Uit de misdadigerswereld.
De hoogste spoorwegen der aarde.
vrouw aan het wankelen gaat, en het
schijnt alsof zij door gemis aan liefde en
edelmoedigheid geen deel zaJ hebben in
eenig toekomstig Eden, dan herinner ik
mij weer den geur van dat kleine, verwelk
te ding: de lente kan ons niet verlaten.
Van' prof. dr. A. R. Reisz, die een Euro-
peesche vermaardheid bezit als criminalist,
die in Lausanne sedert 1902 een leerstoel
voor politiewetenschap bekleedt, en naar
wiens hoogst belangwekkende lezingen
hoorders uit alle streken der wereld komen
luisteren, is een werk versohenen, waaraan
de volgende wetenswaardigheden betreffen
de het doen en laten der verschillende cate
gorieën van misdadigers ontleend zijn.
Prof. Reisz noemt zijn vperk, waarvan
het eerste deel niet minder dan 500 par
gina's telt, „Manuel de Police scientifi-
que"; dit handelt over „Diefstal en moord";
het tweede over „Falsificaties"het derde
over „Identificatie van misdadigers"; het
vierde over „Organisatie der moderne cri-
mineele politie."
In het hoofdstuk „Diefstallen" schildert
prof. Reisiz de verschillende „specialitei
ten," die met of zonder inbrekers werktui
gen „werken," zooals étalage-, juweelen, ba-
raar-, insluipdieven, zakkenrollers, „lijken-
•chenners" (die in parken en plantsoenen
slapende personen berooven); dan de inbre
kers met hun vaak wonderbaarlijk-knap be
dachte werktuigen. Dan vertelt de schrij
ver, hoe de diefstallen worden uitgevoerd,
of zij specialiteit van dieven of dieveggen
rijn, of zij het liefst door één, door twee
personen of door een geheele bende worden
uitgevoerd.
Zeer interessant is Reisz' werk, waar het
handelt over de elegante internationale zak
kenrollers. In Zwitserland werken deze
heeren met voorliefde in de luxe-treinen
MilaanParijs, BernGenève, enz. De
Parijsche politie arresteerde in het jaaT
1907 twee elegante zakkenrolsters, waar
van de eene met een scherpe nijptang hor
loge- en halskettingen van de voorbijgan
gers doorknipte, terwijl haar helpster de
op den grond vallende losse stukken op
raapte.
Zakkenrollerij in de schouwburg-foyers
schijnt een specialiteit der reizende Russi
sche zakkenrollers te zijn. Als na het eind
van een bedrijf het publiek naar de koffie
kamer stormt, dringen zij van de tegen
overgestelde richting door de menschen,
alsof zij iets in de zaal hadden laten liggen,
en slaan dan him slag.
Bazaar-dieven werken graag in gezel-
eoliap. In 1906 werd te Parijs een bende
gearresteerd, die in den tijd van drie maan
den voor ruim 200,000 franken kostbaar
pelswerk had gestolen. Onder de juweelen-
dieven was de buitengewoon handige, ele
gante Rumeensehe officierszoon Manolescu,
te Parijs overbekend. Hij noemde zich
„koning der dieven" en schreef.... memoi
res
Onder de inbrekers zijn Vooral diegenen
gevaarlijk, die overdag een eerlijk hand
werk drijven, zoodat zij niet spoedig ver
dacht worden. Evenzoo plegen zij, om niet
in den kijker te loopen, nooit opvallende
kleedingstukken te dragen. Zeer interes
sant is de waarneming, dat zij op de plek
van het misdrijf vaak half verbrande luci
fers wegwerpen. Reisz meent, dat men in
landen, waar geen lucifers-monopolie be
staat, dus alle mogelijke lucifers in ge
bruik zijn, de weggeworpen zwavelstokjes
onderzoeken en opzamelen moet, om, in la
tere gevallen, dadelijk de herkomst van een
weggeworpen lucifer te kunnen vaststellen.
Yeel plaats is ingeruimd aan de beschrij
ving van inbrekerswerktuigen en de sporen,
die zij op meubelen, deuren, enz. nalaten.
Dan behandeld Reisz den hoteldief. De
internationale „Hotelratte" gaat steeds ele
gant gekleed. Alleen of door medeplichti
gen vergezeld, komt hij met veel fijne kof
fers en tasschen in het hotel aan, zoo mo-
Den 23sten Juli 1811 overleed' de Prui
sische veldmaarschalk Courtiière, de held
haftige verdediger van Graudenz. Hierbo
ven ziet men de monumenten, welke men
tot aandenken van den dapperen man te
Graudonz heeft opgericht. Het ter linker-
gelijk het roode lintje van het Legioen van
Eer in het knoopsgat. Zijn gedistingeerd
optreden en rijkelijke fooien verwerven hein
spoedig het vertrouwen van het hotelper
soneel.
Hoteldieven, die zonder instrumenten
werken, dringen overdag in de onafgeslo
ten kamers van gasten, bij' wie zij onder de
table d'hóte veel sieraden hebben, gezien.
Daar men bij de lunch in eenvoudig toilet
zonder sieraden verschijnt, liggen deze
vaak los op of in toilettenkistjes en wor
den zoo een gemakkelijke buit van de die
ven.
Manolescu noemt in zijn „mémoires" deze
zorgeloosheid der hotelgasten „de voorzie
nigheid van de dieven." Na den diefstal
blijft de dief nog een paar dagen in het ho
tel, om niet door een overhaaste vlucht de
aandacht op zich' te vestigen.
De hoteldief, die met instrumenten werkt,
gebruikt overdag valscho sleutels, 's nachts
echter een werktuig, ouistiti (meerkat) ge-
heeten, in den vorm van een friseertang,
waarmee hij van buiten af, den in het slot
stekenden sleutel kan pakken en die haast
geruischloos kan omdraaien. Koffers en
tasschen van het zwaarste leder worden
met een jaap van een scheermes geopend,
om het soms ingewikkelde slot te vermijden,
Het is jammer, zegt Reisz, dat veel ho
telhouders, uit vrees om hun zaak in op
spraak te brengen, weigeren, de politie
een grondig onderzoek ter plaatse te laten
instellen, na een gepleegden diefstal. Zoo
lang de dames uit de hooge kringen de
slechte gewoonte hebben, sieraden 's nachts
onbeheerd te laten rondslingeren, zal men
van opzienbarende hoteldiefstallen hooren.
Een paar jaar geleden werden aan me
vrouw E. v. E., uit Weenen, te Baden-
Baden, terwijl zij sliep, sieraden ter waar
de van 100,000 kronen ontstolen. De dief is
nooit gesnapt.
- Om de internationale dieven met succes
te kunnen bestrijden, bepleit Reisz de ?n-
stelling van een internationaal politie-
bureel, iets in den trant van de Post-Unie.
Vervolgens behandelt de schrijver een
werkwijze van de moderne brandkast-in-
brekeTs. Dezen trachten vaak de dikke
pantserplaten der kasten door steekvlam
men te doen smelten. Daartegen bescher
men de brandkastfabrikanten zich thans
door tusschen twee lagen staal een «elf
zijde geplaatste stelt voor het d'oor Frie-
drich Wilhelm III gestichte. Het andere
werd opgericht dloor de burgerij van Grau-1
denz in 1907, op den honderdsten herinne-
ringsö'ag aan de verdediging der oude ves-
ting.
standigheid te persen, die zelfs tegen de
grootste hitte bestand is. Amerikaansche,
fabrikanten beschermen hun maaksel doorj
in het inwendige der kasten twee potten
aan te brengen, een met een Cyaan-ver'oin-
ding, de andere met zwavelzuur. Bij cn-(
wettige opening ontwikkelen zich giftige,
gassen, die den inbreker op slag doödsn.
Dan bespreekt Reisz o.a. alle bekende
trucs der valsohe spelers. Het is zeer moei
lijk, een bandagen valschen speler op hee-
terdaad te betrappen. Geheime zakken, die
Kij vaak hebben, zijn niet gemakkelijk te'
ontdekken. De beste gelegenheid om hen te-
ontmaskeren is het oogenblik, waarop del
speler het spel kaarten tegen een ander:
„getruceerd" spel verruilt.
Velen beweren een valsche speler aan;
zijn oogen te herkennen. De anders moede]
en troebele oogen moeten onder het spél
van ongelooflijke beweeglijkheid worden.
Het is in ieder geval zeker, dat een val
sohe speler uitstekende oogen moet hebben.
Als men hem vaak een monocle ziet dragen,-
dan doet hij dat, om het spel zijner oogen
te verbergen, of op het goede oogenblik de'
opmerkzaamheid af te leiden, door het oog-,
glas te laten vallen. Zijn handen, zijn ge
wichtigst werktuig, zijn steeds uitnemend]
verzorgd en moeten zeer lenig zijn. Het
tastgevoel in de vingertoppen moet buiten-,
gewoon wezen. Er zijn valsche spelers, die-
door aanraking met de vingertoppen den
druk van een kaart kunnen onderscheiden,!
hoewel zij gemakkelijker gemarkeerde kaar-,
ten onderscheiden. Het markeeren heeft
plaats door het prikken van voor het(
bloote oog haast onzichtbare gaatjes, door
ruw maken met puimteer, door een
k sje, enz.
De tweede afdeeling van het eerste deel
handelt over den moord. Reisz kent moor
den uit hebzucht, uit perversiteit, uit
hartstocht of om politieke redenen. Ge
woonte-misdadigers moorden uit hebzucht
of perversiteit; veel moordenaars zijn piep
jonge mannen.
Wat het onderzoek der achtergelaten
bloedsporen betreft, beveelt Reisz o. a. aan,
zorgvuldig het nagelvuil der verdachte mis-'
dadigers te verzamelen en dat te onder
zoeken. Zelfs na het handenwassehen blijft
toch steeds wat vuil onder de nagels
achter.
Voor politie-honden veelt Reisz al Keel
weinig. Hij acht het wèl zoo goed, de agen
ten zelf speciaal „af te richten," dan „cir
cus-honden" te kweeken.
Treffend juist schildert Reisz ten slotte
de eigenaardigheden der misdadigers, hun
wraakgierigheid, hun onaandoenlijkheid
voor lichamelijke pijn, hun ijdelheid en
grootsprekerij, die hun menigmaal in het
verderf h'eeft gestort, hun „dieventaal,"
hun geheime teekens en tatoueeringen.
In den vreemde.
Mijn hart is ver van hier.
Van deze landen 1
't Is daar, waar 'k vreugde en smart
Gekend' heb en ala kind
Mocht rusten aan een hart,
Dat teer mij heeft bemind 1
Mijn hart is ver van hier,
Van deze landen
'k Ben altijd altijd daar
Met mijn gedachten,
Waar om den trouwen haard,
Die zooveel innigs had',
Ons klein gezin geschaard
En saamgescholen zat;
'k Ben altijd, altijd daar
Met mijn gedachten.
Daarheen gaat al mijn groot
En lief verlangen,
Naar 't kleine plekje grond,
Waar 'k achterliet dat al,
Wat 'k nergens wedervond'
Of wedervinden zal
Daarheen gaat al mijn groot
En lief verlangen.
Nu voel ik hoeveel liefs
Ik heb verlaten
Dat 's niet het groen, het blauw.
Het zonlicht van mijn land 1
En waar ik henenschouw,
Daar is mij niets verwant;
Nu voel ik, hoeveel liefs
Ik heb verlaten 1
Mijn hart verlangt naar u
Van verre stranden,
Staag biddend iea'ren dag,
Dat in uw avondrood
't Mag slaan zijn laatsten slag,
En rusten in uw r:hoot;
Mijn hart verlangt naar u
Van verre stranden.
DE MODE,
Aan den modehemel dreigen sombere wol
ken. Geen korset meer, maar een ceintuur
die onder voorwendsel ons van een pijniging
(was het er ooit een voor wie een goede
korsetmaakster had?) te bevrijden, ons onze
zoo moeilijk verkregen lijn en vorm wil afne
men. Hoe lang heeft het geduurd eer we
kwamen tot waar we nu zijn? Na de empi
re hebben wij het vrouwelijk lichaam altijd
vervormd en vermomd gezien, door de
queue de Paris, door de hammenrnouwen,
door belachelijk wijde rokken. Uit al die
misère was ten slotte iets goeds geboren, wij
hadden eindelijk ons recht op de lange sier
lijke lijn teruggekregen, en n dit weer
Zullen wij nu heusch weer ootmoedig bui
gen voor de grillen van een modesyndi
caat.
Overal zijn stakingen, alles staakt. Als
wij nu eens eenvoudig weigerden ons te la
ten misvormen? Geld moeten zij verdienen,
de heeren in de rue de la Paix, die huD
leven wijden aan die grilligste gril, de Mode
en wij geven 'het hun gaarne. Wij willen alles
goed vinden, vij willen de zonderlingste
uitingen van hun vermoeide fantasie met
vreugde begroeten, alleen dat ééne willen
wij niet. Wij wi'.len niet meer nissen wat
wij eindelijk verkregen hebbenhet recht
om levende standbeelden te zijn, vrouwen
met een taille, die op haar j laats zit, met
armen, niet verborgen, in uitwassen van
fluweel of zijde, met heupen en schou
ders.
Aux armes, citoyennes! En dat wapen is
zoo eenvoudig: wij koopen geen malle cein
tuurs, wij koopen niets, wat ons niet mooier
maakt.
1*21 ware feminisme? Dat begint met. be
haagzucht. Bewuste behaagzucht, die
op haar eenig doel afgaat. Krijgen
wat zij hebben wil. Een japon of kies
recht, het zijn altijd weer de charmante
vrouwen, die krijgen wat zij willen. En de
charmo van de vrouw is voor drie-kwart in
haar toilet, niettegenstaande alle mogelijke
beweringen dat geest ten slotte mi -r w
dan schoonheid. Natuurlijk is het te betreu
ren, natuurlijk ware het, van een ideëel
standpunt uit, to wenschen, dat het anders
was; maar nu het niet zoo is, moeten we
de waarheid onder de oogen durven zien.
„In jedem Manne ist ein Kind versteekt,
das will spielen", zegt Zarattbustra. Spelen
met den geest? Goed maar waarom zou het
popje niet de uiterlijkheid hebben van haar
innerlijkheid? „We doen eqn concessie aan
de laagheid van den man door ons voor
hem op te smukken," vertelde mij oens een
voorvechtster van de vrije vrouwen. Dat
weet ik ook wel en met mij alle andere
vrouwen; maar dat zijn van die concessies,
die wij glimlachend doen en met een gerust
geweten; immers, wij vinden het ook wel
aardig. Ik zie plotseling voor mij een dame,
die in 't Kurh de algemecne aandacht
trok door een japon in witte crêpe de dbi-
ne, bezaaid met uit de hand geschilderde
bouquetten rozen, saamgebonden met Lode-
wijk-XVde-strikken.
Dit ijle goedje vol charme en vreugd
steur. .*2 op een breeden rand zwart satijn
fluweel. Over i.Iles ging een groote mantel
van wit-geparelde tule, doorwerkt met zil-
verprrëls, waarover, als orn zooveel weelde
te temperen, an een zwarte voile viel.
Ik kon me niet denken, dat die dame ook
maar een oogenblik gedacht heeft aan de
concessie, die zij aan der mannen laagheid
deed. Zij scheen er heelemaal :e+ onder te
lijden, integendeel: zij zag er heel gelukkig
uit. Ik vind dat idee van die concessie, enz.
geen excuus voor slordige kleeding en daar
wordt het helaas te veel voor misbruikt.
De Sojaboon.
In den laatsten t jd trekt zeer de aan
dacht een nuttige plant, die in Oost-Azië
een hoogst gewichtige rol speelt, maar in
ons werela'deel tot nog toe niet op groote
schaal gekweekt wordt, hoewel dat in
midden-Europa met uitzicht op goed ge
volg zou kunnen geschieden.
Het is de Sojaboon, welks vaderland in
China te zoeken is.
Nieuwe chemische onderzoekingen heb
ben het bewijs geleverd, dat deze boonen
soort in voedingswaarde alle andere vruch
ten overtreft.
In China wordt er sedert meer dan 2300
jaar een soort van witte kaas van bereid,
die een volksvoedingsmiddel is geworden.
Hoofdzakelijk wordt de Sojaboon in
Mandsjoerije verbouwd, zoodat de groote
uitvoer van daar geschiedt.
Ook wordt uit Sojaboonem voortreffe
lijke olie geperst, te-wijl het residu voor
veevoeder en bemesting diens :g is.
De in Duitsohland, Oostenrijk, Frankrijk
en Rusland genomen prosven hebben ge
leefd, dat de teelt gemakkelijk, niet aan
bijzondere zorg of bekwaamheid van dea
kweeker, en evenmin bepaald aan gunstig
klimaat en bodem gebonden is.
De opbrengst wordt op 150-maal het
plante geschat.
Het Engelsche tijdschrift „The Lancet"
geeft de volgende analyse40 pCt. eiwit.
20 pCt. vetstoffen, 8 a 10 pCt. suikerge
halte, 4 a G pCt. mineraliën (phosphor,
zwavel, natron, kalk, kali en magnesia), 4
a 11 pCt. cellulose en 10 pCt. oplosbaar
zetmeel.
Zooals b >nd, bevatten vele graansoor
ten, bijv. tarwe, 70 pCt. zetmeeL
Daarom is de Sojaboon bijzonder ge
schikt voor vegetariërs en suikerzieken.
In China wordt van Sojaboonenmeel door
vermenging met water een soort planten-
melk gemaakt, die voortreffelijk van smaak
is en veel op koemelk gelijkt welke laatste
door de rneeste Chineezen niet gebruikt
wordt. Ook stremt zij door verhitting en
toevoeging tan zuur.
Het meel kan overigens voor verschillen
de doeleinden gebruikt worden, n. 1. bij
soepbereiding, beschuit, kindervoedingmeel,
onz., en bij de industrie voor kaarsea- en
zeep fabricatie.
Dat Sojaboonenazijn aJs toevoeging aan
sausen zeer op prijs gesteld! wordt, is al
gemeen bekend.
Het vorig jaar voerde Mandsjoerije bijna
600,000 ton Sojaboonen uit.
In Europa was tot voor kort de van Zer*
matt over den Gornergrat gelegde tandrad
spoorweg, degene, die de grootste hoogte
boven den zeespiegel bereikt. Het hoogste
punt ligt 301S meter boven den ze-ispiegel
en deze was jarenlang de eenige spoorweg
in Europa, die tot een hoogte boven 3000
meter steeg. Deze spoorweg wordt thana
echter reeds overtroffen door den veelg9-
roemden Jungfrausspoorweg waaTvan het'
reeds geopende station „Eimeer" 3162 me
ter hoog ligt, terwijl het eerstvolgend sta
tion „Jungfraujoch" 3396 meter en het'
ontworpen eindpunt in den Jungfrautunnel
zelfs 4075 meter hoog zal komen te liggen.
De hoogste, gewone spoorweg van Euro
pa was tot voor kort de Brennerspoorweg,
die zijn hoogste punt bereikt 1367 meter
boven de zeespie-gel, terwijl de Mont-Oenis-
spoorweg het tot op 1338 meter, de Arl-
bergspoorweg tot op 1311, de Gotthard-
spoorweg het tot slechts 1154 meter hoogte
brengt. Sedert enkele jaren is de Brenner
spoorweg ó'oor den Siraplonspoorweg over
troffen, waarvan het hoogste punt op
1430 meter ligt. Veel grootere hoogten dan
in Europa komen ?n Amerika vojr, voor
namelijk in Zuid-Amerika. Spoorwegen van
3000 meter en meer, ja, van meer dan 4000
meter hoogte zijn daar thans niet zeld
zaam. meer. Zoo bereiken de hoogste spoor-
.wegen in Mexico aan den Gusubra de la
Cruces bij Salazar 3041 meter, m de Ver
eenigde Staten aan den Tremonttop 3454
meter en aan den Venntop 3119 meter hoog
te. In Zuid-Amerika brengt het een van
Antofagasta noordoostwaarts in het Boli-
viaansche gebied loopende spoorweg bij
Ascatan tot 3956 meter hoogte. Bij P'ala-
cayo, in Bolivia, bereikt, een spoorweg on
geveer de hoogte van de Jnmgfrau (4166
meter), namelijk 4152 meter In Zuid-Peru
klimt een bergspoorweg in de nabijheid van
het reusachtige hooggebergte-meer Titicaoa
bij Portez del Cruzera tot 4270 meter; en
de reeds sedert 1783 van Puna aan het
Ticaca-meer naar de havenplaats Arequipa
loopende spoorweg bereikt bij Vincocava
4470 meter hoogte. Nog verder opwaarts,
tot op 4618 meter, klimt over de oostzijde
van het Andesgebergte een van Ghilecito
in de Argentijn sche Republiek naar Mep-
cana loopende kabelspoorweg en ook daze
wordt nog met 6 meter geslagen door den
in aanleg zijnden spoorweg -Vrequipa-La
Paz, waarvan het hoogste punt ligt bij
Languna Blanea. Ook daarmede zijn echter
de grootste spoor weghoogten niet bereikt.
De nog niet geheel voltooide Boliviaanrche
spoorweg Juliaco Cuzoo zal zich in de"
naaste toekomst tot op 4751 meter hoogte
boven de zee verheffenen nog irt-s boo-,
ger, bij 4775 meter dus nog slechts 35
meter beneden den top van de Mont Blanc
ligt in de zoogenaamde Passo di Galera
het hoogste punt van den beroemden Oroyo
spoorweg in Peru (LimaOroya), die reeds
in 1873 voor het verkeer werd geopend ^n
sedert 37 jaar het wereldhoogterecord
houdt. Deze spoorweg zal zeker niet spoe
dig den roem verliezen, de hoogste spoor-