SalïiBSCfH DACïBXaAD, Maandag 2 ©ctoljea*. Tur@©d© Blad. Anno 10S1» Buitenlandseh Overzicht. Bs orkaan van Zaieriiagavoni Faillissementen. FEUILLETON. W&rgiffsszis aan all©]?. Ho. 15333. g=1 Er EÏjn voor heden slechts enkel" opmer kingen te maken in deze rubriek. De oor log tusschen Italië cn Turkije beheerscht yoorloopig alles en gebeurtenissen, die in andere tijden d9 aandacht nog enn vermo gen be boeien, spelen zich nu eenzaam af jen niemand rept er van. Wij brengen hier maar weer ons dage- hjksch bezoek in Marokko. De kwestie nadert haar einde, een moeizaam einde, een langzaam einde; wij zouden de beide onder handelende mogendheden willen toeroepen: maak het kort. De laatste Duitscbe nota maakte nog en kele kantrbeekeningen. Het nieuwe geschil over Marokko zou een gevolg zijn van het bezoek van Duitschland dat nimmer uitvoeringsrechten van de mij nen zullen worden geheven. Fr rikrijk be loofde geen uitvoerrechten te zullen invoe ren, maar weigert thans het nieuw x verlan gen, zeggende, dat dit een souvereiniteits- quaestie is en Marokko het geld noodig' jbeefte Er bestaan ook nog steeds moeilijkheden omtrent de rechtspraak der beschermelin gen" maar niettemin zijn de meeste bladen .vrij optimistisch. Zaterdagochtend is er ministerraad ge houden in Parijs. De raad keurde eenige wijzigingen goed in het antwoord op de Duitsche nota en handhaafde overigens zijn standpunt. Men zal trachten formules te vinden om tot over eenstemming te komen. Het hoofdgeschil betreft nog steeds de rechtspraak. Het. schijnt echter, dit de on derhandelingen over Marokko haar einde naderen. De minister van buitenlandsche zaken bracht later president Pajlières op de hoog- \vr6 van den stand van' zaken en zond een telegram aan öambon met bevestiging van do den vorigen avond gezonden instructies en mededeeliag van de in den ministerraad genomen besluiten. Het schijnt dat de kwestie eenigszins lijdt onder een mecningsverschil tusschen twee Fransche ministers. De „Intransigéaiit" toch maakt melding van een verschil van meening tusschen De Selves en Oaillaux; de eerste wil vasthou dend blijven, de tweede toegeven om een goede rentréé te hebben in de Kamers. Het verschil van meening zal sterker warden met de bespreking van de compensaties. De Selves toch verwerpt den afstand van'den geheeien Midden-Congo, doch Caillaux wil toegeven om in de Kamer het geteekend tract a at te kunnen overleggen. Dö B ritsc h e postmeester-ge neraal heeft een deputatie uit den b-nd van post- en telegraaf beambten ontvangen, die verschillende grieven omtrent loon en arbeidsvoorwaarden' uiteenzette en op ïn- ötfcliing van een commissie van onderzoek aandrong. De postmeester-generaal gaf toe, dat de kosten vanlevensonderhoud in de laatste jaren waren gestegen, en dat een nieuw onderzoek naar de arbeidsvoor waarden mogelijk kon zijn. Hieromtrent verklaarde de heer Samuel met het kabinet overleg te zullen plegen, waarna aan de deputatie een antwoord' op de gestelde vraag zou worden verstrekt. Maar de heer Samuel wees ook op de verbeteringen ten behoeve van het personeel ingevoerd, op het streven om d'e belangen van het perso neel te behartigen, een streven, dat blijkens uitlatingen op vele vergaderingen niet de tioodige waardeering vond, en hij gaf, te genover de cp sommige van deze vergade ringen geuite bedreigingen met staking, aan de deputatie te kennen, dat het per- Boneel met een staking .zeker niets zou kun nen winnen. Indien een staking bij den dienst der posterijen en telegraphic zou uitbreken, zou men er zeker van kunnen zijn, dat de regeering met alle kraoht -zou optreden en maatregelen zou nemen om, al mocht dit dan ook voorloopig tot cenigo stoornis leiden,, een herhaling van zulk een gebeurtenis te voorkomen. -Men-behoefde er niet op .te rekenen, dat na een staking een schikking tot stand' zou komen, en dat daarna alles weer zou gaan als te voren. Men kon er vast op rekenen, dat het dan uit zou zijn. De ambtenaren konden met deze waarschuwing naar huis gaan. De rede van den Engelschen minister van marine Mac K e n n a houdt de Engelsche en vooral ook de Duitsche bladen nog altijd bezig. Kenschetsend voor de animositeit tusschen deze beide landen is. dat de ver slagen van de rede in de Duitsche pers nog al verschillen van die in de Engelsche. De Engelsch'e bladen deelen mee dat de mini ster zou hebben gezegd, dat de vrede het hoogste goed is. In de Duitsche vindt men er het woordje „niet" bij staan. Maar er is meer In de Duitsche verslagen (behalve in die van den Lokalanzeiger) komt een geheels tirade voor over Duitschland en Marokko die in de Engelsche bladen geheel ont breekt. Naar aanleiding hiervan is door Wolff's bureau een verklaring gegeven, dat het van gezaghebbende zijde vernam, dat minister Mac Kenna geen woord heeft ge zegd, noch over Duitschland, noch over Ma rokko, noch over buitenlandsche aangele genheden. Geen wónder dat de Engelsche bladen met belangstelling vragen, wie toch eigenlijk de onjuiste lezing van 's heer en Me Kenna's rede naar Duitschland heeft ge zonden. Merkwaardig is het zeker wel, dat de correspondent, die de Duitsche bladen een overzicht der rede toezond, daarin een geh'eele tirade kon opnemen, die de mi'nis- tei^niet heeft uitgesproken en die dan ook in geen der Engelsche verslagen voorkwam. Volger r. het Duitsche verslag verklaarde de minisix.tr, dat de Engelsche regeering moest toegeven dat een deel van de Duitsche eisehen ten aanzien van Marokko diende te worden ingowilligd. „Engeland heeft Frankrijk altijd aanbevolen, Duitschland een aandeel te geven. Sedert de frontwijzi ging in Augustus ten aanzien van de com pensaties in Afrika heeft Engeland zijn standpunt niet opgegeven. Deze gematigde houding moet niet als een bewijs van zwak heid worden beschouwd. Zij is in overeen stemming met de taktiek der Engelsche diplomatie, die volkomen verschillend is van die der Wilhelmstrasse. In de Wilhelm- strasse vraagt men veel, opdat althans wei nig zal worden verkregen. In Engeland geven we er de voorkeur aan van den be ginne af aan de positie in te nemen, die wij tot het einde willen handhaven." Van al die merkwaardige woorden heeft de Engelsche minister, zoo wordt in Enge- sche bladen verklaard, geen enkele uitge sproken. Er schijnt een onderzoek naar deze mys tificatie te zullen worden ingesteld. Ten slotte Spanje en Portugal, de beide roerige landen. In S p an j e is de revolutionnaire beweging nu vrijwel be dwongen en zullen nu weldra de buitenland sche moeilijkheden met Frankrijk koiqen naar aanleiding van Spanje's optreden in Marokko. .Volgens de berichten zou in P ortugal door de regeering in het noorden van 1 et land een wijdvertakte samenzwering zijn ontdekt tot herstel van de monarchie. Na dat eenige kleine botsingen hadden plaats gehad, werd het complot onderdrukt. It geheel Portugal is het rustig. Het bericht lijkt oqs te kort en te krach tig om het geheel te kunnen aanvaarden. Het zal nog wel een tijd duren voor bet geheel rustig is daar te lande. Als het cr ooit rustig wordt"! Couveraemeitta-secretari* van $arinauie. Naar „De Ned." verneemt, is mr. L. J. Rietberg, griffier oer Staten van Utrecht, bestemd om te worden benoemd tot gouver- nements-secretaris van Suriname. S. Thoma, arbeider te Musselkanaal. De handelsvennootschap onder de firma Culenborgsche Sigarenfabriek J. van Maa- nen, gevestigd te Culenborg, en hare indi vidu eele leden J. van Maa-nen, te Culen borg, en S. E. van Maan en en E. van Maa- nen, te Everdingen. Te Leiden. September, die ons zooveel, mooie nazo merdagen schonk, heeft met regenvlagen en windrukken afscheid genomen en Octo ber is alles behalve vriendelijk begonnen. Het was Zaterdag den geheeien dag al onstuimig geweest, de regen kletterde en de zuidwester blies met groote kracht. In den vooravond hoorden we al van een ernstig ongeluk. Een groot en zwaar reclamebord dat aan den. gevel van heb rijwielmagazijn van den heer Laman, aan cle Iioogewoerd was bevestigd, viel naar beneden en trof een 17-jarigèn jongeman ze keren B,, werkzaam op de Kon. Ned. Grof smederij, die daar juist passeerde, op heb hoofd, zoodat hij hevig bloedend en bewus teloos wrerd binnengedragen in de aardap pelwinkel van den lieer Fontein, waar hij spoedig aan de gevolgen overleed. De poli tie moest heel wat bellen voor ze een ge neesheer kon bereiken, en toen dr. Weebers eindelijk kwam, kon hij slechts den dood constateeren. Dat de jongeling zoo droe vig aan het einde meest komen is zeer te betreuren, maar het is te verwonderen, dat er niet meer slachtoffers door gemaakt zijn, daar er op dit uur in den regel vooral nog al een drukke passage langs de Hooge- woerd is. Het bord lag langs cle geheele breedte van den gevel. Van het geval is proces-verbaal opge maakt en een drietal deskundige personen zijn aangewezen om een onderzoek in te stellen. Tusschen tien uur en halfelf, toen de wind naar h«t noorden was gedraaid en veel sterker geworden, kwam weer het bericht van een ongeluk, ditmaal op den hoek van de Plantage bij de Utrechtsche brug. En een onderzoek leerde ons de droeve waar- beid van de tijding kennen. De 28-jarige M., caféhouder aan cle Beestenmarkt, die slechts voor korten tijd was gehuwd, bleek getroffen door een neervallenden schoor steen van de keuken der woning van dr. Andreae. De man leefde nog eenigen tijd, dooh onderweg naar het Ziekenhuis,, waar heen de ongelukkige per brancard werd vervoerd, bezweek hij. Wie den steenhoop heeft gezien, die daar door een rukwind is neerges makt, kan het begrijpen, dr ar me rnan doodelijk werd getroffen. Meer mensehelijke slachtoffers heeft de storm hier gelukkig niet gemaakt, maar -\ el heeft hij memgen boom geveld en tc.l v n daken en gevels gehavend. We deden Zondagmorgen een fietstocht je om en door de stad en telden ongeveer 100 boomen groot en klein, die; of ontwor teld of afgebroken waren. Het meest trok de aandachtede groote ontwortelde kastanjeboom op de Wisch- markt, een waar sieraad voor de omgeving. Twee menschen waren nog onder de tak ken geraakt, maar werden er spoedig door toegesnelde hulp onder uitgehaald en naar den schoenmakerswinkel van den heer ïï'ol- lants gebracht, waar leek, dat - j gelukkig geen letsel hadden bekomen. De een, een vrouw verloor er echter haar kerkboek, de ander, eon man, zijn beurs bij. Toen de man weer bijgebracht as, klaagde hij alleen over eenige pijn in den rug. Dr. Van E., die op het gerucht van het ongeluk was gekomen, behoefde niet voel hulp te verleunen. Beide personen koude i weer naar hun r-esp. woningen loopen. Op den Stationsweg viel een >nm over de draden der electrische tramgclriding, waardoor het tramverkeer eenige "vertra ging onderging. Oefi de stoomtram Den Haag-Leiden ondervond groote vertraging, doordat aan den Haag weg onder Zoeter- woude boomen over de rails waren gevallen. Verder liggen de boomen schots en scheef ontworteld en ter neer geslagen in het Plantsoen, aan de Singels en waar niet al. Vooral daar waar de Noordwester vrij spel had, Hadden de boomen het zwaar te ver antwoorden geha.l. Op den Zijlsingel wer den door acht omvallende boomen enkele ■huizen geblokkeerd. De tuin van Musis Sacrum" gelijkt cj een ware wildernis vanwege de hier en daar neergesmakte stammen enz. der afgekraak te boomen. De jongens hadden cr Zondag dol veel pret mee. ,,Ze hadden den wind nog in het hoofd", zeïde een oude dame, die hoofd schuddend de verwoesting hier en da r in oogenschouw nam. Maar niet alleen hooge boomen vingen veel wind, ook boog3 daken hebben veel te lijden ge-had. Zoo zegon we lappen ^lood van enkele nuizon van het Plantsoen weggeslingerd in de boomen op meters afstand staande. En van de Koren beurs werd de zinkbedekking a-fgc-oheurd. De houten getimmerten van de tentoonstel ling op h-eb Schuttersveld zijn ook voor het meerende-el omgewaaid of ingestort, wat voor de 3-October-vereeniging een tegeu- vallertje zal wezen, al zal men voor morgen een en ander wel weer hebben vpgelknapt. Op de Middelstegracht is een gemeen schappelijke tuinmuur -van twee woningen aan de Hooigracht omgewaaid en op straat terecht gekomen, zonder persoonlij/.e on gelukken, waarvan men Zaterdagavond m de duisternis na den zwaren slag nog zoo zeker niet was. Ook andere particuliere woningen bleven natuurlijk niet verschoond, zoodat tim- iperman, metselaar, loodgieter $p. glazen maker nu handen vol werk hebben. Dat is misschien bet eenige kleine lichtpuntje in al de misère van Zaterdag op Zondag. De volgeltjes hebben 't natuurlijk ook hard te verantwoorden gehad. Hier en daar wer den bijv. duiven bewusteloos c vermoeid op straat gevonden en lieten zich zoo maar opnemen. Een paar personen vertoonde'-, ze in een kapperswinkel, waar ze eveneens zoo rustig mogelijk bleven, blij dat ze uit de ruwe lucht verlost waren. Hot HaagscheBosch. Het „Vaderland" schrijft: De hevige storm heeft over Den Haag ■een ramp gebracht, waarvan dc gevolgen in geen 30 jaren te herstellen zullen zijn. Het Haagschc Bosch de glorie der Re sidentie, het voorwerp van „onzen rechtma- tigen trots tegenover landgenoot en vreem deling, is dermate door den storm geteis terd, dat men de aangerichte verwoesting niet zonder ontroering kan aanzien. Het is moeilijk een raming te maken, maar het zou ons niet verwouderen indien van het zwaarste hout het vierde deel door den storm was vernield. Dit juist is het treurige, dat het vooral de mooiste boomen zijn, do hoogste cn zwaarste, de echte woud reuzen, die de prooi zijn geworden van het woedende element. De open plekken kun nen heb behoeft wel geen betoog met jong geboomte beplant worden^ maar liet zal 10 a 20 jaren duren voor zij eenigs zins vergoeden wat nu verloren is gegaan, en nog langer alvorens de gevallen pracht- Doom-en waardig vervangen zullen zijn. Ofschoon liet Haagsehe Bosch ook na deze - catastrophe nog altijd een imposant boscli zal "blijven; zal het, indien de overblijfselen van de ramp zullen zijn opgeruimd, en men den omvang van liet onheil kan overzien, zoo vele cn zoo groote gapingen vertoo- neh, dat het op sommige punten zijn vroe gere karakter van dicht belommerd loof- boscli voor een groot deel zal verloren heb ben. Den geheeien dag heeft het niet stil ge staan van de stro-omen menschen, die uit all-o doelen der gemeente naar het schouw spel van de verwoesting trokken, al maakte do gedwongen staking van de meeste tram- diensten dat bezoek zeer moeilijk en uiterst vermoeiend. En onder die duizenden was do stemming merkbaar gedrukt. Men ging om het toonecl van een ramp te aanschou wen. Het was een bezoek van rouwbeklag waarvan jeder dc bef eekenis gevoelde. De verwoesting in het Bosch. Onbeschrijflijk is het wat daar in het Bosch is geschied. Wat dc natuur in eeuwen heeft gemaakt tot een heerlijke schoonheid, tot een roem voor de stad, ja voor het gan- scho land, in één nacht- van ongebreidelde woede heeft zij het voor een groot deel weer vernield, heeft zij van diezelfde schoon heid, schooner nog omdat cr in zweefde de wijding van de eeuwen cn van de histo rie, liceft zij van diezelfde schoonheid ge maakt een ruïne, een chaos, waarin geen weg meer te vinden valt. Hot was vol gisteren in de ruïne van het bcscli, men liep er te hoop om dat. won. der te zien, van de grillige, onbegrijpelijke natuur, die in één nacht van drift kon vernielen wat haar eeuwen had gekost om liet to maken, men wilde zien dat. vei'bfis- berende schouwspel van een verwoest bosck en do groote massa, ach, zij maakte er ecu pretje van, van dat klimmen over geval-- len stammen, van dat dwalen in den dool hof van takken en tronken, maar tóch zul len er velen geweest zijn, die hun Jiarb hebben voelen krimpen van droefheid cm de vreeselijko werwcesting die was aangcx richt in het oude vorstelijk bezit van de' oude vorstelijke stad. Niet hier en daar, neen, overal zijn do hoornen uitgerukt en omgesmeten, zijn dc takken afgeslagen en neergesmakt. Wegen zijn niet meer te vinden, zij zijn versperd door neen, zij zijn bedekt met de omge slagen stammen en afgescheurde takken, met de rondgestrooide twijgen en neergc- dwareelde bladeren. Heele stukken bosclt van honderden boomen zijn verdwenen. Nu nog zijn het brokken ruigte, chaos van tak ken en opgesmeten wortelstronken met aard ■en zand, maar straks zal men al die ruïne gaan wegruimen en dan blijven er over kale plekken, waarin men, och arm! zal trach ten weer wat leven te brengen door er jonge boompjes to planten cq struiken. Maar de teore grijsblauwe stemming is er weggesla gen voor heel lang, en het mystieke rui- seben der hoogoboomen waarin doorklin ken de sombere, oude goden-sagen, het is verstomd voor lange, lange jaren. Een wandel in g door het Haagsche Bosch. Een andere berichtgever van. het „Vader land" schrijft: Ik maakte heden een rondgang door het Bosch, iets wat anders niet de vermelding waard is, maar dat nu een werk is van voel moeite en inspanning, een treurig werk bo vendien, een rondgang over een slagveld. Reeds in de Boorlaan vond ik alie-s over hoop. Kris en kras door elkaar geworpen lagen er de zware stammen, waaraan die entree van het Bosch zoo rijk is. Hetzelfde tooneel leverde de straatweg tusschen de Boschbrug en de rechterzijde van den Koe kamp op. Maar terwijl daar reeds vroeg in den morgen de werklieden der gemeente be zig waren geweest om ten koste van zwaren arbeid dien hoofdweg vrij te maken, bleef den geheeien dag door het tooneel van ver woesting, dat de Boorlaan opleverde onge rept. Het waehtlokaaltje van de stoomtram bij do Boschbrug is door een vallende boom geheel verpletterd. Het clak was netjes in tweeën gedeeld, en de inventaris lag door een met de versplinterde planken van heb dak en de wanden. Dooh dit vele wasnog maar een voor proefje van de groote verwoesting. Het is aan den dwarsweg van 't Benoorden- r. ar het Bezuidenhout die achter het Malieveld en den Koekamp langs loopt, dat tweo trams, die naast elkaar aan de daar be staande halte van lijn 7 stonden, door een* vallenden boom getroffen werden. Van de dichtst bij zijnde is het voorbalkon afgesla gen, de andere heeft andere schade beko-* men. Massa's menschen stonden er den geheeien dag omheen om de verwoesting te aanschouwen. Van dezen weg naar het eigenlijke boscl te komen, was aan geen kleine moeilijk heden onderhevig, want- bijna de geh'eelo boschrand en al de daar uitmondencie wegen zijn door gevallen boomen versperd^ Kwam men over een dezer versperringen, heen, dan kon men de verwoesting nader opnemen. Langs het Kerkpad ging dit vrij gemakkelijk, want ook daar was de weg voor een gedeelte vrij gemaakt. Aan weers zijden evenwel rijzen als zwarte bonken ae worteleinden der gevallen woudreuzen op,; die groote stukken grond in hun val hebben meegenomen. Tusschen de tent en de Laan van N.ieuw- O.-I. is de verwoesting groot. Er is daar een welbekend punt, waar een 30-tal zwro beukenstammen een grootcn kring vormen, die doet denken aan een Gërmaansóbe of ferplaats. Maar de boomen zijn nu zeif ge- £1) Tóphany durfde er echter met Carne niet ©ver spreken. Do jonge man zou haar waar- echynlyk tiet geld niet meer uitbetalen, maar bet bewaren voor do aanstaande vrouw van l.óon Bourbis, wat hallige tooneelen zou uitlokken tusschen do oude vrouw en Yannik. Misschien zou Michael kunnen helpen Ofschoon Tóphany lievor niet met Michael over de kwestie gesproken had, kwam zjj na ryp beraad tot de slotsom, dat het het beste was zich tot hem te wenden, en zjj etapte dus naar Poot-Aven en haar Michaels atelier. Michael was aan het schilderen. Toon Tépluu y binnen kwam, knikte hy haar toe, maar ging door met zjjn werk. Hy schilderde een nieuw model, een Brétonschen boer met lang zwait haar en een langen baard. In Int tanige, gele gelaat schitterden teil paar donkerblauwe, door zware, zwarte wenk brauwen overschaduwde oogen. „Dit is Furie," zei Michael. liet model keek naar Tóphany, zonder het hoofd te bewegen. Téphany zei een paar vriendelijke woorden van begroeting in het Bretonsch. De luwe liekken van den man kregen dadelijk een zachtere uitdrukking, toen hij haar groet in hetzelfde dialect beantwociddo. „Je bent niet van FinislÓre," zei Téphany. „Neen, juffrouw." ffia met een vlsscheraboot uit Belle- Isle gekomen, zei Michael. „Breng jü hom maar aan het praten. Tegen my zegt hij niets." Téphany vroeg hem naar zyn beroep. De man antwoordde eerst met enkele korte woorden, maar langzamerhand raakte hij moer op dreef. Hij had by de marine gediend, en scheen elk plekje van do noord- en westkust van Bretagne te kennen. Tóphany begon zich hoe langer hoe meer te interes seeren voor wat hij haar vertelde. HJj behoorde tot het oude ras van bijgeloovigo visschora, voor wie alles, wat betrekking heeft op de zoe, stof levert voor legenden en tradities. „Jq habt zeker heel wat zware stormen meegemaakt?" vroeg Tóphany. „O ja, juffrouw, maar ik heb nooit een oogenblik van angst gehad." „Neen? Werkelijk niet?" „Och, ziet u, ik wist, dat ik niet zou verdrinken." „Uoezoo? Wist je dat?" „Ja zeker. Op het oogenblik, dat ik geboren werd, scheen de maan en waren er geen wolken aan den hemel; daarbij wae het Yloed." „En kun je daarom niet verdrinken?" Michael zei dit met een eenigszins ironische stem. Fuiie fronste de wenkbrauwen. „Driemaal heb ik schipbreuk geleden," zei ky uitdagend. „Eens ie de heele bemanning omgekomenik wae de eenige, die gered werd." Téphany knikte en dacht aan Corentin.die gered werd, toen haar vador on de overige bemanning omkwamen op de riffen van Con- carneau. „En eans," vervolgde Furie, zich tot Téphany wendend, op. somberen toon, „eens, juffrouw, zat ik met inyn ouden patroon alloen in dit kuis. Hot was kort voordat we naar IJslaDd zouden vei trekken en we dronken oen gias cider. Het was den 19den Februari, juffrouw. Opeens hoorden we leven buiten: een zee meeuw sloeg met de vleugels tegon het raam. Lautec zei: „Is dat een teeken voor jou of voor my?" Ik zei„Voor my is't niet, ouwe." Nu, onze boot werd op een mistigon nacht in April aangevaren door een stoomschip en Lautec is met de helft van de bemanning verdronken. Zjjn lyk is nooit gevonden, maar zyn geest is in Paimpol toiuggekomen. Zyn zuster hoeft hem hooren roepen: „loe loe loei"" „Geloof je dat „Ja, zeker, geloof ik het. En ikzelf. .."Hy zweeg on er kwam eon trek van angst op zyn verweerd gelaat. „Nu?" „Niets, juffrouw. Ik ben maar een arme, eenvoudigo man." Er kwam een sluwe, koppige uitdrukking in zyn blik. Michael zei plotseling: „Hoe kwam jy, een visscher uit Belle-Isle, er toe naar Paimpol op de kabeljauwvangst te gaan?" De man haalde zyn breede schouders op. „Daar had ik myn reden voor," zei by ge- meiyk. „En ik ga, waar ik kans heb de beste vangst te doen." Korten tyd daarna zond Michael Furie weg. Terwyl hy zyn palet schoon maakte zei hy tot Téphany: „Ik zal je vertellen hoe ik aan dien man kom. Ik heb hem gisteren pas voor het eerst gezien, en vanmorgen kwam hy naar my toe, om .zich als model aan te melden." „Wat vreemd! zei Tóphany. „Dat is niet alles. Gisteravond was hy stom dronken. HU en «Un baas hebben het samen aan den stok gekregen en nu bood hy zlcli aan om voor my le poseeren, omdat hy op het oogenblik geen werk hoeft," „Hy ziet er zoo woest uit," zei Tóphany. „Daarom heb ik hem juist als model ge nomen. Ik zal verschillende studies van zijn hoofd maken. Ais je hom misschien ook wilt schetsen, kom dan maar; je bent wolkom; hy is eiken dag van negen lot twaalf uur op myn atelier." „Ik ben gekomen om je over iets anders to spreken," zei Tóphany. „Ben je in verlegenheid?" vroeg Michael haastig. „Ik? Neen.'1 Toen, mot de deur in huls vallende, ver telde z(j hem het geheels geval. Zy zag, dat Michaels gewooniyk 200 onbeweegiyk gelaat nu gemoedsaandoening verried; hij fi011ste herhaaldeiyk do wenkbrauwen on bewoog de handen zenuwaciitig. „Dat is afschuweiyk," zei hy, toen z;j had uitgesproken. „Als je eens met Vader Narcisse sprak." „Wat die oude vrouw doet, kan my niet schelen. Maar laat Carne een ander model nemen." „Hy is juist zoo gesteld op dit model." „Vader Narcisse zal er zich niot mee be moeien. Ik twyfel of hy de oude vrouw kent; en hy is een Breton, als je denkt, dat do dooden hsm niet verschijnen Hy klemde de lippen vastberaden op elkaar. Toen hy zo weer opende, was hot om op geheel veranderden toon te zoggen: „Misschien zal ik er Carne over sproken, Ofschoon jy „Nu?" Éy lachte een boetje zenuwachtig. „Ik bedoelde, dat eeu meisje zooals jU, Tóphany, zoo iets wel kon klaarspelen zondei mijn bulp." Tóphany's wangen gloeldan, terwyl z'y snol antwoordde: „Ik zal er niet over spreken met mynheer Carne, omdat ik niet geloof, dat het iets zal uitrichten." „Maar om jou plezier t9 doen, zal hy zeker „Om my pluzier te doen?" Zy he-haalde zijn woorden op minachtenden toon. J9 raadt my dus aan mijzelf ondor verplichting te stellen van een vreemde, een onbekende." „Kom, kom, eon vreemde, een onbeko ide?" „Je weet heel goed wat ik bodoul. Zijn ge dachten, zyn ideeën, zijn heel ihnorljjk wezen zyn my vreemd en onbekend." Zy sprak mol zoo'11 warmte, dat hot best begrypen z iu zjjr», indien Miclnol hot vuur barer woordon opvatte als oen b^wys van haar belangstelling in dion vreemie en on bekende. „Welnu, Tóphany, laat d t aan mjl ovor. Ik zal er over denken en ik zal doen wat ik kan. Maar je woot, Ik vat de dingen altyd nogal kalm op." Téphany nam afscheid, J?.-ns op Michael, boos op zichzelf en cp Carne, de Oui zaak van het kwaad, liet was 10 laat, 0111 nog naar Ros Bïaz te gaan om er te ontiytenzy ging aus naar de eetzaal van Yvonne en vond er naasc Johnnie Keats een leogen stoel, dio ge wooniyk werd ingenomen door Carne. Keats bogroette haar harteiyk en informeerdo met veel belangstelling naar Mary Mochin. LIU ver vulde gewooniyk do rol van ca/alier van Maryf praatte met haar en critiseerde haar aquarellen. (Wordt v<*""olg(J.>'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5