Hoe men zich op Sardinië verlooft. RECEPT. Kan men een sigaar beoordeelen zonder haar te rooken? ALLERLEI. Op Sardinië heersohen in sommige afgele gen plaatsen, waar geen toeristen komen, nog eigenaardige huwelijks- en verlovings- gebruiken. Ouders, die voor hun dochter een man zoeken, moeten eerst aan alle familie-leden, in den meest uitgebreiden zin, raad en toestemming vragen; al is er ook maar één van hen tegen de verbintenis, dan kan er van het huwelijk niets komen. Eigenaardig en poëtisch is ook de wijze, waarop een jonge man om de hand van de uitverkorene zijns harten vraagt. Op een lenteavond, wanneer aan den onbe- wolkten hemel de sterren schitteren, gaat hij met zijn vrienden naar haar huis en zingt daar onder haar raam, meestal bij een guitaar, een liedje, waarvan de eerste regel is: ,,Doe miji open, opdat ik kan binnen treden, dat vraagt U Lodewijk de herder. Laat mij hier buiten niet zoo lang wach ten; om de rest behoeft gij U niet te be kommeren Achter de deur staat de familie van het meisje, die op de komst van den minnaar natuurlijk allang voorbereid was, en zoo dra het liedje uit is, vraagt er van binnen een stem: „Wat wilt gij en wie zoekt.gij „Een verloren lammetje," is het ant woord. Dan gaat de deur open en de mannen mogen binnenkomen. De verliefde jonge ling vertelt in dichterlijke bewoordingen, hoe er uit zijn kudde een lammetje verdwe nen is, dat hij1 al overal gezocht heeft, en hoe hij nu hoopt, het hier te vinden. Ten slotte vraagt hij den heer des huizes hem de lammetjes uit het huis te laten zien. Deze doet echter of hij nog niet goed be grijpt wat het jongemensch eigenlijk wil, en .vraagt wat hij bedoelt. Ten laatste be gint 'hij het dan te begrijpen en verklaart bereid te zijn den herder zijn lammetjes te toonen. De dochters des huizes komen nu één voor één de kamer binnen en wor den den minnaar en zijn vrienden voorge steld. Bij alle van de binnentredende schoonen vraagt de vader of dat nu het verloren lammetje ia, waarop de jongeling ontken nend het hoofd schudt totdat wat na tuurlijk een afgesproken werkje is het allerlaatst het lammetje in kwestie voor den dag komt. De gelukkige neemt het meisje in zijn armen en antwoordt op de vernieuwde vraag van den vader; „Ja, dit is mijn lammetje Harmonie. Waar trouw en liefde in 't harte wonen, Waar harmonie der zielen heersoht, Daar wordt eerst 't rein geluk genoten, Daar kent men d'aardschen hemel eerst. Waar liefdeskussen tranen drogen, Waar zielesinart vertroosting vindt, Waar liefde 't leed te zaam leert torsen, En 't doornig (kruis met rozen windt, Daar heeft het lijden nog zijn vreugde, Daar welt uit "t weenend hart geen [klacht, Want liefde zoekt en vindt - ertroosting De traan wordt door een lach verzacht. Daar blikken d'engelen vriend'lijk neder, Daar vindt de mensch het paradijs, Dat hij verloor, veredeld weder: Dat is der liefde schoonste prijs. CITROENSAP. In geen enkele huishouding moest eigen- kijk de citroen ontbreken, want de citroen alleen is in den zomertijd bijna een geheele huisapotheek. Vooral in den reistijd is de eitroen van onschatbare waarde. Het sap van den citroen, ook wel limoen sap geheeten, verkoelt en zuivert niet alleen bet bloed, maar het veelvuldig ge bruik er van, vooral 's zomers, is een voor behoedmiddel tegen koorts, evenzeer als het sap van twee citroenen in een half glas water als een krachtig middel tegen ander- daagsche koorts en rheumatiek wordt aan bevolen. Bovendien wordt hét sap van een citroen, driemaal daags in een kop sterke, onvermengde koffie gedronken, aanbevolen als een middel om koorts en huiveringen te verdrijven. Maar men zorge er voor, het sap steeds zonder suiker te gebruiken, daar de geneeskracht dan sterker is, en met een weinig water verdund, tast het de maag en de tanden niet aan. De warme kwast evenwel, die men 's avonds onmiddellijk vóór het slapen-gaan gebruikt, om verkoudheid te verdrijven, mag men zoet maken. Wie daarentegen door schorheid en pijn in de borst gekweld wordt moet door het wit van een ei, tamelijk tot schuim geslagen en dan met het sap van een citroen vermengd, beterschap vin den, als hij elk halfuur een theelepeltje daarvan neemt. Men ziet dus, dat, vooral op reis, de ci troen werkelijk in staat is, een kleine huis apotheek te vervangen. Gestoofde garnalen. Om gestoofde garnalen te eten zijn aller eerst noodig: garnalen, dan een klontje boter, zoutA een lepel of drie bloem en een halven liter melk. Bereiding: Als men eerst de melk aan de koek brengt, heeft men ondertusscheu tijd ue Puter te smelten en daardoor het zout en de notemuskaat te mengen en de bloem tevens. Kookt nu de melk, dan voegt men er die aan toe, eveneens de garnalen, en laat die in een vuurvasten schotel koken tot alles gebonden is. Wanneer daarbij nog gevoegd wordt een stijf geklopte eierdooier en er dan wat paneermeel of beschuit over wordt gedaan. heeft men een schoteltjeniet duur en lékker. Sidney Brooks, een Engelsch schrijver, heeft in opdracht van de „Times" de siga renfabricage op Havanna bestudeerd en iSj beantwoordt op grond van zijn opge dane ervaring deze vraag ontkennend. Al de theorieën en middeltjes, zoo schrijft hij, waardoor men de waarde van een si gaar wil vaststellen voordat men haar ge rookt heeft, hebben niets om het lijf. Vol strekt onjuist is de meening van gewone rookers, dat een donker dekblad op een zware en een licht dekblad op een lichte sigaar zou wijzen. De kleur van de sigaar heeft daarmee niets te maken. Het is ook geheel doelloos in een sigaar te knijpen of er aan te ruiken; dat geeft hoegenaamd geen betrouwbare uitkomsten. Wie zich wil verlaten op kleur of stevigheid van de asch, zal ook bedrogen u:tkomen, zegt hij verder; de beste Havanna's branden niet met witte maar met staalgrijze asoh, die bovendien tamelijk gemakkelijk loslaat. Vlekken aan een sigaar betee. kenen niets met het oog op goede of slechte kwaliteit. Of de sigaar droog of vochtig is, dat is ook maar een kwestie van mode. De Amerikanen houden van vochtige sigaren, de Engelsohen meer van droge. Het voor naamste is, dat een Havannasigaar de ge volgen van de „zeeziekte" gedurende het transport te boven is. Uiterlijke teekenen voor de kwaliteit van een Havanna bestaan er niet: men moet ze rooken. Ad Rem. Tot een wegens zijn vele openlijke welda den bekenden parvenu komt een arme slok ker, die vroeger in betere omstandigheden geweest is, en vraagt hem eenige onder steuning. Barsch wordt hij afgewezen. Eerst na herhaald smeeken geeft de eerste hem een kleinigheid en gebiedt hem dan, dadelijk weg te gaan. t Ondèr dankbetuiging neemt de man een krant van de tafel en wikkelt de edel© gave er in. „Wat moet dat?" bijt zijn -weldoener hem toe. r. „Uw gave er in wikkelen," -is het ant woord; ,,ik weet vanouds,T u heeft gaarne dat het in de krant komtl" Attent! De rijk geworden mevrouw Van Opscheu- ten brengt met den heer gemaal een bezoek aan Napels, Pompeji en den Vesuvius. Nauwelijks zijn de reizigers bij den kra ter, of daar begint de berg ineens te wer ken. Mevrouw (vol verrukking over het grieze lige, maar toch mooie en indrukwekkend© schouwspel): „Lieve hemel. Hoe attent!" Dienst ij ver. In een onzer musea luidde ais naar ge woonte de verordening: Parapluies en stok ken moeten worden afgegeven. De nieuwe portier vraagt met al-het ge wicht zijner functie aan eén vreemdeling zijn stok of parapluie. „Maar, vriend, ik heb noch het een noch het ander bij me," antwoordde deze. Portier: „Ga ze dan halen, mijnheer, ik laat er u niet in of een van beide moet ik hebben." V er strooid. Professor X. heeft zioh bij zijn souper een haring doen voorzetten. Nadat hij nog een interessant hoofdstuk uit een groot werk heeft gelezen, wil hij den haring ver orberen. Doch hoe hij zoekt-, de haring ïs^ nergens te vindenAls hij den volgenden avond de lectuur wil hervatten, ontdekt hij in Eet boek zijn souper van den vorigen dag. Hij had den haring als leesteeken tuSsehén.dë bladen van het boek gelegd! Man van zaken. Koopman (een dor pasgeboren tweelin gen op den arm nemend)„Kijk eens aan, die jongen is pas op de wereld en nu hééft hij zoo waar al concurrentie4" Geen be z w aar- „De dame, die u me hebt aanbevolen, beeft een hoogen rug." Huwelijksmakelaar: Kom, kom, hooge rug! Ze is een beetje... eenzijdig ontwik keld Verraden. Moeder: „Wie van jelui heeft weer van de rozijnen gesnoept, jongens? Ik heb de pitten in je kamer op den grond gevon den." Jan: ,,Dat ben ik niet geweest; ik heb de pitten ook ingeslikt." Nietnieuw. X.„Ik lees daar, dat ze in Amerika hemden zonder knoopen hebben uitgevon den." P.„Dat is geen nieuws. Die draag ik al lang!" (Mevrouw P. werpt haar man een venij- nigen blik toe.) In het Plantsoen. Opzichter: ,,Van wie zijn die aardige kindertjes daar?" Dame (aangenaam aangedaan): „Van mijl" Opzichter: „Mag ik dan uw naam weten? Ze mogen niet op (het gras loopen." Oefening. „Zie je, jongens", sprak de leeraar in de teeikenles, „ik kan met mijn linkerhand evengoed teekenen als met de rechter/AL les is slechts e«en kwestie vaa oefening; men kan dan met de linker- precies hetzelfde als met de rechter-hand. „Steekt u dan eens," roept een kleine,- brutale jongen, „uw linkerhand in uvr r rechter-broekzak." --

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 22