Ingezonden. Faillissementen. Financiële mededeelingen. Marktberichten. FEUILLETON. Die gesloten deer. Ken Leidsch park. Geachte Redactie 1 HJw briefschrijver, die zich een Leide- tiaar noemt, roert in het laatste zijner «Itdjd met genoegen door mij gelezen episte- len een onderwerp aan, dat mij bijzonder jter haxte gaat en met instemming zeg ik het hem in eenigszins andere bewoordingen Ha: Leiden, ons goedo Leiden, zou een itad zijn uit duizenden, wanneer het bezat ;Wat wij hier te midden der kale Hollandsche Jandouwen zoo bitter van noode hebben, hoornen, boomen, zooveel boomen, dat de gedachte aan een bosch of park werd ge- ,wekt. Maar, hoe warm uw correspondent het £ok had, zijn hoofd was nog koel genoeg 3>m te beseffen hoe betrekkelijk klein de kans is op verwezenlijking van hetgeen hem voor oogen zweefde. Ik zeg niet dat die kans is gelijk nul, ik wil geenszins allen moed opgeven, ja, waar het kan, meestrij den voor dat schoon ideaalmaar voorzich tigheidshalve noem ik de kans toch betrek kelijk klein. Een ieder weet hoe peper duur de grond is rondom onze stad, ook buiten het rayon, dat reeds in afzienbaren tijd voor bouwterrein in aanmerking komt. Dat men van dat dure weiland in pafrk gal gaan herscheppen, ik geloof het-, he laas, even weinig als dat, op eenige uren fifstands van onze stad, de onafzienbare t>ollenvelden, die maar een paar weken van |fet jaar een beetje aardig zijn, weex ver- lakleren zullen in de lieflijke en lommerrij ke binnenduinen van voorheen. Iets anders ware het, wanneer de stad te «eniger tijd een bestaand buitengoed als Oud-Poelgeest kon aankoopen. Maar, zou tk willen vragen, beantwoordt dit voldoen de aan het doel? Uw broefschrijver voert tegen het bezwaar van den afstand reeds terstond aan, dat men daarheen dan wel een trammetje of motorbootje zal laten loopen, doch daarmede is het niet onder vangen. Vooreerst hebben bij ©en stads park vooral diegenen belang, die zelfs bij een matig tarief opzien tegen het noodza kelijke tramgeld. En dan is er nog iets. Dat men in Leiden een behoorlijke ge legenheid om te zwemmen mist, wordt niet Vergoed doordat men te Katwijk zoo heer lijk in zee kan zwemmen, zelf6 terwijl er een trammetje loopt tusschen Leiden en Katwijk. Er zijn van die genotvolle dingen waarvan de waarde onevenredig vermin dert, naarmate men er verder van verwij derd is, en daartoe behooren de boomen 'ook. Ik gaf ik-weet-niet-hoeveel als ik een paar echte boomen vlak bij mijn huis had, die ik zien kon uit mijn raam, waaraan ik het opengaan der eerste knoppen kon be- Bpieden, en die mij in hun wisselende tinten 'den tijd van het jaar zouden herinneren, om ten slotte, bladerloos, in hun strakke belijning tegen een grijze winterlucht haast nog het mooist te zijn. Nu ik dit voorrecht mis, zijn die boomen mij het liefst, die ik althans in de verte uit mijn ramen zie, en die ik dagelijks op mijn weg ontmoet- Zoo veel boomen bij elkaar, dat zij een park, zelfs een klein park zouden vormen, geven mij gedachten vol vreugde, indien ik mij Iran voorstellen dat ik daarin 's morgens vóór het ontbijt of 's avonds na het eten eens een eindje kan omwandelen, om voor enkele oogenblikken het stadsvisioen door de omgeving van enkel boomen te vervan gen; maar als ik vooruit weet, dat ik ora bij die boomen te komen, eerst loopen moet naar de plaats waar zeker trammetje af rijdt, dat ik daan- moet wachten op het vertrek, dat ik daar dan eenigen tijd in moet zitten en er nog een dubbeltje voor moet betalen, och, dan weet ik tevens dat ik daar niet zoo heel dikwijls toe zal komen, en dan raakt er een groot stuk van mijn enthusiasme zoek. En, geachte Redactie, nu kom ik ein delijk tot de aanleiding van mijn schrij- ven omdat ik zoo stellig weet, dat haast iedereen, bewust of onbewust, dit met mij eens is, zou ik, ondanks hartelijke instem ming met den wensch naar een groot, mooi en goed gelegen park, willen uitroepen: la ten wyi toch ter wille van het meerdere, dat nog zoo ver is, het mindere dichtbij niet vergeten, laten wij toch dadr in de eerste plaats trachten te behouden wat wij hebben en meer te verkrijgen, wat mogelijk is. Ik denk aan het Van-de r-Werf-park. Ik mag het wel, misschien omdat ik het zoo veel grooter niet gekend heb. Ik ben altijd blij, als mijn weg er doorheen voert en over een week of zes geniet ik weer eiken dag van dat heerlijke kijkje van de brug, die Nieuwsteeg en Doezastraat scheidt, als vóór dien achtergrond van aardige oude huizen de gele boomen over het water han gen. Moet dat nu alles weg? Zullen we die boomen zien plaats maken voor nog zoo'n paar leelijke gebV>uwen van steen, ijzer en glas? Moet de laatste herinnering verdwij nen aan de historische ramp, die aan deze open plek het aanzijn gaf en moeten we Van der Werf gaan wegbrengen naar het een of ander stoffig hoekje? Is het al leruiterste beproefd om dit tegen te gaan? Kan de Staat der Nederlanden willen, dat ons dit laatste, toch heusch nog wel aardi ge vrije plekje binnen de oude wallen wordt ontnomen? Misschien heeft men vroeger een onverbiddelijk antwoord gekregen, maar de regeerders zijn sedert veranderd Ik denk ook aan die oude buitentjes, vlak om de stad, zooals er één nog slechts en kele jaren geleden lag tusschen de Heeren straat en den Vliet en toen onder den ha mer kwam en plaats maakte voor een kale vlakte met, aan den rand, eenige blokken huizen, die een boleediging zouden zijn voor den goeden smaak, als onze smaak op dit punt in de laatste jaren niet al voor goed bedorven was. Ware hier nu niet iets te redden geweest? Had de gemeente dit terrein niet met succes kunnen koopen om, desnoods een gedeelte bestemmend voor en kele heerenhuizen, het overige te laten tot een parkje in miniatuur, den bewoners van het omliggend stadsdeel tot een dagelijk- sche verlustiging? En eindelijk denk ik aan de boomen langs onze straten en grachten. We hebben ze, gelukkig, nog in grooten getale. Laten wij ze in waarde houden 1 Laat men niet te gauw gaan hakken, ook al vertoonen ze eens een kwaaltje, d^-t mogelijk met den tijd weer slijt 1 Was het zoo dringend noodig de Vischmarkt te berooven van haar voor naamste schoon, en daarmede het pitto reske kijkje langs het water onherroepelijk te schaden, en wordt er zelfs niet aan een nieuwe beplanting gedacht? Boomen doen oneindig veel goed en maar weinig kwaad. Zij temperen de hitte van den zomer, en beletten 's winters het /.on licht niet binnen te treden. Zij ontnemen aan de huizenmassa's haar eentonigheid, en verschaffen duizenden een genot, dat nie mand iets kost. Nog eens: laten wij ze overal in waarde houden, ook al -taan ze niet bijeen tot een Haagsch Bosch of een Haarlemmerhout. Geachte Redactie, al is het de komkom mertijd, ik vrees dat mijn ontboezeming ai ruimschoots lang is geworden. Daarom eindig ik onder verzekering, dat u mij door plaatsing dezer regelen zeer verplichten zult. Uw dw. P. D. v. W. O. Mijnheer de Redacteur Vergun ook mij een plaatsje in uw blad als antwoord aan de huisvrouw. Bij voorbaat mijn dank. Met verwondering las ik gisteravond de schrandere opmerking van genoemde huis vrouw, die haar medeburgers voor de af persing van de melkslijters wil behoeden. Maai' heeft mej. wel bedacht dat de melk- slijter, die bij ingang van het halfjaar (voor welken tijd de melk is gekocht) b.v. dage lijks 200 L. melk kocht, er door de aan houdende droogte geen 100 meer over heeft, zoodat hij (wil hij zijn afnemers blijven be dienen) verplicht is er 100 hij te koopen, waarvoor hij nu zelf 8V2 a 9 cents per liter moet betalen, zoodat hij de schande lijke winst van een halve cent maakt, of in het ongunstigste geval heelemaal niets aan verdient, of wil mej. dat hij er nog 'geld bijlegt? Als ik echter mej. een goeden raad mag geven, dan zoude ik zorgen 's morgens en 'e avonds aan de poort der 6tad te staan, toet een emmer of pan, misschien lukt het haar wel wat van die instroomende melk op te vangen, hetwelk haar dan niets kost en zij de heerlijke gedachte in zich kan omdragen, dat de melkslijters door haar niet zijn rijk geworden. U nogmaals dankende voor de verleende ruimte, teoken ik mij k een Melkdrinker, die een melkslijter ook als mensch beschouwt, die moet eten en leven. Geachte Redactie 1 Vergun mij naar aanleiding van het in gezonden stuk door den heer Speelman te Sassenheim in uw geacht blad, d.d. 2 Aug- j.l., een kleine plaatsruimte- Gedurende 10 maanden, dat de bewuste pont in gebruik was, kwam er slechts één Het grootste klokkenspel op de wereld. ongeval mot doodelijken afloop voor en wel met een paard van den heer H., waarvan echter de oorzaak niet aan de poijt, doch aan den bestuurder was te wijlen. Persoonlijke ongelukken kwamen -nimmer voor. De heer Speelman zag zoo gaarne twee flinke paarden hij-de pont geplaatst, ten einde de dagelijks passeerende zware vrach ten behulpzaam t>e zijn; niet in aanmerking nemende de horden, die aan weerszijden de pont geplaatst zijn, en waarop de maxi mum toegelaten last van 4000 K.G. staat aangegeven. "Wat toch lag hiermede in de bedoeling van hot Rijk? Niet anders dan ongelukken te vermij den, en er voerlieden van zware vrachten op te wijzen, in dit geval een kleinen om weg te maken. Veel, zeer veel werd reeds in verschil-' lende bladen over den toestand aan de Post- brug geschreven, zoodat de pont reeds wijd en zijd besproken is. En ziet nog enkele weken dat de pont, waarop dagelijks de griezeligste fol teringen worden aanschouwd, gebruikt zal worden ,komt de heer Speelman ook nog even om hierover zijn oordeel te vellen; liever gezegd ook een duit in den zak te duwen. Werkelijk bewonder ik den moed van den heer Speelman, zoo'n niet weinig overdreven stnk, te onderteekenen. U dankend voor de plaatsruimte, Hoogachtend, W. E. COUMON, Opzichter bij de uitvoering van de in aanbouw zijnde Postbrug. CORRESPONDENTIE. Ons bereiken verscheidene klachten en vragen van bewo ners van Jan van Houtkade en Zoeterwoud- schen Singel over het verschrikkelijk geblaf van vele honden dat dag en nacht uit een der huizen aan de Jan-van-Houtkade ge hoord wordt, en vooral 's nachts erg hin derlijk is en velen uit den slaap houdt- Men vraagt of daar nu niets aan te doen is. Stoomschepen. V ertrokken. Amstelland 3 Aug. v. Amst. n. Buenos Ayres. Elmshorn 1 Aug. v. Ma cassar n. Java. W i s m a r v. Java n. Amst. 1 Aug. v. Singapore. O r a n j e 31 Juli v. Sabang n. Amst. Gepasseerd. Goentoer uitreis 2 Aug. öuessant. Gearriveerd. Billiton 2 Aug. v. Java 1. v. Ham burg te Amst. Koningin Wihel- m i n a 1 Aug. v. Amsterdam te Sahang. Koningin der Nederlanden 2 Aug. te Genua. Prins Willem III 2 Aug. W. Indie te Amst. Tabanan 2 Aug v. Rotterdam te Padang. Walche ren 2 Aug. v. Rott. te Sabang. N i a s v. Hamburg n. Java 3 Aug. te Nordenham. W. F. Bushoff, zadelmaker en koopman, te Wijhe. J. Aartsen metselaar te Apeldoorn. Uit de Diamantiudcistrie. De St.-Katharinen-kerk te Dantzig bezit het grootste klokkenspel. Het bestaat uit 37 klokken. Door middel van een klavier kan er elke melodie mee gespeeld worden. Vervaardiger er van is de hof klokkengieter Franz Schilling, te Apolda. Men meldt ons uit Amsterdam: Het Weekblad van den Alg. Ned. Diamantbe- werkersbond deelt mede_dat na de vacantie- week der diamantbewerkers door en van wege het landsbestuur een begin zal wor den gemaakt met de controle op de eigen werkmakerij. Tegelijkertijd zullen dan maatregelen getroffen worden, die de con troleering zullen vergemakkelijken, waar mede een tijdperk van voortdurend toezicht op het eigenwerkmaken aanvangt. Staatsbegrootins 1912. De ontwerpen voor de Staatsbegrooting voor 1912 hebben de departementen verla ten ten einde, na ontvangst door bet mi nisterie van Financiën, aan den Raad van State te worden gezonden. De vervroegde winkelsluiting. De Alg. Ned. Bond van Handels- en Kan toorbedienden zal op 16 October te Amster dam een bondsvergadering houden, waaTop in bespreking zal komen een door het hoofdbestuur ontworpen plan inzake de verder te voeren vervroegde winkelslui- tingsactie. Zulks geschiedt in verband met de aanneming van het voorstel mr. Van den Bergh c.s. door den Gemeenteraad, het welk dezen Bond maar ten deele bevre digt. Volgens het Weekblad van de Com- missiebank te Amsterdam, z^jn in d6 week, geëindigd 1 Aug., door tus- schenkomst dier Bank verhandeld de navolgende incourante en minder cou rante fondsen: Aand. Industiieele Bank- en Handol-Maatsch. 50 pCt i pCt. Oblig. Amsterdarasclio Hypotheekwaar- borg Maatschappij .78 4 pCt Oblig. Amsterdamscho Hypotheekwaar- borg-Maatsch3ppy (kl. coup). 75 Aand. Holland Argentinië Hypotheekbank 93 Maatschapptf voorhoon Guy de Coral Co tot exploitatie van den Handel Jn foto-artikoloa 90 3 pCt, Oblig. Onderlingo Pharmaceutische Groothandel 60 pCt. Oblig. Bauihwollspirinoroi Germania" 93 Gew. aand Suikerfabriek .Poerwokerto" (met twee bew. v. deelgor). 27^ Aand. Stoomtramweg-Maatsch. „Oldambt— Pekela" 23^ Hotel „Paulez" ox dividond 105 Exploitatie-Maatsch. .Scheveningen" 28>^ Eerste Nederlandscho Vorzekerlng-Maat- schappo op het lovon en tegen invaliditeit .210 4 pCt. Oblig. Verooniging tot christelyko ver zorging yan krankzinnigen ln Noderland 93 Loton Rusland 1363 (adm Jacobs) F 68 6 pCt. Pandbr. Algemeene Groninger Scheeps- hypotheekbank100 Opr. aand. Internationale RumeeaschePetro- leura-Maatschappy F 35 Opr. aand. Maatschappy tot exploitatie der suikerfabriek Kalibagor" F 160 Winstaand. Koninkiyke Pakotvaait-Maatsch. F 890 Bew. v. deelger.Nedorlandsch Amenkaanache Land-MaatschappyF 315 Bow. v. deelger. Nederlandsch-Amorlkaansche Stoomvaart-Maatschappy. F 400 "Winstaand. Suikerfabriek „Poerwokerto" F 95 Opr. aand. Rotterdam Canada Hypotheekbank F 100 Bew. v. deelger. Vereenlgdo Amerikaansche Fondsen Korkhoven A Co. c. s. Eerste Sorie (F 600). F 95 Claims Cultuur-Maatschappy Maswati" F 75 Delft, 3 Aug. Stemming zeer lusteloos. Handel onbote&kenend. Prijzen onveranderd. Witte Tarwe 7.40 a f 10.50. Roode Tarwe f 8.25 a f 8.7ó- Uogje f 5.90 a 16.80. Wiolergerst f 6.60 a 1 6.10. Zoinor^erit f 6.30 a f6.80. Chevalier- Gerst ft 10 n f 6.40. Haver f3.90 a f 4-10. Groene Erwten f 13.60 a f 14.75. Braineboonen f 14.60 a f 17.50. Blauwe Erwten af Kanariexaad f9.75 a f10 50. Wit'eboonen f 13.75 a f 14.50. Hennepzaad f8.25 a f8 50. Koolzaad f VI.76 a f 13.60 alles per HL. Botnrnoteering: 56—61. Delft, 3 Aug. Heden waren de veeprijzen als volgt: vette koeien lsto kw. f220 a SI'S, dito 2de kw. f 150 a220, kalfkoeien lste kw. f 200 a290, dito 2de kw. f150 a '200 vanrkoaien lste kw. f160 a 210, dito 2de kw. f100 a 160, v. tta kalveren lste kw. 80 a 110, dito 2de kw. /50a,80. Iam3chapen lste kw. f 19 a 26, vette lammeren 16 a 21, magere vaikens 16 a 36,.biggeu f 7 a 15, nuchtere kalveren f 5 a 26, paarden f 50 a 160, rund vleesch 84, 78 a 70 c., vet kaifavleesch 105. 95 a 85 c, alle3 per kilo Op de veem rkt waren aangevoerd 269 runderen, 5 paarden, 16 vette kal vei en, 146 nngere dito, 371 schapen of lammeren, 437 Varkenn, 801 biggen en 4 ge ten en bokken. De prijzen der boter waren 1 eden f 56 a 61 per 1/4 vat van 40 kilo. Aanvoer 474/8 en 53/16 vaten, wegende te z unen 10,010 kilogram. Edam, 3 Aug. Op de heden alhier gehouden markt zijn aangevoerd: 114 partijt* boter. Hoogste prij9 75 c. per 5 H.Gr. Kipeieren/ 4.50af4.75 per 100 stuks. Meppel, 3 Aug. Aan do markt van heden was de aanvoer van boter 1300 kilo; lste soort per 1/4 vat f21, 2de soort f23, 3de soort 22, stukken van t kilo f 1.93 a 2.20. ttoudu, 3 Ang. Kaas. Aangevoerd 69 partyer». Handel vry vlug, lste qual. f31.a f33.60, 2de qual. f28 a f 30.zwaardere f30 af 34 Noord-Holl9ndscho f 31.a f Boter. Aangevoerd 835 st. van 4 kg., handel vlug: prijs der goe fl.60 a 1.60, wei- ƒ1.40 a 1.45. Vette Varkens met goeden aanvoer, handel vrjjwel, 21 a 24 c. per 4 KG. biggen voor Engeland met red. aanvoer, handel matig, 18 a 19 c. p. 4 KG. Magere biggen met goeden aanvoer, handel vrijwel, f I.öd a ft.85 Der week. Nuchtere kalveren met gueden aanvoer, hamel xeer matig 8 af 13, Fokkalveien f 10 a 18. 2) „Vooreerst naar een rijtuig." „En <lan?" „Nu, dan rijden wij naar een hotel en zoeken een nachtkwartier." „Dat nooit!" riep Marie, terwijl zij 1-1- brechts arm, dien zij al genomen bad, weer losliet. „Weet u er iets beters op?" vroeg AI- brecht; „doe u een ander voorstel; ik beja tot uw dienst." „Ik weet niets 1" „Kom u dan maar gerust mee. In uw be lang zullen wij ons houden of wij een echt paar waren. Wij nemen twee kamers, een slaapkamer en een salon. U trekt u in de slaapkamer terug, sluit de deur af, en ik zal ridderlijk in het salon de wacht hou den. Op mijn woord van eer, ik zal geen misbruik maken van uw verlegenheid. Ik zal u niet la-stig vallen." Marie keek hem in de oogen en zeide: „Meneer Albrecbt, u hebt u tot dusver reeds zoo ridderlijk getoond, dat ik u ver trouw." Zij nam zijn arm, en zoo wandelden zij naar de naastbijgelegen standplaats voor rijtuigen. Zij namen een fiacre en reden naar een hotel. Daar stapte Albrecht uit, om kamers te bestellen; zeer spoedig ech ter kwam hij weer terug. „Mejuffrouw, nu wordt de zaak gecom pliceerd 1 Men wil ons hier niet opnemen." „En waarom niet?" „Wij hebben geen bagage. Men houdt ons voor een verliefd paartje, en zulke luitjes zouden natuurlijk aan de reputatie van zoo n deftig hotel afbreuk doen. „Wat moeten wij dan nu beginnen?" „Daar denk ik juist over. Dat idee van een hotel zullen wij maar laten varen. Waarschijnlijk zouden wij ook elders afge wezen worden, en waar men ons misschien zou opnemen, daar mag ik u nu eenmaal niet brengen. Wij zullen echter wel raad schaffen. Koetsier, rijd ons snel naar..." Hij noemde den naam van een fijne restau ratie. Onder het rijden vroeg Albrecht: „Is u erg koud, juffrouw?" „O, verschrikkelijk 1" antwoordde Marie, klappertandend. „Arm kindzei Albrecht, trok zijn win terjas uit en spreidde ze over haar uit. „Is het zoo beter?" „O jaMaar trek u toch uw jas weder aan. U zult köu vatten." „Maak u maar niet bezorgd over mij 1 Wordt u al wat warmer?" Marie antwoordde met een dankbaTen glimlach. Een lichtstroom drong door de vensters van het rijtuig, en de koetsier hield stil. „Trek nu uw sluier geheel over het ge zicht! Het is, helaas, niet zeer eervol, hier met mij te verschijnen." Marie deed wat haar gezegd werd, en be trad aan Albrechts ajrn de helder verlichte vestibule van het restaurant, waar een heele schaar gerokte en gedaste kellners stond te buigen. „Fritsriep Albrecht, „een afzonderlijk kabinet en twee coifverta, zooals gewoon lijk. Het rijtuig wachten." „Tot uw orders, heer graaf," sprak de lange Frits, met een diepe buiging. Daarop ging hij vóór, om het tweetal een afzonder lijk kabinet aan te wijzen. „Zoo, beste juffrouw," zeide Albrecbt, nadat de kellner was heengegaan, „nu zul len wij ons hier vóór alle dingen eens ter dege warmen; dan zullen wij een stukje eten, een goed glas wijn drinken, en daar bij overleggen wat er nu verder moet ge beuren. Mag ik u even aan uw mantel hel pen? Niet? Maar waarom kijkt u nu ineens zoo boos?" Boos zag Marie er nu niet bepaald uit, maar de tranen stonden haar in de oogen. „Tot uw orders, heer graaf," had de kellner gezegd. Heer graaf 1 Albrecht had haar dus bedrogen 1 Zij wilde weer weg. „U is een groot kind 1" zoo sneed Albrecht haar verwijt af. „Neen, geen groot, maar een klein kind. U hebt ook zul ke lieve kinderoogen! Ik heb u niet bedro gen en al had ik u een anderen naam op gegeven, dan zou dat nog zoo'n misdaad niet zijn geweest. Een ontmoeting bij nacht en nevelMen kan toch' vooruit niet weten, hoe de zaak zak afloopen... Het is dus niet meer dan natuurlijk, dat men in zoo'n geval incognito wil blijven. Maar dat heb ik niet eens gedaan, omdat u mij al dadelijk zooveel respect inboezemde. Ik heb u mijn waren naam genoemd; alleen deD „graaf" heb ik verzwegen. Wat is daar nu voor vreeselijks aan?" Marie was nu alweer verzoend, en keek weer vriendelijk. Van lieverlede begon zij te ontdooien en werd aangenaam warm. Na al het uitgestane leed smaakte het op gedragen maal baar voortreffelijk; ook nipte zij met een paar teugjes van de lek kere wijnen, die bij de verschillende spij zen werden aangeboden. Zij werd werkelijk opgeruimd; er was een reactie bij haar in getreden, zoowel naar bet lichaam als naar den geest. „En dit alles moet nu een vreeselijk on geluk heeten 1" riep zij vroolijk, haar cham pagneglas neerzettend. „Dat ons nimmer een grooter ongeluk moge overkomen!" antwoordde graaf Al brecht, zijn glas opnemend, om er op te klinken. Marie wilde echter daarop niet klinken. Het was wel aardig, daar zoo gezellig te zitten; maar het geheel bleef toch een on geluk voor haar, en wel een, dat een don kere vlek op haar gansche leven zou kun nen werpen. „Wat zou u er dan van denken, als ik eens naar de barones ging, om u te ver ontschuldigen en uw onschuld te betuigen? Marie lachte. „Inderdaad een vertrouwenwekkend be schermer van de deud, in den nacht, én dan voor een jong meisje 1" „Daar hebt u gelijk in- En als u dan nog eens wist, hoe weinig mijn Teputatie bij de rol van zulk een beschermer pastl" „Zoo, dat is mooi! Nu moet u mij ook nog maar bang maken „Maar wees nu toch niet zoo kinderach tig Ziet u dan niet hoe fabelachtig, hoe on- geloofelijk betamelijk ik mij gedraag?" „Ik kan niet anders zeggen dan dat u getoond hebt een man van eer te zijn; en .k kan niet anders gelooven dan dat u dit in werkelijkheid ook is." „Juffrouw Marie... 1" „U zei?" „Och, nietsIk dacht maar... „U bevalt mij zoo goed; zoo uitstekend goed!" „Dat doet mij pleizier; maar u moogt mij geen complimentjes maken.'' „Waarom niet?" „Dat zou niet edel zijn." „Hoe bedoelt u dat?" „Wel, omdat ik weerloos ben." „O, toch niet! U beschermt uzelve beter dan een heel leger van eeredames het zou kunnen Juffrouw Marie... 1" „Wat belieft u?" ,,U valt onuitsprekelijk in mijn smaak 1" „Als u niet dadelijk zwijgt, word ik heel boos op uGeef mij liever een goeden raad „Laat ons eens bedenken. Het allerlief ste zou ik hier met u blijven zitten tot mor gen vroeg." „Dat gaat niet." „Laat ons dan eens overleggen. Eerst rijden wij nog eens naar uw woning, en pro- beeren of men u daar misschien opendoet." „Dat was ook mijn idee. Maar wanneer dat nu weer een mislukte tocht is, wat dan „Dan neem ik u mee naar mijn huis." „Onmogelijk 1" „Wat dan anders?" „Is er een vrouwelijk wezen in uw wo ning?" „Geen enkel. Of, ja toch, de vrouw van mijn portier." „Laat mij dan bij haar logeerenl" „Voor geen geld ter wereld 1" „Waarom wilt u dat nu weer niet (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 6