Anekdoten. Oplossingen der Raadsels. Goede oplossingen ontvangen van: Een koninklijke poppenverzamellng. Correspondentie. Ingezonden door Cato Vallentgoed. Verwaand heerschap, aan bet loket ran let postkantoor: „Een postzegel van drie cents 1" Postambtenaar: „Wilt u hem meene men, mijnheer, of zal ik hem u thuis laten bezorgen 1" In een slagerswinkel. Dame: „-enige weken geleden kocht ik lier een ham die mij goed bewallen is. Heb je er nog meer?" Slager: „O ja, mevrouw. Ik heb er hier nog 16 hangen." Dame: „Maar allemaal van hetzelfde varken als de vorige?" Slager: ..Zeker, zeker, mevrouw Dame: „Stuur mij er dan maar zes; maar van hetzelfde, hoor." Jaget. door Lena v. d. Meer te Oegstgeest. Jantje zegt aan zijn vader: „Zeg vader ik geloof dat de meeeter ook niet erg knap i»." Vadeir: Waarom niet?" Jantje: „Ik heb opgemerkt, dat, jederea teer, als hij -vat op het bord schrijft, wij bat moeten lezen." Ingezonden door „Yioletjè. Br wae maar één jongen vandaag Op schooi die de vraag van den meester kon beantwoorden, vertelde Karei aan zijn moe. „En wie was die jongen?" vroeg moe- Bar, in de hoop, dat het baar zoontje zen Zijn." „Dat was ik", antwoordde Karei Moeder kijkt verheugd. ,3d wat vroeg de meester dan wel?" „Hij vroeg, wie de ruit gebroken had", antwoordde KareL Ingezonden door „Sneeuwwitje". BenvalsoK spreekwoord. Mijnheer Smul zat aan tafel en zegt: «(Men beweert altijd, dat men al etende eetlust krijgt, maar daar merk ik niets van. ilk eet al twee uren aan één strik en van eet lust bespeur ik mets. L Nood breekt wetten. IL, BI te goed is buurmans gek. Ili Wie rijmt er nog eens mee. Een baken ligt in zee- Bood draagt den naam van trouw. Een mantel heeft een mouw- De slager slacht het vee, Het schip ligt aan de ree. Men bergt zijn hoeden in een doce, Een sehoone bloem, dat is de roos. De tuinman harkt de paden, De naaister naait de naden. Tina Biebeek, Dora de Bode, „Qoud- staartje," „Besida," „Meibloempje," „Goudvinkje," Saartje Oudshoorn, „Eneeuwklokje," Sara v. Weeren, Annie de l'Eduse, Catharina Kriek, „Vroolijke Frans," Marietje la Court, Nelly en Janna de Bruin, „Blonde Eliza," Abraham Bomli, Margaretha Bomli, „Stormvrouwtje," Dirk Spuyman, „Onrust," Frans en Anna Vink, A. Sirach, Dirk Houthoff, Marietje Zit man, „De kleine Officier," „Baadsheertje," „Grassprietje," „Poppenmeedertje," Arie van Gille, „Bosa Fluweeltje," Cato Val- lentgoed, Alie Slimmero, „Vioienkransje," Freek en Zus Bey, „Roodborstje, „Thee roosje," „Postduif," „Faust," „Kenau," Aagje en Neeltje Scharloo, „De kleine Winkelier," S. en H. Florissen, „Drie Zus jesAda Vlasveld, „De kleine Zeeoffi cier," „Julianabloem," Hendrik Kriek, „Het Violetje," „Generaal de Wet, „De twee J.V' jKlaproosje," „De kleine Zwer ver," „Sneeuwwitje,' „Boósje," Henri Bo- manesko, O. L. Janssen, „Kortenaer," Anna en Antoon Hoogeveen, „De Amster dammer," „De kleine Matroos," „Clivia," Theresia Veeren, N. de la Court, te L e i- den, „Goudvischje," te Aarl andervee a, G. en J. van der Lee, te Koudekerk. „De Schilder," Jacob Markus, Neeltje Timmers, te Oegstgeest. Hendriks, v. <L Mey, Gijaje v. d. Mey, „Meitakje," „Hyacint en Tulp," Grietje van Delft, te Bijnsburg. Trientje Kriege, H. Binnendijk, Arie v. Santen, te Wassenaar- Johanna en Aartje P arie vliet, Johanna v. Tilburg, te Zoeterwoude. Prijzen vielen ten deel aan: Dirk Spuyman en Catharina Kriek, te Leiden, en Gijsje v. d Mey, te B ij n s- Burg. De Grootmoeder van Koning George van Engeland, koningin Victoria had een ver zameling poppen, die over de honderd moet zdjn geweest en waarvan zij er verscheidene zelve had aangekleed, met behulp van haar gouvernante. Zij had zelve een „lijst van haar poppen" geschreven waarop alle ba by's voorkwamen. Ze hield erorm veel van die poppenkin- deren, maar het moest haar dan ook veel al het gezelschap van andere kleine meis jes vergoeden. Met haar veertiende jaar werden alle poppen voorgoed opgeborgentoen was de jeugdige Prinses te zeer door regeeringe- zaken in beslag genomen. AdaYlasveid. Nu, ik voel mij zeer vereerd, dat ik het laatste velletje van dat mooie postpapier krijg. Moet ik je een vraag doen, zeg je dat? Nu, goed, vertel me Hun eens precies hoe oud je bent, of je broertjes en zusjes hebt en hoeveel en hoe oud doe zijn enz. dan kom >k wat op de hoogte van je familie. „Amsterdatomer." Gelukgewenscht met je verjaardag. Ja zeker, duurt dat ver haal van Sherlock Holmes nog lang. Kijk je dasr altijd het eerste naar. Dat schijnt nu eenmaal verbazend in den smaak te vallen. „B o o s j e." Wel neen, kwalijk nemen doe ik nooit, als je eens iets vergeet. Dat kan de beste overkomen, maar toch ben ik altijd blij, als ik je weer zie. „Blonde Eliza" was dan al in de wolken met haar prijs. Ja, die prachtban den staan alleraardigst op een boekenhan- gertje. Nu ga je dus je beste beentje voor zetten. Beduidt dit, dat je me wat raad sels ën aaecdoten inzendt? He zia er al mat verlangen naar uit, hoorl „Druiventros", te Bijneburg. lt(a nomen met je prijsje? Dat was zeker een verrassing hè? Kijk jij ook altijd met zoo veel pleizier naar het feuilleton? Nu, je kunt nog lang genieten, want het duurt nog weken lang voort. Trijntje Kriege, te Wassenaar. Be dankt voor je mooie kaart. Zoo'n strand- gezioht is altijd aardig En verder mijn groeten terug. We zullen elkaar nog wiel eens meer zien. Neeltje TimmeTs. Jij vat de za ken goed op: „de aanhoudster winti" Juist, zoo is het. Waarom sohreef je mot pot lood meisjet Hot schrift was wel natj—, maar ik heb het toah liever met mkt, alleen rieken maken een uitzondering. Ook al over het feuilleton. Nu, ik heb er al ge noeg over geschreven, als je het boven staande hebt gelwen. „D e twee Baadselvriendin netje s." Ja, zoo fietsen tegen den wind in, is vermoeiend. Nu is het ook nog niet de fijd van badgastendie komen pas later, als de vacanties beginnen. Het is echter te hopen, dat wij nu goed weer houden, an ders valt het toch nooit mee, dat aantal. „Baadsheertje." Ik heb echt meelij met je, dat je nu alweer ju bed moet blijven. Ja, dat is vervelend. Zeker met dien scherpen wind weer kou gevat. Nu ik zal je wel eens een troostwoordja zenden af en toe, als je mij rTin t eens goed op de hoogte houdt. Dank je wel voor je ïnzen- *ding van die aneedote. „M eiUoempje." Je Moe kon wel eens gelijk hebben. Dat vind ik heel goed, dat voornemen om elke week eens wat in te zenden. Dank je vast wel voor je anecdotes van deze week. De „Negerhut van Oom. Tom?" of ik die gelezen heb. Prachtig hi? ,3 e si da." „Adolf en CSara", zeker ken ik dat Was moe zoo dadelijk bereid je prijs te gaan halen? Heel aardig hè? Ik krijg altijd graag van die opgewekte brie ven. Nu, je vertelt mij nog wel eeos hoe je het boek vindt? Lees maar niet te gauwl Marietje. Zitman. Nu, omdat je nu pas acht jaar bent, zal ik er maaa' niets van zeggen; je weet anders, hoe ik denk over het schrijven met potlood. Zit jij al in de vierde klas? Dorade Bode. 't Krantje zóó goed verstopt dat je het zelf niet meer vinden kunt." Ja, dat gebeurt wel meer, en toch is het altijd eren onaangenaam. Tina Biebeek. Laatst voor het eerst, dat je eens oversloeg met inzenden? Dat is dus eerst een trouwe meewerkster. Daar mag menigeen eens een voorbeeld aan ne men. En dat nog wel met een zwerende rechterhand? „Goudvink) e." Yan je schildpad hoor ik dus wel eens een volgenden keer? Je houdt zeker veel van dieren, hè? Ja, ik ookNu vind ik eerlijk gezegd de schild padden niet juist de liefste MABIE YAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 14