Ingezonden.
Faillissementen.
Financiële mededeelingen.
Marktberichten.
FEUILLETON.
Die gesloten deer.
Ken Leidsch park.
Geachte Redactie 1
HJw briefschrijver, die zich een Leide-
tiaar noemt, roert in het laatste zijner
«Itdjd met genoegen door mij gelezen episte-
len een onderwerp aan, dat mij bijzonder
jter haxte gaat en met instemming zeg ik
het hem in eenigszins andere bewoordingen
Ha: Leiden, ons goedo Leiden, zou een
itad zijn uit duizenden, wanneer het bezat
;Wat wij hier te midden der kale Hollandsche
Jandouwen zoo bitter van noode hebben,
hoornen, boomen, zooveel boomen, dat de
gedachte aan een bosch of park werd ge-
,wekt.
Maar, hoe warm uw correspondent het
£ok had, zijn hoofd was nog koel genoeg
3>m te beseffen hoe betrekkelijk klein de
kans is op verwezenlijking van hetgeen
hem voor oogen zweefde. Ik zeg niet dat
die kans is gelijk nul, ik wil geenszins allen
moed opgeven, ja, waar het kan, meestrij
den voor dat schoon ideaalmaar voorzich
tigheidshalve noem ik de kans toch betrek
kelijk klein. Een ieder weet hoe peper
duur de grond is rondom onze stad, ook
buiten het rayon, dat reeds in afzienbaren
tijd voor bouwterrein in aanmerking komt.
Dat men van dat dure weiland in pafrk
gal gaan herscheppen, ik geloof het-, he
laas, even weinig als dat, op eenige uren
fifstands van onze stad, de onafzienbare
t>ollenvelden, die maar een paar weken van
|fet jaar een beetje aardig zijn, weex ver-
lakleren zullen in de lieflijke en lommerrij
ke binnenduinen van voorheen.
Iets anders ware het, wanneer de stad te
«eniger tijd een bestaand buitengoed als
Oud-Poelgeest kon aankoopen. Maar, zou
tk willen vragen, beantwoordt dit voldoen
de aan het doel? Uw broefschrijver voert
tegen het bezwaar van den afstand reeds
terstond aan, dat men daarheen dan wel
een trammetje of motorbootje zal laten
loopen, doch daarmede is het niet onder
vangen. Vooreerst hebben bij ©en stads
park vooral diegenen belang, die zelfs bij
een matig tarief opzien tegen het noodza
kelijke tramgeld. En dan is er nog iets.
Dat men in Leiden een behoorlijke ge
legenheid om te zwemmen mist, wordt niet
Vergoed doordat men te Katwijk zoo heer
lijk in zee kan zwemmen, zelf6 terwijl er
een trammetje loopt tusschen Leiden en
Katwijk. Er zijn van die genotvolle dingen
waarvan de waarde onevenredig vermin
dert, naarmate men er verder van verwij
derd is, en daartoe behooren de boomen
'ook. Ik gaf ik-weet-niet-hoeveel als ik een
paar echte boomen vlak bij mijn huis had,
die ik zien kon uit mijn raam, waaraan ik
het opengaan der eerste knoppen kon be-
Bpieden, en die mij in hun wisselende tinten
'den tijd van het jaar zouden herinneren,
om ten slotte, bladerloos, in hun strakke
belijning tegen een grijze winterlucht haast
nog het mooist te zijn. Nu ik dit voorrecht
mis, zijn die boomen mij het liefst, die ik
althans in de verte uit mijn ramen zie, en
die ik dagelijks op mijn weg ontmoet- Zoo
veel boomen bij elkaar, dat zij een park,
zelfs een klein park zouden vormen, geven
mij gedachten vol vreugde, indien ik mij
Iran voorstellen dat ik daarin 's morgens
vóór het ontbijt of 's avonds na het eten
eens een eindje kan omwandelen, om voor
enkele oogenblikken het stadsvisioen door
de omgeving van enkel boomen te vervan
gen; maar als ik vooruit weet, dat ik ora
bij die boomen te komen, eerst loopen moet
naar de plaats waar zeker trammetje af
rijdt, dat ik daan- moet wachten op het
vertrek, dat ik daar dan eenigen tijd in
moet zitten en er nog een dubbeltje voor
moet betalen, och, dan weet ik tevens dat
ik daar niet zoo heel dikwijls toe zal
komen, en dan raakt er een groot stuk van
mijn enthusiasme zoek.
En, geachte Redactie, nu kom ik ein
delijk tot de aanleiding van mijn schrij-
ven omdat ik zoo stellig weet, dat haast
iedereen, bewust of onbewust, dit met mij
eens is, zou ik, ondanks hartelijke instem
ming met den wensch naar een groot, mooi
en goed gelegen park, willen uitroepen: la
ten wyi toch ter wille van het meerdere, dat
nog zoo ver is, het mindere dichtbij niet
vergeten, laten wij toch dadr in de eerste
plaats trachten te behouden wat wij hebben
en meer te verkrijgen, wat mogelijk is.
Ik denk aan het Van-de r-Werf-park. Ik
mag het wel, misschien omdat ik het zoo
veel grooter niet gekend heb. Ik ben altijd
blij, als mijn weg er doorheen voert en over
een week of zes geniet ik weer eiken dag
van dat heerlijke kijkje van de brug, die
Nieuwsteeg en Doezastraat scheidt, als
vóór dien achtergrond van aardige oude
huizen de gele boomen over het water han
gen. Moet dat nu alles weg? Zullen we die
boomen zien plaats maken voor nog zoo'n
paar leelijke gebV>uwen van steen, ijzer en
glas? Moet de laatste herinnering verdwij
nen aan de historische ramp, die aan
deze open plek het aanzijn gaf en moeten
we Van der Werf gaan wegbrengen naar
het een of ander stoffig hoekje? Is het al
leruiterste beproefd om dit tegen te gaan?
Kan de Staat der Nederlanden willen, dat
ons dit laatste, toch heusch nog wel aardi
ge vrije plekje binnen de oude wallen wordt
ontnomen? Misschien heeft men vroeger
een onverbiddelijk antwoord gekregen, maar
de regeerders zijn sedert veranderd
Ik denk ook aan die oude buitentjes, vlak
om de stad, zooals er één nog slechts en
kele jaren geleden lag tusschen de Heeren
straat en den Vliet en toen onder den ha
mer kwam en plaats maakte voor een kale
vlakte met, aan den rand, eenige blokken
huizen, die een boleediging zouden zijn
voor den goeden smaak, als onze smaak op
dit punt in de laatste jaren niet al voor
goed bedorven was. Ware hier nu niet iets
te redden geweest? Had de gemeente dit
terrein niet met succes kunnen koopen om,
desnoods een gedeelte bestemmend voor en
kele heerenhuizen, het overige te laten tot
een parkje in miniatuur, den bewoners van
het omliggend stadsdeel tot een dagelijk-
sche verlustiging?
En eindelijk denk ik aan de boomen langs
onze straten en grachten. We hebben ze,
gelukkig, nog in grooten getale. Laten wij
ze in waarde houden 1 Laat men niet te
gauw gaan hakken, ook al vertoonen ze
eens een kwaaltje, d^-t mogelijk met den
tijd weer slijt 1
Was het zoo dringend noodig de
Vischmarkt te berooven van haar voor
naamste schoon, en daarmede het pitto
reske kijkje langs het water onherroepelijk
te schaden, en wordt er zelfs niet aan een
nieuwe beplanting gedacht?
Boomen doen oneindig veel goed en maar
weinig kwaad. Zij temperen de hitte van
den zomer, en beletten 's winters het /.on
licht niet binnen te treden. Zij ontnemen
aan de huizenmassa's haar eentonigheid, en
verschaffen duizenden een genot, dat nie
mand iets kost. Nog eens: laten wij ze
overal in waarde houden, ook al -taan
ze niet bijeen tot een Haagsch Bosch of
een Haarlemmerhout.
Geachte Redactie, al is het de komkom
mertijd, ik vrees dat mijn ontboezeming ai
ruimschoots lang is geworden. Daarom
eindig ik onder verzekering, dat u mij door
plaatsing dezer regelen zeer verplichten
zult. Uw dw.
P. D. v. W. O.
Mijnheer de Redacteur
Vergun ook mij een plaatsje in uw blad
als antwoord aan de huisvrouw. Bij
voorbaat mijn dank.
Met verwondering las ik gisteravond de
schrandere opmerking van genoemde huis
vrouw, die haar medeburgers voor de af
persing van de melkslijters wil behoeden.
Maai' heeft mej. wel bedacht dat de melk-
slijter, die bij ingang van het halfjaar (voor
welken tijd de melk is gekocht) b.v. dage
lijks 200 L. melk kocht, er door de aan
houdende droogte geen 100 meer over heeft,
zoodat hij (wil hij zijn afnemers blijven be
dienen) verplicht is er 100 hij te koopen,
waarvoor hij nu zelf 8V2 a 9 cents per
liter moet betalen, zoodat hij de schande
lijke winst van een halve cent maakt,
of in het ongunstigste geval heelemaal niets
aan verdient, of wil mej. dat hij er nog 'geld
bijlegt?
Als ik echter mej. een goeden raad mag
geven, dan zoude ik zorgen 's morgens en
'e avonds aan de poort der 6tad te staan,
toet een emmer of pan, misschien lukt het
haar wel wat van die instroomende melk
op te vangen, hetwelk haar dan niets kost
en zij de heerlijke gedachte in zich kan
omdragen, dat de melkslijters door haar niet
zijn rijk geworden.
U nogmaals dankende voor de verleende
ruimte, teoken ik mij k een
Melkdrinker, die een melkslijter ook als
mensch beschouwt, die moet eten en leven.
Geachte Redactie 1
Vergun mij naar aanleiding van het in
gezonden stuk door den heer Speelman te
Sassenheim in uw geacht blad, d.d. 2 Aug-
j.l., een kleine plaatsruimte-
Gedurende 10 maanden, dat de bewuste
pont in gebruik was, kwam er slechts één
Het grootste klokkenspel op de wereld.
ongeval mot doodelijken afloop voor en wel
met een paard van den heer H., waarvan
echter de oorzaak niet aan de poijt, doch
aan den bestuurder was te wijlen.
Persoonlijke ongelukken kwamen -nimmer
voor.
De heer Speelman zag zoo gaarne twee
flinke paarden hij-de pont geplaatst, ten
einde de dagelijks passeerende zware vrach
ten behulpzaam t>e zijn; niet in aanmerking
nemende de horden, die aan weerszijden
de pont geplaatst zijn, en waarop de maxi
mum toegelaten last van 4000 K.G. staat
aangegeven.
"Wat toch lag hiermede in de bedoeling
van hot Rijk?
Niet anders dan ongelukken te vermij
den, en er voerlieden van zware vrachten
op te wijzen, in dit geval een kleinen om
weg te maken.
Veel, zeer veel werd reeds in verschil-'
lende bladen over den toestand aan de Post-
brug geschreven, zoodat de pont reeds wijd
en zijd besproken is.
En ziet nog enkele weken dat de pont,
waarop dagelijks de griezeligste fol
teringen worden aanschouwd, gebruikt zal
worden ,komt de heer Speelman ook nog
even om hierover zijn oordeel te vellen;
liever gezegd ook een duit in den zak te
duwen.
Werkelijk bewonder ik den moed van den
heer Speelman, zoo'n niet weinig overdreven
stnk, te onderteekenen.
U dankend voor de plaatsruimte,
Hoogachtend,
W. E. COUMON,
Opzichter bij de uitvoering van
de in aanbouw zijnde Postbrug.
CORRESPONDENTIE. Ons bereiken
verscheidene klachten en vragen van bewo
ners van Jan van Houtkade en Zoeterwoud-
schen Singel over het verschrikkelijk geblaf
van vele honden dat dag en nacht uit een
der huizen aan de Jan-van-Houtkade ge
hoord wordt, en vooral 's nachts erg hin
derlijk is en velen uit den slaap houdt-
Men vraagt of daar nu niets aan te
doen is.
Stoomschepen.
V ertrokken.
Amstelland 3 Aug. v. Amst. n.
Buenos Ayres. Elmshorn 1 Aug. v. Ma
cassar n. Java. W i s m a r v. Java n. Amst.
1 Aug. v. Singapore. O r a n j e 31 Juli v.
Sabang n. Amst.
Gepasseerd.
Goentoer uitreis 2 Aug. öuessant.
Gearriveerd.
Billiton 2 Aug. v. Java 1. v. Ham
burg te Amst. Koningin Wihel-
m i n a 1 Aug. v. Amsterdam te Sahang.
Koningin der Nederlanden 2
Aug. te Genua. Prins Willem III
2 Aug. W. Indie te Amst. Tabanan 2
Aug v. Rotterdam te Padang. Walche
ren 2 Aug. v. Rott. te Sabang. N i a s
v. Hamburg n. Java 3 Aug. te Nordenham.
W. F. Bushoff, zadelmaker en koopman,
te Wijhe.
J. Aartsen metselaar te Apeldoorn.
Uit de Diamantiudcistrie.
De St.-Katharinen-kerk te Dantzig bezit
het grootste klokkenspel. Het bestaat uit
37 klokken. Door middel van een klavier
kan er elke melodie mee gespeeld worden.
Vervaardiger er van is de hof klokkengieter
Franz Schilling, te Apolda.
Men meldt ons uit Amsterdam: Het
Weekblad van den Alg. Ned. Diamantbe-
werkersbond deelt mede_dat na de vacantie-
week der diamantbewerkers door en van
wege het landsbestuur een begin zal wor
den gemaakt met de controle op de eigen
werkmakerij. Tegelijkertijd zullen dan
maatregelen getroffen worden, die de con
troleering zullen vergemakkelijken, waar
mede een tijdperk van voortdurend toezicht
op het eigenwerkmaken aanvangt.
Staatsbegrootins 1912.
De ontwerpen voor de Staatsbegrooting
voor 1912 hebben de departementen verla
ten ten einde, na ontvangst door bet mi
nisterie van Financiën, aan den Raad van
State te worden gezonden.
De vervroegde winkelsluiting.
De Alg. Ned. Bond van Handels- en Kan
toorbedienden zal op 16 October te Amster
dam een bondsvergadering houden, waaTop
in bespreking zal komen een door het
hoofdbestuur ontworpen plan inzake de
verder te voeren vervroegde winkelslui-
tingsactie. Zulks geschiedt in verband met
de aanneming van het voorstel mr. Van
den Bergh c.s. door den Gemeenteraad, het
welk dezen Bond maar ten deele bevre
digt.
Volgens het Weekblad van de Com-
missiebank te Amsterdam, z^jn in d6
week, geëindigd 1 Aug., door tus-
schenkomst dier Bank verhandeld de
navolgende incourante en minder cou
rante fondsen:
Aand. Industiieele Bank- en Handol-Maatsch. 50 pCt
i pCt. Oblig. Amsterdarasclio Hypotheekwaar-
borg Maatschappij .78
4 pCt Oblig. Amsterdamscho Hypotheekwaar-
borg-Maatsch3ppy (kl. coup). 75
Aand. Holland Argentinië Hypotheekbank 93
Maatschapptf voorhoon Guy de Coral
Co tot exploitatie van den Handel
Jn foto-artikoloa 90
3 pCt, Oblig. Onderlingo Pharmaceutische
Groothandel 60
pCt. Oblig. Bauihwollspirinoroi Germania" 93
Gew. aand Suikerfabriek .Poerwokerto" (met
twee bew. v. deelgor). 27^
Aand. Stoomtramweg-Maatsch. „Oldambt—
Pekela" 23^
Hotel „Paulez" ox dividond 105
Exploitatie-Maatsch. .Scheveningen" 28>^
Eerste Nederlandscho Vorzekerlng-Maat-
schappo op het lovon en tegen
invaliditeit .210
4 pCt. Oblig. Verooniging tot christelyko ver
zorging yan krankzinnigen ln
Noderland 93
Loton Rusland 1363 (adm Jacobs) F 68
6 pCt. Pandbr. Algemeene Groninger Scheeps-
hypotheekbank100
Opr. aand. Internationale RumeeaschePetro-
leura-Maatschappy F 35
Opr. aand. Maatschappy tot exploitatie der
suikerfabriek Kalibagor" F 160
Winstaand. Koninkiyke Pakotvaait-Maatsch. F 890
Bew. v. deelger.Nedorlandsch Amenkaanache
Land-MaatschappyF 315
Bow. v. deelger. Nederlandsch-Amorlkaansche
Stoomvaart-Maatschappy. F 400
"Winstaand. Suikerfabriek „Poerwokerto" F 95
Opr. aand. Rotterdam Canada Hypotheekbank F 100
Bew. v. deelger. Vereenlgdo Amerikaansche
Fondsen Korkhoven A Co. c. s.
Eerste Sorie (F 600). F 95
Claims Cultuur-Maatschappy Maswati" F 75
Delft, 3 Aug. Stemming zeer lusteloos. Handel
onbote&kenend. Prijzen onveranderd.
Witte Tarwe 7.40 a f 10.50. Roode Tarwe
f 8.25 a f 8.7ó- Uogje f 5.90 a 16.80. Wiolergerst
f 6.60 a 1 6.10. Zoinor^erit f 6.30 a f6.80. Chevalier-
Gerst ft 10 n f 6.40. Haver f3.90 a f 4-10. Groene
Erwten f 13.60 a f 14.75. Braineboonen f 14.60 a
f 17.50. Blauwe Erwten af Kanariexaad
f9.75 a f10 50. Wit'eboonen f 13.75 a f 14.50.
Hennepzaad f8.25 a f8 50. Koolzaad f VI.76 a
f 13.60 alles per HL.
Botnrnoteering: 56—61.
Delft, 3 Aug. Heden waren de veeprijzen als
volgt: vette koeien lsto kw. f220 a SI'S, dito 2de
kw. f 150 a220, kalfkoeien lste kw. f 200 a290, dito
2de kw. f150 a '200 vanrkoaien lste kw. f160 a
210, dito 2de kw. f100 a 160, v. tta kalveren lste
kw. 80 a 110, dito 2de kw. /50a,80. Iam3chapen
lste kw. f 19 a 26, vette lammeren 16 a 21, magere
vaikens 16 a 36,.biggeu f 7 a 15, nuchtere kalveren
f 5 a 26, paarden f 50 a 160, rund vleesch 84, 78 a 70
c., vet kaifavleesch 105. 95 a 85 c, alle3 per kilo
Op de veem rkt waren aangevoerd 269 runderen,
5 paarden, 16 vette kal vei en, 146 nngere dito, 371
schapen of lammeren, 437 Varkenn, 801 biggen en
4 ge ten en bokken.
De prijzen der boter waren 1 eden f 56 a 61 per 1/4
vat van 40 kilo. Aanvoer 474/8 en 53/16 vaten,
wegende te z unen 10,010 kilogram.
Edam, 3 Aug. Op de heden alhier gehouden
markt zijn aangevoerd: 114 partijt* boter. Hoogste
prij9 75 c. per 5 H.Gr. Kipeieren/ 4.50af4.75 per
100 stuks.
Meppel, 3 Aug. Aan do markt van heden was de
aanvoer van boter 1300 kilo; lste soort per 1/4 vat
f21, 2de soort f23, 3de soort 22, stukken van t
kilo f 1.93 a 2.20.
ttoudu, 3 Ang. Kaas. Aangevoerd 69 partyer».
Handel vry vlug, lste qual. f31.a f33.60, 2de
qual. f28 a f 30.zwaardere f30 af 34
Noord-Holl9ndscho f 31.a f
Boter. Aangevoerd 835 st. van 4 kg., handel
vlug: prijs der goe fl.60 a 1.60, wei- ƒ1.40
a 1.45.
Vette Varkens met goeden aanvoer, handel vrjjwel,
21 a 24 c. per 4 KG. biggen voor Engeland met
red. aanvoer, handel matig, 18 a 19 c. p. 4 KG.
Magere biggen met goeden aanvoer, handel
vrijwel, f I.öd a ft.85 Der week. Nuchtere kalveren
met gueden aanvoer, hamel xeer matig 8 af 13,
Fokkalveien f 10 a 18.
2)
„Vooreerst naar een rijtuig."
„En <lan?"
„Nu, dan rijden wij naar een hotel en
zoeken een nachtkwartier."
„Dat nooit!" riep Marie, terwijl zij 1-1-
brechts arm, dien zij al genomen bad, weer
losliet.
„Weet u er iets beters op?" vroeg AI-
brecht; „doe u een ander voorstel; ik beja
tot uw dienst."
„Ik weet niets 1"
„Kom u dan maar gerust mee. In uw be
lang zullen wij ons houden of wij een echt
paar waren. Wij nemen twee kamers, een
slaapkamer en een salon. U trekt u in de
slaapkamer terug, sluit de deur af, en ik
zal ridderlijk in het salon de wacht hou
den. Op mijn woord van eer, ik zal geen
misbruik maken van uw verlegenheid. Ik
zal u niet la-stig vallen."
Marie keek hem in de oogen en zeide:
„Meneer Albrecbt, u hebt u tot dusver
reeds zoo ridderlijk getoond, dat ik u ver
trouw."
Zij nam zijn arm, en zoo wandelden zij
naar de naastbijgelegen standplaats voor
rijtuigen. Zij namen een fiacre en reden
naar een hotel. Daar stapte Albrecht uit,
om kamers te bestellen; zeer spoedig ech
ter kwam hij weer terug.
„Mejuffrouw, nu wordt de zaak gecom
pliceerd 1 Men wil ons hier niet opnemen."
„En waarom niet?"
„Wij hebben geen bagage. Men houdt
ons voor een verliefd paartje, en zulke
luitjes zouden natuurlijk aan de reputatie
van zoo n deftig hotel afbreuk doen.
„Wat moeten wij dan nu beginnen?"
„Daar denk ik juist over. Dat idee van
een hotel zullen wij maar laten varen.
Waarschijnlijk zouden wij ook elders afge
wezen worden, en waar men ons misschien
zou opnemen, daar mag ik u nu eenmaal
niet brengen. Wij zullen echter wel raad
schaffen. Koetsier, rijd ons snel naar..."
Hij noemde den naam van een fijne restau
ratie. Onder het rijden vroeg Albrecht:
„Is u erg koud, juffrouw?"
„O, verschrikkelijk 1" antwoordde Marie,
klappertandend.
„Arm kindzei Albrecht, trok zijn win
terjas uit en spreidde ze over haar uit. „Is
het zoo beter?"
„O jaMaar trek u toch uw jas weder
aan. U zult köu vatten."
„Maak u maar niet bezorgd over mij 1
Wordt u al wat warmer?"
Marie antwoordde met een dankbaTen
glimlach.
Een lichtstroom drong door de vensters
van het rijtuig, en de koetsier hield stil.
„Trek nu uw sluier geheel over het ge
zicht! Het is, helaas, niet zeer eervol, hier
met mij te verschijnen."
Marie deed wat haar gezegd werd, en be
trad aan Albrechts ajrn de helder verlichte
vestibule van het restaurant, waar een
heele schaar gerokte en gedaste kellners
stond te buigen.
„Fritsriep Albrecht, „een afzonderlijk
kabinet en twee coifverta, zooals gewoon
lijk. Het rijtuig wachten."
„Tot uw orders, heer graaf," sprak de
lange Frits, met een diepe buiging. Daarop
ging hij vóór, om het tweetal een afzonder
lijk kabinet aan te wijzen.
„Zoo, beste juffrouw," zeide Albrecbt,
nadat de kellner was heengegaan, „nu zul
len wij ons hier vóór alle dingen eens ter
dege warmen; dan zullen wij een stukje
eten, een goed glas wijn drinken, en daar
bij overleggen wat er nu verder moet ge
beuren. Mag ik u even aan uw mantel hel
pen? Niet? Maar waarom kijkt u nu ineens
zoo boos?"
Boos zag Marie er nu niet bepaald uit,
maar de tranen stonden haar in de oogen.
„Tot uw orders, heer graaf," had de kellner
gezegd. Heer graaf 1 Albrecht had haar dus
bedrogen 1 Zij wilde weer weg.
„U is een groot kind 1" zoo sneed
Albrecht haar verwijt af. „Neen, geen
groot, maar een klein kind. U hebt ook zul
ke lieve kinderoogen! Ik heb u niet bedro
gen en al had ik u een anderen naam op
gegeven, dan zou dat nog zoo'n misdaad
niet zijn geweest. Een ontmoeting bij
nacht en nevelMen kan toch' vooruit niet
weten, hoe de zaak zak afloopen... Het is
dus niet meer dan natuurlijk, dat men in
zoo'n geval incognito wil blijven. Maar dat
heb ik niet eens gedaan, omdat u mij al
dadelijk zooveel respect inboezemde. Ik
heb u mijn waren naam genoemd; alleen
deD „graaf" heb ik verzwegen. Wat is daar
nu voor vreeselijks aan?"
Marie was nu alweer verzoend, en keek
weer vriendelijk. Van lieverlede begon zij
te ontdooien en werd aangenaam warm.
Na al het uitgestane leed smaakte het op
gedragen maal baar voortreffelijk; ook
nipte zij met een paar teugjes van de lek
kere wijnen, die bij de verschillende spij
zen werden aangeboden. Zij werd werkelijk
opgeruimd; er was een reactie bij haar in
getreden, zoowel naar bet lichaam als naar
den geest.
„En dit alles moet nu een vreeselijk on
geluk heeten 1" riep zij vroolijk, haar cham
pagneglas neerzettend.
„Dat ons nimmer een grooter ongeluk
moge overkomen!" antwoordde graaf Al
brecht, zijn glas opnemend, om er op te
klinken.
Marie wilde echter daarop niet klinken.
Het was wel aardig, daar zoo gezellig te
zitten; maar het geheel bleef toch een on
geluk voor haar, en wel een, dat een don
kere vlek op haar gansche leven zou kun
nen werpen.
„Wat zou u er dan van denken, als ik
eens naar de barones ging, om u te ver
ontschuldigen en uw onschuld te betuigen?
Marie lachte.
„Inderdaad een vertrouwenwekkend be
schermer van de deud, in den nacht, én
dan voor een jong meisje 1"
„Daar hebt u gelijk in- En als u dan nog
eens wist, hoe weinig mijn Teputatie bij de
rol van zulk een beschermer pastl"
„Zoo, dat is mooi! Nu moet u mij ook
nog maar bang maken
„Maar wees nu toch niet zoo kinderach
tig Ziet u dan niet hoe fabelachtig, hoe on-
geloofelijk betamelijk ik mij gedraag?"
„Ik kan niet anders zeggen dan dat u
getoond hebt een man van eer te zijn; en .k
kan niet anders gelooven dan dat u dit in
werkelijkheid ook is."
„Juffrouw Marie... 1"
„U zei?"
„Och, nietsIk dacht maar... „U bevalt
mij zoo goed; zoo uitstekend goed!"
„Dat doet mij pleizier; maar u moogt mij
geen complimentjes maken.''
„Waarom niet?"
„Dat zou niet edel zijn."
„Hoe bedoelt u dat?"
„Wel, omdat ik weerloos ben."
„O, toch niet! U beschermt uzelve beter
dan een heel leger van eeredames het zou
kunnen Juffrouw Marie... 1"
„Wat belieft u?"
,,U valt onuitsprekelijk in mijn smaak 1"
„Als u niet dadelijk zwijgt, word ik heel
boos op uGeef mij liever een goeden
raad
„Laat ons eens bedenken. Het allerlief
ste zou ik hier met u blijven zitten tot mor
gen vroeg."
„Dat gaat niet."
„Laat ons dan eens overleggen. Eerst
rijden wij nog eens naar uw woning, en pro-
beeren of men u daar misschien opendoet."
„Dat was ook mijn idee. Maar wanneer
dat nu weer een mislukte tocht is, wat
dan
„Dan neem ik u mee naar mijn huis."
„Onmogelijk 1"
„Wat dan anders?"
„Is er een vrouwelijk wezen in uw wo
ning?"
„Geen enkel. Of, ja toch, de vrouw van
mijn portier."
„Laat mij dan bij haar logeerenl"
„Voor geen geld ter wereld 1"
„Waarom wilt u dat nu weer niet
(Wordt vervolgd).