Kristal, Porselein, Luxe- en Huishoudelijke Artikelen,
tegen zeer lage prijzen, a Contant.
C@„ in Mesten,
Ho. 15803.
Opening 11 nren.
Buitenlandseh Overzicht.
Bij kaartlegsters en zwarte
kunstenaars.
a. sons,
Aaaigshodesas
Electrischs Melkinrichting j
en Roomboterfabriek.
Breesti-aat 55.
IsBIBSGM DACrBlaAO, Maandag* 23 Augustus. Tweede Blad.
Anno 1011
GROOTE OPRIMNG
WILES CL
2351 300
Het hokt. Gelijk in een bekend gezel-
schapsspel wij bedoelen het comnietspel
de gang van het spel nu en dan wordt
onderbroken als een. van de kaarten die aan
Je beurt is, slaapt, zoo hokt bet ook in
tje Europeesche politiek den laatsten tijd!
telkens. En het hokt meestal bij Marokko.
Wij herinneren ons nog hoe de zending van
een Duitsch oorlogsschip naar Agadir in
eens algemeen© verbazing veroorzaakte,
en hoe de diplomatie een tijdje sprakeloos
met open. mond bleef zitten. Thans hokt
hot weer aan Marokko, maar het is nu ern
stiger.
Na een wekenlange periode van al maar
onderhandelen er niet opschieten, is thans
een pauze aangebroken, een angstige pauze.
Tot de tanden gewapend staan Frankrijk
en Duitschland tegenover elkaar. De oude
wonde van 1870 is weer opengegaan en al
de herinneringen van den grootsc^n strijd
zijn weer opgelaaid in de harten der strij
ders en hun nakomelingen, herinneringen
van glorie en zege, maar ook daarnaast te
gelijkertijd herinneringen van smart en im-
mer-knagcnden rouw en wrolk.
Het antagonisme tusschen Frankrijk en
Duitöolilan^ is niet ontstaan uit c n kleine
oorzaak, is niet van vandaag of gisteren
maar dateert uit een ver verleden en is als
het ware samengegroeid met en ingegroeid
in de beide volken. Het is een volkomen
begrijpelijk antagonisme, dat niets kleins
of geniepigs heeft maar waar men de echo
in hoort van een heldenstrijd zooals die uit
de sagen tot ons komt.
Wij gelooven de waarheid niet meer te
kort te doen dan gewoonlijk pleegt te ge
schieden en dus gebruikelijk is, als wij be-
wpren, dat bij dezen stand van de Marok-
kaansche onderhandelingen een oorlog tus-
sohen Frankrijk en Duitschland onvermijde
lijk zou zijn, indien er geen andere invloe
den dan die der beide natiën werkten.
Maar er is meer. De Europeesoho politiek
is een uiterst samengesteld netwerk en
geen land kan thans er een draad van uit
snijden zonder andere te breken of te ver
zwakken, die het liever ongedeerd ziet blij
ven.
Zonder twijfel is het bestaan van een der
gelijk moeilijk te verbreken evenwicht, een
vrij secure waarborg voor den vrede. En wij
vertrouwen, dat de vrede niet zal worden
verbroken of liever wij kunnen wel haast
met zekerheid zeggon: de vrede zal gehand
haafd blijven. Want en hier moeten wij
wat dieper op de situatie ingaan Duitsch
land wordt trots al zijn weerkracht en zijn
kapitaal ingetoomd door Engeland. Het is
uit een oogpunt van internationale politiek
hoogst interessant den invloed na te gaan
die Engeland thans in d© Marokkaanscöe
kwestie uitoefent.
Ook tusschen Duitschland en Engeland
bestaat een soort vijandschap maar van een
heel ander allooi dan die tusschen Duitsch
land en Frankrijk. Engeland misgunt
Duitschland zijn steeds groeiende vloot. En
geland is oppermachtig ter zee en wil dit
blijven, wat trouwens voor het land een le
vensvoorwaarde is. En nu zoekt Engeland
de gelegenheid om de Duitschera in hun
vlootplannen wat te dwarsboomen.
Wanneer men op den bodem zien kon
van het hart van den Engelschen zeeman,
dan zou men daar d'en wensch zien. liggen
om het nog eeais te mogen meemaken, dat
do heele Duitsobe vloot naar c1 - kelder
ging, evenals eenige jaren geleden Japan
de Russische vloot wegveegde. Zoo mist de
verhouding tusschen Engeland en Duitsoti-
land het grootsche en oprecht-menschelijlkö
van wat de Fransoh-Duitscho tegenstelling
kenmerkt. Vandaar dat de eerste verhou
ding iets hatelijks heeft.
Nu zit Engeland overal achter en het
is het eenige land dat in Marokko meetelt
buiten Frankrijk en Duitschland. En iru
heeft het ondubbelzinnig te kennen gegeven,
dat het onvoorwaardelijk aan de zijde van
Frankrijk staat.
Zoo voelt Duitschland iets van de woede
der onmacht. Want het weet heel goed, dat
het alleen tegen Frankrijk en Engeland niet
op kan.
Vandaar de verholen spijt, die de laatst©
dagen in de Duitsche pers alle artikelen
kleurt. Duitschland voelt het aankomen,
dat het zal moeten inbinden en dat krenkt
zijn trots.
Jarenlang is het Engeland's politiek ge
weest om Duitschland te isoleeren. Na ko
ning Eduard's dood heeft het getracht uit
de eenzaamheid weg te komen en het dacht
dat het geslaagd was. Er blijkt thans, dat
d© oude zuurdeesem nog langer nawerkt
dan het vermoed had. En Duitschland voelt
den smart d©r ontgoocheling.
Zoo staat het dus thans in Europa.
Er is maar één kwestie, dat is de Marok-
kaansche. Zij beheerscht alles.
Na acht weken is een stilte ingetreden,
die sohijnbaar dén storm voorafgaat. Wij
hebben boven uiteengezet, dat die storm
niet zal uitbarsten, doch in de harmonie der
sferen zich zal oplossen tot tijd en wijle
misschien.
Het zal voor de economische ontwikke
ling in Europa een zegen zijn indien do
oorlog uitblijft, maar wij kunnen ons zjoo
voorstellen, dat er in de ziel van zoo veleo
uit de beide natiën iets golft, cat een uit
weg zoekt en dat met veel zelfverlooche'»
ning overwonnen moet worden, doch nooit
geheel onderdrukt wordt.
Het verloop der Marokkaansche kwestie
is uit een internationaal politiek oogpunt
buitengewoon interessant en leerzaam en
zij heeft in enkele van haar uitingen zulk
een warm-menschelijken kant.
Wij geven voor heden deze beschouwing.
Nieuws is er niet en wat er is zijn beschou
wingen, waarvan alleen gezegd kan worden,
dat ze meer of minder waarde hebben dan
bovenstaande.
Alleen dit nog.
Als dé" nood het hoogst is gestegen, is de
redding nabij. Wij zouden misschien van
Marokko kunnen zeggen: als de verhouding
het meest gespannen is, is de oplossing na
bij. Wij zouden ons zeer moeten vergissen
als dit laatste niet het geval is.
II.
Ons tweede bezoek gold een planeet
lezeres.
Ook deze woont in een achterbuurt. Door
een gang kwamen wij in een duf riekend
kamertje.
„Ben ik hier bij de planeetlezeres?"
„Die ben ik, mijnheer/' zei een als een
werkvrouw gekleede vrouw van in de vijftig
jaren. „Kom u maar even mee."
Ik werd naar een armoedig, zindelijk
voorkamertje gevoerd. Daar hing de vrouw
dadelijk een servet voor een deur met een
glasruit, zeggend:
„Anders kijken ze zoo in; en er is van
daag nogal aanloop in huis, omdat gisteren
net een kindje g-estorven is, dat ik in ver
pleging heb gehad."
„Juffrouw," zeg ik, ,,ik zal u maar met
een zeggen, waarover het gaat. Ik heb ver
keering met een meisje, waar ik dolveel
van houd, maar nu is ze weg en ik ontvang
op mijn brieven geen antwoord.
Ik heb in werkelijkheid geen verkeering
en de rest is evenzeer volkomen door mij
verzonnen.
„Mijnheer," antwoordt zij gevat, „zeg
mij niks, zeg mij -heelemaal niks. Ik lees
alles uit de kaart. Ik ben niet zooals an
dere planeetlezeressen, die eerst tevoren
alles vragen en dan navenant uitleggings
kunst er van geven. Ik hoef niks van u te
weten. Gaat u maar zitten."
Ik neem aan een tafeltje met een ver
vaald en gerafeld fluweelen kleed plaats.
Zij haalt twee spel vuile kaarten voor den
dag, een gewoon en een van Lenormand,
en laat mij van het eerste spel er zeven
afnemen. Ik neem er echter acht af.
Daarna legt zij de acht kaarten om en
begint ze te rangschikken. Yer volgens
wordt het overige spel geschud en zij legt
ze neer, tellend: Eén... twee... drie...
vier... vijf... zes zeven..."
„Juffrouw," zeg ik, „ik heb er acht
kaarten afgenomen...''
„O," zegt zij, het bemerkend, „dat zie
ik wel, maar dat is niks."
En zij gaat verder... één... twee... drie...
vier... vijf... zes... zeven."
Daarna wacht zij een oogenblik, neemt
mij op en begint dan
„Ja... d'r is veel falsiteit om u heen en
langs den korten weg zal u veel sagerijnen
overjegene... D'r leit een andere vrouws
persoon die over u huis leit. U woont in
een huis, dat dicht bij een straathoek ligt,
met veel personen er in."
„Zoo is het precies," zeg ik.
„En dat zwarte vrouwspersoon heeft,
zal ik maar zeggen, op u een zinking?"
„Hoe meent u dat, juffrouw?"
„Ja, ze is niet erg degelijk en daarvan
zou u misbruik kunnen maken..."
„Neen," zeg ik, quasi verontwaardigd,
„ze is niet onfatsoenlijk."
„Dat zeg ik ook niet... Ik zeg, ze zou,
als u aanleiding gaf, er toe niet afgenegen
wezen. Want ze is smoor op u, en daarom
heit ze door valsohe brieven uw meissie vau
u afgebracht en zit daar nou tusschen in
te stoken."
De onderwijl geraadpleegde kaarten wor
den weder geschud en opnieuw gelegd.
„Ja, 't is bepaald dat zwarte meissie.
Daar leit ze nou al weer." (Zij wijst op
een hartevrouw.) Er is nog een tweede in
het spel. Dat is een heereen blonde
heer met een brilletje op."
„Neenhij draagt een pince-nez", zeg
ik, haar quasi corrigeerend.
„Noudè- bedoel ik met een brilletje.
Dat zal wel 't zelfde zijn. Die heer is op
uw meissie gesjarreboneerd
„Wat is dat, juffrouw?"
„Hij wil d'r hebben, en hij heeft nou
samengespanne met dat zwarte meissie
Nou zulle we de andere kaarten cans onder
zoeken".
Het spel van Lenormand wordt geschud.
Ik moet weer zeven kaarten trekken en zij
legt ze weder op rijtjes van zeven, de vier
overblijvende kruiselings Over de andere
heen, onder het op gecadenceerde wijze zeg
gen van één... twee... drie... vier... vijf...
zes... zé... zé...zé...ven..."
„Ja.... 't is bepaald zooEn dat
meissie van u is blond (zij kijkt mij onder
zoekend aan e-n niet zeker van mij, gaat zij,
naar de kaarten kijkend, voort)blond naar
't bruine toe
„Kastanjebruin?" vraag ik.
„Zoo is het netkastanjebruin
Mijnheer, er staat je over den korten weg
veel sargerijne door dit voorgevallene te
bedreigen. Je zal een groot geldverlies moe
ten lij en en daarna een reis ondernemen.
Je zult te voren een brief ontvangen, van
de moeder van je meissie, en dat zal veel
opheldering geven. Maar die blonde mijn
heer mot dat brilletje zit er maar aldoor
tusschen. En 'fc is het bedrijf van dat zwar-
te .meisaie."
„Moet ik haar dan maar mijn huis uit
gooien?"
„Dat moet je zeker. Dan komt er een
groot© verandering over den langen weg
met veel geldWant het is een serpent,
hot is een echt, gemeen, valsch kr ..g.
daar leit ze weer in de kaart.... en de
slang iaarbij dat zeit falsiteit, allemaal
falsiteit om je heen
Ze schudt nu de gewon© kaarten weer en
zegt: ,,Nu moet u dan iets denken, a'at u
heel graag wilt hebben. Dan zal ik u zeg
ge, of het zoo gebeurt of niet."
Zij legt nu de kaarten in den vorm van
een rad en ik denk vast: „Ik hoop dat de
bedriegerij de wereld uitgaat."
„Ja," zegt zij, nadenkend', „er komt
van die verkeering niks. Jelui zullen nog
wel bij elkaar komen, maar een huwelijk
komt er niet van... Dat wordt niks. J©
moet er je hoop maar van af stellen. D'r
zit wel veel geld ia je toekomst, maar eerst
zal je nog met groote tegenspoeden te
kampen hebben... en kijk... daar is het
zwarte meissie weer, van wie al de falsi
teit is uitgegaan. Zorg dat die uit je huis
komt. Die heeft het alles op haar geweten,
omdat ze je liefheeft en een verkeering met
je wil hebben...."
Ik ben voldaan.
„Hoeveel ben ik u schuldig
„Dat laat ik aan uw beleefdheid over."
Ik leg twee kwartjes op tafel.
„Dank u wel, mijnheer.... En denk et
aan, dat zwarte meissie, dat is het.... kijk,
daar leit ze met dat andere meissie, waar
je verkeering mee gehad hebt... Het is een
serpent, aio zwarte..."
En terwijl ik opsta en weg ga, toont zij
mij twee kaarten.... klaverenvrouw en
hartevrouw.
Ook hier weder hetzelfde gevaarlijke
bedrijf. Onderstel, dat een eenvoudige jon
ge man, doodsbedroefd en wat abnormaal
door harteleed zich ten einde raad bij een
dergelijke vrouw vervoegt om raad. Zoo
dan de omstandigheden maar eventjes ge-,
lijken op die, welke de vrouw voorgeeft uit
de kaarten te kunnen voorspellen, staat,
dan niet zoo'n onschuldig „zwart meisje",
dat deel van zijn familie uitmaakt, groote
onaangenaamheden te verwaohten?
Hoeveel leed wordt door onschuldigen'
geleden, Vaak zonder dat zij van de eigen-i
lijke aanstooksters bewust zijn, door de ver-i
zinsels van een dergelijke vrouw.
En welke „verpleging" heeft een kind,;
in zoo'n omgeving te verwaohten? Welk»'
andere gevaarlijke bedrijven worden dooi1,
zoo'n kaartlegster, die ook kinderen vem1
pleegt (het verpleegde kind was juist giêi
teren gestorven) uitgevoerd T
Noordwijk.
T© huur gevraagd in Noordwyk
(binnen) met Nov. of later, een
üEEHEfiHUIS
mat, groote Kamers en Tain. Brie
ven aan liet Bureol van dit Blad
onder No. 2358, D
Eon. Chic. Pédicure,
Oosterpark 29, Amsterdam,
zal a. s. Woensdag zijn geachte
Abounés te Leiden bezoeken.
Brieven uitsluitend aan
bovenstaand adres.
Antiseptische en pijnloomo
behandeling. 7298 9
He ereiilmizeu
met Tuisi
t© lmiir, staande Maria Qondaatraat.
Huurprijs f 250.— per jaar. Te be
vragen by den Heor A. KNYFF,
aldaar. 2247 8
belaMen zich met de uitvoering van aan- en verkooporders op binnen- en buiten-
bi il - the beur/.en, verzilvering van eoupera 5, "luitingvanproJortgaiiesenbeieeningen
en al e overige werkzaamheden tot de effecten-branche behoorende. '2368 39
Hoogewoerd 109.
Telef. 1082
1OO0 Kilogram priuia Vet
Spek van het Zout of gerookt.
Brieven onder No. 2060 Bureel
van dit Blad. 6
De prijs der R003BOTER dagel. versch
is 1.80- per Kilo.
ZOETE KELK 10 Cents per Liter.
KARMELK 5
Hoogachtend,
H. J. R'JSBERGESS,
Eraaieratr. No. 5.
1294 12
9E ERKBIEUSE, fl.37'|2 per Kwartaal.
J. J. Scliravendijk,
KostschooSkoffers,
Reiskoffers,
Hutkoffers,
Handkoffers,
Reistasschen,
Toiletartikelen, Lederwaren, Rugzakken,
Hangmatten, ffoutwstoe'den, Reismandjes,
FietstasscEien, Wasciimanden, enz.
2370 30