PERSOVERZICHT. Tweede Kamer. Oveir een verkeerde met li ode van kiem men schrijft „Land en Volk": Dei stemmingen voor den Gemeenteraad 3öébben weer eens de aandacht gevraagd voor jde ondoelmatige methode van stemmen met kaart voor meervoudige vacatures. Het is duidelijk, dat de wijze van stem- fhing voor de meervoudige vacatures niet jdehigt. Er zijn 4 vacatures. Daarvoor wordt !gleiste!m!d met één biljet. Ook wanneer op Öit biljet slechts één candidaat is aange- •wétóeu, is het geldig, telt het mee ter bepa ling van het aantal uitgebrachte stemmen jetn dus van de volstrekte meerderheid. Zijn er 100 geldige biljetten ingeleverd, dan is do volstrekte meerderheid 51voor felle vacatures. Maar indien slechts één kie- Üetr van 'die 100 zijn biljet heeft ingevuld voor één van do candid aten, en dus zijn etem slechts uitbracht voor één vacature, qLan is voor de andere vacatures de vol- Mrekte meerderheid niet 51, maar 50, om- jat daardoor feitelijk slechts 99 stemmen zijn uitgebracht. Toch worden ook hier 51 öbetminen vereischt om gekozen te worden Vörklaard. i~Wij hebben op deze fout ook reeds vroe ger gewezen. Zulk een methode van stem- )nen kan een geheel onjuist beeld geven iyan de meening der kiezers. En de fout is gtetmiakkelijk te verhelpen door voor elke Vacature afzonderlijk een biljet en een stem bus te nemen. Men verplicht aldus de kics- Vereenigingen om voor elke vacature afzon- Idtfrlijk een candidaat te stellen. Naar aanleiding van het bjj den Minister Van Binnenlandsche Zaken door een drietal leden van Prov. Staten van Noord-Holland ingediend bezwaarschrift tegen de ver kiezing van rnlr. J. Kappeyne van Ide Cop polio tot lid van Gedepu teerde Staten, zegt mr. J. A. Levy fcijn meening in liet weekblad „D e A m s te r- id a mm er." De gronden in het adres aangevoerd, schij nen hem niet. overtuigend en de rechtsvraag gewichtig genoeg om haar onder de oogen te zien. De vraag luidt: mag de blijvend aange- fefcoldö rechtsgeleerde raadsman eener gemeen ste (integreerend en aanmerkelijk bestanddeel 'éener provincie) tot lid van Gedeputeerde Staten dier provincie worden gekozen? Adressanten beantwoorden die vraag ont kennend, op twee gronden. Vooreerst, vree- neazij conflicten, voortvloeiende uit het toezicht van Gedeputeerde Staten op de: y?besluiten door het Gemeentebestuur, vaak in overleg met haren daar,toeaangewezen Jfechtsgel eerden raadsman, genomen". In de tweede plaats noemen zij de stel ling van dien""raadsPian„een publiekrech telijke dienstverhouding", waaruit vop$rt- yloeien zou, dat zij, door de verbodsbepaling- Van art. 53 der Prov. Wet, getroffen wor- idjeln moet. De wenseh' de volgorde dier gronden om te' keer en, omdat de,' naar mijn meening, fundamenlecle dwaling, vervat in den twee- dién, niet zonder invlopd is gebleven op de ^uitwerking van 'den eersten De bedoelde dwaling, die haar licht werpt op geheel het adres en van ga.nseh den ge- dachtengang daarvan den grondslag vormt, kan in twee woorden worden s-aamgevat ,-,Een rechtsgeleerd raa'dsman etaatin niemands dienst." Men vatte de verhouding tusschen diens !ra ad vrager en dien raadgever op, gelijk men "verkiest: tijdelijk of blijvend, bezoldigd of biet. Men bepale den aard der betrekking jal naar* gelang men wil: publiekrechtelijk of privaatrechtelijk. Waai' is en blijft-da.t, telr kenschetsing dier verhouding of betrek king, het begrip „dienst" niet slechts on juist, niet slechts ongepast, maar ten eencn- ïnale verwerpelijk is. Zóó verwerpelijk, dat (daardoor den aard dier verhouding of be trekking geweld aangedaan en zij niets min- lder dan ontzield zou worden. Do rechtsgeleerde raadsman, kortheids halve: de advocaat 'staat, in den meest vol strekten zin, uitsluitend in dienst van het Pocht. Opgetreden, handelt hij, in of huiten rechte, Inaar omstandigheden. Richtsnoer daarvoor is eigen eer en geweten, onafhankelijk van hetgeen zijn cliënt behagen, onafhankelijk vooral van hetgeen winstbejag aanraden ïnocht. Geenerlei macht in den Staat is be voegd. zijn eigen plichtgevoel in den weg té treden, of hem af te brengen van het pad, daardoor alleen, hem afgebakend. In dien men zoodanige algeheele ontstentenis van onderworpenheid aan iets of iemand an ders dan eigen opvatting van ambtsplicht: „dienst" noemt, hebben wij, zoo spoedig mogelijk, onze woordverklaringen te herzien. Dat wij, gaat de lieer Levy voort, met dit alles, op mijlen afstand zijn van do begrippen „ambtenaar" of „beambte" in het adres uitgewerkt, ligt voor de hand. Ambtenaar -is m. i. hij, die met overheids gezag is bekleed, beambte, hij, die, hoe zeer publiekrechtelijk aangesteld, overheids gezag mist. In publieben dienst, ditmaal in werkelijken zin, naar wettelijk voorschrift én hiërarchische indeeling, staan ambtenaar én beambte. Mc-t dien kring van personen cn die sfeer van handelen heeft de advo caat, causarum patronus, naar do zinrijke aanduiding van Rome, ook niet het aller geringste uit te staan. Met deze mijn opvatting vervalt, hetgeen Jiét adres, als eersten grond, doet gelden: do mogelijkheid van conflicten. Ook al ware eon Raadsbesluit rechtstreeks op aan stichting van een gemcene-raadsruan tot stand gekomen, dan nog, en dan juist, ware hij, a-ls gedeputceedc, ter verdediging daar van aangewezen niet slechts, maar in hooge mate begeerlijk. Advocaat, ried hij den weg rechtens; gedeputeerde motiveert hij zijn voorlichting nader. Wat is daarin onver standigs of ongerijmds? Hoe liet adres er toe komt, dit een bron van conflicten te noe- inon is onverklaarbaar. En onoplosbaar is het raadsel in het adres gesteld, als zou, in het gestelde geval, de advocaat-gedepu teerde zich moeten: „excuseeren". Zoo zeer ware die houding plichtsverzaking, dat, bij aldien het aanging, ieder college van ge deputeerden, bij voorkeur, zich moest doen aanvullen door den raadsman der aanzien lijkste gemeente in de provincie. Vertrouwd als hij is met haar belangen, biedt hij aan het college alsdan den steun zijner zaak kennis. Is er hooger aangelegenheid voor den Rechtstaat, dan dat, naar menschelijk inzicht, Tccht geschiede? Adressanten zullen ontwaren, eindigt de heer Levy, dat door mij wordt ingenomen een standpunt, lijnrecht tegengesteld aan het hunne. Volmaakt te goeder trouw is het een zoowel als het ander. Te leeren echter valt daaruit, dat, hoe en waarom, de dienst •van het recht vrijheid ademt en vrij heid eischt. In verband met de op h et Midden standscongres gevallen beslissing inzake de tarief wet, schrijft de „Arnh. Ct.": ,,De Middenstandsbond, de groote, betee- kenisvolle, krachtige, fiere Middenstands bond, ten jaarlijkschen Congresse thans te Roermond bijeen, kromt zich en wringt zich om niet te doen, wat hij doen moet, en aan die nalatigheid ten opzichte van zijn plicht een schijn van waardigheid te geven. Het bestaan van den Middenstandsbond wordt bedreigd. Die bedreiging wordt door dcu voorzitter van het Bestuur erkend. Sedert de Bond geboren werd, heeft nog nimmer een onderwerp, dat zijn belangen zóó nauw I raakt, de aandacht getrokken van zijn le- i den en zijn bestuurders, maar toch..., dat onderwerp zal en mag niet behandeld wor den. Het behoort nergens zóó scherp onder de oogen gekeken te worden als in den Middenstand. Maar het jaarlijksch Congres, orgaan bij uitnemendheid van des Bonds weilken, wenschen en streven, moet er den mond over houden. Angstig loop en de Be stuursleden wie die Katze um den heiszen Brei om het onderwerp heen: „Niet be spreken! Hier niet! Hier niet! Ieder voor zich', zooveel ge wilt, maar niet allen te za aien Niet besprekenNiet bespreken Wat zit daar toch achter'? Welke stille kracht heeft het parool uitgegeven, dat wordt het gevolgd, den Middenstandsbond, zooals die nu is, tot een paskwil maakt? Wie legt de vrijheid van denken en doen dier mannen, die waarlijk in de laatste ja^- ren zich nimmer zoo angstvallig toonden, toch aan banden? Het is een lamentabel schouwspel, dat de Middenstandsbond te zien geeft. Eerst zijn Bestuur, dat zich bij circulatie tot de aan gesloten vereenigingen wendt en op grond der totaal onverantwoorde en onverant woordelijke bewering: „het tarief ontwerp is een politieke wet", de bespreking van dit machtige Middenstandsgevaar of althans machtige Middenstandsbelang van het Con gres afschuift. En nu het Congres weer, dat is dus de Middenstandsbond zelf, waar niet met algemeene stemmen een eindo is ge maakt aan de houding van het Bestuur en bespreking der tariefwet geëischt en ver kregen is. Maar waarvoor bestaat dan toch eigenrijk die Middenstandsbond Om kleine, bijkom stige belangetjes der aangeslotenen te be hartigen? Om groote belangen t» beharti gen, mits die slechts door allen gelijkelijk worden beoordeeld? Of om alle ernstige be langen, den Middenstandsbond rakend, te behartigen en, bij verschil van inzicht, maat regelen te zoeken, waardoor het overwe gend belang van de -gvoote meerderheid en tevens het landsbelang wordt behartigd r' En een eindweegs verder schrijft dan de Arnhemsche, zich richtende tot den bond: „Gij zijt er voor de belangen van den grooten, den we nemen uw geliefkoosd woord van vroeger over „gedrukten" Middenstand. En dat daaTbij rechter- en linkerzijde-menschen zijn, verhindert niet, dat de Middenstand gebaat of geschaad kan worden door rechterzijde- of linkerzijde-mi nisteries. En voor die belangen moet gij op komen, onverschillig wie ze benadeelt. Doet ge dat niet, omdat gij „man van rechts" zijt of „man van links", dan zijt ge geen Middenstandsbond, maar een politieke Bond. De scheuring bij u zal komen, niet omdat gij de tariefwet wél zoudt durven be handelen, doch omdat gij haar niet zoudt durven behandelen. M. a. w. omdat gij in naam anders zijt dan inderdaad: in naam een groote vereeniging van vertegenwoordi gers der Middenstandsbelangen; inderdaad een vereeniging, die aan politiek doet en partijbelangen najaagt. Hoe eerder hoe beter moet gij dan ver dwijnen. We hebben al politiek genoeg in ons politiseerend en theologiseerend vader land. Een vereeniging meer of minder zou er anders niets toe doen, maar een Midden standsbond, die de belangen van den Mid denstand uit partij-overweging of lafheid niet meer behartigt, is een zoo onmogeiLjk iets, dat niemand over zijn verdwijning zou treuren. Ook de „G oudsche Courant" be vat een artikel naar aanleiding van tarief- wet-besprekingen op het Middenstandscon gres te Roermond. Het blad protesteert eveneens tegen het op den voorgrond plaatsen van de politiek in een zaak als de Tariefwet, die zuiver economisch kan worden beschouwd en als zoodanig zal blijken te zijn een groot na deel voor het algemeen, tegen bevoorrech ting van enkele groot-industrieën. Indien er bepaalde organisaties zouden moeten worden aangewezen om over de Tariefwet een oordeel uit te spreken, dan zou daarvoor met de Kamers van Koop handel zeker de Nederlandsche Midden standsbond het eerst moeten worden aan gewezen. Dat èn door het hoofdbestuur èn door eenige leden deze economische zaak tot een politiek gedoe wordt vertroebeld, en dan nog op welk een wijze, is allertreurigst. De verkiezing van mr. C. Tb. v. Deventer (vrijzinnig-democraat) tot lid der Eerste Kamer, door Fries- lands Staten, met medewerking der sociaal democraten, geeft ,aan ,,D e Z e e u w" het volgende stukje in de pen: „Ziedaar de climax. Eerst vaardigde Friesland vrij-Liberalen af, mannen van het type v. Houten^ Ren- gers en v. Beyma. Toen werd het een Unie-liberaal. Nu is het een vrijzinnig-democraat. Straks zal het een sociaal-democraat zijn, wanneer bij de periodieke aftreding van Rengers en v. Deventer de socialisten o^k hun vertegenwoordiger vragen. En dan zullen de liberalen dat niet bun nen tegenhouden. Zij hebben achtereenvolgens v. Houten en v. Beyma ook over boord geworpen, waar om zouden zij het ook Rengers niet durven doen Een baron nogal Zoo ziet men de opschuiving ook in de Eerste KamerLangzaam maar zeker Ook een schrijver in de „N. R. Ct." zei, dat indien er uit deze verkiezing één con clusie te trekken valt, het dan deze is: dat gegeven de huidige samenstelling der Friesche Staten „de weg thans gebaand is geworden, dat een volgend maal de Sta ten van Friesland zich <le primeur kunnen gunnen den eersten sociaal-democraat in de Eerste Kamer te brengen. „En daarvoor ging men zich dan... con- centreeren Nu is de „N. Rot t." zelve het met den inzender uit Leeuwarden niet eens. Ze zoekt de motieven voor mr. Van Deventer's ver kiezing eenigszins buiten de sferen der hoo ge politiek, en meent dat de keuze op iemand is gevallen, „die niet alleen om zijn konnis maar ook, om zijn karakter algemeen terecht wordt geëerd „Heilige onnoozelheid 1" roept „D e N e- der lander" uit naar aanleiding van het feit dat de „N. R. Ct." in tegenstelling met haar Leeuwarder correspondent de motie ven voor mr. Van Deventer's verkiezing eenigszins buitén de sferen der hooge poli tiek zoekt. En het Christelijk-historische orgaan gelooft, dat zijn Leeuwarder corres pondent den spijker op den kop sloeg toen deze schreef: „En oud- of Unie-liberaal kon niet meer aan de heeren der S.-D. A.-P. voldoen, het moest hu een vrijz.-dem. zijn." ,,H et V o 1 ik" zegt naar aanleiding van dezelfde Eerste-Kamer-verkiezing „Met deze verkiezing komt de eerste vrij zinnig-democraat in de Eerste Kamer, wat zonder het bestaan der Friesche soc.-dera. Statenclub niet licht zou zijn geschied." „D e Zeeuw" concludeert: De Friesche oud-liberalen zijn ten derden male onder het Oaudijnsche juk der sociaal-democraten doorgegaan. Wat echter niet verhinderen zal dat, wanneer Friesland overwegend so cialistisch wordt, al hun geestverwanten „naar huis" gaan. Immers in datzelfde no. van „Het Volk" schrijft Besuijen: „Zoo is nu weer de vacan te zetel in de Eerste Kamer aan de 8 D- A. P. (v. Kol) geweigerd. Hopen wij voor hen dat, als de rollen eens zijn omgekeerd, de heeren niet met dezelfde maat worden gemeten." ,.D e Residentiebode" schrijft. Hot Nederlandsch Onderwijzers- Genootschap heeft een verhluffenden toer verricht. Twee jaar geleden sprak het zich uit tegen de gehuwde onderwijzeres in de school. In zijn de vorige week te Breda gehouden vergadering verklaaide het zich tegen het wetsontwerp-Heemskerk, dat de gehuwde onderwijzeres uit de school weert. Er werd op deze tegenstrijdigheid gewe zen. Waarop de voorzitter het cynisch ant woord gaf „Dat twee jaar geleden het wetsontwerp nog niet bestond." In theorie is men dus voor de gehuwde onderwijzeres uit de school; maar als een rechtsch ministerie die theorie in prac-tijk wil brengen, is men er tegen. O, ondoorgrondelijkheid der politiek in een vereeniging, die niet aan politiek zegt te doen, roept „Het Huisgezin" uit! „En dan verwondert het Genootschap zich nog, dat de katholieke onderwijzers zich in dien kring niet thuis voelen. „Het verwondert ons alleen, dat ook an deren, die van frischheid en eerlijkheid hou den, er niet uit treden. „Want het votum tegen Heemskëxk's wetje is 'n zoo ernstige blamage van den goeden naam van het Genootschap als we nog zelden gezien hebben". 't Is voor de politiek, die hij velen toch niet in een al te goed blaadje staat, geluk kig, dat hét brutale stukje is uitgehaald door een vereeniging, die het wil doen voor- komlen, dat ze niet aan politiek doet! roept „Do Residentiebode" uit. „Do Nieuwe Gazet" wijdt nog eenige beschouwingen „Na het Bezoek" aan het ver blijf van Koningin Wilhelmina en Prins Hen drik te Brussel en schrijft o. a.: „Koningin Wilhelmina en de Prins der Nederlanden zijn dus Vrijdagnamiddag uit ons land vertrokken. Wij moeten er niet aan twijfelen, of zij hébben den besten indruk meegenomen van ons vorstenpaar in de allereerste plaats; van het bestuur en de burgers der hoofd stad en in hét algemeen van gansch de Belgische bevolking. De Koningin onzer Noor derbroeders zag er stralend uit, overal waar ze verscheen zoo innemend-vriendelijk als wij haar sedert haar kroning niet meer teruggezien hebben. En al de personen die haar ge naderd zijn, verzekerden dat zij niets ver zuimd heeft om zich zoo beminnelijk mo gelijk te maken. Haar bezoek i9 niet een simpele, 'stijf-' protocol aire tegenvisite geweest. Zij heeftr wel degelijk de hoofdstad van België willen veroveren door gracie cn lieftalligheid, en dat is haar volkomen gelukt" De diphtlieritfs te Zaadvoort. In do jongste raadsvergadering te Zand- voert gehouden, kwam aan het slot de diphtheritiakwest-ie aan de orde. Do lieer Slagveld stelde de volgende vraag aan het college van B. en Ws. „Is het waar, dat veel diplitheritasgeval- lon door de doctoren mét opzet zijn verzwe gen?" De burgemeester antwoordde daarop: „Neen, het is B. en Ws. niet bekend, da.t hoeren doctoren met opzet zulke gevallen verzwegen." De heer Slagveld vroeg verder of B. en Ws. een onderzoek hadden ingesteld naar de be zwaren in de couranten geuit en waarom de doctoren daartegen protest hadden aan- gebeekend. De burgemeester antwoordde daarop, dat een college van B. en Ws. niet op anoniem geschrijf in de couranten kan ingaan, omdat mén dan toch geen gelijk krijgt. Bij de verdere discussie sprak de heer Slag veld nog over een onderzoek in de scholen, dat z. i. niet deugde, en ook over het iso- leeren van dc personen, die met aangetasten in aanraking zijn geweest. De burgemeester antwoordde, dat B. en Ws. dit isoleeren thans reeds zoo ver mo gelijk uitstrekken. Ten slotte werd de volgende motie, vóór- gesteld door den heer v. d. Plas, met op één na algemeene stemmen aangenomen: de Raad, kennis genomen hebbende van de blaam in de bladen op B. en Ws. ge worpen, wegens het niet tijdig nemen van maatregelen, spreekt over dit schrijven zijn afkeuring uit; verklaart, de door B. en Ws. genomen maatregelen goed te keuren stelt ten volle vertrouwen in het beieid .van B. en Ws., ten opzichte van de bevordering der volksgezondheid en gaat over tot de orde van den dag. Alle raadsleden waren tegenwoordig, al leen de heeT Slagveld 9lemde tegen. Opgave ran personen, die zich te Leiden hebben gevestigd. Op het groote, onbebouwde terrein aan de Wuilenweberstrasse te Berlijn zal reeds ui het volgende jaar- een reuzententoonstel- ling naar Amerikaanschen trant, het „Droomland", worden ingericht; Daarmee „Droomland" te Berlijn. zal een oppervlakte gronds an 82,000 vierk. M. worden ingenomen. In het mie 1 en van het geheel wordt een toren van 50 M. hoog gebouwd, van waar af krachtige zoeklich ten hun stralen zullen uitwerpen. Nieuw voor Berlijn is het plan van den Amerikaan schen ondernemer, om, behalve op Zater dagen en Zondagen, van vrouwen en kin deren geen entree te heffen. A. Boot en gezin, Korte Hansenstraat 8, wagenmaker. C. G. L. van Halderen, Boerhavestraat 17. IC A. W. Uiterdijk Paul-Krugerstraat 6a. J. C. P. Schneider Witte Singel 69, dienstbode. L. Ch. Affourtit, Steenstraat 45, kruide nier. J. A. Malefijt en gezin, Pasteurstraat 19a stucsidoor. L. N. Oostmeyer, Hoogewoerd 150, dro- gistbediende. J. W. Nijhof, Pieterslkerkstraat 6, spoor wegambtenaar. W. L. C. Hendriksen, Raamsteeg 21, smid. Wed. de Carpentier Wildervanck en ge zin, Hugo-de-Groobstraat 8. M. H. C. A. J. de Beer B reestraat 76, winkelbediende. P. van dér B-ad en gezin, Bakkerkorff- straat 20, spoorwegarbeider. A. L. Einthoven Rijnsburgérweg 5, mu- ziekonder wij zeres. A. M. Möhle Oude Singel 66, dienstbode. L. M. B. Herfkens, Aalmarkt 28. M. v. Diggelen, Pieterókerkstraat 6, steen houwer. A. de Man en gezin, Stevenshofje 15, goudsmid." - P. J. J. Hendriks en" gézin. Hooigracht 110-112, kleermaker. J. van Soest, Hooge Rijndijk, 19, dienst bode. G. W.'.Handelaar en gezin, Prins-Hen drik-plein 5. P. C. H. Hovy, -Bilderdijkstreat 5. J. A. Frank en gezin, Stationsweg 7-9. J. A. van Toorenburg, Rembrandtstraat 2, a-poth. Assistente pharm. laboratorium. Rui 1 i n g~ v an-g r on d. Thans is^een weteontwerp ingediend, strek kende tot" goedkeuring een er overeenkomst met de gemeente 's-Gravenhage, betreffende een ruiling van grond aan de Hofstraat al daar. Blijkens de toelichting had, met het oog op de voortdurende uitbreiding van den ge meentelijken telefoondienst, het gemeentebe stuur van 's-Gravenhage in 1906 het ver zoek totde Regeering gericht om aan de gemeente in eigendom af te staan een aan den Staat toebehoorend perceel, gelegen in oen poort aan den Hofsingel. Er bestond destijds voor den Staat geen aanleiding dat perceel te verkoopen, doch aan het gemeentebestuur werd te kennen gege ven, dat indien de gemeente in staat zou zijn, om, nadat zij daarvan eigenares zou zijn geworden, in ruil voor het door haar be geerde eigendom van den Staat, aan hem af te staan een open terrein achter het voormalig kantongerechtsgebouw, een aan bieding deswege in gunstige overweging zou worden genomen. Dat open terrein was met enkele daaraan grenzende perceelen particulier eigendom, zooclat de gemeente 's-Gravenhage, wilde zij haar dool bereiken, eerst tot aankoop daar van behoorde over te gaan. Hierin is zij in September 1909 geslaagd eh daarop zijn onderhandelingen omtrent de voorbedoelde ruiling gevoerd. Deze hebben geleid tot een overeenkomst, waarop thans goedkeuring wordt gevraagd. AL K E MAD He vallen: I. Koek geb. Loos Z. O. Otto geb Halvemaan H Al. G. vm Haastrecht geb. Kleiks l). J. Deters gob. Groen in 't NV oud Z J. Akei boom geb. Vaneman Z. Overleden: Cornells Simon Halvemain 2 m. HAARLEMMERMEER. IJ e v al 1 e n: J. Visbeen gob. Meyer D. B. deBieukgeb. Hoi HarfighZ. O vei leden: W. Hoogkamer ld. A. van de Koppel 9 m. K AT NV 1 IK. Geboren: Cornells, D. vaa Joh Pronk en Kr. van don Oever. Jannetje, 0. vau H. van Be<?l»-n en A. d n Haas Maarten FlorU, Z. van M. F. Schasp od KI. v. d. Mey. Cornelis Z. van A. Haasnoo: en A. van Beelen.Jacob, Z. van Uhr van i uyvenbode en M. Haasnoot. Vokelije. D. *'an P. Knip en I. Lisvaart. Maria, D. van P. van der Plas en R Ouweliand. Klaa% Z. van K. v. Ueelen en vV. Plug. Jacob. Z. van K. v. üee'en en NV. l'Jug. Marlinus, Z. van M. van Riju en J. van der Plas. CorneUs, L. van C. v. d. Plas en L. v. d. Mey. Overleden: P. C. Uns, 16 m Z. van D en C. Dubbelaar. Anna den Ilaa-i. 8 mD. van A. en H. de Img. Levenloos aangegeven kiud vaa K. V- Heolen en NV. Plug. Gehuwd: loc. de Vreugd, wedr., on P. Verburg jd. Z. van der /.wait, wvdr., en I. üolleman wed. Onder» rouwd: Jnc. v. Buirenen |in. ea Al. E, J. Bile id. NV OUBRUGGE. Bevallen:!, den Hertog geb. Kwakeinaik Z. Gehuwd: H. J. de Jonge jm. '22 j. met G. Metselaar id 21 ZOETERWOUDE. Geboren: Johannes, Z. van R. P. Offringa en A. A. M'alzaad. Apolonia Johanna. D. Yan II. van den Broek en A. v..n Eijk. ZEVENHOVEN. Bevallen: C. J. Roelevold geb. Koeleman D. J. Klijn geb. v, Zwïeteu Z

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 6