u\ 15825
V rijdag 22 ^epteinl>eï».
A0. 1931
<§eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (gpn- en (feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Vergiffenis aan alien.
PRIJS DER ADTERTENTIEN:
Van 18 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere lettere naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën Tan 80 noorden 10 Oents oontantelk
tiental noorden meer 10 Oents. -Voor het inoaeaeeren wordt/10.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per neek 9 Oents; per S maanden s f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en naar agenten gevestigd syn l 1.30,
Franco per post z 1.65.
De nieuwe zittingsperiode is gisternamid
dag weder ingeluid. De nieuwbenoemde le
den, die op Dinsdag 5 September nog zoo'n
beetje het terrein leerden verkennen, toon
den, voor zoover aanwezig, zich al thuis en
hebben zelfs aan de beraadslagingen deelge
nomen. De agenda had behoudens het laat
ste punt echter heel weinig te beteekeiucn
jen de verordening, regelende de belasting
op de publieke vermakelijikbeden, is al weer
wij durven niet meer zeggen voor de
hoeveelste maal blijven liggen. Er wa-s
(gft^beran töjd genoeg voor beschikbaar
maar nu kwam een door den Voorzitter van
den heer Aalberse ontvangen brief een
spaak in het wiel stejken.
De heer Aalberse is afgevaardigde van de
Regeering op het Internationaal Midden-
standscongres, kon de vergadering dus niet
bijwonen en hij zou, waar ook de heer Meu-
ieman niet meer op het appèl kon zijn, toch
gaarne het met dezen ingediend amende
ment willen toelichten. De Voorzitter liet
de beslissing aan den Raad over en deze
stemde zonder aarzelen toe. Wij meenden
op sommige gezichten ontspanning te be
merken zelfs; een bewijs dat de aardigheid
«r bij velen af is. De Voorzitter zeide, dat
hij dit punt nu weer op de agenda zou
plaatsen voor die volgende, over twee we
ken te houden vergadering. Reeds eerder
had hij gezegd, dat op deze zitting het
Voorstel tot wijziging der verordening op
de heffing van den hoofdelijken omslag in
behandeling zon komen, waaraan ook nog
al Iets te kluiven 6chijnt, vooral als er zoo
als wij verwachten een of meer amendemen
ten op worden ingediend. Men zal verstan
dig doen dien dag niet meer hooi op den
yodk te nemen. Want kleine schijnbaar on
beduidende onderwerpen kunnen de heeren
ook nog wel eens lang bezig houden. Onin-
gewijden zullen, allerminst hebben gedacht,
dat voor het verzoek van den onderwijzer
Martin, benoemd tot tijdelijk leeraar aan
het gymnasium te Doetinohem, om een jaar
verlof of, zoodat niet kon, met 1 Oct. eer
vol ontslag uit zijn tegenwoordige betrek
king, zoolang zou worden gepraat.
De reden waarom dte heer Martin een
jaar verlof vroeg, was niet om als Doetin
ohem hem of hij Doetinchem niet bevalt,
.weer te kunnen terugkeeren, doch vond zijn
grond hierin, dat gedurende zijn tijdelijke
functie de pensioenaanspraken voor de twin
tig dienstjaren, die hij achter zich heeft
andjers zouden verloren gaan. B. en Ws,
die een benoeming van een tijdelijk onder
wijzer in zijn plaats niet in het belang der
gemeente achtten, wisten er anders geen
weg op, zonder de wet of verordening ge
weld aan te doen en daarvoor zijn zij
ook Burg. en Wethouders dat
laatste wilden zij niet. Drong de Raad hun
zulks op, dan zouden ze er zich bij moeten
toeerleggen.
De Raad heeft op initiatief van het
nieuwe lid prof. Heeres, die hierbij toonde
een. kalm, zakelijk spreker te zijn, getracht
de verordening bij het geval te doen aan
passen. Dit gelukte echter niet en daarom
heeft men ten slotte op voorstel van den
heer Briët verlof voor een jaar verleend en
het ontslag op 1 Oct. 1912 laten ingaan.
Men zal nu voor dit jaar het met een tij
delijke leerkracht moeten doen, waar B. en
Ws. eerst bezwaar tegen 'hadden. De (kans
voor den voor een jaar benoemde blijft ech
ter zoo groot om daarna vast te worden
aangesteld, dat het degelijke onderwijzers
niet behoeft te weerhouden te sollioiteeren.
Het eert intus6ohen den Raad, dat hij
zich zoo heeft afgepeinsd om de belangen
van een persoon in overeenstemming te
brengen met het gemeentebelang. Men had
zich ook op het enge standpunt van het
gemeentebelang alleen te dienen, kunnen
plaatsen, tot mogelijk nadeel van den heer
M., die den Raad nu wel erkentelijk zal
zijn.
Yan eenige beteekenis was ook nog het
voorstel tot aankoop van het gymnastiek
lokaal aan de Pieterskerkgracht voor
f 20,000. Dit punt kwam ook reeds eerder
op de agenda voor, dooh werd toen terug
genomen. Men vreesde van de zijde van B.
en Ws. blijkbaar oppositie en deze zat toen
ook werkelijk in de lucht en daarom wilde
men den heer Korevaar er dan liefst bij
hebben. Ditmaal kon deze wethouder hoewel
hij gelukkig steeds vooruitgaat, er nog niet
zijn.. De verdediging was evenwel oclk niet
noodig, want de Raad maakte geen enkel
bezwaar. Het nieuwe lid de heer Boter-
mans, voor wien dit voorstel er nu ook juist
een was om er over te oordteelen, „advi
seerde" in een kort speechje tot aankoop.
Het pand was waarlijk niet te duur, de
ruimte was groot en de looaliteiten waren
vrij goed, zei hij.
Hiermede was de vergadering aan het
eind gekomen. Doch bij de rondvraag moest
de heer Vergouwen nog even zijn, voor de
Leidsche Hoogeschool, van liefde blakend
hart, luchten naar aanleiding van de klaoht
door prof. Blok in zijn rectorale rede ge
uit, als zouden de Leidsche universiteitsin-
stellingen in de gunst der Regeering moe
ten achterstaan bij die van andere univer
siteiten.
Als dat zoo was, dan wilde hij, dat ook
de gemeenteraad zijn stem zou laten hoo-
ren. Het gold hier immers ook een ge
meentebelang.
Het zeer verzorgde toespraakje de
spreker Jas het van het papier, wat wij van
hem anders niet gewend zijn had iets
van een toast, en verkreeg dan ook bijval
in den Raad.
De Voorzitter, die als curator onzer Hoo
geschool anders wel zal weten voor hoever
prof Blok's klacht gegrond is, liet zich er
niet over uit. Hij dankte alleen den heer
Vergouwen voor zijn enthusiaste woor
den, en verklaarde mede namens de wet
houders de oogen te zullen openhouden
voor de behartiging der belangen van onze
Universiteit.
Ook ons had de klacht van den rector-
magnificus getroffen, doch we kunnen nog
niet gelooven dat er bij onze Regeering
eenig opzet in het spel is, om de Leidsche
Universiteit stiefmoederlijk te behandelen.
Er zal ook elders wel iets te wenschen
overblijven. Wij staan nu voor de stichting
van een nieuw Ziekenhuis, waar millioenen
mee gemoeid zullen gaan. Wanneer daar
mee wordt begonnen mogen we voorloopig
tevreden zijn.
En de groote kostbare gebouwen maga
zijnen noemde prof. Blok ze die op het
Van-der-Werf-park zijn verrezen en nog
zullen verrijzen, gêtuigen waarlijk met van
overdreven zuinigheid- Bovendien het Rijk
heeft het ook maar niet voor het opschep
pen.
En bovendien als Ouratoren en Senaat,
als onze afgevaardigde ter Tweede Kamer,
gerugsteund ongetwijfeld door zijn collega
voor Almeloo, die als geboren Leidenaar
en inwoner, zeker ook veel voor de hooge
school voelt, de Regeering niet kan bewegen
Leiden recht te doen weervaren, dan zal
een adres van den gemeenteraad het ook
wel niet kunnen. Overigens willen ook wij
de in ieder geval goed bedoelde uiting van
den heer Vergouwen zeer waardeeren.
Bij den aanvang der zitting werden eeni
ge mededeelingen gedaan van ingekomen
stukken, die onze lezers in het verslag heb
ben kunnen vinden. Daarbij waren er weer
een aantal verzoeken, waaruit blijkt dat de
gemeentelijko molen weer heel-wat te ver
malen zal krijgen. Dat met het verzoeken
ook wel eens te lichtzinnig te werk gegaan
wordt, bleek uit een schrijven van den Ned.
Slachtveeverzekering, dat zij toch maar
geen gebruik zal maken van het haar toege
staan terrein op de veemarkt voor den
bauw van een kantoortje.
Daar hebben Burg. en Weths. met ver
schillende ambtenaren heel wat werk
aan gehad, de Raad heeft er ampel en
breed over beraadslaagd, het bestuur van
de bui ten-sociëteit „Amicitia" is er aan te
pas gekomen, en per slot van rekening
alles voor niets.
De Voorzitter gispte terecht zulk een
lichtzinnige wijze van doen.
Aardig was de attentie van ds. Boss, te
Berg-Ambacht, die de gemeente voor het
Oud-Archief aanbood een fraai exemplaar
van het stamboek der oude Leidsche fami
lie Van Leeuwen van Duyvenbodë. Daarop
past een hartelijk bedankje, dat den schen
ker dan ook schriftelijk zal worden gezon
den.
Leiden, 22 September.
In een gisteravond gehouden vergade
ring heeft de Uni-libsrale kiesvereeniging
„Thorbecke" tot oandidaten voor den ge
meenteraad gesteld in district I (vac. prof.
Wildeboer) den heer H. W. Fischer gep.
majoor der genie O.-I. leger, en in district
III (vac. dr. Meuleman) dr. G. M. Krui
mel.
Uit het Feesfc-iP'rogramma van de vie
ring van het 40-jarig bestaan a'er Vereen i-
ging Musis Sacrum", blijkt dat de fees
telijkheden geregeld zijn als volgt:
Zaterdag 23 September 's namiddags te
halftwee: Wedstrijden voor kinderen van
leden: Meisjes van 1114 jaar: Wedloop
met 3 ballen op een blad. Jongens van 11
14 jaar: Zakloopen. Meisjes van 710 ja-ar:
Touwtjespringen. Jongens van 710 jaar:
Houtjesrapen. (Voor elke af deeling zijn 4
prijzen uitgeloofd.) Stoelenloop voor alle
categorieën.
Bij gunstig weder in den Tuin, bij ongun
stig weder in de Sociëteitszalen.
Traktatie der deelnemende kinderen, om
megangen, prijsuitdeeling, enz., alles opge
luisterd door de Muziek van de Kleine Ka
pel van het Leidsch Muziekkorps.
's Avonds 8 uren: Feestooncert door het
Haarlemsch Muziekkorps (Strijkorkest), on
der leiding van den Heer C. P. W. Kriens.
In de pauze: Receptie door het Bestuur
tot ontvangst der gelukwenschen van de
Feestcommissie en van de leden van „Mu
sis Sacrum".
De Tuin zal feestelijk versierd en k gior-
no verlicht zijn en daarin zullen aanwezig
zijn van wege „Musis Sacrum:" Een Bloe
mentent en een Champagne-Bar, verder:
poffertjeskraam van mejuffrouw Epskamp,
Gebak-, chocolade- en ij stent van Dietrich,
sigaren- en sigarettentent van J. E. Zirk-
zee.
Bij onverhoopt ongunstig weder heeft het
concert in de Sociëteitszaal plaats.
Avonds 11 uren: Bal in de Sociëteits
zaal onder leiding van den Ballet-meester
H. J. van Leeuwen Jr.
In de Balpauze bestaat gelegenheid te
soupeeren.
Bij de alhier gehouden verkiezing van
leden en plaatsverv. leden voor de Com
missie van Onderzoek bedoeld in art. 22
van het Reglement voor de werklieden in
dienst van de gemeente Leiden (inzake
ttrafgeschillen) zijn benoemd als leden A.
Segaar on J. van Weizen; als plaatsvervan
gende leden J. J. Limburg en C. du Croix.
De voorzitter der Eerste Kamer heeft
medegedeeld, dat het zijn voornemen is op
3 Oct. a. s. de Kamer weder bijeen te roe
pen, om te behandelen de Arbeids- en
Steenhouwerswet, zoomede het wetsont
werp betreffende de exploitatie van den
spoorweg GoudaSchoonhoven.
Beroepen is bij de Ned.-Herv. Gem. te
Benthuizen de heer A. H. J. G. van Voörb-
huizen, cand. te Edete Sohore en Vlake
(toez.) ds. S. IJbema, te Nieuwkoop.
Bij de Geref. Kerk te Utrecht ds. J. E.
Goudappel, te Dieren; te Kampen ds. G.
H. Kersten, te Rotterdam.
De Koningin heeft voor den herbouw
der afgebrande kerk te Vlissingen een gift
van f 300 gezonden.
Prins Hendrik bracht gistermiddag
een bezoek aan kapitein G. Jansen, van
de Zuid-Hollandsche Redding-Maatschap
pij, bekend door zijn moedig gedrag bij de
ramp aan den Hoek van Holland. Kapitein
Jansen vertoeft met verlof, wegens ziekte,
te Ugehelen bij Apeldoorn, wat de Prins
aan den Hoek van Holland te weten kwam.
Tot leden van het hoofdbestuur van
het Nederlandsch Onderwijzersgenootschap
zijn de 4 aftredende hoofdbestuursleden,
de heeren H. J. Bon, M. H. v. d'. Horst,
Th. Lancée en J. B. Wolthuis bij enkele
candidaatstelling herkozen.
De Koningin en Prins Hendrik met
gevolg zullen Zaterdagnamiddag per ko
ninklijken extratrein te 4 u. 38 min. van
het manoeuvreterrein op Het Loo terug
keeren.
Maandag zoo wordt aan „Het Huisgezin"
gemeld, begeeft Hare Majesteit zioh op
nieuw naar het manoeuvreterrein. Vertrek
van den extrartrein om 9.32 uit Utrecht,
10 uur aankomst te Geldermalsen.
Terug naar Het Loo: Dinsdagvoormiddag
om 10 uren uit. Geldermalsen; 10.28 aan
komst te Utrecht.
Naar „De Stand." verneemt, heeft
de huishoudelijke commissie van den Ker-
kcraad der Ned.-Herv. Gemeente te Am
sterdam geweigerd de Nieuwe Kerk af te
staan aan de Ned. Zeudingsconferentie,-
welke Maandag a.s. en de volgende dagen
in de hoofdstad gehouden wordt, om reden
daar ook predikanten van andere Kerk
genootschappen het woord zullen voeren.
De Zendiingsconferentie zal nu vergade
ren in de Luth. kerk aan het Spui.
Bij beschikking van den minister van
landbouw, nijverheid en handel zijn, voor
het tijdvak van 20 September 1911 tot en
met 31 Augustus 1912, benoemd tot tijde
lijk leeraar aan de
a. Rijkstuinbouwwintersohool te Boskoop
W. L. Thieme, te Rotterdam, en Chr. Kokj
te Leiden;
b. Rijkstuinibouwwinterschool te Naald-»
wijk, H. Jansonius te Rotterdam, en H.
Wildschut, te Honselersdijk.
HAARLEMMERMEER. Door mr. C. J.:
Boerlage, notaris te Heemstede, werd in
hotel Beurs", te Hoofddorp, publiek ge
veild de hofstede „De Boterbloem" met wo*
ning Schuur, enz., en 39 H.A. 33 c.A. bouw
en weiland. In massa werd geboden f 01,903
epi gemijnd op f 600 voer den tegenwoor-
digen huurder D. Houtkooper, die daarj
door koopeï werd voor f 62,503.
Gisteravond hield de afdecling Haar--
lemmermecr van „Het Witte Kruis" een le<
den vergadering in hotel „Beurs" tc Hoof<L
dorp. Als afgevaardigden naar de aJge-
meene vergadering te Amstea*dam werden
gekozen do heeren S. Silver en D. Treur".
De heeren B. Biesheuvel en J. H. M Evc^
lein .die als bestuursleden periodiek aftra-i
den, stelden zich niet weder herkiesbaar.
Gekozen werden in hun plaats de heeren S.
Silver en P. A. Troost. Besloten werd nog
aan een patiënt, die verpleegd wordt an,
„Oranje-Nassauoord", een subsidie voor ver-*
pleging toe te kennen van f 2 per week,
gedurende een halfjaar. Reeds werd gedu-j
rondo een halfjaar een subsidie van f 3 peü?
week verleend. Bij de rondvraag kwam de
waternood ter sprake, die in onze gemeente
geheersoht heeft. Door het bestuur zullen,
pogingen gedaan worden het water der ge-
meontepomp te Hoofddorp voor gebruik alë
drinkwater geschikt te maken.
Da bietencampagne is begonnen. Reedd
is gisteren de eerste schuit met bieten uit
onzen polder geschut en naar Halfweg gej
transporfceerd. Te Hoofddorp ligt de anders*
stille genie vaart vol wachtende schepen en;
deze vormen een ware vloot. De regen der,
laatste dagen heeft het rooien der bieten,
die wel Jngemefcseld schenen, mogelijk ge-;
maakt, ofschoon het toch nog heel wat be^
zwaar ondervindt door de hardheid van den;
bodem.
HILLEGOM. Op de algemeenc begraaft
plaats alhier werd hegraven het jongetje,
dat Zondag onder een auto werd doodga
reden. De belangstelling \en de deelneming
waren buitengewoon groot. Achter den bej
grafenisstoet volgden de kinderen der klasse,
waarin Adriaan Griekspoor heeft gezeten-;
Ook een vijftal onderwijzers van de O. L.
S. waren tegenwoordig. Ds. van den Bos,
van Nieuw-Vennep, sprak hij het graf. Ba
ron Van Hardenbroek legde een krans op
het kistje.
KATWIJK-AAN-ZEE. Gisteravond te z&i
ven uren geraakte een motorwagen der eleoi
£8)
„Maar...' *t ia Téphany I" riep Mary
Machin uit.
„Nu," zei Téphany het volgende oogenblik
tot Carne, „u zei, dat u my wel eens io het
Bretonsche kostuum zou willen zien, en hier
ben ik nu, gereed om nog een gavotte te
dansen."
„Hoe verzin je het toch, Téphany? En dan
in het bjjzyn van al die ruwe menschenl"
„'t Zjjn mjjn landgenooten en ze zyn niet
ruw. Ze zien me greag in deze kleederdracht."
Zy streek met de hand over haar zwaren,
zwaiten, mot bandfluweel voreierden rok en
de doorscby'nende schort.
„Wie zou dat niet?" vroeg Carne.
„Kom, laten we gaan dansen," zei Téphany.
Verder in de straat weerklonk weer de
meeeleepende dansmelodie. Mary schudde het
hoofd en volgde Téphany en Carne met de
oogen, totdat zy zich by de dansenden op het
marktplein hadden gevoegd, waar een dichte
menschenmenigte was samengestroomd.
„Mooi paaii" zei Johnnie Keats, die Mary
gezelschap hield. „Carne is nu in zyn element.
Kyk, daar heb je den Hermiet ook ai. H(j
ziet er uit alaof by een spyker ïd zyn schoen
heeft."
Middon in het gedrang stond Michael, met
zyn forsche, hooge geBtalte wel een half hoofd
boven de boeren uitstekende.
„Ja, hy is het," beaamde Mary, zich af
vragende of Téphany hem gezien zou hebben
Maar Téphany had Michael niet gezien. Met
de kleederdracht scheen zy ook het karakter
en h.t temperament van de op pret beluste
meisjes van Pont-Avon te hebben overgenomen.
Carne zette zijn beste beentje voor en praatte
vrooiyk en opgewekt. Téphany luisterde en
lachte om zyn greppen. In één oogenblik wes
zÜ weer een kind van vyftien jaar geworden.
In haar jeugd had zy de gavotte ontelbare
malen meegedanet en het Bretonsche kostuum
gedragen, waarin haar lenig, slank figuurtje
zoo voortreffelyk uitkwam. Zy hoorde den
bard, wiens luide stem de dansmuziek over
stemde, een ander lied zingen. En zy voelde
haar hart wild kloppen, maar niet minder
wild klopte het zyne.
„Wat is het heeriyk jong te zynl" fluis
terde hy.
Op dit oogenblik werd zy opeens Michael
gewaar, wiens zombere oogen niet van haar
afgingen.
„O!" riep zjj uit.
„Heb ik u pyn gedaan?" vroeg hy teeder.
„Neen, neen. Maar laten we nu maar uit
scheiden."
Carne merkte, dat haar oogen bun gloed,
en haar stem haar vroolyken, helderen klank
verloren had. Michael bad hy niet gezien en
ai was dit wel het geval geweest, dan nog
zou hy diens verschyning Diet in verband
hebben gebracht met de plotselinge verande
ring in Téphany's houding. Hy dacht, dat zy
misschien vermoeid of duizelig was. Het was
dan ook wèl warm. Hij bracht haar naar een
beschaduwd plekje onder de boomen en vroeg
haar ol hy een stoel voor haar wilde gaan
halen.
Téphany knikte vermoeid van ja.
Dus Michael bad haar gezien. Waarom was
by naar Kiec gegaan? Na wat er Biochta
vier en twintig uren geleden was voorgeval
len moest hy haar nu natuurlijk harteloos
vinden. Na een slapeloozen, vresselyken nacht
was zy tot de overtuiging gekomen, dat de
kop klaarbiykeiyk onder artisten een zeer
bekend beeld door Michael was gekocht,
omdat het op een of andere mooie vrouw
uit Tannes leek, die Michael in een poel van
zonde en ellende had gelokt. Maar in weerwil
van deze voor de hand liggende verklaring
kwelde haar toch de bange gedachte, dat de
vrouw, die dood uit de Seine was opgehaald,
en degene, die gestaan had tusschen haar en
den men, dien zy liefhad, één en dezelfde
persoon was Hierover kon zy niet doordenken.
Laat in den nacht viel zy in slaap. Toen zy
in de frissche koelte van den heerlyken zomer
morgen ontwaakte, legde zy wel de gelofte
af al die droeve hersensohimmen eens en voor
aityd van zich af te schudden; maar in weer
wil hiervan riep één blik op Michael alle
sombere schrikbeelden van den nacht weer
wakker. Toen Carne na een poos terugkwam
met een stoel, was Téphany bjjna onbeleefd
tegen hem.
Maar toch ging zy zitten en Carne bleef
naast haar staan en keek naar de dansende
paren. Yoornameiyk keek hy naar de meisjes,
in de hoop een volmaakt goed model te vin
den, dat zooveel schilden tevergeefs zoeken.
Téphany voelde den ougegronden afkeer, dien
zy een oogenblik van hem had gevoeld, weer
vermindoren. Het was tactvol en kiesch van
hem, niets te zeggen. Had hU begrepen, dat
zy verlangde een poos met rust te worden
gelaten
Maar spoedig begon zy ongeduldig te worden,
niet omdat hy bleef zvrygen, maar omdat zjj
stil moest bljjven zitten. Zou Michael weer
weg zyn gegaan? Was by alleen? Zou zy
met hem spreken? Zy sprong op.
„Laten we een beetje beweging nemen."
„Wandelen of daneen?" vroeg Carne ernstig.
„Liefst wandelen."
Niet dan met moeite baanden zy zich een
weg door de menigte en bsreikten eindeiyk
de plek, waar Michael had ge3taan. Hy was
weg. Téphany bleef nog goruimen tyd met
Carne rondwandelen, onder voorwendeel de
kraampjes en de menschon te willen zien,
maar in waarheid om niets anders dan om
Micbael te zoeken Zy kwam den pestoor tegeD,
die haar vrlendelyk groette. Toch durfde zy
hem niet vragen of hy Michael eomt gezien
had. Bovendien was zy er van overtuigd, dat
Michael nu wel weg zou zlju.
Toen zy op de markt kwamen, ontmoetten
zy Johnnio Kaste en Mary. Zy verwisselden
nu van cavalier. Téphany wandelde weg met
Keats, en Cams en Mary Machin bleven by
elkander. Als gewoonlyk begon Keats over
zyn vriend te spreken.
„Carne en u waren toch zoo'n mooi paar,"
begon hy.
Téphany lachte. Toon vroeg zy ernstig:
„Praat u wel ooit over u zelf, mynheer
Keata?"
Zy zag hem oplettend aan. Zeker, leeiyk
was hymaar hU had heldere, prettige, blauwe
oogen, die veel goed maakten.
„Over myzelf praten? Neen," zei hy.
„Iemand met mUn naam on mijn gezicht,
hoe kan die nu over zichzelf praten? Dat
zou een Al te oninteressant gesprek worden.
Weet u hoe de anderen ons noemden, toen
we samen by Julien werkten? Raak en Mis.
Die is goed, bè?"
„Niet heel vriendelyk en bovendien onwaar."
„Neen, heel juist. Alles, wat hy doet, is
oitifd goed getroffen en ik, ik sla aityd mis.
Ia het met u en juffrouw Machin ook niet
*00? In de groote aangelegenheden van het
leven bent u geslaagd en zy niet."
„De groote aangelegenheden?" Téphany
knikte peinzend. Zeker, er kon eon parallel
worden getrokken tusschen Carno en zyn
satelliot eenerzyds en haar zelf en Mary ander-
zyds. „Maar, mUnheer Keats, do groote aan
gelegenheden brengen geen geluk aan. Juf
frouw Machin ie een van de gelukkigste
menschen, die Ik ken. En u... n zioterook
allesbehalve ongelukkig uit."
„Ik ben ook zoo gelukkig als 't maar kan,"
zei Keats. „Maar, lieve help I Wie is dat?"
Hy keek met afgryzen naar een oude vrouw,
die, smoordronken, met de kap scheef op het
hoofd en een vuilen, gekreukten omslagdoek
om, tegon den muur tuimelde. Zy lachte en
zong met heesche stem een liedje.
„Het ls vrouw Pouldour," zei Téphany.
„Och hemel I"
„Kent u haar? Willen we niet liever heen
gaan? Ze is zoo weerzinwekkend"
„'t Arme sohepsei I" mompelde Téphany.
„Wat Is zU veranderd I Zy zal me wel niet
herkennen. Maar zy moest iemand hebben om
voor haar te zorgen."
„Ik geloof, dat zy dat wel heeft," zei Keats.
Juist kwam er een meisje den hoek om,
dat de oude vrouw by den arm nam, haar
overeind hielp en met radde tong en in het
Bretonsche dialect met haar begon te praten,
,'t Is net een pei zik I" riep ds jonge man uit.
Het meisje was van een type, dat zeldzaam
was in de streek. Ofsohoon zy de zachte,
ivoorkleurige gelaatstint had, die soms duidt
op een armbloedig gestel, scheen zy toch
krachtig en gezond.
(Wordt vervolgd.!