gediend,
en scheen elk plekje van do noord- en
westkust van Bretagne te kennen. Tóphany
begon zich hoe langer hoe meer te interes
seeren voor wat hij haar vertelde. HJj
behoorde tot het oude ras van bijgeloovigo
visschora, voor wie alles, wat betrekking
heeft op de zoe, stof levert voor legenden
en tradities.
„Jq habt zeker heel wat zware stormen
meegemaakt?" vroeg Tóphany.
„O ja, juffrouw, maar ik heb nooit een
oogenblik van angst gehad."
„Neen? Werkelijk niet?"
„Och, ziet u, ik wist, dat ik niet zou
verdrinken."
„Uoezoo? Wist je dat?"
„Ja zeker. Op het oogenblik, dat ik
geboren werd, scheen de maan en waren er
geen wolken aan den hemel; daarbij wae het
Yloed."
„En kun je daarom niet verdrinken?"
Michael zei dit met een eenigszins ironische
stem. Fuiie fronste de wenkbrauwen.
„Driemaal heb ik schipbreuk geleden," zei
ky uitdagend. „Eens ie de heele bemanning
omgekomenik wae de eenige, die gered werd."
Téphany knikte en dacht aan Corentin.die
gered werd, toen haar vador on de overige
bemanning omkwamen op de riffen van Con-
carneau.
„En eans," vervolgde Furie, zich tot Téphany
wendend, op. somberen toon, „eens, juffrouw,
zat ik met inyn ouden patroon alloen in dit
kuis. Hot was kort voordat we naar IJslaDd
zouden vei trekken en we dronken oen gias
cider. Het was den 19den Februari, juffrouw.
Opeens hoorden we leven buiten: een zee
meeuw sloeg met de vleugels tegon het raam.
Lautec zei: „Is dat een teeken voor jou of
voor my?" Ik zei„Voor my is't niet, ouwe."
Nu, onze boot werd op een mistigon nacht
in April aangevaren door een stoomschip en
Lautec is met de helft van de bemanning
verdronken. Zjjn lyk is nooit gevonden, maar
zyn geest is in Paimpol toiuggekomen. Zyn
zuster hoeft hem hooren roepen: „loe
loe loei""
„Geloof je dat
„Ja, zeker, geloof ik het. En ikzelf. .."Hy
zweeg on er kwam eon trek van angst op
zyn verweerd gelaat.
„Nu?"
„Niets, juffrouw. Ik ben maar een arme,
eenvoudigo man."
Er kwam een sluwe, koppige uitdrukking
in zyn blik.
Michael zei plotseling:
„Hoe kwam jy, een visscher uit Belle-Isle,
er toe naar Paimpol op de kabeljauwvangst
te gaan?"
De man haalde zyn breede schouders op.
„Daar had ik myn reden voor," zei by ge-
meiyk. „En ik ga, waar ik kans heb de beste
vangst te doen."
Korten tyd daarna zond Michael Furie weg.
Terwyl hy zyn palet schoon maakte zei hy
tot Téphany:
„Ik zal je vertellen hoe ik aan dien man
kom. Ik heb hem gisteren pas voor het eerst
gezien, en vanmorgen kwam hy naar my toe,
om .zich als model aan te melden."
„Wat vreemd! zei Tóphany.
„Dat is niet alles. Gisteravond was hy stom
dronken. HU en «Un baas hebben het samen
aan den stok gekregen en nu bood hy zlcli
aan om voor my le poseeren, omdat hy op
het oogenblik geen werk hoeft,"
„Hy ziet er zoo woest uit," zei Tóphany.
„Daarom heb ik hem juist als model ge
nomen. Ik zal verschillende studies van zijn
hoofd maken. Ais je hom misschien ook wilt
schetsen, kom dan maar; je bent wolkom;
hy is eiken dag van negen lot twaalf uur op
myn atelier."
„Ik ben gekomen om je over iets anders to
spreken," zei Tóphany.
„Ben je in verlegenheid?" vroeg Michael
haastig.
„Ik? Neen.'1
Toen, mot de deur in huls vallende, ver
telde z(j hem het geheels geval. Zy zag, dat
Michaels gewooniyk 200 onbeweegiyk gelaat
nu gemoedsaandoening verried; hij fi011ste
herhaaldeiyk do wenkbrauwen on bewoog de
handen zenuwaciitig.
„Dat is afschuweiyk," zei hy, toen z;j had
uitgesproken.
„Als je eens met Vader Narcisse sprak."
„Wat die oude vrouw doet, kan my niet
schelen. Maar laat Carne een ander model
nemen."
„Hy is juist zoo gesteld op dit model."
„Vader Narcisse zal er zich niot mee be
moeien. Ik twyfel of hy de oude vrouw kent;
en hy is een Breton, als je denkt, dat do
dooden hsm niet verschijnen
Hy klemde de lippen vastberaden op elkaar.
Toen hy zo weer opende, was hot om op
geheel veranderden toon te zoggen:
„Misschien zal ik er Carne over sproken,
Ofschoon jy
„Nu?"
Éy lachte een boetje zenuwachtig.
„Ik bedoelde, dat eeu meisje zooals jU,
Tóphany, zoo iets wel kon klaarspelen zondei
mijn bulp."
Tóphany's wangen gloeldan, terwyl z'y snol
antwoordde:
„Ik zal er niet over spreken met mynheer
Carne, omdat ik niet geloof, dat het iets zal
uitrichten."
„Maar om jou plezier t9 doen, zal hy
zeker
„Om my pluzier te doen?" Zy he-haalde
zijn woorden op minachtenden toon. J9 raadt
my dus aan mijzelf ondor verplichting te
stellen van een vreemde, een onbekende."
„Kom, kom, eon vreemde, een onbeko ide?"
„Je weet heel goed wat ik bodoul. Zijn ge
dachten, zyn ideeën, zijn heel ihnorljjk wezen
zyn my vreemd en onbekend."
Zy sprak mol zoo'11 warmte, dat hot best
begrypen z iu zjjr», indien Miclnol hot vuur
barer woordon opvatte als oen b^wys van
haar belangstelling in dion vreemie en on
bekende.
„Welnu, Tóphany, laat d t aan mjl ovor.
Ik zal er over denken en ik zal doen wat ik
kan. Maar je woot, Ik vat de dingen altyd
nogal kalm op."
Téphany nam afscheid, J?.-ns op Michael,
boos op zichzelf en cp Carne, de Oui zaak
van het kwaad, liet was 10 laat, 0111 nog naar
Ros Bïaz te gaan om er te ontiytenzy ging
aus naar de eetzaal van Yvonne en vond er
naasc Johnnie Keats een leogen stoel, dio ge
wooniyk werd ingenomen door Carne. Keats
bogroette haar harteiyk en informeerdo met
veel belangstelling naar Mary Mochin. LIU ver
vulde gewooniyk do rol van ca/alier van Maryf
praatte met haar en critiseerde haar aquarellen.
(Wordt v<*""olg(J.>'