N». T58T3 Vrijdag 8 ;8>eptemï>ei% A°. 1911. §eze tgourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Vliegen over Leiden Officieel© Kennisgeving. FEUILLETON. Vergiffenis aan allen. IEIISCH PEIJS DER AD YERTENTIEN Von 16 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters noot plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contant i elk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor het inoaeseeren wordt/10.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oents: per 3 maanden 1.10. Bciten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd tijn 1.30. Franco per post 1.65. Lütge heeft gisteravond gevlogen van (Noordwijk naar Katwijlk en van daar naar JLeiden.... neen, hij is teruggekeerd. Durf- 'd e hij niet over de stad? Waarom ging hij iterugï Ziedaar altemaal vragen die onze abon- ÏLÓb zich zullen stellen, maar waarop zij, Evenmin als wij, een juist antwoord zullen Icunnen geven I Van den vlieger, nodi van zijn secretaris, die verklaarde zijn gevolmachtigd© te zijn, hebben wij noch gisteravond, noch vandaag feenig teeken van leven vernomen. Algemeen zegt men, dat hij vanavond ftveer. Ral opstijgen, maar de verantwoorde lijkheid daarvoor nemen we niet op ons. Vliegeniers behooren tot een ras van Raadselachtige menschen. De Burgemeester en Wethouders van jLeiden doen te weten, dat door den Raad. flier gemeente, in zijn vergadering van den 8de n Juli 1911, is vastgesteld de volgende ■Verordening VERORDENING, Regelende de heffing van schoolgelden aan hét Gymnasium, de Hoogere Burger school voor Jongens en de Hoogere Bur gerschool voor Meisjes te Leiden. Art. 1. Ter tegemoetkoming in de kosten van heb Gymnasium, van de Hoogere Burgerschool voor Jongens en van de Hoogere Burger school voor Meisjes wordt voor iederen leerling, die aan een dezer inrichtingen Onderwijs geniet, een schoolgeld geheven. Art. 2. Aan het Gymnasium bedraagt het Schoolgeld a. voor de leerlingen, die alle lessen Volgen, f 100 per jaar; b. voor de bijwoning van de lessen i n énkele vakken, wanneer de lessen gegeven worden éénmaal 's weeks, f 15 per jaar; wanneer de lessen gegeven worden twee- tnaail 's weeks, f 20 per jaar; wanneer de lessen gegeven worden drie- Jnaal 's weeks, f 25 per jaar; wanneer de lessen gegeven worden vier of meermalen weeks, 30 per jaar. Art. 3. Aan de Hoogere Burgerschool Voor Jongens bedraagt het school geld: a. voor de leerlingen, die alle lessen Volgen, f 60 per jaar; b. voor de bijwoning van de lessen i n enkele vakken, wanneer de lessen gegeven worden éénmaal 's weeks, 10 per jaar; wanneer de lessen gegeven worden twee maal 's weeks, f 15 per jaar; wanneer de lessen gegeven worden drie maal 's weeks, f 20 per jaar; wanneer de lessen gegeven worden vier of meermalen 's weeks, f 25 per jaar. In afwijking van het bepaalde bij het eerste lid van dit artikel bedraagt het schoolgeld voor leerlingen, wier ouders of verzorgers in een andere gemeente wonen en die niet zelf hun voortdurend verblijf in de gemeente Leiden hebben, voor zoover althans met het bestuur dier gemeenten geen overeenkomst is gesloten, krachtens v/elke leerlingen uit die gemeente tegen be taling van het gewone schoolgeld moeten worden toegelaten, voor iederen leerling f 90 per jaar meer dan volgens de bepalin gen dezer verordening voor de Leidsche leerlingen verschuldigd is. Art. 4. Aan de Hoogexe Burgerschool voor Meisjes bedraagt het school geld voor de leerlingen, ingezetenen der gemeente Leiden, die alle lessen volgen, wanneer haar ouders of, wanneer zij meer derjarig zijn, zij zelf in de plaatselijke di recte belasting zijn aangeslagen: naar een inkomen beneden f 3000 f 60 per jaar, naar een inkomen van f 3000 tot f 5000 f 75 per jaar, naar een inkomen van f 5000 tot 8000 f 100 per jaar, naar een inkomen van f 8000 en daarbo ven f 125 per jaar. Wanneer de in het eerste lid bedoelde aanslag niet of nog niet heeft plaats gehad, wordt het inkomen, waarnaar heb school geld betaald wordt, door Burgemeester en Wethouders geschat. Voor de bijwoning van de lessen in en kele vakken is verschuldigd, wanneer de lessen worden gegeven: éénmaal 's weeks 20 pCt. van het school geld volgens het eerste en tweede lid; tweemaal 's weeks 25 pCt. van het school geld volgens het eerste en tweede lid; driemaal 's weeks 30 pCt. van het school geld volgens het eerste en tweede lid; vier of méérmalen 's weeks 40 pCt. van het schoolgeld volgens het eerste en twee de lid. Voor minderjarige leerlingen, wier ouders overleden zijn, wordt het schoolgeld bere kend naar liaar eigen inkomen op den bo venvermelden grondslag; voor leerlingen, die wel zelf haar voortdurend verblijf in de gemeente Leiden hebben, dooii wier ouders of verzorgers in een andere ge meente wonen, zullen in plaats van den aan slag in de plaatselijke directe belasting tot grondslag der berekening van he' school geld strekken de omtrent het inkomen van de ouders of leerlingen door Burgemeester en Wethouders verkregen inlichtingen. Voor leerlingen wier ouders of verzor gers ia een andere gemeente wonen en die niet zelf haar voortdurend verblijf in de gemeente Leiden hebben, bedraagt het schoolgeld f 150 per jaar. Artikel 5. Wanneer uib eenzelfde gezin twee of meer leerlingen, die alle lessen volgen, een of meer der inrichtingen van onderwijs, in deze verordening genoemd, gelijktijdig be zoeken, wordt het schoolgeld voor ieder met een vierde verminderd, met dien verstan de, dat voor leerlingen der Hoogere Burger school voor Meisjes, wier ouders of verzor gers in een andere gemeente wonen en die niet zelf haar voortdurend verblijf in de gemeente hebben, de vermindering slechts berekend wordt over een bedrag van f 60. Artikel 6. Wanneer een leerling in meer dan een klasse bijwoont, is voor elk vak in elke klas se het in de artikelen 2 sub b. 3 sub b en 4, Cde lid vermelde schoolgeld verschuldigd. Het verschuldigde schoolgeld voor hen, die sleohts de lessen in enkele vakken hij wonen, kan eohter in geen geval meer be dragen, dan het schoolgeld voor hen zou be dragen, indien zij alle lessen volgden. Artikel 7. Het schoolgeld fs verschuldigd 1 or de ouders of verzorgers der leerlingen, of, 700 deze laatsten meerderjarig mochten zijn, door henzei ven. Artikel 8. Het schoolgeld is verschuldigd over een geheel schooljaar. Wanneer leerlingen in den loop van het sohooljaar tot de inrichting worde i toege laten of die verlaten, kunnen Burgemeester en Wethouders^ behoudens beroep op den Gemeenteraad door de belanghebbende ouders, verzorgers of leerlingen L'nnen 14 dagen in te stellen, in bijzondere gevallen bepalen, dat het schoolgeld eerst zal ingaan met het begin van het kwartaal, waarin do toelating, of sleohts verschuldigd zal zijn tot het einde van het kwartaal, waarin het vertrek van den leerling plaats heeft. Artikel 9.- Vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden in zijn openbare vergadering van dien Gden Juli 1911. De Burgemeester, N. C. DE GIJSELAAR. De Secretaris, VAN STRIJEN. Zijnde de heffing dezer belasting goedge keurd bij Koninfidijk besluit van den 25s>ten Augustus 1911, No. 19, waarbij tevens is aangehaald do verordening, regelende de invordering dier belasting van den 21sten December 1899. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 8sten September 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C DE GIJSELAAR, burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Inschrij ving Tan leerlingen voor de Openbare Scholen der 3de en 4de klasse. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op artikel 6 der Verordening van 25 Januari 1894, regelende de inwendige in richting der scholen, do toelating cn het ontslag der leerlingen, (Gemeenteblad No. 5 van dat jaar) brengen ter algemeen© kennis: lo. dat tot het doen inschrijven van nieu we leerlingen voor de openbare scholen der 3de en 4de klasse nog gelegenheid zal ge geven worden tot en met den lGden September e.k., in de schoollokalen op do Binnenvestgracht aan het Plantsoen, aan do Van-der-Werfstraat, aan de Korte Hare, aan de Langebrug, aan den Maresingel, aan de Paul-Krugerstraat, aan den Zuidsingel, aan de Medusastraat, aan de Gorbestraat en in de Brandewijnsteeg, dagelijks (den Zondag uitgezonderd) van des voormiddag* halfnegen tot negen uren en op Maandag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag bovealien van halftwee tot twee uren des namiddags; 2o. dat bij de inschrijving het bewijs van geboorte-inschrijving moet worden vertoond. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 8 September 1911. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van de Naamloozo Ven nootschap „Nederlandsche Fabriek van ver duurzaamde levensmiddelen" voorheen W. HOOGENSTRAATEN en Co., houdende verzoek om vergunning tot uitbreiding van de fabriek van verduurzaamde levensmid delen aan de Kerksteeg No. 7, kad. bekend Sectie D. No. 961—1523,. door het maken van een groentenwa9scheTij en een rookerij van vleeschwaren. Gelet op de artt 6 en 7 der Hinderwet geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek, met de bijlagen, op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Donderdag 21 Sept. aanst. des voormiddags te elf uren, op het Raadhuis gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in té brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti gen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet voor 't gemeentebestuur of een zijner le den zijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester er Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris* Leiden, 7 September 1911. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter algemeen© kennis, dat door FREDERIK VAN DER WOERD, wonen de te Leiden, een verzoekschrift ia inge diend, o mverlof voor den verkoop van alco- Kolhoudenden, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van vérkoop, in het benedenlokaal van het perceel 5de Groenesteeg No. 89. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N C. DE GIJSELAAR, burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 7 September 1911. Leiden, 3 September. Als gevolg van de overeenstemming die tusschen Landbouw- en vliegoommissies is verkregen, kunnen wij nog vermelden, dat de regeling van alle gebeurtenissen, die de volgende week hier te genieten zijn, in dier voege is geschied dat er geen twee feeste lijkheden samen vallen. Wie dus tijd heeft, kan ah eg meemaken. Het is een aaneen gesloten reeks. Sedert een halfjaar bestaat hier een ,,Bond van LeidscliiO Studenten", met tot zinspreuk: „Jungimtur Gaudia Musis". Zij werd opgericht, toen bleek, dat dc vroegere Leidsche StudcDten-Verceniging ,,Pergo et Pera&o" niet meer aan de eischen voldeed cn deze weldra ontbonden werd. Doel van den B. V. L. S. is de aaneensluiting en gezelligen omgang van niet-georganiseerde studenten te bevorderen. Hiertoe worden we- kedijksche sociëteits-avonden en andere bij eenkomsten gehouden op de bovenzalen van de „Harmonie" op de Breestraat. Do gel delijke lasten zijn tot een minimum terug gebracht en in plaats van een groentijd ia oen yorplichte kennismaking op voet van volkomen gelijkheid ingesteld. Voor spoor studenten zal gelegenheid tot een gemeen, schappelijke koffietafel op de Sociëteit be staan. Voor de hoofdakte is te Breda ge slaagd de heer J. Bolle, van Leiden. Het is bepaald jammer dat de Burcht- ooncerten niet beter bezocht worden. Gis teravond voerde er het Burcht-sextet op het met ballons verlichte Burehtplein een goed gekozen programma, met onderschei den operette-nummers uit, op een wijze, welke den zes medewerkenden tot eer strekt. De avond was mede zeer gunstig om van de uitvoering te genieten. In ons vorig nommer werd melding gemaakt van de vergadering, die Woens dag in het Vincentiusgebouw heeft plaats gehad, waaromtrent we nader mededeelen, dat de verkoop der bloemen niet dient voor tuberculosebestrijding, doch dat het hier geldt de Sobriëtasbloem, waarvan de opbrengst moet dienen, voor oprichting van een R.-K. Sanatorium voor drankzucsh- gen, (voor het Ariensfons). Bij de heden gehouden aanbesteding van brandstoffen ten behoeve der spoor- vereeniging „Onderlingo hulp" is de leve ring van steenkolen gegund aan den heer Van oer Maden en van cokes aan den heer De Roode. De afö'eeling Leiden van den Centra- len Bond van Bouwvakarbeiders stuurt met ,,rooden Dinsdag" tien afgevaardigden met banier naar Den Haag. De af deeling Leiden van den Typogra fenbond besloot twee afgevaardigden mei vaandel te zenden. (Het Volk.) Tot onderwijzeres aan de Chr. school te Brandwijk en Molenaarsgraaf ig be noemd mej. Tolkamp van Hillegom, die de benoeming aannam. De heeren C. W. Schoorel, H. G. Oh. L. de la Parrav C. E. Croes, J. H. E. Kaulbach en H. L. R. Schilling zullen de lessen aan de Ned.-Indische Bestuursaca- demie als toehoorders volgen. Het voornemen bestaat de bij de Eer ste Kamer nog aanhangige wetsontwerpen af te doen na de werkzaamheden die op de opening van het nieuwe zittingjaar volgen, dus niet meer vóór de sluiting der Kamers. De jaarvergadering van de „Vereeni- ging tot Christelijke verzorging voor krank zinnigen in Nederland" wordt gehouden op 28 Sept. te Haarlem, onder presidium van prof. Lindeboom te Kampen. Aan den vooravond wordt een bidstond 8) „jy komt twee dagen later. Ik moet twee lagen geheel voor mijzelf hebben, May. Ik voel, dat je me begrijpt. Ik zie het aan je. Als ik twee dagen heelemaal alleen ben, dan Voel ik, dat ik in dien tyd weor de echte, oude Téphany Lane zal worden." Zy lachte. Zy vergat niet, hoezeer zy ver anderd was. Maar zy wist, dat zy weer zou kunnen veranderen, dat zy opnieuw do dradon In zich zou kunnen opnemen, die haar ver bonden met heel het geheimzinnige weefsel van tradities en gedachten en volksgeloof, dat lich uilspieiddo over dit afgezonderd hoekje van de wereld, waar zy en haar moeder ge boren waren. III. Er was weinig veranderd In Pont Aven. De gryze granieten huisjes schenen Téphany met ©en ernstig lachje te verwelkomen. De bekende Watermolons met hun kolossale raderen schenen geon dag ouder. De deuren der huis jes 6tondon open, juist zooals vroeger. Als Téphany naar binnen gluurde, zag zy in de halfdonkere kamertjes meubelen, zwart van ouderdom cn rook, menschen bezig hun dag taak te verrichten. Oude vrouwtjes breiden, onderwyi druk met elkaar pratonde; de vrouwen ©n dochters waren, voor zoover zy niet buiten aan de rivier de wasch deden of op het veld werkten, bezig den eenvoudigen maaltyd te bereiden. De kinderen waren haast allen op school. Voor een raam zag Téphany een wel bekend gezicht, dat weinig veranderd was in die tien jaron. Dat was moeder Le Beuz, die opkeek, toen zy voorbykwam. De goede vrouw lachte vroolyk. Waarschynlyk dacht zy by het zien van de goed gekleede dame aan al het geld, dat de vreemdelingen in het dorpje achterlieten. Téphany las ten minste in de vriondelyk stralonde, vorschende oogen niets dan belangstelling, goen zweem van her kenning. Het zien van dit eerlyke, trouwhartige ge zicht deed Téphany's hart van biydschap sneller kloppen. Toen vergeleek zy haar eigen leven met dat van deze eenvoudige boerin, die haast niet ouder was geworden in dia lange tydruimte. Een altyd door jagen van de eene stad naar de andere, van het eene land naar het andere, van het eene werelddeel naar het andere, een voortdurende wedy ver, een stryd met de jaloezie van kunstbroeders en -zustors; dan het ver blindend geschitter van het voetlicht, de warme, bedorven atmosfeer van overvolle zalen, de bewierooking van het publiek. Dit was haar eigen leven geweest. Toen, plotseling, de keel aandoening, die haar met één slag physiek ongeschikt maakte, dat loven voort te zetten, misschien voor altyd. Het marktplein was leeg op een paar kar ren na, die voor een herberg stonden. Die karren wekten weer andere herinneringen in haar op. Hoe dikwyis had zy zelf niet vroeger behaagiyk in elkaar gedoken en half drooniend op een geurigen berg klaver en hooi gelegen en geluisterd naar het gerinkel aan de nekken der paarden, als deze zelfde karren haar van het veld terugdroegen naar het kleine huisje, waar zy met baar vader woonde I Aan den oostkaut van het marktplein zag zy het oude logementje en daar naast het nieuwe bygebouw, dat er, nadat Téphany Pont-Aven verlaten had, aan was toegevoegd. Téphany lachte tegen het oude gedeelte van het hotel en koek met een bedenkeiyk gezicht naar het nieuwe. Het volgende oogenblik ging zy do steenen stoep op. Door een geopende deur rechts kon zy een blik werpen in de eetkamer, waarvan de muren van boven tot beneden bedekt waren met schilderyen en teekeningen, door de ar- ti8ten, die hier gelogeerd hadden, aan mademoi selle Yvonne ten geschenke gegeven. En mademoiselle Yvonne was nog altyd mademoi selle Yvonne (Téphany had dit in San Malo gehoord) en de goede vriendin van alle hier vertoevende schilders. Téphany ging het kleine kantoortje links binnen, waar een jong meisje, dat het aardige kapje en omslagdoekje van Pont-Aven droeg, achter een toonbank zat. In antwoord op Téphany's vragen deelde het meisje haar mee, dat zy, daar het seizoen nog niet begonnen was, de kamers om zoo te zeggen voor hot kiezen zou hebben en men ook in alle andera opzichten veel zou kunnen inschikken. Téphany antwoordde, dat zy gesteld was op een kamer in het oude gedeelte van het hotel en ging toen de eetkamer binnen en naar een schil- dery, die aan het eind van de zaal hing. Het was een portret van haar zelf. Er naar turende vroeg zy zichzelf af of zy er werkeiyk vroeger altyd zoo woest en slordig had uitgezien. Voor het eerst voelde zy sympathie voor den oom en de tante, die het onbekende nichtje zoo koel ontvangen hadden en met zulke af keurende blikken naar haar weerbarstige haren, haar losgeraakte linten, haar ongeiyk geve terde Bchoenen hadden gekeken. Want al deze onvolkomenheden waren door Michael Ossory uiterst getrouw weergegeven. Maar na weinige oogenblikken herkende Téphany toch weer zichzelf, haar eigoniyk inneriyk wezen, dat haar nog steeds geheel en al beheerschto. De oogen, die haar van het paneel mot zoo vurige, vorschende uit drukking aanzagen, waren haar eigen oogen. De lach was haar lach. Zooals zy toen was geweest, zoo was zy ook nu. Slechts het uiteriyk omhulsel had veranderingen onder gaan. Een vry harde voetstap op den goed ge- boenden vloer kondigde haar Yvonnes nadering aan. De goede vrouw was haast niet veranderd. Het haar was wel sterk gryzend, haar regel matige trekken waren wel iets forscher gewor den, maar do schrandere, schitterende oogen, die vierkante kin, de boweegiyke, lachende lippen waren dezelfde. Zy groette Téphany beleefd, maar onverschillig, Téphany glim lachte, torwyi zy den vormeiyken groet be antwoordde. „Wie is dat?" vroeg zy op het portret wyzende. „Dat is een van myn beate schilderstukken," zei Yvonn9. „Een leeiyk dingl" „Leeiyk?" Yvonno fronste het voorhoofd. Toen voegde zy er op bitsen toon aan toe: „Ik kan wel zien, dat mademoiselle geen schilderes is. Het is een heel mooie schets. Men heeft er my wol eens vyfhonderd gulden voor geboden." „U hadt het maar moeten aannemen." „NooitI" Yvonne zei het met nadruk en warmte. „En in myn oog, mademoiselle, is dat een mooi kind." „Zy is foei-leeiykl" zei Téphany. Toen, een toornige flikkering ziende in Yvonnes oog, schoot zy in een lach en stak haar vroegere vriendin beide handen toe. „Hoo nu, Yvonne," zei_ zy„ en ofschoon zy laohte, waren haar oogen vochtig, „vroeger heb je me zoo dikwyis gezegd, dat ik ondeugend en leeiyk en nergens goed voor was, en dat je wou, dat je me niet kende I" „Wel, lieve tydl" riep Yvonne uit, door de hevige aandoening niet in staat anders dan ia het dialect van de streek te spreken. „3en jU het, beste kind? God zy geloofd!" Téphany wierp zich in die twee stevige armen en trilde van biydschap. Toen de eerste opgewondenheid voorby was en nadat tal van vragen, door Yvonne gedaan, door Téphany waren beantwoord, wees dezs laatste weer op het portret. En op een toon, die te kalm en onverschillig klonk om natuur- lyk te zyn, vroeg zy „En wat is er van Michael Ossory gewordon; Yvonne?" „Vaa mijnheer Ossory?... Niets." Zy klemde de lippen op elkaar en ontweek Téphany's blik. „Niets? Wat bedoel je mot niets?" „Wel, niets. Hy is er niot gekomen. Hft zal er nooit komen. Hy iseen verloren man." De toon, waarop zy die woorden uitsprak, deed Téphany huiveren. Zy merkte op, dat Yvonne de handen zenuwachtig in ekaar klemde en dat er smart trilde In haar stem. Téphany horinnerde zich, dat Michael Ossory altyd byzonder in de gunst was gewoest by de eigenares van het hotel. „Maar waar is hy? Je schreef me, dat hij Pont Aven had verlaten." „Hy is twee jaar later weer teruggekomen. Hy is hier." „In dit hotel?" t (Wordt vervc-lgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1