Dames-, Meisjes- en Hinderhoeden. BEICHAN'S PtU£N J. REEUWS, Bijzondere Aanbieding in Water li iters De Landbouwtak Maison VAN RIJK, Fpe Vleescliwareo. Delicatessen. Bericht van Inzet. J. L. CREYGHTON. ^ÏÏ*.25' üieuws Aardfissziiii Jam!!! Sorbets. Limonade. Ananasbowl. De gelieele voorraad Dames- en ICSegiercesifectie wordt tegen ongekend lage prijzen TOTAAL UITHERSCOOHT. Bi«eestraat 14*2144. LEIDEN. Telefoon No. 848. Aanbesteding KIREP SABSAPARILLE. „SMITAS" Steensclinur 1, Leiden. van een nieuiir verbeterd systeem, die zuiver koel water g*even, A J. DEN HOLLANDER, Breesfraat f $4, Hoek Korenbrugsteeg. Fijne Vleeschware.i Delicatessenhandel, Roastbief, Kalfslever, Hamburgerrib, 265 o Kalfsfricandeau, Kalfsgehakt (getruff.) Breestraat 111 o/h. Stadhuis. Teleloonn. 32. FEUILLETON. Be liefde overwon. X)ER. QROOTE OPRUIMIHR 276 360 - i C n van te leveren Zand voor Ryka- tuinbouwschool, aan de Yenne te Lisse 1600 M'. 272 9 Ihscbr büj. in. te: leveren Woens dag 12 Juli' voor 6 uren. Inlichtingen bu GULDEMOND ZOON, Lisae. ia het geneesmiddel tegen ïroofdrooa en de gevolgen. Hoofdroos is een huidziekte, die niet alleen den haarwortel aantast en dus kaalheid veroorzaakt, 'maar die ook in vlekken en puisten het gelaat ontsiert. Tegen deze. ziektB na bestaat slechts één afdoend genees middel en dat is: 6461 26 bereid volgens een oud recept. Wie dus van deze Tieze ziekte bevrijd wil zfjn, gebrulke KIBEP. Yoor Leiden verkrijgbaar by den Heer E. J. DE BIttlYN, Coiffeur, Kort-Bapenburg 8. Tegen onzuiver bloed, geneest branderigheid en puisten f 1.50. 264 S c* EEK GDUüEN TIENTJE PER DOOS WAARD. YOOR ALLE GAL- EN ZENUW-AANDOENINSEN, ZOOALS 213 60 Hoofdpijn met misselijkheid, Verstopping, Zwakke maag, slechte Spijsvertering, Zieke Lever en Storingen in liet Vrouwelijk Gestel. Uitsluitend vervaardigd door TH0IAS BEECHAH SI. Helens, England. Alom verkrijgbaar by Apothekers en Drogisten in doozen van /0.75 (5(4 pillen) en van 1.75 (168 pillen). By zes doozen tegelijk ƒ4.85 en f IO.en by den Vertegenwoordiger van Th. Beecham AJISTEK1AAM. TELEFOON 4318. OVEBTOO.il 341. Hst Bureau voor rechtskundig advies aan on- en minvermogenden Is gesloten tot Woensdag 13 September c. k. 260 8 TE UTRECHT. Verleent op zeer billijke voorwaarden, onder borg stelling enz., Credieten aan Landbouwers en Indus triëelèn. Verschaft 1ste Hypotheek op Bona- en Weiland. Agent voor Leiden en Om streken: de Hoer 973 17 Plantsoen 51, Leiden. Zaterdag 8 Jnli 1911, 's avonds hall 8 ln het Notarishuls te Leiden, ten overstaan van de Notarissen KAISER en VIJGH te Lelden, afslag van Het Pakhuis met Bovenwoning to Leiden, Oude Heerengracht No. 24 in bod opf 3700. Verhoogd met f 300. Verhoogingen worden dagelyks van 102 uur aangenomen ten kantore Rapenburg 62. 100 10 Telefoon. 650. CUISINE FRANQAI5E. 2S0 40 86) Er was iets, dat Edela zeer graag had ge daan. Zy bad ml. zoo graag haar oude vriendin Mali nog eens willen bezoeken. Nog eeDmaal bad zy niet. Man. willen praten, hand in hand, tooals zy dat vroogor als kinderen gedaaD badden. Mali zou zich zeker mot haar ver loving verheugen, Mali1 zou zeker denken, dat EÜ nu overgelukkig waa. Want een vrouw, lita tiouwde, die wachtte geluk, zoo was llali's opvatting. „Al had ik allo dagen droog brood," had 7J eene gezegd, „dan nog zou ik gelukkig fen, als ik myn Frits en .kleine Fritsje paar had." Ja, Mali bad Edela willen spreken; aan par had zj] alles willen vertellen. Maar een ekere schuwheid hieid haar er van terug dat llan uit te voeren. Het toeval bracht haar echter op een mld- 1 g te zamen Edela was met Vogeltje de stad ingegaan .6 inkoopen- te doen in een modemagazyn. ïerwyi zy nu uit haar rytuig stapte, zsg zy llotseling Mali staan op de stosp, kykend jaar de étalage. In het volgend oogenblik Vas zy reeds naast haar jeugdvriendin. „O, barones Edela, barones Edela 1" riep fall en drukte met beide handen de hand, Jie> Edela haar toestak. „O, wat ben ik biy, wat ben ik biyl" „Ik ben ook bly, dat ik je zie, goede Mali," rei Edela barlelyk. Mali keek haar met haar schitterende oogen lang aan. „Wy spraken vroeger zoo heel vaak over u. Maar nu doen wy het byna lederen dag. En wat ziet go er goed uit; een beetje veranderd, ja, toch heel goed, barones." „Het gaat my ook leer goed," zei Edela met hat lachje, dat al een gewoonte voor haar geworden was. Te geiyk bsmerkte zy nu, dat er nog iemand naasc Mali stond, en toen zij aandachtiger toekeek, zag zy, dat het Loite Schneider was. ,Ja, ja," lachte Mali, „in den Lokalan- zeiger" hebben we de adverteDte. gelezen en en Een plotselinge angst greep Edele aan. Zy drukte de kleine hand van Mali en zei zenuw achtig; „Ja, ja, maar ik heb nu geen tyd meer, Mali. Ik ben erg biy, dat ik je nog eens ge zien heb. Ik hoop, dat het je goed is gegaan al dien tyd, en dat dat ook zoo moge biy ven, Mali." Zy had haar hand teruggetrokken en stak die nu aan Lotte Schneider toe: „En ik ben zoo bly, dat lk u nog eens ge zien beb, juffrouw." Edela knikte beiden nog eens toe, keerde zich toen om en voegde zich daarop weer by juffiouw Vogel. Deze had haar wenkbrauwen op zeer voor name wyze opgetrokken. Zy deed in deze dagen steeds een beetje voornaam, een beetje uit de hoogte. Zoo klonk nu haar vraag ook wat neerbuigend:. „Wzrea dat... kennissen van je, liefste?" „Ja, kennissen van my." „Zoo, zoo. Nu, toen ge met haar begon te spreken, dacht ik, dat je dienstpersoneel ging zoeken. Maar toen je ze de hand gaf, begreep ik...." Moest ik ouden bekenden dan niet de hand geven?" vroeg Edela scherp. En evenals vroe ger fonkelden haar oogen. Vogelje zette een ontsteld gezicht, toen zy de toornige houding van Edela zag. „Maar natunriyk," zei ze toen. „Ik bedoel maar zoo Enfin, als Adriaans verloofde zul je na! uuriyk in het vervolg verschillende dingen niet meer kunnen, doen, waar je vroeger vry In was." „Wat ik doe ia goed, daarop valt niets aan te merken," zei Edela nog steeds op vasten, scherpen toon. Vogeltje voelde, dat zy zich op glad ys had gewaagd, en zweeg. Zy vond het aan den anderen kant wel prettig, dat Edela zoo ongenaakbaar kon zyn. Zeker, zy-zou een goede gemalin zyn voor graaf Tauern, de trotscbe Edela van der Eichen. „Wie was toch die andere?" vroeg Lotte Schneider, toen de belde dames bet mode magazyn waren binnen gegaan, op een toon, die nu juist niet van groots achting voor Vogeltje getuigde. Mali haalde haar schouders op. „Zeker iemand, die in hetzelfde pension is als freule Edela. Of misschien een bloedver wante van hem; van haar aanstaande. Och, wat ben lk bly, dat ik baar nog eens heb ge zien En wat zag ze er lief uiti" „Ja, ja, heel lief," zei Lotte nadenkend, „maar toen zy dat zei van de blijdschap, om dat zy u nog esns weer had gezien, en dat zy hoopte, dat het u atesds goed mocht gaan, toen klonk dat toch als een afscheidsgroet voor altyd." „Ja, als zy gravin zal zyn, zal het ook wel voorgoed gedaan wezen en zullen wy haar wel nooit weer by ons zien," zuchtte Mali. Lotte Schneider antwoordde niet. Zy, die vroeger zoo spraakzaam waszy, de geestige, Troolyko Lotte, was voel stiller geworden. Zy sprak veel minder dan voorheen. Die ver andering was gekomen einds dien Nieuw jaarsdag en einds het tevergeefs wachten op een schrijven van haar verren neef Waltor. Zy had op dien morgen gezworen, dat zy niet meer aan hem denken wilde, dat zy hem vergeten wilde, en daarna wat zy zoo stil geworden. Lotto Schneider was standvastig, als zy eenmaal een besluit bad genomon. Dat ondervond ook Walter Riefenstahl. Op een mooien voorjaarsmiddag stond hy tegen éénen voor de deur van het kantoor, waar Lotte werkzaam was. Om ééu uur moest zy komen; dat wist hy nog van het vorige jaar, toen hy haar hier ook ontmoet had. Het wachten viel hem zeer lang en keer op keer trok hy zyn horloge uit den zak, om te zien hos laat het nu si was. Tien minuten ovor éénen was het reeds tot Walters groots verbazing. Het was toch geen gewoonte, dat kantoormenschen later naar huis gingen dan strikt noodzakeiyk was. Meestal kwamen zy al naar buiten als de klok nog speelde. Twaalf minuten over éénen werd het en .nog was Lotte niet gekomen. Walter stapte ongeduldig in de straat op en neer. Zyn horloge was al warm geworden van de vele kearen, dat hy het in de hand had genomen. z Daar klonk eindeiyk eenig gedruisch op de trap. De deur werd geopend en met vlugge pasjes kwam Lotte naar bulten. Haar neusje stak zy in den wind en met onverschillig gezicht keek zy voor zich uit, als bemerkte zy niets van het heerlUke zomerweer en nog minder van de lange mannepgeBtalte, die haar op stond te wachten en alle mogelyke moeite deed om haar aandacht te trekken. Hy nam zyn hoed af, boog, kwam naast haar loopon. Maar Lotte Schneider scheen niet alleen niets te zien van hemzy hoorde ook schijn baar niets van de woorden, die by haar ge jaagd toevoegde. „Lotte," zei hy. Ja, „lieve Lotte," zet hy zeifs. En toen ook dat niet gaf, toen zy haastig bleef voortstappen, steeds ln de tegen overgestelde richting ziende, toen noemde hy haar spottend „juffrouw Schneider", maar alles tevergeefs. H(j vroeg haar hoe het haar ging, of het goed met haar was? Maar er kwam geen antwoord. zy bleef doof en stom en vervolgde kalm en ongestoord haar weg. En hy bleef aan haar zyde gaan en sprak door, noemde haal eerst ja, en toen weer u en ten slotte begot hy te lachen. Maar toen hy zag, dat zyn lachen nietl uitwerkte, dat haar gezicht koud en onver schilllg bleef, toen werd Waiter Riefenstahl zoo klein, zoo klein als hy nog nooit geweeet was. Hy voelde zich onzeker naast haar en op geheel anderen toon begon hy nu te praten, „Zeker, je bent volkomen in je recht, als je kwaad op my bent, Lotte. Ik beb my als een vlegel tegen je gedragen. Na onze ont-, moeting te Blnz had lk dadelyk weor Iets van my moeten laten hooren. Het kwam niet door vergeetachtigheid, dat lk niets meer schreef. Integendeel. Ik heb zoo heel veel aan je moeten denken, Lotte. Maar dat dient nergens voor bU den stand van zaken by my thuts; je weet hoe myn ouders zyn, als da geldkwestie ar mee in verband staat. NeenJ1 dat zouden zy nooit willen. (Wordt vervolgd. X

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 7