guitenlandsch Overzicht JÏO. 15T32. "LTSmBGW DMBMB, Bmsdag* 9 Jimi. ïwsede Blad. Anno 1911. Er tijn van <^e momenten ^et j*®*» waarop alle belangstelling voor de hoog© ïolit-iek als Bneeuw voor de zon verdwijnt. >it beeld is in deze dagen met hun onuit puttelijke zonnegoedheid l 'jzonder op zijn plaats. Zoo doet de Pinkstervreugde alles vergeten wat maar lijckt op deftige en ern stige politieke kwesties. De parlementen fijn naar huis. Men keert in tot de zijnen vermeit zich in de heerlijke natuur, (ke thans haar hoogtepunt van schoonheid heeft bereikt, en ieder zet naar zijn aard, de blommetjes buiten. Wij hebben de beide afgeloopen dagen kunnen bespeuren, dat er nog aardig wat Oiensdhen in ons kleine landje wonen. Wie lohter de moeite neemt om zioh te ver plaatsen in den toestand van den schrijver van dit overzioht zal medelijden met hem hebben. Want alle bronnen waaruit hij zijn gegevens moet putten zijn opgedroogd of met andere woorden hetzelfde, aL het gras jroidt hem voor de voeten weggemaaid. Bovendien gaat er niet veel om ïn het buitenland. In Engeland is iedereen druk met de foorbereiding tot de kroningsfeesten. Men hoort er niet anders. Frankrijk zit na |e denken wat het in Marokko doen moet om zich niet de vingers te branden. Duitsohiand rust na de tot-stand- koming van de Grondwet voor Elzas-Lotha- lingen en de verzekeringswet en ziet nieu we verkiezingen tegemoet. Wij moeten dus een eindje verder van honk om de stof voor deze rubriek bijeen |e zamelen. Uit Italië niets dan feestgeruchten (laar aanleiding van de 50-jarige eenheid. Zondag is te Rome het standbeeld van Victor Emmanuel onthuld in tegenwoordig heid van de geheele koninklijke familie, deputaties van Kamer en Senaat, van het leger en de vloot, zesduizend burgemeesters uit alle deelen van het land, vierduizend feteranen uit den onafhankelijkheidsoorlog fcn een ontzaglijk groot aantal belangstel lenden. Nadat minister-president Giolitti een rede had uitgesproken, drukte de koning op een knopje, het omhulsel viel en de op getogen menigte aanschouwde het prachti ge ruiterstandbeeld in verguld brons van den held der nationale eenheid. Alle aan wezige muziekkorpsen speelden het volks lied van Gaffredo Mameli en uit duizendea kelen weerklonk het: „Leve Italië." Rome biedt in deze dagen een oigenaardi- gen aanblik, nu alle provincies hun verte gen v/oor digers en vertegenwoordigsters m hun eigenaardige kleederdracht naar Rome hebben gezonden, waar zij zich verbroede ren met hun Romeinsche landgenooten, en tan de stad ongewone kleur en leven geven. Seb reusachtige feestprogramma dat temjge maanden duurt, is nu zoowat over de helft. Er was den laaisten tijd eenige w r ij- iringhussohenSpanje en Fran k- t ij k naar aanleiding van Marokko, fooral in de pers. Officieel is die verkoe ling niet erkend en zij schijnt dan ook tus- lohen de regeeringen niet te hebben be- Bfcaan. In een onderhoud met een vertegenwoor diger van de „Heraldo" verklaarde de Spaansche minister van bui te nlandsche za ken dezer dagen, dat de regeering het op- treden van Frankrijk te Fez en de toe stand, die daarvan het gevolg is, niet on- vereenigbaar acht met de rechten en be- I langen van Spanje. De besprekingen, die tussohen beide lan den gevoerd zijn berustten juist op deze opvatting. De Marokkaartsohc kwestie heeft dus de goede verstandhouding tusechen de mo gendheden nog altijd niet kunnen verstoren. De Engelse he regeering heeft aan Slen Sultan van Marokko een harde, toaïtr lang niet onverdiende les gegeven. Er fcas nL bepaald, dat El Mokri, de Marok kaan sehe minister, die thans te Parijs ver toeft, den sjetrif zou vertegenwoordigen bij He kroning van koning George van Enge land. De Britsohe ambassadeur te Parijs heeft hem echter medegedeeld, dat men zijn logen-woordigheid bij de aanstaande ""feesten Bunder gewensoht acht en wel om de vol gende reden: Volgens de jongste berichten tit Fez heeft do mehalla van den Sultan hij verschillende gelegenheden, en onlangs Bog bij den tocht naar Lemta, blijken ge le ven van buitengewone wreedheid, vooral jegens vTouwon on kinderen, tot groote schan- Be voor de rogeering van den Sultan. De Britsche regoering vreesde daarom dat het £olk diens vertegenwoordiger een minder aan gename ontvangst zou bereiden en deze wil- fle men hem uit hoffelijkheid liever bespa ten. De „Times" legt een pleister op de aan El Mokri geslagen wonde, door do verkla ag, dat El Mokri zelf gedurende de laat- tte aren herhaaldelijk blijken van mensdh- ueven&heid heeft gegeven en dat hij een weinige waardigheidsbekleeders van den pultan is, die het gevoel van mededoogen kent. -Wij deelden dezer dagen iets mede om went nieuwe plannen van den grooten Gastro de e x-p resident van Ye- J1 o z u e 1 a, de man, die ons bijna den oor- had aangedaan. Thans komt uit Las al ra as het bericht, dat Castro de Cana- hsche eilanden heeft verlaten en naar New- ïorlv is vertrokken. De hem trouw gebleven 'Yenezolanen hebben n.l. daar ter stede een jjmta gevormd en nu, nadat zij hun vrien- ia de republiek gepolst hadden, aan vastro medegedeeld, dat de tijd om hande- rm op te treden aangebroken is. --astro beeft zioh in den laatsten tijd rus- fiehouden. Hij vond het blijkbaar ou- Gomez, zijn opvolger in het pre- ntschap, moeilijkheden in den weg te SoQu, daar hij wel begreep, dat zijn wis pelturige vroegere landgenooten te eeniger tijd vanzelf zich van den tegen woordigen president zouden afwenden en dan naar hem zouden uitzien als den man, die Vene zuela kan redden. Dit oogenblik schijnt thans gekomen, want een groot aantal in vloedrijke Venezolanen, die indertijd een leidende rol hebben gespeeld bij de afzet ting van Castro, hebben zich thans weder bij 'hem aangesloten. Wij hopen ter wille van de lieve vrede, dat Castro niet slaagt. Rapport en praeadvles inzake de gemeentereiniging te Leiden. In om vorig nummer deelden wo reeds een en ander mede uit het omvangrijke Rap port, door de heeren V. de Groot en G. A. de Monyé, resp. directeuren der gemeente- reiniging te 's-Gravenhage en Zutfen, uit gebracht omtrent de wijze waarop de reini gingsdienst in deze gemeente, na het ver strijken van het pachtooniract op 31 De- oember 1913 zal behooren te worden uit gevoerd. Aan dat rapport is nog het volgende ont leend: Verpachting of eigen beheer? In het eerste hoofdstuk behandelen de des kundigen de vraag: Eigen beheer of ver pachting Thans worden de verschillende tot den reinigingsdienst behooremde werkzaamheden, deels door een pachter, deels in eigen beheer verricht. In oigsn beheer worden uitgevoerd: het schoonhouden van riolen en kolken, het uitdiepen der grachten, het gras wied en, het sneeuwruimen, het zandstrooian en de ver zameling van faeoalién door het Liernur- stelsel. Principieel staat bij de R- vast, dat elke reinigingsdienst, in eigen beheer dient te worden uitgevoerd, omdat deze dienst in te nauw verband staat met de volksgezondheid, dan dat de zorg van de uitvoering zou mo gen berusten bij een ander dan bij de over heid zelve. Wanneer de leiding dan aan een alleszins bekwaam persoon wordt op gedragen, kan deze zich met volle aandacht aan do belangen van den dienst wijden en geen middel onbeproefd laten om het bedrijf zoo hygiënisch en economisch mogelijk in te richten. Bij goede organisatie van het ge heel in één hand, is het mogelijk met het zelfde, soms wel met minder personeel, meer deren en beteren arbeid te verkrijgen. Men behoeft bij eigen beheer ook niet een zekere werkwijze voor jaren vast te leggen. Het ge halte van de werklieden kan in eigen be heer beter zijn dan bij verpachting. Een be hoorlijk loon en het verschaffen van dienst- kleeding geven de gelegenheid degelijke werklieden aan den dienst te verbinden. Voor zoover het de R. mogelijk is geweest en blik te slaan in het bedrijf van den te gen woordigen pachter kunnen zij niet anders aannemen dan dat thans reeds met verlies-ge~ werkt wordt- Door combinatie van het gTOote baggerbedrijf en de buitenwateren en het vrije gebruik van de gemeente-baggerstalen voor opslagplaats kan het mogelijk zijn, dat verlies misschien t-ot nihil terug te bren gen, zoodat de uitvoering van de pachtvoor- waarden nog vrij goed plaats heeft. Doch is het niet natuurlijk dat een pachter, die in ongunstige conditie komt, trachten zal door allerhande middelen zijn verlies zoo klein mogelijk te maken, wat invloed zal hebben op de exploitatie? Dan wordt het toezicht, dat door één persoon moet worden uitgeoefend, zoodanig afgemat, dat een lijdelijk toezien het gevolg wordt, welk geval zich bij oen der vorige pachters reeds heeft Voorgedaan. Als een bezwaar bij verpachting mag nog gelden de storende working der juistomschre- ven arbeidstijden. Daartegenover 9taat het groote voordeel van eigen beheer, dat men op elk uur van den dag, hetzij door samen trekken van personeel of in-dienst-stellen van materieel, in de gelegenheid is verandering in de werkzaamheden te brengen, zonder dat daarmede voel tijdverlies gepaard gaat. De R kunne.n dan ook niet anders advisee- ren dan het geheele reinigingsbedrijf saam te voegen en te stellen onder bekwame leiding waardoor hei mogelijk zal worden oen uit voering te bereiken, die in onze 20sto eeuw met de zooveel hooger ontwikkelde hygiëni sche begrippen, in het algemeen en voor een universiteitsstad als Leiden in het bijzonder, gevorderd mag worden- "Wat de kosten aangaat, komt het rapport tot deze oijfers, dat alles te zamen genomen on met de te rekenen rente en aflossing voor het beltterrein, d« kosten voor de ge meente zijn niet f 40,000, zooals B. esn Ws. deden voorkomen, maar f 55,200. Door do R. zijn begrootingen opgemaakt voor nieuwe verpachting, zoowel als voor eigen beheer; in het laatste geval gesplitst in belt-bedrijf en vuilverbranding, waarvan reëp. de nadeeliga saldi zijn f 67,691, f 65,769 en f 65,403. Dat het nadeelig saldo bij nieuw'e ver pachting f 14,978 meer zal bedragen dan tegenwoordig, komt hierdoor, dat een nieuw beltterrein veel meer zal kosten aan rente en aflossing (f 5845) en doordat de pacht som hooger geraamd is. De bestaande uitvoering ejn middelen ter verbétering. Betreffende de bestaande uitvoering van den dienst, geeft het rapport verschillende opmerkingen, waarvan wij enkele hier weer geven. Het ophalen geschiedt hier door middel van vaartuigen. Omdat de gemeente Leiden door zooveel grachten doorsneden wordt, is voor haar de thans gevolgde methode van verzamelen schijnbaar de goedkoopste. Toch is dit niet het geval. Om de vuilnis per schuit te verzamelen, is het noodig, dat zij eerst met een handwagen wordt opgehaald. Telkens als een handwagen met vuilnis ge vuld is, moet deze naar de schuit gebracht en daarin gestort worden; daarbij heeft een niet geringe stofontwikkeling plaats, woidt gemorst en stroozakken, houtwol, pakpapier enz. komen gemakkelijk in het water terecht. Een niet gering bezwaar wordt met deze wijze van verzamelen ondervonden, wanneer bij vriezend weer het varen onmogelijk wordt, wanneer in den geheelen dienst een groote wijziging moet worden gebracht. Voor massatransport moge het schuiten- vervoer als aangewezen zijn, voor het eigen lijk ophalen van asch en vuil zijn vaartuigen niet het geschiktste materieel. Proeven met oen autodienst en met paard en wagen genomen te Keulen hadden tot uit komst dat de kosten zich, verhielden als 29 24. Bovendien vreezen de rapporteurs dat zware autowagens bij den min of meer slappen bodem te Leiden voor de straten zeer nadeelig zullen zijn. Daaroni wordt paard ein wagen aanbevolen. Voor het ophalen per schuit zou bij tot standkoming van een verbrandingsinrichting noodig zijn f8107, voor het ophalen met paard en wagen f10,687. Daar echter paar den en voerlieden 's middags voor andere dien sten gebezigd kunnen worden en voor den op haaldienst hoogstens zes uren per dag noodig zullen zijn, komt slechts 6/io of f 6400 ten laste van dezen dienst- Uit het geheel blijkt dat het verzamelen van vuilnis met schuiten duurder is. In de organisatie der straatreiniging wil het rapport ook eenige wijziging. Het wenscht een paar centrale punten i n de stad, waar uit de geheele wegdienst kan worden bezet, over elk waarvan 'n opzichter zou moeten wor den gesteld. Verschillende wij zen van behan deling der verzamelde stoffen. Hier komen we eindelijk tot de hoofd zaak, waarom het te doen is. iSSrf De verschillende methodeh kunnen onder scheiden worden in twee groepen: lo-rijp^-' welke beoogt het behoud der 9tof en hét zooveel mogelijk tot waarde brengen er vaS voor landbouw en industrie, en 2o. die, welke beoogt de onschadelijkmaking der stof, zij het dan ook dat het begrip vernietiging in sommige gevallen in botrekkelijken zin moét worden opgevat. Met het oog op de hygiëne komen de rap porteurs, aan de hand van uitspraken, o. a. van het Congres voor Hygiëne en Demq- graphie te Parijs in 1900, tot vooropstelling der verbranding en spreken zij het dood vonnis uit over het beltbedrijf. Met het oog op het landbouwbelang mag bovendien beweerd worden, dat de tijd, waar in de landbouw het stadsvuil niet missen kon, voorby is. De landbouw ook in den omtrek van Leiden heeft zich daarover zelfs reeds uitgesproken. Hierbij komt, dat de landbouw in de omgeving onzer gemeente, in ruime mate de beschikking heeft over bag ger, waarmede meer dan voldoende kan wor den voorzien in de behoeft© aan humus of nieuwe teelaarde. Naast de zonden, die op de belt zelf tegen de hygiëne bedreven worden, zijn de waar- delooze stoffen het grootste, bezwaar tegen -dit—stelsel. Samengesteld ahS zij zijn uit de meest heterogene bestanddeelen, ongeschikt voor ieder doel, weet men er geen bestem ming meer aan te geven. De aanwezigheid van de vele plassen in de directe nabijheid onzer gemeente, zou te recht aanleiding kunnen geven tot de mee ning dat daarin een geschikte oplossing ware te vinden. Uitvoerig toonen de rappor teurs aan dat dit niet zoo eenvoudig is. De plassen liggen in andere gemeenten, wel ker besturen den invoer om allerlei redenen kunnen bemoeilijken of zelfs beletten. Hier worde wel onderscheid gemaakt tusschen het geen aannemer tot dusverre min of meer clan destien deed en hetgeen de gemeente als stelsel zou gaan toepassen- De mechanische sortoering. Zij moge uit technisch oogpunt al uitvoerbaar zijn, de aard van de te verwerken stof maakt een zoo kostbare installatie noodig, dat de geldelijke uitkomsten onoverkomelijke bezwa ren vormen. Het z.gn. driodeelig stelsel, thans in Oha'rlottenburg toegepast, waarbij de ver plichting wordt opgelegd tot het afzonderlijk houden van den afval in drie soorten, als: lo. asoh, 2q. groentenafval en etensresten en 3o. grove rommel, papier, soherven, glas, beenderen, enz., wordt als voor ons land onpractisch in het rapport afgeweten. He t fijnmalen van hetvuil (Chrus- ting-systeem) in een Londensche gemeente toegepast, waarbij het vuil in een toestel gelijkende op een grooten koffiemolen, ge dreven door een electromotor, wordt fijnge malen tot een mestpoeder, wordt ook niet aanbevolen, omdat er nog to veel voorwer pen overblijven, die niet vermalen kunnen worden en die noodig moeten worden ver nietigd. Bereiden van hét vuil tot brand stof, welk systeem nog in een stadium van proef neming verkeart en waarvan de directeur der stadsreiniging te Amsterdam heeft verklaard, dat van hem nimmer een voorstel tot invoering zal worden gedaan, bevelen de rapporteurs evenmin aan. Afvoer naar zee, plassen ofwoës- te gronden is een metéiodft, dia volgend het rapport ook niet houdbaar is gebleken; men is bij het verroer te veel afhankelijk van de weersgesteldheid; de wateren worden ér door verontreinigd; de visecherij onder vindt er sohado van en zoo komen do hoe ren eindelijk tot de Verbranding. Na een geschiedkundige beschouwing over dit systeem, dat bet esrst in Engeland word toegepast, waar thans reeds 200 zulke in richtingen zijn, merken de rapporteurs óp, dat zij die in verbranding van vuil een ver lies zien van nationaal vermogen, gerust kunnen zijn. Deze hygiënische maatregel be oogt volstrekt geen vernietiging van waarde, doch gaat hand aan hand mot het produc tief maken van afval, echter op geheel mo derne wij te. Het rapport komt tot dé volgende con- olusiën: lo. Stadsvuil kan binnen een et maal nadat ]iet is aangevoerd, door Ver-, branding op de m,eest votkomep wijze on schadelijk worden gemaakt voor de gezond heid; 2o. de inrichtingen kunnen binnen de bebouwde kom geslicht worden, zonder hin der aan de omgeving te veroorzaken, waar door kostbare aanvoer over lange afstanden voorkomen wordt; 3o. de voordeden, ver kregen uit de warmte en uit de slakken, kun nen voor een aanzienlijk deel opwegen tegen de bedrijfskosten, zoodat deze niet hoo ger z ij n dan b ij een beltbedrijf, en 5o het stelsel van verbranding verschaft een onafhankelijkheid van derden als geen ander stelsel, zoodat deze adviseurs niet aarzelen de gemeente in ern stige overweging te geven om tot het verbrandingssysteem over te gaan. Behandeling dar overige stoffen. Er blijven nu nog over straatvuil, bagger, riool- en kolkmodder en faecaliën als mest- waardigo stoffen en verder het straatzand en straatslijk, puin en niet brandbaar fabrieks- afval als waardelooze stoffen, die niet kunnen worden verbrand. De laatstgenoemde moeten derhalve voor aanvulling van lage landen worden benut, waartegen geen bezwaar bestaat, aangezien zij geheel onschadelijk zijn. Bagger cn rioolmodder brengt men het eenvoudigst en goedkoopst naar do bagger- stalen om later als pootaarde verkocht te worden. Voor het opzetten der dammen zal de stroomest der veemarkt en een deel van het drijfvuil kunnen dienen. Het afhalen der faecaliën van het Liernurstelsel ver pacht men het best aan een tuinier, die ze zelf kan gebruiken- Nieuwe inrichtingen. Dank zij de medewerking van' de gemeen telijke Li oh tf abrieken, meent do Commissie in de plaats der verbrandingsinrichting ge slaagd te zijn op esn wijze, die in andere steden zeker zal worden benijd- Hot benutten der warmte uit de verbran ding ontstaan, kan als electriciteit gesteld worden op f 2400, waarbij dan is afgetrok ken het eigen gebruik van electrischen stroom, dat op f 2100 mag worden geschat. Tot verwerking der slakken tot trottoirtegels of dergelijk bouwmateriaal wordt niet gead viseerd, omdat met vrij groote zekerheid verwacht mag worden dat voer de slakken toch wel oen afzet zal zijn te vinden, min der omslachtig en wellicht meer voordeelig. De verbrandingsinrichting zal, wil zij in staat zijn ook in geval van reparatie om het vuil onschadelijk te maken, moeten bestaan in twee gelijke eenheden, ieder van voldoende capaciteit. Deze capaciteit is gesteld op 50 ton per eenheid en per etmaal gerekend op het voor Hollandsche steden geldend mid- den'cijfer van 0.5 K.G. per dag en per in woner. Een ontsmettingsinrichti'ng zou hierbij op haar plaats zijn, maar omdat er niet genoeg ruimte op de bekende terreinen bij de Electriciteitsfabriek is, moet daarvan worden afgezien. Op het terrein zijn echter behalve de verbrandingsoven geprojecteerd een slak ken-breek- en zeef inrichting, kantoor met opzichterswoning en magazijn, schaftloka len, enz., een stalgebouw voor 17 paarden, met ziekenstal, hooizolder en stalknechts woning, lokalen voor smederij, wagenma- kerij, schilders- en zadelmakerswerkplaats, wagenloodsen, ruimte gevend voor 28 wa gens en een sohuitenhuis. De totale kosten zijn begroot op f 48,000. Hieronder volgt dan uit ons vorig num mer de begrooting op f 45,000 voor kosten der stichting van een nieuwen staal aan de Stinksloot; de schatting op f 8394 der jaarlijksche kosten voor acht baggerlieden, voor een staaibaas, met rente en aflossing enz., alsmede de eindconclusie van de heoren De Groot en De Monijé. B. en Ws. brengen nu aan den Raad hun uitvoerig praeadvies over dat Rapport uit, maar meenen daarbij in de eerste plaats dat een woord van hulde aan de heide rap porteurs, die op even zakelijke als volle dige wijze het vraagstuk der gemeente- leiniging hebben behandeld, niet mag wor den onthouden. Het duidelijk en zakelijk «rapport heeft de taak van B. en Ws. bij het vaststellen van dat praeadvies niet weinig verlicht. Zooals gebleken is, zijn de deskundigen beslist van oordeel, dat na afloop van het bestaande paohtcontract- tot verbranding van het vuil behoort te worden overgegaan. Ook de Directeur van Gemeentewerken, de Commissie van Fabrioage en de Gezond heidscommissie, wier adviezen B. en Ws. te dezer zake inwonnen, bleken eenparig van hetzelfde gevoelen te zajn, terwijl eindelijk Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Elektriciteit hun mededeelden, dat vóorzoover het vraagstuk der vuilver branding verband houdt met het gebruiken van den opgewekten stroom ten behoeve der electriciteitsfabriek, overeenstemming bestaat tussohen de rapporteurs en de directie der fabrieken. Het zal den Raad niet verwonderen, zeg gen B. en Ws., dat het voor hen, na ken- m'snemiiig van den inhoud van de verschil lende rapporten en adviezen, niet moeilijk was tot een conclusie te komen. En die con clusie stemt geheel overeen met die van alle gehoorde deskundigen. Ook Kun Col lege todh komt het voor, dat na afloop van het paohtcontract tot de vuilverbranding behoort te worden overgegaan. Natuurlijk zou men, noodgedrongen, tot een dor andere stelsels van vuil verwij dering zijn toevlucht moeten nemen indien hot maken van een verbrandingsinrichting te groote financieele offers van de gemeente zou vergen. Dooh dit nu is blijkens de door de deskundigen in hun rapport gemaakte begrooting geenszins 't geval. De jaarlijk- sche exploitatiekosten, rente en aflossing van de aanlegkosten daaronder begrepen, toch worden door hen bij een nieuw belt bedrijf in eigen beheer geschat op f #5*769, bij verpachting op f 67,691 en bij verbran ding op f 65,403, dus op een vrijwel gelijk bedrag. Aan deze cijfers moet, B. en W's. wijzen en met nadruk op, geen al te gco waarde worden toegekend, aangezien eerst bij het nader uitwerken der plannen een meer nauwkeurige raming van kosten is te maken, doch zij halen ze aan, om te doen zien, dat de jaarlijksche uitgaven bij h"l inrichten van een nieuw beltbedrijf e a niet zooveel verschillen van die, welke de gemeente zich zal moeten getroosten bij 't vestigen van haar keuze op de vuilverbran ding. Bovendien wijze zij er ook nog op, dat hun gebleken is, aat de geraamde kopten eerder aan den hoogen, dan aan den lagen kant zijn, en dat, zooals zij hieronder aan- toonen, de aanlegkosten nog met een bedrag van f 45.000 kunnen worden verminderd. Waar derhalve het stelsel der verbran ding het meest in Ket belang der hygiene is en om financieele redenen daarvan niet behoeft te worden afgezien, geven zij den Raad met ernst in overweging in principe te besluiten op dat stelsel de keuze te be palen. Ten opziohto van den reinigingsdienst is h. i. het antwoord niet moeilijk. Volkomen kunnen zij zich in deze vereenigen met de mooning van den Directeur van Gemeente werken, dat bij het stelsel der verbranding van verpachting geen sprake kan zijn. Bij dat stelsel toch is er niets meer te sortee- ren, te bewerken en to verkoopen (de slak ken uitgezonderd) en juist voor die werk zaamheden zal zich nog het eerst een pach ter aanmelden. Immers, indien aan een pach ter alleen heb verzamelen en transporteo- ren van huis- en straatvuil wordt opgedra gen, dan zal er van het op hygiënische wijze vervoeren naar den oven niet veel te recht komen en zal de pachter nog veel minder letten op de eisclien, die aan het verzamelen, in het belang eenor economi sche verbranding gesteld moeten worden. Daarentegen geven zij met den Directeur van Gemeentewerken cr do voorkeur aan het baggerbedrijf te verpachten. Het baggeren is esn hoogst eenvoudig werk, dat geheel on afhankelijk van het reinigingsbedrijf wordt uitgevoerd. Rochtsfcreeksche bemoeienis van gemeentewege is dus onnoodig. Ook wordt het baggeren steeds in stukwerk verricht en feitelijk dus al uitbesteed. Het komt B. en Ws. daarom dan ook eenvoudiger voor het geheele baggerbedrijf te verpachten. Het verwerken der bagger tot waardevolle stof en het verkoopen daarvan vormt bovendien een bedrijf, dat veel beter aan een particu lier, in het bezit van baggerstalen en vol ledig bekend met de plaatsen van afzet en de behoeften van den landbouw, kan wor den opgedragen. Een voordeel hiervan is ook, dat de feemeente dan geen baggeratar len behoeft te maken en dus de in heb rap port der deskundigen geraamde aanlegkos ten ad. rfe f 379,000, waaronder echter be grepen rijn i 30,000, die de gemeente voor haar tegenwoordige stalen ontvangen heeft en i f 52,000 voor de huisjes nabij de Gasfabriek, die reeds op 29 December j.L zijn aangekocht, nog met f 45,000 kun nen worden verminderd. Afgezien van de drie genoemde punten, waaromtrent het gewensoht is, dat reeds nu een beslissing wordt genomen, kan een de- oiaie omtrent de overige in heb rapport be handelde punten zjondar bezwaar worden uitgesteld tot na het opijia-ken der defini tieve plannen. Voorloopig kan dus de vraag, bij wien de leiding van den in eigen beheer fe nemen reinigingsdienst moet berusten en ten op zichte waarvan geen eenstemmigheid be staat, blijven rusten. Evenzoo de wijze van vuilophaling en verschillende andere detail punten. Omtrent al deze aangelegenheden sullen B. en Ws. later na de uitwerking der plannen heb gevoelen doen kennen. Voordracht leeraar Daitsche taal on letterkunde aan het gymnasium. Curatoren van het Gymnasium bieden den Raad de volgende aanbeveling aan ter benoeming van een leeraar in de Hoog- duitsche Taal en Letterkunde aan het Gymnasium, ter vervangiDg van den heer H. H. Breuning, die tegen den lsten Sep tember eervol ontslag uit zijn betrekking heeft gevraagd: 1. J. M. N. Kapteyn leeraar aan de Hooger© Burger-School met 5-j. o. te En- achedee. 2. P. J. Bol, hoofdonderwijzer, werk zaam als onderwijzer aan de openbare •obool voor gewoon lager onderwijs No. 67 te Amsterdam. Het advies van den inspecteur der Gym nasia, die deze heeren ook aanbeveelt, luidt aldus: De Keer S. Anholt, sedert 1 Januari j.l. leeraar aan bet gymnasium en de H. B.-S. met 3-jar. cursus te Winschoten en mej, A. Broes van Dort, sedert i September j.l. Ieerare6 aan de 2de en 3de kl. van het gymnasium en aan de 1ste en 2de klasse der H. B.-S. met 5-jar. cursus te Sneek, vervullen met ijver en opgewekt heid hun betrekkingen. Hun ervaring op onderwijsgebied is echter nog niet zoo groot, dat ik reeds nu een benoeming van hen aan een groot gymnasium zou durven aanraden. De heer P. J. Bol ia reeds gedurende vele jaren met groot suoces bij het L. O. werkzaam en nam gedurende 3 maanden de lessen in het Hoogduitsch tot tevreden heid van den rector en mij aan het stede lijk gymnasium te Amsterdam waar. Hij bleek daar goed berekend voor de hem op gedragen taak. De heer J. M. N. Kapteyn, behoort tot de beste leeraren in het Hoogduitsch bij het M. O. hier te lande; hij is een zeer be kwaam man, volkomen op de hoogte van rijn vak, met veel smaak voor letterkunde, die zijn onderwijs vruchtbaar en boeiend weet te maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5