Tegen doorliggen.
MAHONIEHOUT.
Spijzen in oud papier.
maat hebben, waarna de houtjes in een
grooten bak vallen.
Het rangschikken en reclitleggen der hout
jes geschiedt tevens door een machine,
waardoor ae houtjes dóór voortdurend
schudden in vakjes terechtkomen.'
Uit deze vakjes komen de houtjes in een
machine, welke hen, tusschen lijsten ge
klemd en alle door een tusschenruimte
elkander gescheiden, rangschikt. De gev$
de lij-sten worden vervolgens in een verv
mingsoven gebracht en daarna ondergedoiiï
peld, in een bak, gevuld met gesinc
zwavel, paraffine of een andere stof, di<j
houtjes geschikt maakt om na het ontvl
men der koppen te blijven branden,
een soort van wals, die bestreken
ontvlambare massa, worden de houtje
volgens voorzien van de „koppen." De ont
vlambare massa bestaat uit zeer verschil
lende bestanddeelenbehalve phosphorus
bevat zij allerlei bijmengsels, die in verschil
lende fabrieken anders zijn. Voor de meng
sel.# gebruikt men o. a. chloorzure potasch,
Balpeter, loodnitraat, roode chroomizure
kali, vermiljoen, ijzeroxyde, loodwit, ultra-
marin, roet, lijm, terpentijn, enz.
Deze toevoegsels hebben deels ten doel, de
massa dikker te maken, maar ook om haar
een bepaalde kleur te geven, zooals bijv.
met het loodwit, ultramarin of roet.
Ook de bereiding der brandbare massa
geschiedt met behulp van machines, dio
zoodanig zijn ingericht, dat een ontbran
ding der massa niet kan plaats hebben,
daar zij geheel van de lucht is afgesloten en
de verwarming door stoom wordt bewerk
stelligd. De onvermijdelijke phosph'ordam-
pen ontwijken door een buis naar den
schoorsteen, zoodat de werklieden daarvan
geen schadelijke werking ondervinden.
Na al deze bewerkingen worden de luci
fers in door stoom verhitte droogkamers
gedroogd, die betrekkelijk klein en van
elkander gescheiden zijn, ora eventueele
ontbrandingen minder schadelijk te maken.
Na het drogen worden de houtjes uit de
lijsten gestooten, ook alweer door machines.
Zijn de lucifers geheel gereed, dan moeten
zij worden ingepakt in de doosjes en pak
ken. Vroeger geschiedde dit met de hand.
Omdat evenwel de productie zoo verbazend
toenam door het gebruik maken van machi
nes, was de handenarbeid niet meer in staat
daarmede gelijken tred te houden, zoodat
men er wel toe moest overgaan, ook de
doosjes machinaal te vervaardigen en het
vullen eveneens aan machines op te dragen.
Er bestaan machines, die per dag 70,000
doosjes kant en klaar, met schuif- en wrijf-
vlakken, afleveren.
De zoogenaamde Zweedsche of veilig
heidslucifers zijn te danken aan de ontdek
king van den amorpken phosphorus door
prof. Schrótter,
Deze geleerde had te kennen gegeven,
dat het wel mogelijk zou zijne dezen vorm
Van phosphorus bij de lucifersfabricage te
gebruiken.
Professor Böttger, te Frankfort a. M.,
fcieJd zich daarna met dit vraagstuk bezig
en bet gelukte hem in 1848 werkelijk de
anti-phosphorhoutjes te vervaardigen. De
koppen dezer lucifers bevatten (evenals ook
heden nog de „Zweedsche") geen phos
phorus, zelfs geen amorphen phosphorus.
De ontvlambare massa bestond uit een
mengsel van chloorzure potasch, zwavel,
bruinsteen, dextrine, enz.
Deze massa ontvlamt echter niet op elke
wrijfvlakte, maar alleen op een oppervlak,
dat amorphen phosphorus bevat, vermengd
met zwavel-antimoniiun en een bindmiddel.
De eerste volgens Böttgers methode ver
vaardigde lucifers maakten evenwel weinig
opgang. Het publiek was er te veel aan
gewend, de phosphor lucifers overal aan te
strijken: op tafels, aan de muur, aan de
schoenzolen, de broekspijpen, enz. Een tijd
lang werden-te Parijs lucifers in den handel
gebracht, die door midden moesten worden
gebroken en welke ontvlamden door de uit
einden tegen elkander te wrijven. Deze wa
ren evenwel lastig in het gebruik. Eerst na
1870 begon men zich in Zweden op de ver
vaardiging van phosphorvrije lucifers toe
te leggen en werden de bekende Jonko-
ping-fabrieken opgericht, die langzamer-
de wereld veroverd hebben. In Frank-
Mechanisch plokken van katoen.
Het plukken van katoen is een zeer ver
moeiende en tijdroovende werkzaamheid,
daar de vrucht in een bolster besloten is,
waaruit zij verwijderd moet worden.
Een Amerikaansche uitvinder heeft nu
een geheel nieuw pluktoestel geconstrueerd,
hetwelk dien arbeid inderdaad vereenvou
digt. Bovenstaande, afbeelding doet ons
kennis maken met een der nieuwste en
meeat moderne machines, welke slechts de
rijk worden nog steeds de oude phosphor-
lucifers veel gebruikt.
In den laatsten tijd gebruikt men in plaats
van hout zeer veel houtpapier, dat door
hydraulische pereen zoo stevig wordt ge
perst, dat het als hout kan worden gesne
den en bewerkt. De vervanging- van hout
door andere stoffen is een vraagstuk van
groote beteekenis voor de luciferfabricage,
omdat het verkrijgen van geschikt hout
steeds meer moeite kost en grooter onkos
ten medebrengt, terwijl de lucifers-indus
trie steeds grooter hoeveelheden hout noo-
dig heeft. Als men bedenkt, hoeveel men-
scnen dagelijks lucifers gebruiken en hoe
groot het aantal van die nuttige voorwerp
jes is, welke dagelijks door één persoon
worden afgestreken, dan springt het belang
van dit vraagstuk in het oog.
Een statisticus berekende een tiental
jaren geleden, dat, ais men de lucifers, die
in Europa per jaar gebruikt worden, tegen
elkander aanlegt, zij een lehgte vormen van
36.milliard meter, en den evenaar 8*29-
niaal zouden kunnen omspannen.
Deze 829 ringen, op elkander gelegd, zou
den een ring van 1*65 M.dikte.vormen. Het
gewicht van de dagelijksche behoefte aan
lucifers zou 300,000 K.G. bedragen, als men
rekent, dat 6000 houtjes ongeveer 1 K G.
wegen. Een kubieke meter populieronhout
weegt 300 K.G.er zouden dus 400,000 kub.
M. hout met een gewicht van 109* millioen
K.G. noodig zijn, om te voorzien in de be
hoefte van lucifers in Europa gedurende
een enkel jaar.
rijpe katoenvruchten oogst en de onrijpe
niet aanroert. Gemiddeld berekent men,
dut zulk een machine per dag 2500 tot 3000
pond katoen oogst, waarvan de onkosten
met inbegrip van het loon van den machi
nist onge'veer elf gulden bedragen. Werd
een zelfde hoeveelheid door menschenham
den gelezen, dan kon men daarvoor vier
maal zooveel rekenen.
Aan een artikel van <;Ir. J. U. fouten in
het „Maandblad voor Ziekenverpleging"
ontleenen wij heb volgende:
In het jaar 18S4 is door den krankzin-
nigen-arts Sanders geneesheer-directeur van
diet stedelijk krankzinnigengesticht Dalldorf,
bij Berlijn, een nieuwe methode tot voorko
ming en behandeling van het doorliggen in
zijn inrichting ingevoerd, welke methode
door hem van dien tijd af tot op heden on
onderbroken is toegepast. Hoewel ook en-'
kele andere gestichten gebruik van haar ma
ken, is zij toca nog zoo weinig algemeen be-'
kënd, dat het fneorendeel van dé talrijke'
DuitscJie en vreemde artsen, die in het.
jaar 1910 Dalldorf bezochten, nog nooit van!
haar hadden gehoord.
Alexande^ Zweig, thans assLt-ent-genees-
lieer bij Sander, -heeft in dat feit aanleiding
gevonden de in Dalldorf gevolgde methode',
uitvoerig in de „Deutsche MedizL.Aohe.
Wochenschrift'' te beschrijven. Aan dat ar-'
tikel is het volgende ontleend:
Deze methode berust in hoofdzaak" op de
aanwending van houtwol als onderlaag. De-,
ze houtwol is afkomstig van populieren-,
hout, dat op bijzonder geconstrueerde ma
chines wordt afgeslepen: dit afslijpscl^
wordt gezuiverd, van de hars ontdaan, met.
sublimaatoplossing gedrenkt en verkrijgt
ten slotte door een behandeling in speciaal1
daartoe vervaardigde machines een bepaal-,
den graad van wolligheid en elasticiteit. Zij;
is verkrijgbaar bij de firma Paul Hartmann,-
Heidenheim a. B., in Wittenberg.
Sander zelf beschreef de wijze, waarop,
men die houtwol aanwendt, ongeveer als
volgt;
„De zieke ligt direct op de houtwol, zon
der dat eenig ander material, hetzij lin
nen, hetzij gummi, hetzij wat ook, tevens
wordfc^gebruikt. In het ledikant, waarvai^
de bodem afgesloten en de zijkanten ver,
hoogd moeten ziju, wordt de houtwol losjes
tot een hoogte van ongeveer 25 c.M. opge^
•schud en op de plaats van het hoofd eei|
kussen neergelegd. Nu wordt de zieke to
bed gebracht en met een deiken toegedekt.
Men lette er dus wel op, dat men de hout^
-wol als zoodanig moet gebruiken en nie'
als opvulsel van een matras; dat elke an
<lere onderlaag moet worden vermeden. Hep
hemd kan zelfs worden uitgelaten, wan#
daar het plooit of zich rolt, geeft het dik
wijls de eerste aanleiding tot het ontstaajj
van decubitus. De houtwol is \ve_k, voegt
zich naar het lichaam, is elastisch en voelt
koeld aan. Als de patiënt eenigen tijd in bed
beeft gelegen en men neemt hem er dan
uit, ziet men een afdruk van het opper
vlak van zijn rug in de houtwol. De -..line,
welke de patiënt laat loopen, wordt door de
houtwol opgezogen; deze vochtige hoi4wol
wordt dan met een schepje verwijderd. Op
dezelfde wijze verwijdert men de ontlas
ting en de door haar bevuilde houtwol."
De houtwol zelf wordt tweemaal per dag.
flink lbt elkaar gehaald en opnieuw opge
schud, waarbij dan tevens de verbruikte
door versche wordt vervangen.
Het doel van de aanwending van de hout-,
- wol is duidelijk:
lo. het lichaam wordt tegen druk be
schermd
2o. urine en ontlasting wordend opgezo-
gen en kunnen gemakkelijk worden verwij-
derd.
Behalve de ligging in houtwol worden ge
regeld nog de volgende maat rev den toege
past: v
lo. ondergaan de patiënten dagelijks een
reinigingsbad
2o. worden de bedreigde plekken na dit
bad en na iedere verontreiniging ingewre- -
ven met azijn in water, nh.één eetlepel acid,,
acetic. dilut. (Pharmaoop. germani.opge
lost in één liter water. Kamferspiritus ia
veel. duurder en volgens Zweig volstrekt
niet beter dan deze oplossing.
Als er nu ondanks al die maatregelen-
toch. nog roode plekken ontstaan, dan krij
gen die patiënten ëen- a tweemaal per da^j
een kamillen-zit-;, respectievelijk kuipbad';
Zeig laao zijn patiënten geruimen tijd in-
zoo'n badin zware gevallen soms acht uur
per dag en dit de geheele week door.
Ontstaat ten slotte toch nog substar.tiëvér-
lies, dan wordt de wondepletk voor den tijd,
dien de patient niet in het bad vertoeft, v-
met zinkzalf ingewreven, echter zonder dat
er een verband op wordt gelegd.
De bovenvermelde wijze van behandelen
bleek voldoende te zijn voor al de gevallen
van decubitus, in de inrichting zelf
waren ontstaan.
Zweig gebruikt geen badkamillen, ">ch
een goedkoop soort kamillenthee
Het mahoniehout komt van verschillende
boomsoorten in West-In die en het tropische
gedeelte van het continent. Men kan twee
hoofdsoorten onderscheidenHonduras-
mahomehout en Cubaansch- of West-Indisch
mahoniehout. Beide worden weder, al naar
de standplaat? van den boom, in verschil
lende onderdeelen verdeeld. Het Hondu-
ras-mahoniehout ontleent zijn naam aan het
hoofdgebied van zijn afkomst en wel aan
de landstreken aan de Hondurasbaai, die
het meesté materiaal leveren. De voorra
den aldaar nemen echter, ten gevolge van
het onverstandige kappen, van jaar tot
jaar af. Tot de andere hoofdsoort, het Ja-
pansehe mahoniehout hehooren de kost-
baarste van alle mahoniehoutsoorten. De
hoofdstaanplaatsen hiervoor zijn de eilan
den Cpba, San-Domingo en de Bahama-
eilanden. In Mexico heeft men ook groote
mahoniehoutwouden ontdekt, waarvan het
li out zeer veel overeenkomst vertoont met
het Honduras-mahonie, Madeira-mahonie
of Cailcedra-hout komt van de westkust
van Afrika; Arenas-mahonie van Chili;
bastaard- of koloniaaj-mahonie is Austra
lisch Eukalyptus hout. Ook geeft men
veelal (hoewel zij vak een andere boom
soort stammen) den naam mahoniehout -en
cl na ruit verklaart zich de buitengemeen ver-
schillende kwaliteit van het hout. Gelijk
reeds gezegd werd, leveren de Westindisch'e
c-ilanden het beste mahoniehout; daarna
volgen met het oog op de k\yaliteit de
eilanden van de Hondurasbaai en eindelijk
Brazilië.
Het hout van den mahonieboom, en even:
goed van lederen boom, varieert in hooge
mate, hetgeen moet worden toegeschreven
aan de omstandigheden, onder welke de
boom groeit. Het verdient namelijk vermel
ding, dat de mahonieboom, hoewel hij nu
niet bepaald groote koude verdragen kan,
onder 2eer verschillende kliinatische om
standigheden gedijen kan.
HÜ grQftjfc^bijv. op den heeten, rotsigen
bodêm vaJtf tfïflöijda (Amerika); in andere
streken men hem zóó dicht aan de
kust der ^e^dai zijn bladen met zeewater
besproeid worden. Hij gedijt ook in gedeel
ten van Wë^Indië, waar zelfs zes maanden
van het jaai*«chtereen nauwelijks een drop
pel regeff ^aft. Men treft hem eveneens
aan langs, berghellingen en op den bodem
van rotsige -gebergten. Op zulke plaatsen,
Waar de bcxOrf lcöhgzaam groeit, is het hout
zwaar eri^rTjk "aan kleur en vlammen. In
heete tropische strekeh, waar een voort
durende ^v(?^\^éd; van- vochtigheid: naast
zeer veeK* étf, ititerst vruchtbare tuinaarde
voorhanden js^ÏÏe'eft de wasdom snel plaats
en het hout is dan zachter en licht fn van
geringe waarde; Men beweert wel eens, dat
een groove hoeveelheid van het in den han
del komende Iniahonfehoüt in werkelijkheid
Spaansch, cederhout is. Dit kan best waar
daaï*./di$ laatste, n.l. wanneer het af
komstig £b van een boom, die zeer lang
zaam gegroeid;js, nauwelijks van werkelijk
mahoniehout, is te onderscheiden.
Die bijzondere eigenschap van mahonie,
waardoor het allereerst de opmerkzaam
heid trok, zal wel de mooie kleur zijn ge
weest. In de,tropen heeft men witte roode,
•gele en zwarte houtsoorten, evenals de
huidskleur bij de menschenrassen. Veel tro
pische houtsóórten hebben eeü donkere
kleur; speciaal roode en bruine komen het
meest voor. Men ziet aldaar vloeren, die
afwisselend uit roode, witte en zwarte plan
ken bestaan. Het mahoniehout heeft alge
meen een min of meer lichtroode kleur, die
door de luchtr langzaamerhand donkerder
wordt. Hout, dat, versch gesneden, een vu
rig geelrood vertoont, gaat mettertijd over
in fraaie, donkerbruine tint; hout, hetwelk
een levendig roode tint vertoont op de
versche snede, wordt zeer donker of be
paald kastanjebruin.
Het hout mag echter geen doffe opper
vlakte vertopnende versch gesneden vlak
ken moeten reeds een duidelijk merkbaren
glanB bezitten.
In veel gevallen zal 't, na gewone zuivere
schaving, reeds een satijnachtig aanzien
hebbeniets, dat veel bijdraagt tot verhoo-
ging der fraaiheid. Bij sommige houtsoor
ten is de glans zoo buitengewoon, dat men
hem zelfs „vurig" zou kunnen noemen. Bij
ons geldt het mahoniehout als een zeer ge
waardeerd materiaal voor de meubelfabri-
catie. In de landen, waar het groeit, wordt
het voor alle mogelijke doeleinden gebruikt;
meerdere stukken, die hier nog een tamelijke
waarde zouden vertegenwoordigen, worden
daar door de inboorlingen als brandstof
gebruikt. Afval en minderwaardige stukken
worden in Jamaica bijv. dikwijls voor dak
bedekking gebezigd en zoo'n dak ziet er,
ook zonder dat het hout gebeitst of gelakt
is, bijzondér goed uit.
In het vaderland van den boom wordt het
ook veelvuldig voor vloeren verwerkt of
schoon het-in-dit geval mettertijd zeer glad
wordt.
De feiteD, dat het mahoniehout zulke bij
zondere eigenschappen bezit en er tevens
zoo fraai uitziet, hebben deze houtsoort
zeer gezocht gemaakt en het is dus geen
wonder, dat het algemeen geprezen wordt.
Het is zwaar, zeer hard, bezit een dichte
nerf,-is uiterst duureaam en neemt een fijne
politoer, aan.
Wanneer het goed uitgewaterd en ge
droogd is, is het weinig onderhevig aan
trekken en sé'heuren. Veel tropische hout
soorten. gebeuren heel gauw, wanneer zij in
een noordelijk klimaat zijn overgebracht.
Dat is bij mahoniehout niet het geval; het
is veel beter tégen allerlei klimaten bestand,
terwijl het door clen houtworm zelden wordt
aangetast. De. houtworm, voorkomende in
mahonie meubelen, vindt zijn oorsprong in
bet blindhout. Het goede mahonie bestaat-
meestal geheel uit kernhout en heeft in den
regel slechts een dunnen, gelen kring spin-
lióut. De jaa/ringen zijn bij den mahonie
boom dikwijls zeer onduidelijk; in veel ge
vallen ziet men de jaarringen zelfs"in het
geheel niet, en toch kunnen in één jaar
meerdere ringen zich vormen. Soms gelooft
men bij tropische hbutsoorten op het eerste
gezicht jaarringen te zien, terwijl het ia
werkelijkheid sléchts kleurige strepen zijn.
Mahoniehout, moet eerst een weinig uit
drogen, opdat, het in water goed drijve.
Soms wordt deze boom eenigen tijd vóór
bèt vellen gedeeltelijk ontschorst er menig
maal laat raemüe stammen ook in het woud
drogen. Voor -het geval, dat men eerst©-
klarSse:hout voor den bouw van booten ge-
hruiken wil, laat men het geruimen tijd in
een moerassigen bodem liggen. Op deze
wijze droogt hét zeer langzaam, waardoor
men een houtsoort van voortreffelijke kwa
liteit verkrijgt.' Het hout-heeft geen bijzon
deren reak noch siiiaak; het- kleurt het;
water iicht-rood.
Er beötaat vanouds een gewoonte óm
voedingsmiddelen, die men in winkels
koopt of die men voor een of ander doei
met zich wil medevoeren, in oud' papier te
wikkelen.
De raëeste -winkeliers in de steden ge
bruiken voor het beoogde doel wel nieuw
papier, dat dan tevens een adres of re
clame-opschrift draagt, maar zij doen het
nog niet algemeen. In kleine Winkels daar
en op het platteland blijft men het voor-
deeliger vinden een of ander stuk papier
te gebruiken. Zeer veelvuldig gebeurt dit
laatste in_het huisgezin, wanneer eetwaar
moet worden ingepakt.
Moge dit oude papier, als het dient om
droge groenten te bevaiten of eetwaren, die
gekookt worden alvorens mén ze nuttigt,
weinig kwaad doen, geheel anders wordt
het, als in dergelijk papier voedingsmidde
len gewikkeld worden, die rauw worden ge
geten of te voren reeds gekookt zijn, zooals:1
kaaa, worst, ham enz. In deze gevallen kua-
nén zich ten opzichte der gezondheid na-
deelige, soms zelfs noodlottige gevolgen
voordoén, want het papier van oude, soma
herhaald gelezen couranten* hand elsbo eken,
gedrukte oude boeken, enz. wordt er voor,
gebruikt. Het ligt voor de hand, dat deze i
voorwerpen'vroeger door een of meer por-',
fionen kunnen zijn gebruikt, die door hun
aanraking het papier met ziektekiemen
hebben, besmet.
Ten bewijze hiervan behoeft slechtst te
worden gewezen op verscheidene bekende1
gevallen van verspreiding van roodvonk
door middel van brieven, geschreven door;
herstellenden van deze ziekte, of door
middel van boeken uit leesbibliotheken,
welke in besmette woningen waren gele
zen.
Het laat zich verder gemakkelijk denken,
dat dergelijk oud papier geruimen tijd hier
of daar in een hoek heeft gelegen en met
stof uit de omgevende .lucht is beladen n
men weet, dat de lucht nagenoeg overal en
altijd ziektekiemen van allerlei soort bevat.
Kan bedoeld oud papier ook niet bewaard;
zijn veest in een vertrekt waar zieken
aanwezig waren, lijders aan roodvonk, ty-
'phus, diphÖierie, enz.? Hoe gemakkelijk
van daaruil ziektekiemen zich verspreiden
kunnen, lëeren ons de gevallen van besmet-
ting door boeken uit leesbibliotheken.
Bij dit alles voegt zich nog de mogelijk
heid, dat, bij het bereiden van het papier,
kleur- en verfstoffen van vergiftigen aard'
gebruikt zijn, en dat dikwijls de lezers het
met de zindelijke behandeling dier papieren
niet zoo nauw nemen. Het is daarom wei
gemotiveerd tot voorzichtigheid te manen.
Men meene niet, dat bedoelde bezwaren
van denkbeeldige^ aard .zijn of slechts op
theoretische beschouwingen berusten, In
ver^cbeidène Fransohe steden heeft men te
gen de gevaren van het verspreiden van
ziekten door middel van oud papier, dat
gébruikt Wordt om voedingsmiddelen te ver-
pakkèn, i verordeningen in het leven ge
roepen. Deze verordeningen zijn eerst vast
gesteld, nadat de noodzakelijkheid daarvan
gebleken wa* en na de onderzoekingen van
den directeur van het gemeentelijk labo-