N*. 15741 Vrijdag 16 Juni. A®. 1911. (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (2on- en feestdagen, uitgegeven. f 1.10. 1.30. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. O® liefde overwon. LEIDSCH DAGBLAD PKIJS DEK AD VERTENT rENt Van 16 regel» /L05. Iedere regel meer Grootere lettert naar plaatsruimte. - Kleine adrertentiën Tan 80 woorden 10 Oenta contantelk tiental woorden meer 10 Oente. Voor bet inoaeaeeren wordt/0.06 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents i per 3 maanden Bulten Lelden, per looper en waar agenten gevestigd zijn Franco per post De heer Boeoh wilde de onderw ijzers-boude- mannen, die bet maar niet kunnen nalaten in de vereenvoudigde oftewel Kollewijneche epelling bun adreseen te zenden en dit on danks de waarschuwing, die bij daartegen el eens eerder richtte, mores leeren. De Bondsafdeeling bad een adres gezonden, waarin zij verzocht de salarissen van bet onderwijzend personeel nader te regelen en de Voorzitter stelde, zooals gewoonte pleegt te zijn, voor heft verzoek in de banden van B. en ¥9. te stellen om praeadvies. „Ik stel voor bet terug te zenden, opdat adressanten bet in de officieele spelling weer kunnen indienen," zeide de beer Bosch en hij voegde de daad bij bet woord. Blijkbaar was er niet veel lust om over deze vormkwestie nn een ernstig debat op te zetten, waar men een zware agenda voor zich had te verwerken. De beer Vergouwen nam bet zwakjes voor de heeren op; waar zou de Raad blijven als bij alle adressen, die niet in de gewone spel ling geschreven waren, moest afwijzen? De beer Pera, die, boe wel zwakjes, den beer Bosch bijviel, wees er op, dat bij die caoographisohe adressen geen opzet in het epel was en bier wel. Met 19 tegen 9 stemmen werd bet voor- stel-Bosch verworpen. De Bondsmannen mo gen dus bij onveranderde samenstelling bun adressen in do door lien gepropageerde nieuwe epellingsohrij ven. Brvalt veel voor dit besluit te zeggen. De Raad is nu eenmaal niet bet lichaam om over een taalkwestie als deze uitspraak te doen. En er een symptoom van gezagsaanranding in te zien, zooals de beer B. blijkbaar doet, dat kunnen we even- lain. Een ander verzoek trok ook nog onze aandacht. Het was dit van de Vereeniging tot verzorging van kleine Kinderen (Crèche), die, boewei ze eenmaal nul op baar request kreeg, nood gedrongen nogmaals een poging om steun doet. De Vereeniging beeft nn 25 jaar bestaan en is in al dien tijd tot een grooten zegen geweest voor de kleine kinderen uit die gezinnen, waarvan de moe ders mee- of wel uitsluitend buitensbuis voor het bestaan moeten werken. Zoo een Vereeni ging aanspraak op gemeentelijken steun mag doen gelden, dan is bet wel deze Vereeniging. Laten de beeren, voordat zij in dezen een beslissing nemen, eerst door een persoon lijk bezoek aan de CrêcJie zich eens op de hoogte stellen. De benoemingen liepen weer vlot van sta pel. De Voorzitter deelde bij de benoeming van den nieuwen leeraar in bet Hoogduitsch mede, dat deze ook belast zal worden met bet onderwijs aan de H. B.-S. in bet Hoog duitsch. In verband met de verzoeken om ontslag als onderwijzer, waarvan de Raad er enkele te behandelen bad en al of niet toevallig in aansluiting met bet bovengenoemd adres, drong de beer Zwiera aan op een nadere sa- larisregeling, die natuurlijk een verbooging moet beteekenen. Hij achtte het een bedenke lijk verschijnsel, dat niet alleen Amsterdam en Den Haag, maar thans ook Rotterdam, Haarlem en Utreoht aan Leiden vele der beste leerkrachten onttrekken. De wethouder van onderwijs, de heer Van Hamel, zeide, dat dit verschijnsel ook B. en "VVs. en voor namelijk hem niet was ontgaan en dat zij diligent bleven. Er zat echter zóóveel aan een nieuwe salaxisregeling vast, dat er nog wel oenige tijd over zou verloopen. Zoo'n regeling samenstellen zou nog al licht gaan al moet zij boel wat phrasen doorloop en voor bet oonoept ter vaststelling den Raad kan worden voorgelegd, maar het voornaam ste en gewichtigste bezwaar is, dat ze een flinken greep uit de gemeentekas nemen zal. En toch zal men er aan moeten gelooven. Het verzoek van den pachter van „De GTaanbeurs" om restitutie van f 258, zijnde de helft van de hem toekomende en niet ge- inde abonnementsgelden voor gehuurde tafels in „De Graanbeurs" vond aanbeveling bij den boer Pera, terwijl de beer Sijtsma het op nam voor den beer Backer tegen de uitdruk king van bet praeadvies, waarin werd ge sproken van oen niet serieus pachter. De hoer Fokker toonde aan dat de pachter zich voor de verpachting omtrent bet reeds door don vorigen pachter geïnde bedrag, dat hem nog toekwam, bad kunnen vergewissen. IVet- houder mr. Van der Lip was het daarmede volkomen eens en de Voorzitter wees boven dien nog op bet verzuim, dat de adressant er zoo laat mee aankwam. Nu was er geen verhaal meer op de borgen, wat vroeger wel bet geval zou geweest zijn. Allen, behalve de beer Pera, bleken daar door overtuigd. Zijn voorstel om toch de ge vraagde restitutie te geven kroeg alleen zijn eigen stem. De Voorzitter memoreerde nog even in bet debat, dat deze zaak geheel om ging buiten de exploitatie van „De Burcht" en „De Graanbeurs" door adressant Als zoo danig hebben B. en "Ws. den pachter geheel buiten beschouwing gelaten en ze hebben ook niets tegen hem. Over de conceptverordening betreffende de levering van gas en electriciteit in de ge meente Oegstgeest, hadden slechte luttele be sprekingen plaats in verband met de voor gestelde redactie van enkele artikelen van juridischen aard, waaraan prof. mr. Carpen- tier Al ting, mr. Fokker, de wethouder van Fabricage en de Voorzitter deelnamen, doch die den overigen leden weinig interesseerde. Gewichtiger was de disoussie over bet vol gend onderwerp: beschikbaarstelling van gel den voor de verbouwing van het kasteel Eu- degeest tot inrichting van een afdeeling tot verpleging van krankzinnige mannen en den bouw van een nieuwe directeurswoning. Sommige leden stonden wat huiverig tegen over dit voorstel. Men kreeg licht den indruk dat de aanleiding daartoe was bet verlangen van den directeur om zijn tegenwoordige ambtswoning in bet ouderweteche kasteel te verruilen met een moderne villa aan den Rijneburgerweg en dat de Commissie, om aan dit verlangen te voldoen, een andere bestemming beeft weten te vinden voor bet kasteel. De heer Pera sprak althans in dien zin. En hij oud-lid der Commissie van Endo- geest bad ook veel voor dezen directeur, dien bij zeer boog achtte, over, zeide bij, maar dit was hem te veel. De heer Pera meende dat bet kasteel al heel slecht voor een afdeeling tot verpleging van krankzin nigen is in te richten. Hetzelfde gevoelen was de heer Roem, bet eenige lid der Commissie, dat zich tegen deze regeling bad verklaard, toegedaan. Ook de beeren Sijtsma, Fokker en Briët verklaarden zich aanvankelijk tegen bet plan, zooals bet daar ligt en voerden daarvoor verschillende gronden aan. Men moet straks toch een nieuw paviljoen bouwen, waarom dan nog eerst eenige patiënten onderdak ge bracht in oen particuliere woning, die zich altijd slecht leent voor een verplegingsinriob- ting. De Voorzitter heeft ala voorzitter der Com missie, bet plan uitnemend en met overtui ging verdedigd. Wij kunnen zijn betoog hier in al de becijferingen niet laten volgen, maar bet kwam hierop neer, dat deze met moeite ge vonden schikking voor de goede exploitatie verre te verkiezen was boven ai de andere. Nu men de houten hulppaviljoens te eeniger tijd zal moeten afdanken, is dit de eenige oplossing om de exploitatie rendabel te ma ken. De laatste 20 patiënten brengen de winst aan en patiënten komen er wel. Men staat voor de vrij zekere kans, dat de Idio- tenafdoeling in bet eerste jaar een belang rijk tekort zal opleveren, dat alleen .gecom penseerd kan worden door de meerdere winst van Endegeest, op deze wijze te verkrijgen. Dat deze regeling overeenstemt met den wenscb van den directeur om liever niet in bet kasteel te wonen is een gelukkige toeval ligheid. De beer Meuleman sloot zioh bierbij aan en voegde nog een en ander er aan toe. Zeker, men zouals straks de hulppaviljoens niet meer gebruikt mogen worden, er een nieuw paviljoen moeten bijbouwen, doch dit zal alleen bestemd zijn voor vrouwen. Liet men liet kasteel aan zijn tegenwoordige bestemming dan zou mon tevens een nieuwe mannenaf- deeling moeten bouwen en dit zou heel wat meor kosten. Beidd betoogen lieten niet na indruk te maken; de heer Sijtsma erkende dan ook dat hij, zelf niet geheel tot oordeelen bevoegd, op gezag van de twee leden der Commissie moest aannemen, dat deze regeling ook finan cieel de beste was en derhalve vóór zou stem men. De overige opposanten waren niet zoo epoedig overtuigd. De heer Pera noemde tot verbazing van den Raad den Voorzitter een verdediger van een „kwaje zaak", wat deze echter niet ernstig opnam. Hij maakte er zich met een aardigheid af en nam zelfs den beer Pera, dien hij schertsend oen autoriteit op krankzinnigenwezen noemde, zoo'n beetje in bet ootje. De heer Pera kan nog al tegen een stootje en nam het zelfs goedmoedig op toen de heer Meuleman opmerkte, dat men van den beer Pera. „dikke woorden gewoon" ie. De beer A. Mulder dacht allen te verzoe nen door oen balletje op te werpen om de villa, die onder al de financieele beschou wingen over de exploitatie der gestichten 'n beetje op den achtergrond was geraakt, goed- kooper te maken, „'t Kon wel minder", dacht by. De beer Fokker greep dit argument aan om zich voor bet voorstel te verklaren indien men tot den bouw van een goedkoopere villa overging. Als een man als de beer Mulder bet zeide, kon het goedkooper, dacht bij. Daartegen kwam mr. Van der Lip met kracht op. Niet dat de heer Fokker hoog op ziet bij de autoriteit van den heer Mulder, maar wel dat een daar los heengeworpen gedachte als argument moest dienen om voor te stemmen. Hij vroeg: hoeveel minder kan die bouw en boo zal die villa dan voldoen? Do heer Mulder kon natuurlijk met geen ge decideerd voorstel komen en sprak zoo in het algemeen van 1000 gulden minder. De voor zitter wilde natuurlijk ook niet meer geld uitgeven dan noodig was en beloofde dat bet zoo zuinig mogelijk zou worden behan deld. Toen aan bet stemmen en bet voorstel van B. en "Ws. ging er met 22 tegen 6 stem men door. Ban waar sucoes van B. en Ws. dat niet zoo sohitterend zou zijn verkregen als de Voorzitter de voordracht niet zoo kra nig bad verdedigd. Toen kwam de hoofdschotel ter tafel: liet voorstel inzake de reiniging der gemeente na afloop van bet thans geldende pacht- contraot. Het gold bier een voor de gemeente allergewichtigst onderwerp, dat wel verdiend had niet aan het einde van een vermoeiden en eindelijk naar huis verlangenden Raad te worden behandeld. Wij hadden dan ook lie ver gezien dat men op den voorslag van den beer Pera om de behandeling van bet voorstel nog een zitting te verdagen, ware ingegaan. Het bleek bij bet debat, waar slechts enkele leden aan deelnamen, dat men allerminst in de zaak zat Nu zal men misschien zeggen: daar komen de Raadsleden toch ook niet in, maar, waar zijzelf het verlangen te kennen geven om bet onderwerp nog nader te be- studeeren of bij anderen bun licht op te steken, dan moet daartoe zoo mogelijk de gelegenheid worden gegeven. Men nam bet den heer Fokker kwalijk, dat bij publicee ring van bet rapport weiischte, opdat ook buiten den Raad men er zich over zou kun nen .uitspraken, doch ons dunkt dit toch niet zoo verkeerd. Men 3iep hem toe: „Wij zijn .de vertegenwoordigers der burgerij," en dat ia waar, maar de vertegenwoordiging mag wel voeling houden met de burgerij en in gewichtige beslissingen baar voorlióhting wel inwinnen. Maar de beer Korevaar zette den beeren bet mes op de keel. Het was vandaag de fatale termijn. Men bad de band gelegd op een stuk land, zoo noodig voor aschstalen en beltbedrijf on moest daarop vandaag be slissen. Morgen zou men als men weer terug kwam moeten bloeden. De Raad vroeg niet, wat zijn recht was geweest; waarom zijt gij er dan niet 14 dagen eerder mee aange komen, maar de beer Pera verscheurde zijn motie voor uitstel voor de oogen van den voorzitter. Hij en de gebeele Raad bogen zich voor de door den wethouder vooropgeschovon noodzakelij kheid. En toen begonnen de debatten. Men kreeg al dadelijk den indruk dat de Raad dit onder werp niet onder de knie bad. De meesten en daaronder invloedrijke leden zwegen en wie cr over spraken deden bet eenigszins aarze lend. Zij kleedden hetgeen ze te zeggen had den in den vorm van vragen en opmerkingen. De beer Sijtsma legde de kostenberekening van 't beltbedrijf en 't verhrandingsstelsel van de beeren deskundigen naast elkaar en kwam tot de veronderstelling dat verschillende pos ten op het eerste bedrijf te boog waren, zoodat men geeoi zuivere vergelijking kreeg naar bij vreesde. Hij dacht dat de heeren deskundigen niet geheel onbevooroordeeld voor de kwestie stonden, omdat vuilverbranding nu eenmaal ge wens ebt wordt. In beginsel was bij voor vuilverbranding, doch de kwestie wordt be- heerscht door de financiën. De beer Vergouwen sloot zich bierbij gedeel telijk aan en bad den indruk verkregen dat de zaak wat al te grootsch wordt opgezet. De beer Fokker erkende ook niet de kwestie te beheerschen vandaar dat bij meer licht wenschte, doch bij kon bet rapport van bee ren deskundigen niet roemen, zooals door anderen gedaan wordt. Maar uit iets, waar over bij wel oordeelen kon, concludeerde bij dat ook andere gegevens niet al te ernstig moe ton worden genomen. Zoo wordt als een voordeel van onder eigen beheer nemen ge noemd het verkrijgen van betere werklieden, doordat zij vast loon en dienstkleeding heb ben. "Wanneer nn voor dat loon f9 per week en voor do dienstkleeding f 10 per jaar wordt uitgetrokken, dan acht bij dit volstrekt geen motief, voor bet verkrijgen van goede werk lieden. Do heer Hoogenboom stelde de vraag of men cr zeker van is dat al het Leidsche vuil verbrand kan worden en ging verder de ex ploitatierekening na, waarbij bij nogal een on ander had op te merken. Zoo schakelden B. en Ws. bij verpachting van het baggerbedrijf de baggerstalen uit, maar wanneer de pach ter geen land beeft zal de gemeente daar toch voor moeten zorgen. De beer Pera besprak speciaal de vraag eigen beheer of uitbesteding van de vuilver- zameling en verkoos als verreweg bet best het laatste Wjit wij in andere takken van dienst zien, doet ons niet naar eigen beheer ver langen De beer Korevaar, die de verschillende spre kers beantwoordde bleek wel in de zaak te zitten en bij beeft de opmerkingen en vragen goed beantwoord. Vooral nam hij den beer Fokker nogal eens te pakken. En bij was daarbij gisteren vrij gelukkig. Het zou ons veel te ver voeren wilden wij het uitvoerig betoog van den Loer Ko7"e vaar volgen. Wij kunnen zeker volstaan met te vermelden dat hij met de meeste beslist heid dit verbrandingssysteem aanbeval. Eu* had verschillende inrichtingen zien werken en zijn ervaring was dat het financieel niet duurder zou zijn en hygiënisch verre boven elk ander stelsel de voorkeur \erdient. Eigen beheer achtte bij in dit geval beter omdat men dan altijd de beschikking over het personeel heeft, en de mannen voor verschillende doeleinden kan bezigen. De beeren praatten nog wat tegen, doch het debat kon niet bijzonder krachtig zijn, omdat men niet principieel tegen den heer Korevaar stond. Het begon sommigen leden ten slotte te vervelen, zóózeer zelfs dat mr. De Vries, nadat ten laatste mr. Fok ker nog het woord vroeg, met een motie tot sluiting van het debat dreigde. Zoo ver kwam het gelukkig niet. De heer Fokker sprak nog maar kort, en toen gingen de drie voorstellen van B. en Ws. er door. Over de vraag: uitvoering in eigen beheer of uitbesteding van de vuil verzameling vroeg de beer Pera stemming en de Ra&u liet hem evenals reeds eerdeT, daarbij alleen staan. Leiden krijgt nu ook op het gebied der vuilverwijdering het nieuwste snufje, d. i. vu i 1 verbranding. De kosten van aanleg zullen, volgens ro- ming der deskundigen f 330,000 bedragen,; en de jaarlijksche exploitatiekosten met rente en aflossing van dien aanleg bedTa- gen rond f 05,000. Als het nu maar niet tegenvalt I De heer Korevaar, waarachter de Raad bij mogelij ke tegenvallers zich zal dekken, heeft echter goed vertrouwen dat het meevallen zal., En bij kan het beter .weten dan wij. De „publieke vermakelijkheden" moes ten er alweer bij inschieten. Driemaal is soheepsreoht, en zoo zullen we nu op den derden keer wachten. Als deze belasting er dan nog niet door komt, dan... komt ze er nooit. 10) Maar toen bad zy weer aan Edela gedacht. Edela mocht niet alleen gelaten worden, Edela had 'haar steun noodig. En daarom moest zy weer weg van de dooden, weg van deze stille, vredige plek, terug naar de xorgen en den at! yd. En terug ging zy door het avondduister. Naast elkaar zaten zy nu, moeder en doch ter, in de kale kamer, ieder met eigen zware gedachten, met eigen leed en angat. Elndeiyk verbrak de moeder de stilte en zei „Ja, blyven. Hadden wy beiden kunnen blyven by hem, wy beiden 1" Edola zuchtte, haar hand zocht die van haar moeder en drukte dio innig, en neerglydend van haar atoel, boog zy hot hoofd en snikte zacht in baar moeders schoot. Weemoedig keek de barones neer op het blonde, jonge hoofd. „heen, neon, kind, voor jou zal nog een betore tyd komen. Jy bent nog zoo jong, voor jou zal een nieow leven en nieuw geluk komen. Jy zult leeren vergeten. Maar ik weet niet, Edela, ol ik dit alles zal te boren komen. Ik gevoel ml) zoo mat, zoo moe; het ie my of er iete gebroken ie, dat nooit meer her steld zal worden." Een siddering liep er door Edola'e slanke gestaite; vaeter nog drukte zy haar hoofd in baar moeders echoot. „Ik zal leeren vergeten I" riep Edela. „Och, moeder, moeder nooit Immers. Hoe zou dat mogelyk zynl Maar allee zal draagiyk worden, als ik u maar by mU heb; Ja, ja, dan zullen wy de moeilykheden wei te boven komen." Droomerig keek de barones voor zioh uit. Weer gleden haar gedachten naar een ver ver- Bchlet, weer klonk haar stem weifelend ,0f dat nerkeiyk het beste was? Of myn steun voor jou niet op zekeren dag eon last zal worden? Ale je alleen staat, kind, dan zal je spoediger het doel bereiken. Dan zullen de deuren eer weer voor je geopend worden, die nu gesloten worden." Edela richtte zich op en keek haar moeder met brandende oogen aan. „Wat bedoelt u daarmee, mama?" Verward streek de barones over haar voor hoofd, lang drukte zy haar kouds handen tegen haar slapen. „Ik voel my zoo vreomd in het hoofd, en ik ban zoo moe kind, zoo moe. Ik wil gaan rusten en trachten te slapen." Langzaam en met moeite stond zy op. Edela sloeg haar arm om haar moeders schou ders en geleidde haar naar haar slaapkamer. „Laat my vannacht in uw kamer slapen, moeder," vroeg zy dringend. Maar de barones schudde afwerend het hoofd. „Neen, neen. Ik ben zoo moe, zoo duizelig." Zwaar liet zy zich vallen op eon stoel voor haar bod en waohtte tot Edela zich had verwyderd. Maar Edela bewoog zich niet; ontzet staarde zy baar moeder aan. Het waa haar ol de ge broken vrouw, die daar zat, niet haar moeder, de edele, fiere barones Van der Elcbsn was. Het scheen baar of daar een oude, zwakke vrouw zat, afgeleefd, aan den avond van haar leven. „Toe, laat my by u blyTen, moeder," drong IU aan, haar gevouwen handen tegen de borst drukkend. „Ik kan daar best op de eofa gaan liggen, moeder; ik zal erg stil zyn en u niet hinderen." Byna angstig weerde de barones haar af. „Hier, kind. Het Is ta veel voor my ge- woest, geloof ik; ik bon er niet tegen bestand. Daarom moet ik nu rusten, alleen zyn. Ga ook jy slapen, kind, myn arme, lieve Edela." Het werd Edela duister voor de oogen. Luid had zy haar verdriet willen uitroepen. Zy wierp zich aan de boret van baar moeder. „Moeder, goede moeder, het zal alles nog wel weer goed kooien 1 Laat one don mood met geheel verliezen 1 Tracht te slapen, moeder. En als het niet gelukt, neem dan wat van den slaapdrank, dis in het kaatje staat. Wel te rusten." „Slaapdrankje?" Het was ale moest de barones zich bezinnen, haar blik dwaalde naar het ka3tje by het bed. Ja, ja, ale ik dat- eens gebruikte. Zy begon zich uit te klesden. „Je hebt geljjk, myn kind; misschien komt alles nog wel terecht 1" „Ja, moeder 1 En morgen, morgenzy zullen ons niet week zien." Morgen I De in elkaar gedoken gestalte van de barones richtte zich nog eons, als Toor- heen, trotsch en hoog op. „Neen, zy zullen ons niet week zienl Breken, nooit buigen I Hoeden nacht, myn kind." Met een laataten, stommen blik vol teeder- hsid ging Edela hoen. Zy begaf zioh niet terstond te bed, Tie! in een atoel neer en een groots onruet kwam orer haar, die al erger en erger werd. Zoo verliepen er uren. Zy sloop naar de kamer van haar moeder, die aan het andere einde der gang lag, en luieterde met Ingehouden adem aan de deur. Allee w», stil. Ook geen licht zag zy door hot sleutelgat. Onhoorbaar ging Edela terug, bleef eohter midden in de gang staan. Daar onder tegen den witten wand zag ze een zwarte ecbaduw van een hooge gestalte. Was dat Lord niet Een schok vloog haar door de leden, 't was als zag ze het zioh in vreezelyken doodsstrijd uitstrekkende dier. Vrees deed haar naar haar kamer terug vliegen. Zy, die niet wlzt wat bang-zya was, zy had vrees voor de zwarte schaduw, die daar buiten stond. Doch eren later dacht zy, dat het door bet licht Tan haar lamp kwam, dat door de aangrenzende deur was gevallen en zoo de plek op den witten wand had ge- teekend. Nog half gekleed wierp zy zich op haar bed en sliep met vrees in 't harts in. 's Morgens ontwaakte zy verschrikt. Hol was alsof een ktlle hand haar wakker had gemaakt. Moeder, zou zy al op zyn, of zou zy nog slapen, dat was haar eerste gedachte. Weer Bloop zy door de gang, luisterde by de deur van de barones, en klopte toen zachtjes aBn. Geen antwoord. Toen deed zy behoedzaam de deur open. Het eerste, wat Edela zag, was dat ds gordUnen voor het raam wyd opgeschoven waren alsof daar iemand had gestaan, die naar buiten keek in den nacht. Daar lag ook de zwarte kaDten sjaal, die de barones gister avond om gehad had. Edela schrok zeer. Dat was zoo iets on gewoons voor haar moeder, dis zoo van orde hield en iets dat ze gebruikt had, altyd weer op zyn plaats legde. Zou ze onwel geworden z{)n en zou ze toen het venster misschien hebben willen openen Edola wierp een angstig zoekenden blik naar het bed, waarop haar moeder onbeweegiyk lag. Ja, daar ruitte de barones en sliep. Onbe weegiyk lag zy daar en.... sliep zy? Ko.r zy dan elf pen met open oogen, die niet zagen; met ooren, die niet hoorden; met wasbleeks handen op het dek uitgestrekt, yskoud, die Edela's aanraking niet voelden, toen deze se krampachtig omklemde? „MoederI Moeder 1" De hamer van den deurwaarder had hede:. geen werk op „Elchenkamp," en zy, die ge komen waren om oen bod te doen op het heerenhuia, gingen stil weder terug, daar z(J niet binnen gelaten werden. Uitstel van de verkooplng was noodzakoiyk geworden door den dood van de barones. „Ja, ja," zeide Ohristlaan Havestrand, toet men hem vroeg of hy genoegen nam mei dit uitstel. „Ja, ja," en hy was met de anderen teruggegaan. De barones was des nachts gestorven en haar oude zaakwaarnemer had dit bericht aan Havestrand gebracht, hem daarby zdó aan ziende, alsof hy hem het Kaïnetoeken op het voorhoofd wilde drukken. En Havestrand ge voelde dit zeer goed. Hy was biy „Elchen kamp" weer achter zich te hebben. „Ik ga te voet terug," zei hy tegen den koet sier, die hem op „Eichonkamp", gebracht had. Zóó in een wagen zitten, zich niet kunnen verroeren, neen, dat kon hy niet. Op de heen reis waa dit andere geweest. Hy had het zich toen gemakkeiyk gemaakt, bad zioh breed in de kussens geviyd, zijn dikke, vleezige handen met de fonkelende diamanten ringen op zltn knleén uil gespreid en had by zichzelf gedacht„Zoo, nu zal zy ondervinden, wat zy zichzelf berokkend heeft. En die lamme jongen mag voor myn part doen wat hem goed dunkt." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 1