N». T58T3
Vrijdag 8 ;8>eptemï>ei%
A°. 1911.
§eze tgourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Vliegen over Leiden
Officieel© Kennisgeving.
FEUILLETON.
Vergiffenis aan allen.
IEIISCH
PEIJS DER AD YERTENTIEN
Von 16 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters noot
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant i elk
tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaeseeren wordt/10.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents: per 3 maanden 1.10.
Bciten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd tijn 1.30.
Franco per post 1.65.
Lütge heeft gisteravond gevlogen van
(Noordwijk naar Katwijlk en van daar naar
JLeiden.... neen, hij is teruggekeerd. Durf-
'd e hij niet over de stad? Waarom ging hij
iterugï
Ziedaar altemaal vragen die onze abon-
ÏLÓb zich zullen stellen, maar waarop zij,
Evenmin als wij, een juist antwoord zullen
Icunnen geven I
Van den vlieger, nodi van zijn secretaris,
die verklaarde zijn gevolmachtigd© te zijn,
hebben wij noch gisteravond, noch vandaag
feenig teeken van leven vernomen.
Algemeen zegt men, dat hij vanavond
ftveer. Ral opstijgen, maar de verantwoorde
lijkheid daarvoor nemen we niet op ons.
Vliegeniers behooren tot een ras van
Raadselachtige menschen.
De Burgemeester en Wethouders van
jLeiden doen te weten, dat door den Raad.
flier gemeente, in zijn vergadering van den
8de n Juli 1911, is vastgesteld de volgende
■Verordening
VERORDENING,
Regelende de heffing van schoolgelden aan
hét Gymnasium, de Hoogere Burger
school voor Jongens en de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes te Leiden.
Art. 1.
Ter tegemoetkoming in de kosten van heb
Gymnasium, van de Hoogere Burgerschool
voor Jongens en van de Hoogere Burger
school voor Meisjes wordt voor iederen
leerling, die aan een dezer inrichtingen
Onderwijs geniet, een schoolgeld geheven.
Art. 2.
Aan het Gymnasium bedraagt het
Schoolgeld
a. voor de leerlingen, die alle lessen
Volgen, f 100 per jaar;
b. voor de bijwoning van de lessen i n
énkele vakken, wanneer de lessen
gegeven worden éénmaal 's weeks, f 15 per
jaar;
wanneer de lessen gegeven worden twee-
tnaail 's weeks, f 20 per jaar;
wanneer de lessen gegeven worden drie-
Jnaal 's weeks, f 25 per jaar;
wanneer de lessen gegeven worden vier
of meermalen weeks, 30 per jaar.
Art. 3.
Aan de Hoogere Burgerschool
Voor Jongens bedraagt het school
geld:
a. voor de leerlingen, die alle lessen
Volgen, f 60 per jaar;
b. voor de bijwoning van de lessen i n
enkele vakken, wanneer de lessen
gegeven worden éénmaal 's weeks, 10 per
jaar;
wanneer de lessen gegeven worden twee
maal 's weeks, f 15 per jaar;
wanneer de lessen gegeven worden drie
maal 's weeks, f 20 per jaar;
wanneer de lessen gegeven worden vier
of meermalen 's weeks, f 25 per jaar.
In afwijking van het bepaalde bij het
eerste lid van dit artikel bedraagt het
schoolgeld voor leerlingen, wier ouders of
verzorgers in een andere gemeente wonen
en die niet zelf hun voortdurend verblijf
in de gemeente Leiden hebben, voor zoover
althans met het bestuur dier gemeenten
geen overeenkomst is gesloten, krachtens
v/elke leerlingen uit die gemeente tegen be
taling van het gewone schoolgeld moeten
worden toegelaten, voor iederen leerling
f 90 per jaar meer dan volgens de bepalin
gen dezer verordening voor de Leidsche
leerlingen verschuldigd is.
Art. 4.
Aan de Hoogexe Burgerschool
voor Meisjes bedraagt het school
geld voor de leerlingen, ingezetenen der
gemeente Leiden, die alle lessen volgen,
wanneer haar ouders of, wanneer zij meer
derjarig zijn, zij zelf in de plaatselijke di
recte belasting zijn aangeslagen:
naar een inkomen beneden f 3000 f 60 per
jaar,
naar een inkomen van f 3000 tot f 5000
f 75 per jaar,
naar een inkomen van f 5000 tot 8000
f 100 per jaar,
naar een inkomen van f 8000 en daarbo
ven f 125 per jaar.
Wanneer de in het eerste lid bedoelde
aanslag niet of nog niet heeft plaats gehad,
wordt het inkomen, waarnaar heb school
geld betaald wordt, door Burgemeester en
Wethouders geschat.
Voor de bijwoning van de lessen in en
kele vakken is verschuldigd, wanneer
de lessen worden gegeven:
éénmaal 's weeks 20 pCt. van het school
geld volgens het eerste en tweede lid;
tweemaal 's weeks 25 pCt. van het school
geld volgens het eerste en tweede lid;
driemaal 's weeks 30 pCt. van het school
geld volgens het eerste en tweede lid;
vier of méérmalen 's weeks 40 pCt. van
het schoolgeld volgens het eerste en twee
de lid.
Voor minderjarige leerlingen, wier ouders
overleden zijn, wordt het schoolgeld bere
kend naar liaar eigen inkomen op den bo
venvermelden grondslag; voor leerlingen,
die wel zelf haar voortdurend verblijf in
de gemeente Leiden hebben, dooii wier
ouders of verzorgers in een andere ge
meente wonen, zullen in plaats van den aan
slag in de plaatselijke directe belasting tot
grondslag der berekening van he' school
geld strekken de omtrent het inkomen van
de ouders of leerlingen door Burgemeester
en Wethouders verkregen inlichtingen.
Voor leerlingen wier ouders of verzor
gers ia een andere gemeente wonen en die
niet zelf haar voortdurend verblijf in de
gemeente Leiden hebben, bedraagt het
schoolgeld f 150 per jaar.
Artikel 5.
Wanneer uib eenzelfde gezin twee of
meer leerlingen, die alle lessen volgen, een
of meer der inrichtingen van onderwijs, in
deze verordening genoemd, gelijktijdig be
zoeken, wordt het schoolgeld voor ieder met
een vierde verminderd, met dien verstan
de, dat voor leerlingen der Hoogere Burger
school voor Meisjes, wier ouders of verzor
gers in een andere gemeente wonen en die
niet zelf haar voortdurend verblijf in de
gemeente hebben, de vermindering slechts
berekend wordt over een bedrag van f 60.
Artikel 6.
Wanneer een leerling in meer dan een
klasse bijwoont, is voor elk vak in elke klas
se het in de artikelen 2 sub b. 3 sub b en
4, Cde lid vermelde schoolgeld verschuldigd.
Het verschuldigde schoolgeld voor hen,
die sleohts de lessen in enkele vakken hij
wonen, kan eohter in geen geval meer be
dragen, dan het schoolgeld voor hen zou be
dragen, indien zij alle lessen volgden.
Artikel 7.
Het schoolgeld fs verschuldigd 1 or de
ouders of verzorgers der leerlingen, of, 700
deze laatsten meerderjarig mochten zijn,
door henzei ven.
Artikel 8.
Het schoolgeld is verschuldigd over een
geheel schooljaar.
Wanneer leerlingen in den loop van het
sohooljaar tot de inrichting worde i toege
laten of die verlaten, kunnen Burgemeester
en Wethouders^ behoudens beroep op den
Gemeenteraad door de belanghebbende
ouders, verzorgers of leerlingen L'nnen 14
dagen in te stellen, in bijzondere gevallen
bepalen, dat het schoolgeld eerst zal ingaan
met het begin van het kwartaal, waarin do
toelating, of sleohts verschuldigd zal zijn
tot het einde van het kwartaal, waarin het
vertrek van den leerling plaats heeft.
Artikel 9.-
Vastgesteld door den Gemeenteraad van
Leiden in zijn openbare vergadering van
dien Gden Juli 1911.
De Burgemeester,
N. C. DE GIJSELAAR.
De Secretaris,
VAN STRIJEN.
Zijnde de heffing dezer belasting goedge
keurd bij Koninfidijk besluit van den 25s>ten
Augustus 1911, No. 19, waarbij tevens is
aangehaald do verordening, regelende de
invordering dier belasting van den 21sten
December 1899.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 8sten September 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C DE GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Inschrij ving Tan leerlingen voor de
Openbare Scholen der 3de en 4de
klasse.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op artikel 6 der Verordening van 25
Januari 1894, regelende de inwendige in
richting der scholen, do toelating cn het
ontslag der leerlingen, (Gemeenteblad No.
5 van dat jaar)
brengen ter algemeen© kennis:
lo. dat tot het doen inschrijven van nieu
we leerlingen voor de openbare scholen der
3de en 4de klasse nog gelegenheid zal ge
geven worden tot en met den lGden
September e.k., in de schoollokalen op do
Binnenvestgracht aan het Plantsoen, aan do
Van-der-Werfstraat, aan de Korte Hare,
aan de Langebrug, aan den Maresingel, aan
de Paul-Krugerstraat, aan den Zuidsingel,
aan de Medusastraat, aan de Gorbestraat
en in de Brandewijnsteeg, dagelijks (den
Zondag uitgezonderd) van des voormiddag*
halfnegen tot negen uren en op Maandag,
Dinsdag, Donderdag en Vrijdag bovealien
van halftwee tot twee uren des namiddags;
2o. dat bij de inschrijving het bewijs van
geboorte-inschrijving moet worden vertoond.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 8 September 1911.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van de Naamloozo Ven
nootschap „Nederlandsche Fabriek van ver
duurzaamde levensmiddelen" voorheen W.
HOOGENSTRAATEN en Co., houdende
verzoek om vergunning tot uitbreiding van
de fabriek van verduurzaamde levensmid
delen aan de Kerksteeg No. 7, kad. bekend
Sectie D. No. 961—1523,. door het maken
van een groentenwa9scheTij en een rookerij
van vleeschwaren.
Gelet op de artt 6 en 7 der Hinderwet
geven bij deze kennis aan het publiek, dat
genoemd verzoek, met de bijlagen, op de
Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Donderdag 21 Sept.
aanst. des voormiddags te elf uren, op het
Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in té
brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti
gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij,
die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder
wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le
den zijn verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester er Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris*
Leiden, 7 September 1911.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter algemeen© kennis, dat door
FREDERIK VAN DER WOERD, wonen
de te Leiden, een verzoekschrift ia inge
diend, o mverlof voor den verkoop van alco-
Kolhoudenden, anderen dan sterken drank,
voor gebruik ter plaatse van vérkoop, in
het benedenlokaal van het perceel 5de
Groenesteeg No. 89.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N C. DE GIJSELAAR, burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 7 September 1911.
Leiden, 3 September.
Als gevolg van de overeenstemming
die tusschen Landbouw- en vliegoommissies
is verkregen, kunnen wij nog vermelden, dat
de regeling van alle gebeurtenissen, die de
volgende week hier te genieten zijn, in dier
voege is geschied dat er geen twee feeste
lijkheden samen vallen. Wie dus tijd heeft,
kan ah eg meemaken. Het is een aaneen
gesloten reeks.
Sedert een halfjaar bestaat hier een
,,Bond van LeidscliiO Studenten", met tot
zinspreuk: „Jungimtur Gaudia Musis". Zij
werd opgericht, toen bleek, dat dc vroegere
Leidsche StudcDten-Verceniging ,,Pergo et
Pera&o" niet meer aan de eischen voldeed
cn deze weldra ontbonden werd. Doel van
den B. V. L. S. is de aaneensluiting en
gezelligen omgang van niet-georganiseerde
studenten te bevorderen. Hiertoe worden we-
kedijksche sociëteits-avonden en andere bij
eenkomsten gehouden op de bovenzalen van
de „Harmonie" op de Breestraat. Do gel
delijke lasten zijn tot een minimum terug
gebracht en in plaats van een groentijd ia
oen yorplichte kennismaking op voet van
volkomen gelijkheid ingesteld. Voor spoor
studenten zal gelegenheid tot een gemeen,
schappelijke koffietafel op de Sociëteit be
staan.
Voor de hoofdakte is te Breda ge
slaagd de heer J. Bolle, van Leiden.
Het is bepaald jammer dat de Burcht-
ooncerten niet beter bezocht worden. Gis
teravond voerde er het Burcht-sextet op
het met ballons verlichte Burehtplein een
goed gekozen programma, met onderschei
den operette-nummers uit, op een wijze,
welke den zes medewerkenden tot eer
strekt. De avond was mede zeer gunstig
om van de uitvoering te genieten.
In ons vorig nommer werd melding
gemaakt van de vergadering, die Woens
dag in het Vincentiusgebouw heeft plaats
gehad, waaromtrent we nader mededeelen,
dat de verkoop der bloemen niet dient
voor tuberculosebestrijding, doch dat het
hier geldt de Sobriëtasbloem, waarvan de
opbrengst moet dienen, voor oprichting
van een R.-K. Sanatorium voor drankzucsh-
gen, (voor het Ariensfons).
Bij de heden gehouden aanbesteding
van brandstoffen ten behoeve der spoor-
vereeniging „Onderlingo hulp" is de leve
ring van steenkolen gegund aan den heer
Van oer Maden en van cokes aan den heer
De Roode.
De afö'eeling Leiden van den Centra-
len Bond van Bouwvakarbeiders stuurt
met ,,rooden Dinsdag" tien afgevaardigden
met banier naar Den Haag.
De af deeling Leiden van den Typogra
fenbond besloot twee afgevaardigden mei
vaandel te zenden. (Het Volk.)
Tot onderwijzeres aan de Chr. school
te Brandwijk en Molenaarsgraaf ig be
noemd mej. Tolkamp van Hillegom, die de
benoeming aannam.
De heeren C. W. Schoorel, H. G. Oh.
L. de la Parrav C. E. Croes, J. H. E.
Kaulbach en H. L. R. Schilling zullen de
lessen aan de Ned.-Indische Bestuursaca-
demie als toehoorders volgen.
Het voornemen bestaat de bij de Eer
ste Kamer nog aanhangige wetsontwerpen
af te doen na de werkzaamheden die op
de opening van het nieuwe zittingjaar
volgen, dus niet meer vóór de sluiting der
Kamers.
De jaarvergadering van de „Vereeni-
ging tot Christelijke verzorging voor krank
zinnigen in Nederland" wordt gehouden op
28 Sept. te Haarlem, onder presidium van
prof. Lindeboom te Kampen.
Aan den vooravond wordt een bidstond
8)
„jy komt twee dagen later. Ik moet twee
lagen geheel voor mijzelf hebben, May. Ik
voel, dat je me begrijpt. Ik zie het aan je.
Als ik twee dagen heelemaal alleen ben, dan
Voel ik, dat ik in dien tyd weor de echte,
oude Téphany Lane zal worden."
Zy lachte. Zy vergat niet, hoezeer zy ver
anderd was. Maar zy wist, dat zy weer zou
kunnen veranderen, dat zy opnieuw do dradon
In zich zou kunnen opnemen, die haar ver
bonden met heel het geheimzinnige weefsel
van tradities en gedachten en volksgeloof, dat
lich uilspieiddo over dit afgezonderd hoekje
van de wereld, waar zy en haar moeder ge
boren waren.
III.
Er was weinig veranderd In Pont Aven. De
gryze granieten huisjes schenen Téphany met
©en ernstig lachje te verwelkomen. De bekende
Watermolons met hun kolossale raderen
schenen geon dag ouder. De deuren der huis
jes 6tondon open, juist zooals vroeger. Als
Téphany naar binnen gluurde, zag zy in de
halfdonkere kamertjes meubelen, zwart van
ouderdom cn rook, menschen bezig hun dag
taak te verrichten. Oude vrouwtjes breiden,
onderwyi druk met elkaar pratonde; de vrouwen
©n dochters waren, voor zoover zy niet buiten
aan de rivier de wasch deden of op het veld
werkten, bezig den eenvoudigen maaltyd te
bereiden. De kinderen waren haast allen op
school. Voor een raam zag Téphany een wel
bekend gezicht, dat weinig veranderd was in
die tien jaron. Dat was moeder Le Beuz, die
opkeek, toen zy voorbykwam. De goede vrouw
lachte vroolyk. Waarschynlyk dacht zy by het
zien van de goed gekleede dame aan al het
geld, dat de vreemdelingen in het dorpje
achterlieten. Téphany las ten minste in de
vriondelyk stralonde, vorschende oogen niets
dan belangstelling, goen zweem van her
kenning.
Het zien van dit eerlyke, trouwhartige ge
zicht deed Téphany's hart van biydschap sneller
kloppen. Toen vergeleek zy haar eigen leven
met dat van deze eenvoudige boerin, die haast
niet ouder was geworden in dia lange tydruimte.
Een altyd door jagen van de eene stad naar
de andere, van het eene land naar het andere,
van het eene werelddeel naar het andere, een
voortdurende wedy ver, een stryd met de jaloezie
van kunstbroeders en -zustors; dan het ver
blindend geschitter van het voetlicht, de warme,
bedorven atmosfeer van overvolle zalen, de
bewierooking van het publiek. Dit was haar
eigen leven geweest. Toen, plotseling, de keel
aandoening, die haar met één slag physiek
ongeschikt maakte, dat loven voort te zetten,
misschien voor altyd.
Het marktplein was leeg op een paar kar
ren na, die voor een herberg stonden. Die
karren wekten weer andere herinneringen in
haar op. Hoe dikwyis had zy zelf niet vroeger
behaagiyk in elkaar gedoken en half drooniend
op een geurigen berg klaver en hooi gelegen
en geluisterd naar het gerinkel aan de nekken
der paarden, als deze zelfde karren haar van
het veld terugdroegen naar het kleine huisje,
waar zy met baar vader woonde I
Aan den oostkaut van het marktplein zag
zy het oude logementje en daar naast het
nieuwe bygebouw, dat er, nadat Téphany
Pont-Aven verlaten had, aan was toegevoegd.
Téphany lachte tegen het oude gedeelte van
het hotel en koek met een bedenkeiyk gezicht
naar het nieuwe. Het volgende oogenblik ging
zy do steenen stoep op.
Door een geopende deur rechts kon zy een
blik werpen in de eetkamer, waarvan de
muren van boven tot beneden bedekt waren
met schilderyen en teekeningen, door de ar-
ti8ten, die hier gelogeerd hadden, aan mademoi
selle Yvonne ten geschenke gegeven. En
mademoiselle Yvonne was nog altyd mademoi
selle Yvonne (Téphany had dit in San Malo
gehoord) en de goede vriendin van alle hier
vertoevende schilders.
Téphany ging het kleine kantoortje links
binnen, waar een jong meisje, dat het aardige
kapje en omslagdoekje van Pont-Aven droeg,
achter een toonbank zat. In antwoord op
Téphany's vragen deelde het meisje haar mee,
dat zy, daar het seizoen nog niet begonnen
was, de kamers om zoo te zeggen voor hot
kiezen zou hebben en men ook in alle andera
opzichten veel zou kunnen inschikken. Téphany
antwoordde, dat zy gesteld was op een kamer
in het oude gedeelte van het hotel en ging
toen de eetkamer binnen en naar een schil-
dery, die aan het eind van de zaal hing. Het
was een portret van haar zelf. Er naar turende
vroeg zy zichzelf af of zy er werkeiyk vroeger
altyd zoo woest en slordig had uitgezien.
Voor het eerst voelde zy sympathie voor den
oom en de tante, die het onbekende nichtje
zoo koel ontvangen hadden en met zulke af
keurende blikken naar haar weerbarstige haren,
haar losgeraakte linten, haar ongeiyk geve
terde Bchoenen hadden gekeken. Want al deze
onvolkomenheden waren door Michael Ossory
uiterst getrouw weergegeven.
Maar na weinige oogenblikken herkende
Téphany toch weer zichzelf, haar eigoniyk
inneriyk wezen, dat haar nog steeds geheel
en al beheerschto. De oogen, die haar van
het paneel mot zoo vurige, vorschende uit
drukking aanzagen, waren haar eigen oogen.
De lach was haar lach. Zooals zy toen was
geweest, zoo was zy ook nu. Slechts het
uiteriyk omhulsel had veranderingen onder
gaan.
Een vry harde voetstap op den goed ge-
boenden vloer kondigde haar Yvonnes nadering
aan. De goede vrouw was haast niet veranderd.
Het haar was wel sterk gryzend, haar regel
matige trekken waren wel iets forscher gewor
den, maar do schrandere, schitterende oogen,
die vierkante kin, de boweegiyke, lachende
lippen waren dezelfde. Zy groette Téphany
beleefd, maar onverschillig, Téphany glim
lachte, torwyi zy den vormeiyken groet be
antwoordde.
„Wie is dat?" vroeg zy op het portret
wyzende.
„Dat is een van myn beate schilderstukken,"
zei Yvonn9.
„Een leeiyk dingl"
„Leeiyk?" Yvonno fronste het voorhoofd.
Toen voegde zy er op bitsen toon aan toe:
„Ik kan wel zien, dat mademoiselle geen
schilderes is. Het is een heel mooie schets.
Men heeft er my wol eens vyfhonderd gulden
voor geboden."
„U hadt het maar moeten aannemen."
„NooitI" Yvonne zei het met nadruk en
warmte. „En in myn oog, mademoiselle, is
dat een mooi kind."
„Zy is foei-leeiykl" zei Téphany. Toen, een
toornige flikkering ziende in Yvonnes oog,
schoot zy in een lach en stak haar vroegere
vriendin beide handen toe.
„Hoo nu, Yvonne," zei_ zy„ en ofschoon zy
laohte, waren haar oogen vochtig, „vroeger
heb je me zoo dikwyis gezegd, dat ik ondeugend
en leeiyk en nergens goed voor was, en dat
je wou, dat je me niet kende I"
„Wel, lieve tydl" riep Yvonne uit, door de
hevige aandoening niet in staat anders dan
ia het dialect van de streek te spreken.
„3en jU het, beste kind? God zy geloofd!"
Téphany wierp zich in die twee stevige
armen en trilde van biydschap.
Toen de eerste opgewondenheid voorby was
en nadat tal van vragen, door Yvonne gedaan,
door Téphany waren beantwoord, wees dezs
laatste weer op het portret. En op een toon,
die te kalm en onverschillig klonk om natuur-
lyk te zyn, vroeg zy
„En wat is er van Michael Ossory gewordon;
Yvonne?"
„Vaa mijnheer Ossory?... Niets."
Zy klemde de lippen op elkaar en ontweek
Téphany's blik.
„Niets? Wat bedoel je mot niets?"
„Wel, niets. Hy is er niot gekomen. Hft
zal er nooit komen. Hy iseen verloren
man."
De toon, waarop zy die woorden uitsprak,
deed Téphany huiveren. Zy merkte op, dat
Yvonne de handen zenuwachtig in ekaar
klemde en dat er smart trilde In haar stem.
Téphany horinnerde zich, dat Michael Ossory
altyd byzonder in de gunst was gewoest by
de eigenares van het hotel.
„Maar waar is hy? Je schreef me, dat hij
Pont Aven had verlaten."
„Hy is twee jaar later weer teruggekomen.
Hy is hier."
„In dit hotel?"
t (Wordt vervc-lgd.)