De inrichting onzer woning.
z. of wij er verwarming of afkoeling mee
beoogen.
Nadert hun temperatuur evenwel de
uiterst toelaatbare grenzen van koude of
warmte, dan moet men zeer voorzichtig
zijn en steeds slechts kleine hoeveelheden
met behoorlijke tusschenruimten nemen.
De uitvinder van de chloroform.
Den 7den Juni was het de honderdste Vet-
jaardag van de geboorte van Sir James Young
Simpson.
De „Edinburgher Evening News" haalden
©enige herinneringen op, die met den man
en zijn uitvinding in verband staan.
Teen Simpson den 6den. Mei 1870 stierf,
wetrd het voorstel gedaan, hem in de West-
mins ter-Abdij te Londen bij te zetten. Op
verlangen der familie werd hij echter op
het Warriston-kerkhof te Edinburgh begra
ven. Een standbeeld van den uitvinder be
vindt zich in de tuinen van de West Prin
cess Street. Reeds vöór zijn tijd wa9 hij
totaal gebroken door overspanning bij zijn
studie en een zeker pathos, maar ook een
korreltje waarheid ligt in de woorden, die
hij op zijn sterfbed uitte: „Hoe oud ben
;dk Negen en vijftig jaren. Mooi, ik heb
Sets gedaan; ik: wou, dat ik meer gedaan
!had."
Over de manier, waarop hij zijn groote
ontdekking deed, loopen allerlei geruchten.
Hijzelf en verscheiden andere geneesheeren
waren de eersten, die chloroform op zichzelf
probeerden.
„Bij den eersten keer, toen wij, dr. Dun
can, dr. Keith, en ik, het middel gebruikten",
zei Simpson, „lagen wij allen binnen 1 a
2 minuten onder de tafel." Dr. Simpson
kwam tot de conclusie, dat chloroform aan
zienlijk sterker was dan aether.
Miss Petrie, zijn nicht, was de eerste
vrouw, die gechloroformeerd wetrd, en het
eerste kind, dat met behulp van chloroform
ter wereld kwam, kreeg den naam „Amaestka-
sis." De eerste proef, die in het openbaar
gedaan werd, werd in de Edinburghsche
kliniek den 15den Ncvember 1847 genomen.
Rechtspraak en Dieren.
Eem'gen denken stellig, dit opschrift
lezende, aan schadelijk gedierte en aan de
wet, welk© onder zekere voorwaarden toe
staat, het te dooden. Dat zijn waarschijn
lijk tuinders.
Anderen denken aan de wet, die de die
ren beschermt tegen mishandeling, en
herinneren zich' ih 't bijzonder de wet op
de trekhonden. Die menschen zijn lid van
een vereeniging en loopen met kaarten in
den zak, waarop staat: „Behandel de die
ren met zachtheid, spaar de vogels-"
Nog anderen Toepen: „O, ik weet het al,
een dierenepos 1" Die hebben het echter
evengoed mis als de anderen. Want het
gaat hier over rechtspraak, waarbij dieren
op dezelfde wijze zijn betrokken als men-
schen. Rechtspraak, waarbij dieren warden
gedagvaard, beschuldigd, verdedigd, ver
oordeeld; kortom, waarbij een volledig pro
ces wordt gevoerd, niet tegen inenschen
over dieren, maar tegen de dieren zelf. In
werkelijkheid.
Hier volgen staaltjes dier rechtspraak,
die van de 11de tot de 18de eeuw voor
kwam.
In het begin der 16de eeuw hadden in de
omstreken van Autun de veldvruchten ont
zettend van de muizen te lijden. Men riep
de hulp van een hooggeplaatste in. Deze
lfet de muizen driemaal dagvaarden.
Toen zij niet verschenen, kregen zij
ambtshalve een advocaat, die de der
afwezigen zou behartigen. Hiertoe werd
aangewezen Chaaseneuz, de later ver
maarde voorzitter van het Parlement. Hij
toonde aan, dat de dagvaardingen onvol
doende waren. Immers, het belang van alle
muizen was bij de zaak gemoeid en de
dagvaarding had dus in elk kerspel afzon
derlijk moeten zijn geschied. Verder was de
termijn van verschijning te kort gesneld.
De muizen konden onmogelijk op den be
paalden tijd aanwezig zijn, te meer, wijl
zij overal de katten te vTeezen hadden, die
op de loer lagen.
Chasseneuz had succes met zijn pleidooi-
De zaak had een gunstig verloop voor de
muizen.
In 1585 deden te Valence de rupsen veel
kwaad. Zij werden voor het gerecht ge
daagd. Een procureur werd als yerde. i-
ger toegevoegd. Van weerskanten werd
hun zaak bepleit en het slot was, dat de
rupsen veroordeeld werden om de streek
te ontruimen.
Het spreekt, dat de uitvoering van het
vonnis, als het zulke zwermen van dieren
betrof, moeilijkheden met zich bracht. Ge
woonlijk trachtte men daaraan te ontkomen
door zijn toevlucht te nemen tot een gees
telijken rechter, die de dieren in den ban
deed.
Betrof het echter een enkel dier; dan
werd het vonnis wel degelijk op de gewone
wijze uitgevoerd.
Het beest, dat het meest voor den rech
ter werd gebracht, was het varken. Men
weet, dat dit dier in de middeleeuwen ook
in de steden vrij rondliep. En menig kind
werd het slachtoffer van zijn vraatzucht.
Had nu een varken een kind mishandeld,
dan werd het, met in-acht-neming van alle
vormen van proces, ter dood veroordeeld.
De executie bad plaats door ophanging
aan de achterpooten.
In 1386 had te Faüaise een varken een
kind gewond aan gelaat en arm. Het beest
werd veroordeeld om eerst aan kop en poot
te wordèn verminkt en daarna opgehan
gen.
Het zat t,ot aan de terechtstelling in de
gevangenis, waar hem het vonnis plechtig
werd beteekend- Bij de executie luidden
de klokken.
De ezel heeft in de wetgeving der mid
deleeuwen-een streepje voor op andere die
ren. Zoo kregen ossen en koeien voor het
misdrijf van stroopen de doodstraf. Een
ezel behoefde, de eerste maal betrapt,
slechts een oor te verliezen, de tweede maal
het andere oor. De derde maal werd hij
verbeurd verklaard ten behoeve van den
vorst. Aldus staat geschreven in het Wet
boek van Sardinië van 1395.
Van verdichting is hi'er geen sprake. Er
bestaan uit dien tijd niet alleen verhande
lingen over de rechtspraak, maar de pro
ces-stukken zelf van verschillende gedingen
zijn bewaard gebleven.
Uit een procedure uit de 16de eeuw zij
nog iets vermeld. Te Grenoble werden de
rupsen en de slakken aangeklaagd. Zij kre
gen ambtshalve een procureur en een advo
caat „uit hoofde hunner kleinigheid en
minderjarigheid." Nu werd de schade door
deskundigen opgenomen. Toen zij die had
den vastgesteld, begonnen de pleidooien.
Eerst kwamen de eischers. Zij weidden uit
over de schade en de gevolgen daarvan, be
riepen zich op schrijvers, om de strafbaar
heid der dieren aan te toónen, om vervol
gens hun eisch te stellen. Dan begon de
advocaat: „Hét geheele rechtsgeding is on
gepast, omdat we mot dieren te doen heb
ben. Een wezen zonder reden en zonder
vrijen wil kan geen misdaad begaan. En
welke straf zoudt ge tegen hen willen uit
spreken? De ban? Maar dit is een uitwer
pen uit de Kerk en de dieren zijn nooit in
de Kerk geweest.
Maar bovendien, wat zij gedaan hebben,
was hun recht. Zij hebben de vruchten ver
teerd; maar God gaf hun het récht daar
toe. Zij zijn niet onderworpen aan het Ro-
meinsche Reoht, noch aan het Kanonieke
Recht, doch alleen aan het natuurrecht en
dit veroordeelt hen niet. Op deze gronden
vorder ik, dat de dieren buiten alle proces
worden gesteld."
Er volgde geen vrijspraak, maar de straf
was toch even minder dan de eisch. De rup
sen en slakken moesten zich tevreden stel
len met een deel van het terrein om „hun
ellendig leven te rekken."
Wanneer iemand nu zulke processen ver
wijzen zou na^T het donkerste deel der
middeleeuwen, dan diene, dat het laatst
venne 1de geding uit Grenoble dagteekent
uit de 16de eeuw; dat zjj nog tot in de 18de
eeuw voorkwamen.
Wel zouden zij in de 16de en lSde eeuw
niet meer ontstaan zijn, indien zij er niet
reeds waren geweest. Dat zij toen nog
voorkwamen, bewijst, hoo taai dergelijke
gebruiken zijn, die wortelen in de volksfan
tasie. Een nog sterker bewijs voor dit laat
ste is gelegen in bet feit, dat nog in de
19de eeuw de vaste sec retails der Konink
lijke Academie van Savoye voor de dieren
processen pleitte. „Al deze dingen waren
goed en nuttig; men moest het beginsel er
van eerbiedigen; alleen het misbruik af
keuren."
Over dit orderwerp schreef in „De
Lelie" G. W. Elberts.
Voldoe aldus de schrijver bij het
aanschaffen van een inboedel slechta aan
de behoeften, die ge u werkelijk moogt
scheppen. Koop, wat ge u kunt veroorlo
ven, niet al wat ge u wel zoudt wenschen.
De kolossale uitbreiding der industrie wist
de wenschen van het publiek tot behoeften
te ontwikkelen en reeksen verleidelijke
aanbiedingen maken het moeilijk het geldj
in den zak te houden. Tegenwoordig be-,
schouwen velen spaarzaamheid als een ver
ouderde deugd en leeft bijna ieder tot de.
grenzen, ja, dikwijls tot over de grenzen
van zijn kunnen.
Op alle manieren wordt het aankoop en,
van meubelen gemakkelijk gemaakt*, men'
kan ze huren, op afbetaling krijgen, of wel
a contant kant en klaar uitzoeken in een1
meubelmagazijn, ruim voorzien van aller-,
lei stijlen en soorten. Als ge dit laatste
systeem kiest, houd u dan, indien ge een
klein inkomen hebt, aan het noodzakelijke.;
Maak een nauwkeurige lijst op v°n wat gej
in elke hamer werkelijk noodig 'ïebt, schrap,
alle overtolligheden en laat u onder geen'
voorwendsel verleiden er van af te wijken.
Zijt gie, na rustige overweging, tot ce over
tuiging gekomen, dat vier eenvoudige stoe
len voldoende zijn voor uw eetkamer, koop;
er dan geen zes of acht. Zonder vast cm-'
iijnd plan is het niet mogelijk goed inkoo-
pen te doen. Bijna elk huis lijdt aan een
te veel. Als elke huisvrouw eens, na zorg
vuldig onderzoeh, uitsluitend besloot te 1>:-
waren, wat zij tot nut of verfraaiing in
haar woning herbergde, zou zij waarschijn*
lijk verbaasd staan over al den overtolli-
gen romihel, dien zij, ten koste van tijd
en moeite, onderhoudt. Kleine tafeltjes wor
den bij een inrichting bijvoorbeeld dikwijls
bij twee of drie te gelijk aangeschaft, met
omdat zij juist noodig zijn, maar omclat
er „allicht wel een plaatsje voor to vinden,
is," en „zij wel eens te pas komen." Menig-';
een, die veel meer aan sport dan aan lec-'
tuur doet, koopt een boekenkast die hij op.
geen stukken na kan vullen. Beslist onmu
zikale menschen schaffen zich een piano
aan, „omdat het zoo'n gezellig meubel is."
Dames, wier schrijfwerk in een beetje brief
wisseling bestaat, hechten meer waarde
aan het bezit van een schrijftafel (dikwijls
onbruikbaar gemaakt door allerlei pboto'a
en prullen) dan een schrijver of journalist,
en: ,,Hoe vindt je mijn bureau?" vraagt
mijnheer, wiens grootste liefhebberijen
voetbal en biljart zijn, terwijl hij met trots
zijn nieuw ingerichte studeerkamer
laat zien.
Als ieder zich bij het nuttige en noodza
kelijke bepaalde, zouden zelfs arme fami
lies er meubelen op na kunnen houden, die
zij met trots aan een volgend geslacht kon
den overdragen.
In het meubelvak heeft men, <i>k in on
zen tijd, eenige kunstenaars, die bijzondere
ontwerpen voor hun klanten maken. On Ier
hen telt men zeer bekwame bouwkundigen
en teekenaars en het spreekt vanzelf, dat
het een groot voorrecht is, wanneer ra^D
zijn inboedel door dergelijke arti«5ten kan
laten ontwerpen en uitvoeren. Natuurlijk
kunnen wij niet mededingen met meubel-
fabrikanten en trachten zij u dan ook nooit
te verloflcken door lage prijzen. Zij wijde4
hun krachten aan die zeer ljeiangrjjke toe
passing der kunst: de fraaie uitvoering ejj
versiering van «ebruiksvoorwc $en..