N*. 15741
Vrijdag 16 Juni.
A®. 1911.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (2on- en feestdagen, uitgegeven.
f 1.10.
1.30.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
O® liefde overwon.
LEIDSCH
DAGBLAD
PKIJS DEK AD VERTENT rENt
Van 16 regel» /L05. Iedere regel meer Grootere lettert naar
plaatsruimte. - Kleine adrertentiën Tan 80 woorden 10 Oenta contantelk
tiental woorden meer 10 Oente. Voor bet inoaeaeeren wordt/0.06 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents i per 3 maanden
Bulten Lelden, per looper en waar agenten gevestigd zijn
Franco per post
De heer Boeoh wilde de onderw ijzers-boude-
mannen, die bet maar niet kunnen nalaten
in de vereenvoudigde oftewel Kollewijneche
epelling bun adreseen te zenden en dit on
danks de waarschuwing, die bij daartegen
el eens eerder richtte, mores leeren.
De Bondsafdeeling bad een adres gezonden,
waarin zij verzocht de salarissen van bet
onderwijzend personeel nader te regelen en
de Voorzitter stelde, zooals gewoonte pleegt
te zijn, voor heft verzoek in de banden van
B. en ¥9. te stellen om praeadvies.
„Ik stel voor bet terug te zenden, opdat
adressanten bet in de officieele spelling weer
kunnen indienen," zeide de beer Bosch en
hij voegde de daad bij bet woord.
Blijkbaar was er niet veel lust om over
deze vormkwestie nn een ernstig debat op
te zetten, waar men een zware agenda voor
zich had te verwerken.
De beer Vergouwen nam bet zwakjes voor
de heeren op; waar zou de Raad blijven als
bij alle adressen, die niet in de gewone spel
ling geschreven waren, moest afwijzen?
De beer Pera, die, boe wel zwakjes, den
beer Bosch bijviel, wees er op, dat bij die
caoographisohe adressen geen opzet in het
epel was en bier wel.
Met 19 tegen 9 stemmen werd bet voor-
stel-Bosch verworpen. De Bondsmannen mo
gen dus bij onveranderde samenstelling bun
adressen in do door lien gepropageerde nieuwe
epellingsohrij ven. Brvalt veel voor dit
besluit te zeggen. De Raad is nu eenmaal
niet bet lichaam om over een taalkwestie als
deze uitspraak te doen. En er een symptoom
van gezagsaanranding in te zien, zooals de
beer B. blijkbaar doet, dat kunnen we even-
lain. Een ander verzoek trok ook nog onze
aandacht. Het was dit van de Vereeniging
tot verzorging van kleine Kinderen (Crèche),
die, boewei ze eenmaal nul op baar request
kreeg, nood gedrongen nogmaals een
poging om steun doet. De Vereeniging beeft
nn 25 jaar bestaan en is in al dien tijd
tot een grooten zegen geweest voor de kleine
kinderen uit die gezinnen, waarvan de moe
ders mee- of wel uitsluitend buitensbuis voor
het bestaan moeten werken. Zoo een Vereeni
ging aanspraak op gemeentelijken steun mag
doen gelden, dan is bet wel deze Vereeniging.
Laten de beeren, voordat zij in dezen een
beslissing nemen, eerst door een persoon
lijk bezoek aan de CrêcJie zich eens op de
hoogte stellen.
De benoemingen liepen weer vlot van sta
pel. De Voorzitter deelde bij de benoeming
van den nieuwen leeraar in bet Hoogduitsch
mede, dat deze ook belast zal worden met
bet onderwijs aan de H. B.-S. in bet Hoog
duitsch.
In verband met de verzoeken om ontslag
als onderwijzer, waarvan de Raad er enkele
te behandelen bad en al of niet toevallig
in aansluiting met bet bovengenoemd adres,
drong de beer Zwiera aan op een nadere sa-
larisregeling, die natuurlijk een verbooging
moet beteekenen. Hij achtte het een bedenke
lijk verschijnsel, dat niet alleen Amsterdam
en Den Haag, maar thans ook Rotterdam,
Haarlem en Utreoht aan Leiden vele der
beste leerkrachten onttrekken. De wethouder
van onderwijs, de heer Van Hamel, zeide,
dat dit verschijnsel ook B. en "VVs. en voor
namelijk hem niet was ontgaan en dat zij
diligent bleven. Er zat echter zóóveel aan
een nieuwe salaxisregeling vast, dat er nog
wel oenige tijd over zou verloopen.
Zoo'n regeling samenstellen zou nog al licht
gaan al moet zij boel wat phrasen doorloop en
voor bet oonoept ter vaststelling den Raad
kan worden voorgelegd, maar het voornaam
ste en gewichtigste bezwaar is, dat ze een
flinken greep uit de gemeentekas nemen zal.
En toch zal men er aan moeten gelooven.
Het verzoek van den pachter van „De
GTaanbeurs" om restitutie van f 258, zijnde
de helft van de hem toekomende en niet ge-
inde abonnementsgelden voor gehuurde tafels
in „De Graanbeurs" vond aanbeveling bij den
boer Pera, terwijl de beer Sijtsma het op
nam voor den beer Backer tegen de uitdruk
king van bet praeadvies, waarin werd ge
sproken van oen niet serieus pachter. De
hoer Fokker toonde aan dat de pachter zich
voor de verpachting omtrent bet reeds door
don vorigen pachter geïnde bedrag, dat hem
nog toekwam, bad kunnen vergewissen. IVet-
houder mr. Van der Lip was het daarmede
volkomen eens en de Voorzitter wees boven
dien nog op bet verzuim, dat de adressant
er zoo laat mee aankwam. Nu was er geen
verhaal meer op de borgen, wat vroeger wel
bet geval zou geweest zijn.
Allen, behalve de beer Pera, bleken daar
door overtuigd. Zijn voorstel om toch de ge
vraagde restitutie te geven kroeg alleen zijn
eigen stem. De Voorzitter memoreerde nog
even in bet debat, dat deze zaak geheel om
ging buiten de exploitatie van „De Burcht"
en „De Graanbeurs" door adressant Als zoo
danig hebben B. en "Ws. den pachter geheel
buiten beschouwing gelaten en ze hebben
ook niets tegen hem.
Over de conceptverordening betreffende de
levering van gas en electriciteit in de ge
meente Oegstgeest, hadden slechte luttele be
sprekingen plaats in verband met de voor
gestelde redactie van enkele artikelen van
juridischen aard, waaraan prof. mr. Carpen-
tier Al ting, mr. Fokker, de wethouder van
Fabricage en de Voorzitter deelnamen, doch
die den overigen leden weinig interesseerde.
Gewichtiger was de disoussie over bet vol
gend onderwerp: beschikbaarstelling van gel
den voor de verbouwing van het kasteel Eu-
degeest tot inrichting van een afdeeling tot
verpleging van krankzinnige mannen en
den bouw van een nieuwe directeurswoning.
Sommige leden stonden wat huiverig tegen
over dit voorstel. Men kreeg licht den indruk
dat de aanleiding daartoe was bet verlangen
van den directeur om zijn tegenwoordige
ambtswoning in bet ouderweteche kasteel te
verruilen met een moderne villa aan den
Rijneburgerweg en dat de Commissie, om
aan dit verlangen te voldoen, een andere
bestemming beeft weten te vinden voor bet
kasteel.
De heer Pera sprak althans in dien zin.
En hij oud-lid der Commissie van Endo-
geest bad ook veel voor dezen directeur,
dien bij zeer boog achtte, over, zeide bij,
maar dit was hem te veel. De heer Pera
meende dat bet kasteel al heel slecht voor
een afdeeling tot verpleging van krankzin
nigen is in te richten.
Hetzelfde gevoelen was de heer Roem, bet
eenige lid der Commissie, dat zich tegen deze
regeling bad verklaard, toegedaan.
Ook de beeren Sijtsma, Fokker en Briët
verklaarden zich aanvankelijk tegen bet plan,
zooals bet daar ligt en voerden daarvoor
verschillende gronden aan. Men moet straks
toch een nieuw paviljoen bouwen, waarom
dan nog eerst eenige patiënten onderdak ge
bracht in oen particuliere woning, die zich
altijd slecht leent voor een verplegingsinriob-
ting.
De Voorzitter heeft ala voorzitter der Com
missie, bet plan uitnemend en met overtui
ging verdedigd. Wij kunnen zijn betoog hier
in al de becijferingen niet laten volgen, maar
bet kwam hierop neer, dat deze met moeite ge
vonden schikking voor de goede exploitatie
verre te verkiezen was boven ai de andere.
Nu men de houten hulppaviljoens te eeniger
tijd zal moeten afdanken, is dit de eenige
oplossing om de exploitatie rendabel te ma
ken. De laatste 20 patiënten brengen de
winst aan en patiënten komen er wel. Men
staat voor de vrij zekere kans, dat de Idio-
tenafdoeling in bet eerste jaar een belang
rijk tekort zal opleveren, dat alleen .gecom
penseerd kan worden door de meerdere winst
van Endegeest, op deze wijze te verkrijgen.
Dat deze regeling overeenstemt met den
wenscb van den directeur om liever niet in
bet kasteel te wonen is een gelukkige toeval
ligheid.
De beer Meuleman sloot zioh bierbij aan
en voegde nog een en ander er aan toe. Zeker,
men zouals straks de hulppaviljoens niet
meer gebruikt mogen worden, er een nieuw
paviljoen moeten bijbouwen, doch dit zal alleen
bestemd zijn voor vrouwen. Liet men liet
kasteel aan zijn tegenwoordige bestemming
dan zou mon tevens een nieuwe mannenaf-
deeling moeten bouwen en dit zou heel wat
meor kosten.
Beidd betoogen lieten niet na indruk te
maken; de heer Sijtsma erkende dan ook dat
hij, zelf niet geheel tot oordeelen bevoegd,
op gezag van de twee leden der Commissie
moest aannemen, dat deze regeling ook finan
cieel de beste was en derhalve vóór zou stem
men. De overige opposanten waren niet zoo
epoedig overtuigd. De heer Pera noemde tot
verbazing van den Raad den Voorzitter een
verdediger van een „kwaje zaak", wat deze
echter niet ernstig opnam. Hij maakte er
zich met een aardigheid af en nam zelfs den
beer Pera, dien hij schertsend oen autoriteit
op krankzinnigenwezen noemde, zoo'n beetje
in bet ootje. De heer Pera kan nog al tegen
een stootje en nam het zelfs goedmoedig op
toen de heer Meuleman opmerkte, dat men
van den beer Pera. „dikke woorden gewoon" ie.
De beer A. Mulder dacht allen te verzoe
nen door oen balletje op te werpen om de
villa, die onder al de financieele beschou
wingen over de exploitatie der gestichten
'n beetje op den achtergrond was geraakt, goed-
kooper te maken, „'t Kon wel minder", dacht
by. De beer Fokker greep dit argument
aan om zich voor bet voorstel te verklaren
indien men tot den bouw van een goedkoopere
villa overging. Als een man als de beer
Mulder bet zeide, kon het goedkooper, dacht
bij. Daartegen kwam mr. Van der Lip met
kracht op. Niet dat de heer Fokker hoog op
ziet bij de autoriteit van den heer Mulder,
maar wel dat een daar los heengeworpen
gedachte als argument moest dienen om voor
te stemmen. Hij vroeg: hoeveel minder kan
die bouw en boo zal die villa dan voldoen?
Do heer Mulder kon natuurlijk met geen ge
decideerd voorstel komen en sprak zoo in het
algemeen van 1000 gulden minder. De voor
zitter wilde natuurlijk ook niet meer geld
uitgeven dan noodig was en beloofde dat
bet zoo zuinig mogelijk zou worden behan
deld.
Toen aan bet stemmen en bet voorstel
van B. en "Ws. ging er met 22 tegen 6 stem
men door. Ban waar sucoes van B. en Ws.
dat niet zoo sohitterend zou zijn verkregen
als de Voorzitter de voordracht niet zoo kra
nig bad verdedigd.
Toen kwam de hoofdschotel ter tafel: liet
voorstel inzake de reiniging der gemeente
na afloop van bet thans geldende pacht-
contraot. Het gold bier een voor de gemeente
allergewichtigst onderwerp, dat wel verdiend
had niet aan het einde van een vermoeiden
en eindelijk naar huis verlangenden Raad te
worden behandeld. Wij hadden dan ook lie
ver gezien dat men op den voorslag van den
beer Pera om de behandeling van bet voorstel
nog een zitting te verdagen, ware ingegaan.
Het bleek bij bet debat, waar slechts enkele
leden aan deelnamen, dat men allerminst in
de zaak zat Nu zal men misschien zeggen:
daar komen de Raadsleden toch ook niet in,
maar, waar zijzelf het verlangen te kennen
geven om bet onderwerp nog nader te be-
studeeren of bij anderen bun licht op te
steken, dan moet daartoe zoo mogelijk
de gelegenheid worden gegeven. Men nam
bet den heer Fokker kwalijk, dat bij publicee
ring van bet rapport weiischte, opdat ook
buiten den Raad men er zich over zou kun
nen .uitspraken, doch ons dunkt dit toch
niet zoo verkeerd. Men 3iep hem toe: „Wij
zijn .de vertegenwoordigers der burgerij," en
dat ia waar, maar de vertegenwoordiging mag
wel voeling houden met de burgerij en in
gewichtige beslissingen baar voorlióhting wel
inwinnen.
Maar de beer Korevaar zette den beeren
bet mes op de keel. Het was vandaag de
fatale termijn. Men bad de band gelegd op
een stuk land, zoo noodig voor aschstalen
en beltbedrijf on moest daarop vandaag be
slissen. Morgen zou men als men weer terug
kwam moeten bloeden. De Raad vroeg niet,
wat zijn recht was geweest; waarom zijt
gij er dan niet 14 dagen eerder mee aange
komen, maar de beer Pera verscheurde zijn
motie voor uitstel voor de oogen van den
voorzitter. Hij en de gebeele Raad bogen zich
voor de door den wethouder vooropgeschovon
noodzakelij kheid.
En toen begonnen de debatten. Men kreeg al
dadelijk den indruk dat de Raad dit onder
werp niet onder de knie bad. De meesten en
daaronder invloedrijke leden zwegen en wie
cr over spraken deden bet eenigszins aarze
lend. Zij kleedden hetgeen ze te zeggen had
den in den vorm van vragen en opmerkingen.
De beer Sijtsma legde de kostenberekening
van 't beltbedrijf en 't verhrandingsstelsel van
de beeren deskundigen naast elkaar en kwam
tot de veronderstelling dat verschillende pos
ten op het eerste bedrijf te boog waren, zoodat
men geeoi zuivere vergelijking kreeg naar bij
vreesde. Hij dacht dat de heeren deskundigen
niet geheel onbevooroordeeld voor de kwestie
stonden, omdat vuilverbranding nu eenmaal
ge wens ebt wordt. In beginsel was bij voor
vuilverbranding, doch de kwestie wordt be-
heerscht door de financiën.
De beer Vergouwen sloot zich bierbij gedeel
telijk aan en bad den indruk verkregen dat de
zaak wat al te grootsch wordt opgezet.
De beer Fokker erkende ook niet de kwestie
te beheerschen vandaar dat bij meer licht
wenschte, doch bij kon bet rapport van bee
ren deskundigen niet roemen, zooals door
anderen gedaan wordt. Maar uit iets, waar
over bij wel oordeelen kon, concludeerde bij
dat ook andere gegevens niet al te ernstig
moe ton worden genomen. Zoo wordt als een
voordeel van onder eigen beheer nemen ge
noemd het verkrijgen van betere werklieden,
doordat zij vast loon en dienstkleeding heb
ben. "Wanneer nn voor dat loon f9 per week
en voor do dienstkleeding f 10 per jaar wordt
uitgetrokken, dan acht bij dit volstrekt geen
motief, voor bet verkrijgen van goede werk
lieden.
Do heer Hoogenboom stelde de vraag of
men cr zeker van is dat al het Leidsche vuil
verbrand kan worden en ging verder de ex
ploitatierekening na, waarbij bij nogal een on
ander had op te merken. Zoo schakelden B.
en Ws. bij verpachting van het baggerbedrijf
de baggerstalen uit, maar wanneer de pach
ter geen land beeft zal de gemeente daar
toch voor moeten zorgen.
De beer Pera besprak speciaal de vraag
eigen beheer of uitbesteding van de vuilver-
zameling en verkoos als verreweg bet best het
laatste Wjit wij in andere takken van dienst
zien, doet ons niet naar eigen beheer ver
langen
De beer Korevaar, die de verschillende spre
kers beantwoordde bleek wel in de zaak te
zitten en bij beeft de opmerkingen en vragen
goed beantwoord.
Vooral nam hij den beer Fokker nogal
eens te pakken. En bij was daarbij gisteren
vrij gelukkig.
Het zou ons veel te ver voeren wilden
wij het uitvoerig betoog van den Loer Ko7"e
vaar volgen. Wij kunnen zeker volstaan met
te vermelden dat hij met de meeste beslist
heid dit verbrandingssysteem aanbeval. Eu*
had verschillende inrichtingen zien werken
en zijn ervaring was dat het financieel niet
duurder zou zijn en hygiënisch verre boven
elk ander stelsel de voorkeur \erdient.
Eigen beheer achtte bij in dit geval
beter omdat men dan altijd de beschikking
over het personeel heeft, en de mannen
voor verschillende doeleinden kan bezigen.
De beeren praatten nog wat tegen, doch
het debat kon niet bijzonder krachtig zijn,
omdat men niet principieel tegen den heer
Korevaar stond. Het begon sommigen leden
ten slotte te vervelen, zóózeer zelfs dat
mr. De Vries, nadat ten laatste mr. Fok
ker nog het woord vroeg, met een motie
tot sluiting van het debat dreigde. Zoo ver
kwam het gelukkig niet. De heer Fokker
sprak nog maar kort, en toen gingen de
drie voorstellen van B. en Ws. er door.
Over de vraag: uitvoering in eigen beheer
of uitbesteding van de vuil verzameling
vroeg de beer Pera stemming en de Ra&u
liet hem evenals reeds eerdeT, daarbij
alleen staan.
Leiden krijgt nu ook op het gebied der
vuilverwijdering het nieuwste snufje, d. i.
vu i 1 verbranding.
De kosten van aanleg zullen, volgens ro-
ming der deskundigen f 330,000 bedragen,;
en de jaarlijksche exploitatiekosten met
rente en aflossing van dien aanleg bedTa-
gen rond f 05,000.
Als het nu maar niet tegenvalt I De heer
Korevaar, waarachter de Raad bij mogelij
ke tegenvallers zich zal dekken, heeft echter
goed vertrouwen dat het meevallen zal.,
En bij kan het beter .weten dan wij.
De „publieke vermakelijkheden" moes
ten er alweer bij inschieten. Driemaal is
soheepsreoht, en zoo zullen we nu op den
derden keer wachten. Als deze belasting er
dan nog niet door komt, dan... komt ze er
nooit.
10)
Maar toen bad zy weer aan Edela gedacht.
Edela mocht niet alleen gelaten worden, Edela
had 'haar steun noodig. En daarom moest zy
weer weg van de dooden, weg van deze
stille, vredige plek, terug naar de xorgen en
den at! yd.
En terug ging zy door het avondduister.
Naast elkaar zaten zy nu, moeder en doch
ter, in de kale kamer, ieder met eigen zware
gedachten, met eigen leed en angat.
Elndeiyk verbrak de moeder de stilte en zei
„Ja, blyven. Hadden wy beiden kunnen
blyven by hem, wy beiden 1"
Edola zuchtte, haar hand zocht die van haar
moeder en drukte dio innig, en neerglydend
van haar atoel, boog zy hot hoofd en snikte
zacht in baar moeders schoot.
Weemoedig keek de barones neer op het
blonde, jonge hoofd.
„heen, neon, kind, voor jou zal nog een
betore tyd komen. Jy bent nog zoo jong, voor
jou zal een nieow leven en nieuw geluk komen.
Jy zult leeren vergeten. Maar ik weet niet,
Edela, ol ik dit alles zal te boren komen.
Ik gevoel ml) zoo mat, zoo moe; het ie my
of er iete gebroken ie, dat nooit meer her
steld zal worden."
Een siddering liep er door Edola'e slanke
gestaite; vaeter nog drukte zy haar hoofd in
baar moeders echoot.
„Ik zal leeren vergeten I" riep Edela. „Och,
moeder, moeder nooit Immers. Hoe zou
dat mogelyk zynl Maar allee zal draagiyk
worden, als ik u maar by mU heb; Ja, ja, dan
zullen wy de moeilykheden wei te boven
komen."
Droomerig keek de barones voor zioh uit.
Weer gleden haar gedachten naar een ver ver-
Bchlet, weer klonk haar stem weifelend
,0f dat nerkeiyk het beste was? Of myn
steun voor jou niet op zekeren dag eon last
zal worden? Ale je alleen staat, kind, dan zal
je spoediger het doel bereiken. Dan zullen de
deuren eer weer voor je geopend worden, die
nu gesloten worden."
Edela richtte zich op en keek haar moeder
met brandende oogen aan.
„Wat bedoelt u daarmee, mama?"
Verward streek de barones over haar voor
hoofd, lang drukte zy haar kouds handen tegen
haar slapen.
„Ik voel my zoo vreomd in het hoofd, en
ik ban zoo moe kind, zoo moe. Ik wil gaan
rusten en trachten te slapen."
Langzaam en met moeite stond zy op.
Edela sloeg haar arm om haar moeders schou
ders en geleidde haar naar haar slaapkamer.
„Laat my vannacht in uw kamer slapen,
moeder," vroeg zy dringend.
Maar de barones schudde afwerend het hoofd.
„Neen, neen. Ik ben zoo moe, zoo duizelig."
Zwaar liet zy zich vallen op eon stoel
voor haar bod en waohtte tot Edela zich had
verwyderd.
Maar Edela bewoog zich niet; ontzet staarde
zy baar moeder aan. Het waa haar ol de ge
broken vrouw, die daar zat, niet haar moeder,
de edele, fiere barones Van der Elcbsn was.
Het scheen baar of daar een oude, zwakke
vrouw zat, afgeleefd, aan den avond van
haar leven.
„Toe, laat my by u blyTen, moeder," drong
IU aan, haar gevouwen handen tegen de borst
drukkend. „Ik kan daar best op de eofa gaan
liggen, moeder; ik zal erg stil zyn en u niet
hinderen."
Byna angstig weerde de barones haar af.
„Hier, kind. Het Is ta veel voor my ge-
woest, geloof ik; ik bon er niet tegen bestand.
Daarom moet ik nu rusten, alleen zyn. Ga ook
jy slapen, kind, myn arme, lieve Edela."
Het werd Edela duister voor de oogen. Luid
had zy haar verdriet willen uitroepen. Zy wierp
zich aan de boret van baar moeder.
„Moeder, goede moeder, het zal alles nog
wel weer goed kooien 1 Laat one don mood
met geheel verliezen 1 Tracht te slapen, moeder.
En als het niet gelukt, neem dan wat van
den slaapdrank, dis in het kaatje staat. Wel
te rusten."
„Slaapdrankje?"
Het was ale moest de barones zich bezinnen,
haar blik dwaalde naar het ka3tje by het bed.
Ja, ja, ale ik dat- eens gebruikte. Zy begon
zich uit te klesden.
„Je hebt geljjk, myn kind; misschien komt
alles nog wel terecht 1"
„Ja, moeder 1 En morgen, morgenzy zullen
ons niet week zien."
Morgen I De in elkaar gedoken gestalte van
de barones richtte zich nog eons, als Toor-
heen, trotsch en hoog op.
„Neen, zy zullen ons niet week zienl
Breken, nooit buigen I Hoeden nacht, myn
kind."
Met een laataten, stommen blik vol teeder-
hsid ging Edela hoen. Zy begaf zioh niet
terstond te bed, Tie! in een atoel neer en een
groots onruet kwam orer haar, die al erger
en erger werd. Zoo verliepen er uren. Zy
sloop naar de kamer van haar moeder, die
aan het andere einde der gang lag, en luieterde
met Ingehouden adem aan de deur. Allee w»,
stil. Ook geen licht zag zy door hot sleutelgat.
Onhoorbaar ging Edela terug, bleef eohter
midden in de gang staan. Daar onder tegen
den witten wand zag ze een zwarte ecbaduw
van een hooge gestalte. Was dat Lord niet
Een schok vloog haar door de leden, 't was
als zag ze het zioh in vreezelyken doodsstrijd
uitstrekkende dier.
Vrees deed haar naar haar kamer terug
vliegen. Zy, die niet wlzt wat bang-zya was,
zy had vrees voor de zwarte schaduw, die
daar buiten stond. Doch eren later dacht zy,
dat het door bet licht Tan haar lamp kwam,
dat door de aangrenzende deur was gevallen
en zoo de plek op den witten wand had ge-
teekend. Nog half gekleed wierp zy zich op
haar bed en sliep met vrees in 't harts in.
's Morgens ontwaakte zy verschrikt. Hol
was alsof een ktlle hand haar wakker had
gemaakt. Moeder, zou zy al op zyn, of zou
zy nog slapen, dat was haar eerste gedachte.
Weer Bloop zy door de gang, luisterde by
de deur van de barones, en klopte toen
zachtjes aBn. Geen antwoord. Toen deed zy
behoedzaam de deur open.
Het eerste, wat Edela zag, was dat ds
gordUnen voor het raam wyd opgeschoven
waren alsof daar iemand had gestaan, die
naar buiten keek in den nacht. Daar lag ook
de zwarte kaDten sjaal, die de barones gister
avond om gehad had.
Edela schrok zeer. Dat was zoo iets on
gewoons voor haar moeder, dis zoo van orde
hield en iets dat ze gebruikt had, altyd weer
op zyn plaats legde. Zou ze onwel geworden
z{)n en zou ze toen het venster misschien
hebben willen openen Edola wierp een angstig
zoekenden blik naar het bed, waarop haar
moeder onbeweegiyk lag.
Ja, daar ruitte de barones en sliep. Onbe
weegiyk lag zy daar en.... sliep zy? Ko.r
zy dan elf pen met open oogen, die niet
zagen; met ooren, die niet hoorden; met
wasbleeks handen op het dek uitgestrekt,
yskoud, die Edela's aanraking niet voelden,
toen deze se krampachtig omklemde?
„MoederI Moeder 1"
De hamer van den deurwaarder had hede:.
geen werk op „Elchenkamp," en zy, die ge
komen waren om oen bod te doen op het
heerenhuia, gingen stil weder terug, daar z(J
niet binnen gelaten werden.
Uitstel van de verkooplng was noodzakoiyk
geworden door den dood van de barones.
„Ja, ja," zeide Ohristlaan Havestrand, toet
men hem vroeg of hy genoegen nam mei
dit uitstel. „Ja, ja," en hy was met de anderen
teruggegaan.
De barones was des nachts gestorven en
haar oude zaakwaarnemer had dit bericht aan
Havestrand gebracht, hem daarby zdó aan
ziende, alsof hy hem het Kaïnetoeken op het
voorhoofd wilde drukken. En Havestrand ge
voelde dit zeer goed. Hy was biy „Elchen
kamp" weer achter zich te hebben.
„Ik ga te voet terug," zei hy tegen den koet
sier, die hem op „Eichonkamp", gebracht had.
Zóó in een wagen zitten, zich niet kunnen
verroeren, neen, dat kon hy niet. Op de heen
reis waa dit andere geweest. Hy had het
zich toen gemakkeiyk gemaakt, bad zioh breed
in de kussens geviyd, zijn dikke, vleezige
handen met de fonkelende diamanten ringen
op zltn knleén uil gespreid en had by zichzelf
gedacht„Zoo, nu zal zy ondervinden, wat
zy zichzelf berokkend heeft. En die lamme
jongen mag voor myn part doen wat hem
goed dunkt."
(Wordt vervolgd.)