HERDINGH en BLANKEN
Kiosk Wachtkamer
Tegels
GOUDEN VERLOVINGSRINGEN. Grootste Keuze. Laagste Prijzen.
Aanbesteding.
S. Z. H. T., Stationsplein.
In de Kofflekal
THEE
E. BRANDSMA,
BOOGEWOERD 171.
BRANDEWIJN j vanaf SS CtS. 561
Verkrijgbaar: DAG- en WEEKBLADEN.
Reislectuur. 1892 40
IÏO. 15*793.
ZaBXDSCH DAGBLAD, Woensdag* 16 Augustus. Tweede Blad.
Anno 191Ia
V. ROSSUM DU CHATTEL, Juwelier, Breestraai 93, Tel. 92. "WS
Apotheek „de Aloë",
Haarlemmerstraat 213
Liter
Briefkaarten, Postzegels, enz.
Bestellingen voor den Boekhandel A. M.
VAN ZWICHT worden ook daar aangenomen.
zuivere Preanger-Koffie
Zijt gij niet wei?
Delft. I
A. N. DE LINT._j
Den Haag. I.
GELD VERKRIJGBAAR
Buitenlandseh Overzicht
PERSOVERZICHT.
Aeademienieuws.
Hen Heer vraagt
liefst mot kost, te betrekken om
streeks 1 October. Brieven Bur. van
dit Blsd onder No. 1882. 6
Op Donderdag; den I7en Aug.
1911, dee voormiddags te II uren,
tun BURGEMEESTER en WET
HOUDERS van Sassenheim, voor-
nemena op het Raadhuis aldaar aan
te besteden:
a Het maken wan
Schoeiing werken
langs den Zandsloot-
weg.
b Het maken van
Schoeiingwerken
voor de VuiSnisbelt.
C Hetverlengenvan
een bestaande
Schoeiing voor per»
ceel VAN üER HULST,
(in één perceel.)
Bestek en Teekening liggen van
af heden ter Gemeente-Secre
tarie ter inzage en overname van
9 tot 1 uur, en zijn aldaar en b()
ondergetekende verkrijgbaar ad/' 1.
per stel, franco per post a f 1 05.
Aanwijzing Maandag 14 Aug.
1911, des morgens te ÏO uren aan
de Oude Poetbrug.
Inlichtingen verstrekt de Architeot
A. L. VERHOOG
1B02 86 te Sassenheim.
verplaatst naar 1296 24
6761 16
LOUIS KNEGTEL.
GE Vit AAGII
door een 11EER, gemeubi
leerde Zit- en afzonderlijke Slaap
kamer. Br. fr. met prijsopgaaf met
en zonder pension onder ïett. K
Nieuwe Leldscho Boekhandel, Haar
lemmerstraat 1. 1890 7
brandt mea dagelijks op
Duitsche wijze -389 12
uitmuntende door geur en smaalt.
Prijs per 5 ous 65 Leut.
VElUvOUVV&STOKlIUYZEiN,
NIEUWE RIJN 47.
Gebruik een pakje kruiden van
JACOBA, MARIA WORTEBBOER
van Oude Pekela. Duizenden hebben er
baat door gevonden, tegen influenza,
gevatte koude, volheid in do borst,
lusteloosheid, slechte spijsvertering,
trage ontlasting, hoofdpiln, enz.
Verkr. by Drogisten en Winkeliers
b 30 ets. per pakje. 2812 11
Wil zooveel
mogelijk de
Zondagrust
van uw naasten eerbie
digen. Koop niet op
Zondag wat gij op andere
dagen kunt bekomen.
AMSTERDAM.
Hoofdsoorten:
8183 50
TRADE MARK
f 1. tn 1.30 p. 5 ons.
GE-D2J»ON£E*D
85 Cents p. 5 Ons.
Verkrijgbaar in alle buurten der stad.
a VLOEK»
A Ai 1 WAND.
co
C3
ca
53
1699 20
op billijke voorwaarden. Adres; Leidsche Voorschot
bank, Langebrug 44, hoek Wolsteeg. Opgericht 1904. Dage
lijks van ID tor, I uur. Zonder Levensverzekering. Geen
kosten vooruit. 6258 12
Behalve de stakingen in Engeland trekt
het meest de aandacht de Marokkaan-
tohe kwestie of eigenlijk de onder
handelingen over Marokko.
Een gunstig teeken ten deze, wat haar
beëindiging betreft, werd gisteren gezien
in het bericht, dat de Duitsche Staatssecre
taris van buitenlandsohe zaken von Kider-
len-Wachter naar^Vïarienbad zou gaan. Dit
bericht wordt nu echter, zij het officieus,
tegengesproken.
Over die onderhandelingen 0n het sta-
'cSSum, waarin ziy verkeeren, loopen de be
richten uiteen. De voornaamste laten wij
hier volgen.
Do Officieuze „Pètit Parisien" be de
mededeeling
Volgens inlichtingen, die, zoowel te Pa
rijs als te Berlijn, uit de beste bron geput
lijn, is 't volkomen onjuist, dat de Fransch-
Duitsche onderhandelingen bijna afgeloó-
pen zijn en dat er nog slechts schikkingen
betreffende onderdeden getroffen moeten
worden, die door deskundigen in koloniale
aangelegenheden geregeld zullen kunnen
worden.
In werkelijkheid hoeft de gedachtenwis-
seling van den heer Cambon met den heer
von Kiderlen-Wachter in de laatste drie we
ken de onderhandelingen niet merkbaar
vooruit gebracht: er is niets of zoo goed als
niets veranderd.
Sommige dagbladen schromen niet de op
lossing van het vraagstuk voor Woensdag
(heden) aan te kondigen. Voor die voor
spelling is zoo weinig grond aanwezig, dat
men zich af kan vragen of de dag van
Donderdag niet het afbreken der gedach-
tenwisseling zal zien.
Laat ons hierbij voegen, dat dit vooruit
zicht niets bijzonder verontrustends heeft.
Wanneer twee particulieren het niet direct
samen eens kunnen worden, dan doen zij
een beroep op het gezag van de rechtbank.
Tusschen twee evenzeer vredelievende na
ties behoeft het niet anders te gaan.
In dit geval zou het bevoegde gerechts
hof gevormd worden door de naties, die de
Acte van Algeciras onderteokend heb' o.
Zij alleen zijn gerechtigd om hier uitspraak
te doen.
De Temps" zegt o. m. dit:
Zoo de concessies, die Duitschland van
Frankrijk vraavt en de mate, waarin dat
verzoek mogelijkerwijze ingewilligd zou
kunnen worden, al hij verschillende gelegen
heden door de onderhandelaars b"sproken
zijn, zonder dat men een oplossing gevon
den heeft, er is een ander punt, dat even
min gemakkelijk is op te lossen: nl. het
vaststellen van herween Duitschland aan
Frankriik en Marokko zou afstaan. Ook van
dien kant is de overeenstemming moeilijk
en een bevredigende formule moeilijk te
vinden.
Daarom kunnen we hier slechts herhalen,
dat er p^en reden bestaat om optimistische
voorspellingen te do°n. die voorbarig zijn
en vooral ingegeven liiken te zijn d. f het
verlangen van de openbare meening in de
twee landen om een helderder horizont te
zien, na de onrustig makende duisternis,
die deze langdurige en vermoeiende be
sprekingen omhult
De waarheid is, dat de onderhandelingen
op normale wijze voortgezet worden, maar
dat er sedert twee wpken geen merkbaro
voortgang bereikt is. Misschien zal een nieu
we ontmoeting van den heer Cambon met
den heer von Kiderlen-Wachter hen den
pas vooruit doen zetten,' dien men aan bei
de zijden wenscht af te leggen, zoftder dat
men daar tot#dusver toe is kunnen komen.
Uit een Havas-teleg»-am ujt Parijs weet
men ook, dat de onderhandelingen tusschen
Kiderlen en Cambon nog altijd niet opschie
ten. Zij zoeken nog steeds naar „een grond
slag voor de onderhandelingen»"
De „National-Zeitung" deelt in een arti
kel, dat over de houding van den Keizer
in de Marokkaansche staatkunde handelt,
mede, dat Kiderlen den Keizer op 't kasteel
Wilhelmshöh'e zal gaan opzoeken.
De correspondent van de ,,Frankf. Ztg."
te Berl.jn neemt aan, dat dit zoo is; maar
is van meening, dat dit bezoek niet recht
streeks met de Marokko-politiek in ver
band behoeft te staan. Het zal in de eerste
plaats heb feestmaal gelden, dat de Keizer
elk jaar op 18 Augustus ter eere van don
verjaardag van keizer Frans Jozef pleegt
te geven en waaraan volgens de traditie
ook de Rijkskanselier, de Oostenrijksch-
Hongaarsche gezant en de een of andere
voorname. Duitsche diplomaat deelneemt.
Het „Berliner Tageblatt" is van oordeel,
dat de aamenspreking van een halfuur, die
Kiderlen en Cambon Maandag hebben ge
houden, misschien een zekere beteekenis
kreeg door de omstandigheid, dat op heb
oogenblik, dat zij gehouden werd, de Rijks
kanselier te Berlijn vertoefde. Bethmann
Hollweg was 's ochtends uit Hohenfinow
te Berlijn aangekomen. Pas tegen den
avond keerde bij daarheen terug, en Kider
len bracht hem naar het station.
De „Voss. Ztg." meldt uit Weenen, dat
het „Neue Wiener Tageblatt" een hoofd
artikel publiceert van den Franschen jour
nalist Tarvieu. Deze behandelt de schade
vergoeding, die Duitschland van Frankrijk
in Afrika verlangt.
Tarvieu meent, dat Duitschland driemaal
zijn voorstellen veranderd heeft. Ten slotte
beweert hij, dat Duitschland het Fransche
equatoriaal Afrika in tweeën wil deelen. En
ook dit voorstel was voor Frankrijk onaan
neembaar.
De „Voss. Ztg." schrijft onder dit be-
richtj dat de combinatie van Tarvieu al
evenmin op waarheid berust als alle andere
vorige compensatie-fantasieën.
Het blad citeert dan verder over dit on
derwerp een telegram van den Berlijnsch'en
correspondent van de „Frankfurter Zei-
tung," dat de Marokko-onderhandelingen
spoedig ten einde zullen zijn.
Het doel der Duitsche regeering is, om
de toestanden in Marokko zoo te regelen,
dat er over dit vraagstuk geen twist en
tweedracht meeT tusschen Duitschland en
Frankrijk mogelijk kan zijn. De hoofdeisch
blijft, in Marokko de open deur en volledige
handelsvrijheid en grond- en mijnbezit voor
Duitschland.
Van een samentrekken der Duitsche
troepen aan de grens van den E 1 z a s
schijnt niets waar te zijn. Althans, het
„Berliner Tageblatt" verneemt van het
Ministerie van Oorlog, dat alle berichten
over zulk samentrekken als maatregel tegen
do Fransche concentratie van troepen in de
buurt der Rijkslanden, volkomen „gelogen"
zijn.
Van 16 tot 19 Augustus worden tusschen
Metz en Straatsburg militaire oefeningen
gehouden, die reeds drie maanden geleden
op het programma stonden bij den gene
ralen staf. Anders niets I
Niet gelogen, maar overeenkomstig de
waarheid noemt de „Lokal-Anzeiger" het
bericht in de Matin" over het gereedko
men der onderhandelingen tus
schen Rusland en Duitschland.
Het sohijnt aan geen twijfel meer onder
hevig, dat de Potsdammer overeenkomst
geteekend zal worden.
De hoofdpunten van het verdrag zijn:
lo. Duitschland zal ophouden, in politie-
ken zin belang te hebben bij Ferziö of lie
ver bij de Noordelijke helft van Perzië, die
aan Russisclien invloed onderworpen is,
terwijl de Zuidelijke helft aan Engeland
blijft voorbehouden; 2o. Duitschland zal
er zich van onthouden, concessies betreffen
de den aanleg van spoorwegen, gewone
wegen, posterijen en telegrafie^ enz. aan
te vragen^ of iedere andere concessie, welke
politieke gevolgen zou kunnen hebben.
Van zijn kant verbindt Rusland zich: lo.
Om de spoorwegen, die in Perzië zullen
worden aangelegd, £e verbindeD met den
Duitschen Bagdadspoorweg, die volgens de
thans geldende concessies, zijn eindpunt te
Kanekine zal hebkien, op de Perzische
grens; 2o. Om in Perzië aan den Duitschen
handel en industrie de vrije hand (la porto
ouverte) te laten.
Eweneena is overeengekomen, maar
dit maakt geen deel van de overeenkomst
uit dat Rusland zióh niet zal verzetten
tegen het aandeel nemen van vreemde ka
pitalen in den aanleg van deD Bagdad
spoorweg.
In Portugal is het nog niet rustig.
In het noorden vooral is de bevolking op
gewonden over de scheidingswetten. Ge vol.
gen van die opgewondenheid zijn: vecht
partijen, het dood©n van twee mensohen en
het wonden van velèn. Zelfs de soldaten
werden aangevallen onder den kreet: „Le
ve het Koningschap 1"
Te Lissabon zijn gisteren vijftig gesmok
kelde geweren en twee duizend kogels in
beslag genomen. Rare dingen!
In Pennsylvanië, meer in het bij
zonder te Coatesville, ducht men een n e-
geropstand. De blanken zijn ook erg
onrustig. De aanleiding tot den gespannen
toestand' moet govonden worden in het
lynchen van een neger, die een politie
agent doodschoot. Een derde van het inwo
nersaantal wordt door negers gevormd.
In Chili neemt de oproerige beweging
af.
Mr. H. Geesink schrijft over de bevoegd
heid van den gemeenteraad, om een wet
telijke veïordening op de winkelslui
ting vast te stellen, het volgende in het
„Weekblad voor het Recht."
Wil er bolang zijn, dan moet daarvoor
gTond zijn ten opzichte van den belangheb
bende.
De omvang on het karakter van dat be
lang ligt in dien girond.
Hetgeen van algemeen belang is, moet
ook van privaatbelang zijn, maar wat van
pTivaatbelang is, is daarom nog niet van
algemeen belang. Het criterium ligt in den
grond voor het belang.
Of in -een bijzonder geval wettelijke win.
kelsluiting van afzonderlijk privaat- (ge
meente^) belang zoude zijn, hangt dan af
van den grond, op welken in die sluiting
oen belang is te zien.
Die grond moet dan ook bijzonderlijk, d. i.
hier plaatselijk worden aangetroffen, en het
mag geen grond zijn, die ook in elko
andere gemeente, althans in de meeste ge
meenten, aanwezig is. Immers in liet laat
ste geval wordt het Rijksbelang.
Zoo denke men bijv. in een gemeente X.
een wettelijke winkelsluiting van plaatse
lijk belang, omdat in dio gemeente bijv. na
zonsondergang het gaan naar of het be
zoek aan de winkels om onvermijdelijke re
denen nadeel of gevaar oplevert voor de in
gezetenen (do lezer zoelte zelf maar eens naar
een voorbeeld). Het laat zich niet moei
lijk denken, dat in talrijke andere gemeen
ten een dergelijk gevaar niet dreigt, en dus
op dien grond in de andere gemeenten ook
niet sprake kan zijn van een wettelijke win
kelsluiting als zijnde van plaatselijk belang.
Waar een gemeenteraad beweert, dat voor
zijn gemeente de wettelijke winkelsluiting
een onderwerp van zoodanig plaatselijk be
lang is, dat hij vermeent de regeling daar
van aan zich te moeten trekken, dient hij
to noemen den bijzonderen, aan zijn gemeen
te eigen, grond daarvoor.
Is zoodanige grond niet aanwezig, dan
ma-g hü piet yap afzonderlijk, plaatselijk
belang in wettelijke winkelsluiting spreken.
Het gaat niet aan, zonder meer, en een
voudig bij meerderheid van stemmen, een
onderwerp te verklaren van plaatselijk be
lang.
Het zou een Schromelijke willekeurigheid
zijn, indien een gemeente, zonder speciaal
plaatselijk bij zich aan to treffen grond,
desniettegenstaande een belang aan ach
trekt.
Dat Het wel eens meer voorkwam, dat
gemeentelijke verordeningen aan een Rijks-
wet voorafgingen pn dus reeds in het ge
meentebelang iets geregeld was, wat later
van Rijksbelang bleek te zijn, wettigt daar
om nog niet een dergelijk handelen door
een gemeenteraad, vooral niet wanneer Ged.
Staten daartegen opkomen.
„De Nederlander" beziet de zaak der
winkelsluiting onder het opzicht van'Haar
wettelijke geoorloofdheid.
Intussohen blijkt uit het artikel ook, 'dat,
al ware volgens de meening van dit blad,
de Winkelsluiting bij gemeente-verordening
vast te stellen, het toch daarvan een tegen-
Stander blijven zou.
Het blad. schrijft n.l. als volgt:
Wij deelden reeds het advies mede van
prof. Van Hamel, over de winkelsluiting te
Amsterdam, of juister gezegd, over de be
voegdheid van den Gemeenteraad, om die
zaak te regelen. De hoogleeraar acht die be.
voegdheid niet twijfelachtig.
Wij gaan hiermee vooralsnog niet accoord.
Gaarne geven wij toe, dat onderwerpen,
die door de Rijkswet kunnen geregeld wor
den, in sommige gevallen ook door de Ge
meentewet, kunnen worden geregeld. Maar
daaruit volgt niet, dat de Gemeentewet ook
dit onderwerp vermag te regelen.
De beperking van een winkelier in zijn Vrij
heid om te vèrkoopen, is voor hem een
belangrijk ingrijpen, in zijn persoonlijke vrij
heid. Om te voorkomen, dat de persoonlijk©
vrijheid geheel ondergeschikt wordt aan het
goedvinden van de meerderheid van elk col
lege, heeft de wetgever voor de verschil
lende colleges de bevoegdheid om als wet
gever op te treden beperkt, en, wil men niet
alle burgerlijke vrijheid prijsgeven, dan be
hoort men die grenzen strikt in het oog te
houden. Verflauwing van die grenzen, zou
voor onze burgerlijke vrijheid hóógst be
denkelijk worden.
De gemeente nu mag, krachtens art. 185
der Gemeentewet, haar ingezetenen beper
ken. voor zoover dit is in het belang der
openbare orde, der zedelijkheid en der ge
zondheid; ook mag zij vefordeningen ma-
ken, die die huishouding der gemeente be
treffen.
Indien winkelsluiting voorgeschreven
wordt, dan moet dit geschieden uitsluitend
met het oog op bovenstaande belangen. Het
zijn alleen dio belangen, waarvoor de ge
meente, als wetgeefster mag opkomen. In
dien zij bijv. met het oog op de verlichting
op de handhaving van orde, enz., sluiting
van winkels noodig achtte, dan zou winkel
sluiting o(p bepaalde uren kunnen worden
voorgeschreven.
Maar dat het den Amsterdamschen Ge
meenteraad om die belangen te doen was, is
niet waarschijnlijk. De „winkelsluiting"
wordt op geheel andere gronden gevraagd
én verdedigd. Zij moet strekken, om aan de
winkelbedienden een behoorlijken rusttijd te
verzekeren. Niet ccnig gemeentelijk,
maar uitsluitend een arbeidersbelang is daar
bij betrokken. Niemand zal beweren, dat het
vroegtijdig dompelen eener groote stad in
halve duisternis dit toch geschiedt, zoo
dra de lichtvcrspreidcnde winkels gesloten
zijn, nu juist zoo bevorderlijk is voor
zedelijkheid en veiligheid.
Het tegendeel is waarschijnlijker.
Indien ©en gemeenteraad winkelsluiting
voorschrijft, dan waakt hij voor andere be
langen dan waarvoor hij te waken heeft.
Moet het recht van den winkelbediende op
rusttijden worden verzekerd, dan is dit een
zaak, die da Rijkswetgever te beslissen heeft,
evengoed als het de Rijkswetgever is, dia
de regelen voorschrijft, welke bij het slui
ten van dienstcontracten moetan worden in
acht genomen. Heeft ooit iemand beweerd,
dat wat nu in het burgerlijk wetboek ten
aanzien van dienstboden en arbeiders is ge
Eregeld, ook wel heb onderwerp zou kunnen
uitmaken van gemeentelijke wetgeving
Do hecfr Van Hamel, die meent, dat ..eerst
dan de gemeentewetgever op verboden ter
rein komt, wanneer hij verordeningen gaat
maken over onderwerpen of van een strek-*
king, waardoor aan Rijkswetten of Rijka<
instellingen inbreuk of concurrentie zouwor.
den aangedaan," gaat blijkbaar te ver. Ze--
kerder mag de gemeente-wetgever dit niet
xloen; het wordt hem trouwens uitdrukkelijk
verboden. Maar men mag de stelling niet ohw
koeren, en zeggen: alles is geoorloofd, zóój
lang maar de gemeen tewetgev er die gr end
in acht neemt. Men komt o. i. daardoor ia
Bfcrijd met art. 135 der Gemeentewet, dat
de bevoegdheid van den Raad vaststelt, ter-»
wijl bovendien bepaald is, dat zelfs bij het
uitoefenen van die bevoegdheid de Raad
niet in strijd mag handelen met wat reeds vaa
Rijkswege is geregeld.
Een geheel andere kwestie is het. of dé
Rijkswetgever, zelfs de zaak in beginsel re
gelende, voor de uitvoering van die wet de
medewerking der gemeentebesturen in deze
materie, niet zou kunnen inroepen. Do ge
meentebesturen toch worden somtijds ver
plicht hun medewerking tot de uitvoering
van wetten te verleenen. (art. 126). Indien
derhalve de Rijkswetgever goed vindt, in heb
belang van de winkelbedienden het recht
der patroons om contractueel over hun krach
ten te beschikken te beperken, dan kan hij
zonder twijfel de regeling der winkelslui
ting in bijzonderheid overlaten aan den lo
calen wetgever; zelfs kan hij dezen de be
voegdheid verleenen om bij referendum door
de buTgors te doen beslissen of zij in die ge
meente winkelsluiting verlangen. Maakt dan
het gemeentebestuur een verordening, dan
doet het dit niet in het belang van de huis
houding der gemeente, die niets met deze
kwestie te maken heeft, noch in het belang
van de openbare orde, zedelijkheid en
gezondheid, maar enkel ter uitvoering eener
Rijkswet, gemaakt met het oog op een so
ciaal belang.
Door het wegcijferen van alle grenzen,
die de wet ter beperking van de bevoegdheid
van wetgevende lichamen gesteld heeft, gaat
onze burgerlijke vrijheid steeds meer te
gronde. Alleen de majoriteit van belangheb.
benden geeft den doorslag. Het sohijnt, dat
ook onder de liberalen dit niet wordt inge-
Leiden. Bij beschikkingen va,n den
minister van binnenlandsche zaken, is r> sp
inet ingang van 1 September, op zijn ver
zoek, eervol ontslag verleend aan den heer
A. J. Korteweg, als assistent in het zieken
huis (afdeeling geneeskunde) aan de Rijks
universiteit te Legden, en is, voor het tijd
vak van 1 September tot en met 31 Decem
ber, als zoodanig benoemd de heer M. W.
Scbeltema Bzn., arts te Leiden.
Verder is resp. met ingang van 1 Septem
ber, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend aan den heer A. de Waart, als assis
tent voor de physiologie aan de Rijksuni
versiteit te Leiden, voor het tijdvak van 1
September tot en met 31 December, als
zoodanig benoemd dr. G. Fahr, en voor dat
zelfde tijdvak benoemd tot issisopnte voor
de physiologie aan voomóecule Univetsi-
teit, mejuffrouw W. J. M. Brockema.
Met ingang van 15 September, is, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend aan den
heer W. J. de Haas, als assistent voor d*
natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te
Leiden.;