s$©B 15731.
IiEIDSCH DAöBLAi}, ^ates-dag- 3 Juni. Eerste Blad.
Anne 1911
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Hoor eÈgsn schuld.
In een artikel P 1 a n n e t j e s zei ,,H e t
/Tolk":
Het besluit van de meerderheid der Ka-
jjaer, de vorige week genomen, om nog in
Ideze Kamerperiode, dus in Juni, de Tarief-
psvet in de afdeelingen te behandelen, wordt
aangevuld met een gerucht, dat men ook
nog in dien tijd de Militie wet behandelen
wil. Hierbij in aanmerking genomen, dat
nog op de agenda der Kamer eenige wets
ontwerpen staan als de eedskwestie, het
Jekort der Rijksverzekeringsbank en eenige
andere, benevens een paar interpellaties,
en den langen duur van de behandeling
ider Steenhouwerswet, die vooral door con
servatieve bezwaren tegengehouden wordt,
,kan men tot geen andere conclusie komen
dan dat de meerderheid de Militiewet er
{door wil jassen zonder ernstige overweging
;on zonder ernstig debat.
Dat de heeren der rechterzijde zich voor
stellen, dat dit door de tegenstanders van
Verzwaring der militaire lasten geduld zou
worden, is uitgesloten. De bedoeling is een
kuiven politieke, of eigenlijk een hoogst
Onzuiver politieke. Als de anti-militaristi-
feche partij in de Kamer zich tegen afraffe
ling van deze Militiewet, die duizenden per-
ponen méér in de kazerne brengt, en vol
gens den voorsteller een l£ millioen gulden,
volgens anderen, die geen belang h'ebben
bij vermoffeling der werkelijke kosten,
veel meer nieuwe geldelijke lasten op de
natie leggen zal, verzet, dan gaat de recht-
■che pers aan 't schreeuwen, en het ramp
zalige verloop van de behandeling der
sociale wetgeving zal daaraan geweten
gorden.
Hoe het daarmee staat is anders duide
lijk. In zake de ziekteverzekering veTklaart
'de commissie van voorbereidih|R die toch
in meerderheid uit clericalen Bestaat, niet
Voort 'te kunnen werken, dan nadat de Ka
mer, door een discussie over eenige vraag
punten, eenige ordening heeft gebracht
in den chaos dien de heer Talma aan de
Kamer heeft voorgelegd.
Door zijn uitingen in zake bedrijfsziekte-
verzekering heeft de Minister dien chaos
Hog vergroot.
De herziene Ongevallenwet, onontbeerlijk
bin de aansluiting bij de ziekteverzekering
|be beoordeelen, van een ontwerp daar
van is nog niets to zien of te hooren.
De Invaliditeitswet kan eerst in behan
deling genomen worden, als dat alles in
orde fs. Als de onmogelijke Radenwet valt
bij de vraagpuntendisoussie, moet de beele
boel omgewerkt worden, wat de organi
satie betreft.
Middelerwijl zit de Minister nog met de
Bakkerswet, die, zooals het nu loopt, wel
niet vóór October behandeld zal kunnen
'porden. En wat zal dan haar lot zijn, nu
x*ifs dr. Kuyper zijn veto er over heeft
(gesproken
He schuld van al de«ze mislukking op an
dereu te werpen, dat is nu het politieke
belang van de tot wetgeven onbekwame
Re gee ring en meerderheid.
Vandaar zulke onmogelijke besluiten als
•om liet tariefontwerp nu reeds, zoo goed
als geheel onvoorbereid, in de afdeelingen
te behandelen. Zelfs de Kamers van Koop
handel en Fabrieken hebben zich nog niet
kunnen uitspreken, de verschillende groe
pen van belanghebbenden zijn op geen
stukken na klaar met hun adressen en op
merkingen, waarmee toch in de afdeelin
gen rekening moet worden gehouden, wil
er van een ernstige behandeling sprake
zijn.
Toch de afdeelingsbehandeling doordrij
ven en een poging doen om de Militiewet
er door te jagen!
Het zijn fraaie plannetjes om de feitelij
ke onmacht te bemantelen.
Natuurlijk met het eenige resultaat, dat
die onmacht nóg duidelijker aan het licht
'komt dan anders.
Wij lazen in „De Nederlander"
'onder het hoofd 19 13:
Spoed! Spoed- Spoed! Denk aan 1913!
Voortdurend wordt dit, door een deel der
Il6)
Nog heden moest iedereen vernemen, dat
zij meesteres van Lanke zou worden. En
Gerald Wilke stormde, in zijn roes van ge
lukzaligheid, voor geen overleg meer toe
gang jvölijk, weg. Gravin Valerie was de
eerste, die met de onstuimige bede werd
overrompeld de verloving nog dienzelfden
avond publiek te maken.
„Maar, Hella, ik bid je, waartoe?" vroeg
ïij geheel verbluft haar opgewonden doch
ter.
„Mama ik bezweer u 1 Ik heb zulk een
>ogst, het moet nog heden zijn. Wilke wil
dat ook. Stel u eens voor, wanneer het ons
jtoorgen berouwdeZij huiverde alsof
.''j het koud had.
Gravin Valerie ontstelde. Haar docht sr
jOoheen ziek te zijn, geheel vaD het verstand
.beroofd. Was een vurige wensob van haar
pervuld geworden en verkeerde zij nu m
AOgst, dat zij het verworvene weer zou ver
hozen? Of dreef de ijdelheid haar tot een
j^ekelijke haast? Zij was echter beducht
r°°r het hartstochtelijk karakter harer
/dochter en £af toe. Ock beredeneerde zij bij
pojzclve, dat deze kalmer zou worden,
l/anneer men aan haar verlangen voldeed.
j ai' hoe den graaf te bewegen?
in zyn goede wijnstem-
I 2 i zeide Hella kort on bondig, „en wan-
er by morgen over de zaak nadenkt, komt
■D met zfjn neen te laat."
•hn gy, Hella, zal het je nimmer berouwen?
reohtsohe pers, Kabinet en rechterzijde toe
geroepen.
„De Standaard" gaat 2elfs zoo ver,
van dag en datum vast te stellen, waarop
de stukken gereed en het debat geëindigd
behooren te zijn.
En onlangs heeft mr. Van de Velde, on
dervoorzitter der a.-r. club, in de Kamer
deze tactiek gepoogd ingang te doen vin
den, gesteund door den heer Duymaer van
Twit.
Men mag vragen of dit verstandig en of
het rechtvaardig is.
Verstandig. Volksleiders hebber,
steeds de neiging de Kamerleden ala him
werktuigen te beschouwen, die op min of
meer forschen toon moeten worden toege
sproken, indien zij zich niet geheel naar
's leiders inzichten gedragen. Maar wordt
daarbij niet te vaak uit het oog verloren:
lo. dat politieke lichamen zich zulke beje
gening kwalijk laten welgevallen; 2o. dat,
al moge de zweepslag soms gevoeld
worden door de naaste getrouwen, hij op
tegenstanders en op verder afstaanden vaak
een effect heeft, tegenovergesteld
aan dat, hetwelk bedoeld werd. Vooral een
Nederlander is afkeert g van 's meesters
plak.
Rechtvaardig. Behoort een Kamer,
hoort een Regeering allereerst te letten op
den naderenden verkiezingsdag? Moet voor
de meerderheid het politiek succes hoofd
zaak zijn? Zoo ja, dan geldt dit natuur
lijk eveneens voor de minderheid, en wordt
het elders 2300 bekend en zoo slecht wer
kend, bdj ons nog niet stelselmatig inge
voerd obetructionisme gerechtvaar
digd.
Wij meenen ons op een ander standpunt
te moeten plaatsen. Hoofdzaak is bij ons
's lands belang en 's lands belang valt
sledhts in zoover samen met partijbelang,
bepaaldelijk met partij-overmacht; als de
partij goede wetten maakt. Goede wet
ten nu plegen niet uit de mouw te worden
geschud. Men kan wel eenvoudig alles blin
delings goedkeuren en de minderheid laten
praten, en niet onmogelijk is het, dat de
groote massa zulk .doorjakkeren als
krachtproef uitbundig toejuicht, althans
bij de eerstvolgende verkiezing. Maar. in
dien later de wet mocht blijken een blun
der te zijn, welk voordeel zal dan bet land
hebben gehad bij de partijoverwinning?
Het Kabinet aan te sporen tot spoed
heeft ook weinig zin. Alle christelijke Kabi
netten, Mackay, Kuyper, Heemskerk
hebben zeker niet xmndi.r ijverig gearbeid
dan de Kabinetten van links. Geen hunner
heeft tot stand gebracht wat zij zelf
wenschten. Ook niet het Kabinet-Kuyper,
dat slechts datgene tot een goed einde
bracht, waarover, reeds voor zijn optreden
alle rechteche partijen het eens waren,
maar de sociale wetten eerst kort voor zijn
aftreden indiende, en zelfs toen, spoeds
halve, voor een groot deel zekere, nimmer
onzerzijds aanvaardde theorieën aanvaard
heeft. Niemand heeft destijds aangedron
gen op spoed; men begreep, dat Kabinet
en rechtsohe partijen hun plicht kenden.
Waarom dan thans wel?
Aan een artikel van „De Vaderlan-
d e r" over den politieken toe-
stand is heb volgende ontleend:
Talma's weken als minister geteld? Wij
gelooven er niets van. Om de eenvoudigs
reden, dat Talma's heengaan de val van
het kabinet, wellicht het uiteenspatten der
coalitie zou beteekenen.
Mr. Van Idsinga moge met zijn bekend
jeugdig vuur fulmineeren over dien Talm a
die hocus pocus speelt met de anti
revolutionaire beginselen, dr. De Visser
moge jammeren over de socialistische strek
king van de Steenhouwerswet, mr. De Sa-
vomin Lobman moge tegenover het ar
beid s verbod aan den patroon ven fier, „dat
nooit" laten hooren, politieke gevolgen
heeft dat alles niet; Talma krijgt zijn Bak
kerswet en zijn Stuwadoorswet er door,
zooals hij zijn Steenhouwerswet er door
zal krijgen, en het verzet van de ohriste-
Iijk-historisohen tegen de verplichte InVa-
liditeits- en Ouderdomsverzekering is al een
zeer bijzonder goedkoope br&vour-aria,
Allee komt zoo plotseling. Ik kan er my nog
niet goed Indenken. Houdt gy zooveel van
hem of lokt Lanke je?"
„Mama, lk zal nimmer berouw hebben, lk
zweer u datl" Het meisje klemde haar han
den ineen en keek haar moeder als een om
hulp smeekende aan. Zy moet hem liefheb
ben, dacht de gravin, en die gedachte stelde
haar gerust.
De dames zaten in een Perzisch vertrek,
ver van het rumoer van het bal. De muziek
drong in enkele, onbestemde tonen tot haar
door en slechts uit de aangrenzende kamer
hoorde men het noemen der kaarten, zag men
door een spleet van de portière in een nevel
van rook en kaarslicht de roode gezichten der
yverlge spelers.
Nu werd de zware stof ter zflde geschoven,
en naast Gerald Wilke verscheen graaf Wus-
terode, eenigszins onzeker op zfjn beenen en
met een glazige uitdrukking in syn oogen.
„Ik heb den graaf verzocht ons eenige
minuten te schenken," en vastberaden trad
de heer van Lanke op Hella toe, die, als
verschrikt, een weinig achteruit week en
angstig vragend haar moeder aanzag.
De gravin had, ofschoon zoo plotseling tegen
over de beslissing gesteld, spoedig haar ge
wone kalmte herkregen. Zy stond niet uit
haar gemakkelyken stoel op, maar beduidde
haar gemaal door een handbeweging plaats
te nemen.
De graaf keek als verwezen naar Wilke,
die, Helia's arm door den zyne trekkend, zich
■mewkend voor hem plaatste.
„Markus, deze beide jongelieden hebben je
iets te zeggen," begon de gravin, „zy heb
ben elkaar lief". Hella sloeg haar oogeu neer
by deze bewering „en verzoeken om de toe
stemming het verbond huns harten nog heden
daar ze weten, dat van de openbare behan
deling van dat wetsontwerp vóór 1913 al
thans niets meer kan komen. En wie dan
leeft, wie dan zorgt.
Men kan Talma niet meer loslaten ronder
de waarheid van het oude Hollandsche
spreekwoord te ondervinden, dat, wie zijn
neus schendt, zijn aangericht te na komt.
En nu is het parool: met Talma door dik
en dun en in wilden galop voort, en een
zoo bezadigd man als dr. Nolens komt zelfs
met den raad de Tarief wet er even door
te jassen. Men heeft nu alles op die eene
Talma-kaart gezet, en wil nu in twee jaren
tijds gereedkomen met de Bakkerswet, Stu
wadoorswet, Militiewet, Ziekteverzekering,
Herziening-Ongevallenwet (die nog niet
eens is ingediend), Tarief wet, Ouderdoms-
en Invaliditeitsverzekering en de Kustver
dediging
De dolle spurt, die men thans neemt om
Talma en zichzelven te redden, teekent. En
al kan die vaart niet anders dan op ge
vaarlijke buiteling uitloopen, welke prijs er
op het behoud der coalitie wordt gesteld,
wordt daaruit duidelijk. En de christelijk-
historischen zullen waarlijk geen roet in
het eten gooien.
Over de vraag Waar stemmen
onze zeevisschers? bevatte „De
Standaard" een hoofdartikel, naar
aanleiding van het door de heeren H. de
Boer, W. H. Doomveld en honderd tachtig
andere bewoners van Noordwijk aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken gericht
adres, waarin verzocht wordt, dat zulk een
wijziging der Kieswet in overweging
mocht worden genomen, als het voor de
zeevisscliers mogelijk maakte, om, zonder
thuis te zijn, toch te stemmen.
„D e Standaard" schrijft dan o. m.
Natuurlijk blijft de vraag, hoe en op wat
wijs in de bestaande leemte zal te voor
zien zijn, voor meer dan één oplossing vat
baar. Maar hoe uiteenloopend die oplos
singen ook zijn zullen, toch staat vast, dat
zij altoos in één van deze beide richtingen
zullen liggen, óf dat men de stembus naar
de zeevisschers, oftewel, dat men de zee
visschers naar de stembus brengt.
Het laatste komt overeen met wat nu
reeds herhaaldelijk plaats greep, en zulks
niet alleen met zeevisschers, maar evenzoo
bijv. met de grondwerkers, die uit de streek
van Lek en IJsel naar Engeland of
Duitschland waren heengetogen, om een
ondernomen werk te voleinden. Doch dit
werd dan van particuliere zijde geregeld,
en de kosten hiervan van particuliere zijde
vergoed. Er werd dan een snelvarend
stoomschip afgehuurd, dat de visscters bij
de Shetlandsche eilanden afhaalde, ze
stemmen liet, en een dag later weer naar
de visschersvloot terugbracht. Daar feite
lijk gebleken is, dat dit brengen van de
visschers naar de stembus uitvoerbaar is,
laat het zich denken, dat zulk een transport
van Rijkswege georganiseerd werd, zoodat
ieder er het profijt van kon trekken; en
gesteld, dat hieraan een f 20,000 weggin
gen, dan zou dat nog geen verloren geld
eijn, in zooverre het de eere var^ den wet
gever verhoogde. Een wetgever toch ïs
althans de eerstgeroepene, om de uitvoe
ring van zijn eigen wet mogelijk te maken.
Maar zeer zeker komt ook in aanmer
king de tweede oplossing, die werd voorge
slagen, en die hierin bestond, dat de Over
heid de stembus bracht naar de streek,
waar de zeevisschers hun bedrijf uitoefen
den. Op tweeërlei wijze laat zich dit den
ken, óf door hulp van het Consulaat, óf
door het zenden van stembussen op een
klein oorlogsschip. Bij een Consul thuis ïs
men op Nederlandsoh grondgebied, onder
onze vlag. Er zou dus niets noodig zijn,
dan een exceptie in de wet op te nemen,
en evenzoo staat het met een oorlogsschip
om zeevisschers op de hooge zee op afzon
derlijke wijze hun stemrecht te doen uit
oefenen en de verdere regeling hiervan aan
een algemeenen maatregel van bestuur
voor te behouden. Vóór zijn vertrek kon elk
vissoher dan een bewijs van zijn stemge-
rechtigdhoid 0p de Secretarie van zijn woon
plaats in ontvangst nemen. De stemming
kon plaats hebben op denzelfden dag en
bekend te maken; wel een weinig haastig,
dat geef ik. toe, maar toch gerechtvaardig!,
wyi hun harten zich nu eenmaal hebben ge
vonden." De gravin stond by deze woorden
op en trad op haar bleeke dochter toe. „My'n
lief kind," zeide zy teeder, „ik wenach je alle*
mogelijke geluk." Zy omhelsde het bevende
meisje.
Graaf Markus was nog altyd goheel ver-
bysterd. „Maar, maar, ik begryp er niets van,
gy, mynheer Wilke?"
Gerald Wilke boog diep. „Ik zal uw doch
ter behoeden als myn kostbaarste schat,
graaf. Ik Zyn stem begaf hem van hevige
ontroering.
„Ja, maar myn doohter ia sigeniyk immers
reeds
„Ik bid je. Markus!" viel de gravin hem in
de rede, „wilt gy je kind aan een Idee op
offeren, het welk gy van af haar kinderjaren
hebt gekoesterd? Is Heila's hart niet de be
slissende factor? Neen, ik heb slechts haar
geluk op het oog. En lk stel vertrouwen in
haar keuze. Men wordt niot volwassen om
kinderdroomen te verwezenlijken."
„Mama". Het meisje wankelde naar voren
en zou op den grond zyn gevallen, als Wilke
haar niet in zijn armen had opgevangen
Getroffen door deze ongewild teedere 6cène,
stamelde de oude heer: „Wanneer gy meent,
Valerie
En zoo gebeurde het, dat graaf Wusterode
om één uur 'a nachts, juist toen de eerste
rytuigen voor het slot stilhielden, ten einde
hun eigenaien naar huis te brengen, het ver
baasde, hoogst vei raste gezelschap do ver
loving van zyn dochter Hella met den Heer
Gerald Wilke van Lanke meedeelde. Spoedig
volgde op de doodel;jke stiite oen luidruchtig
gelukwen8chon en liet klinken van glazen.
op dezelfde uren als in het vaderland. En
na afloop kon de uitslag, die verkregen
was, nog diemzelfden dag naar het hoofd
bureau worden overgeseind.
Toch zou het ons winste dunken, zoo
men den Consul er buiten kon 'laten, omdat
het lang niet altoos vaststaat, dat de Con
sul een Nederlander is, en dan zou het
eenige bezwaren kunnen geven, om hem
zoo gewichtige ambtshandeling in verband
met het Binnenlandsch bestuur op te dra
gen. Ter verzekering van goede orde en
regel hechten we daarom meer aan de uit
zending van een klein oorlogsschip, met
civiele gedelegeerden aan boord. Deze ge
delegeerden zagen we dan liefst benoemd
door den gemeenteraad van de eerste ge
meente in heel het district. Toch raakt dit
alles détails, die zich wel vinden laten.
Hoofdzaak is maar, dat de wet een middel
scheppe, om in meer dan één district de
feitelijke uitsluiting van het kiesrecht, die
nu plaats grijpt, op de meest doeltreffen
de wijze te voorkomen.
Het Unie-liberale weekblad „De Va
der ander", ontevreden over de jongste
benoeming van een rechter in de
Rechtbank te 's-Gravenhage,
die van den heer Van Rhede van der Kloot,
die als rechter te Dordrecht in de Papen-
dreohtsche zaak reden tot scherpe critiek
gaf geeft van onze rechterlijke macht
do volgende teekening:
Onze rechters doen, alsof 7'j op den Olym
pus tronen en als goden onder ons menschen
rondloop en. Wie deze uitspraak overdreven
acht, neme eens kennis van het leven der
rechterlijke ambtenaren in een kleine
plaats. In onze groote steden gaan zij na
tuurlijk onder de menigte verloren. En dan
zal hij zien, dat geen dokter zoo bekwaam,
geen predilkant zoo humaan, geen notaris
zoo gezien kan zijn» dat hij in de conver
satie van deze heeren wordt geaccepteerd
dat zijn allen minderwaardigen, bij den
rechterlijken ambtenaar vergeleken, ook al
is het maar een substituut-griffiertj e bij
een kantongerecht.
En niets is er dan x>k, wat onze rechters
zoo het summum van onbehoorlijkheid vin
den, als dat er critiek op hun gesties wordt
geoefend, en vooral als zulks door de Twee
de Kamer wordt gedaan. En zij vinden dat
nog niet zoo erg, als dat geschiedt bij mon
de van den geaohten afgevaardigden uit
Zaandam; de heer Duys is sociaal-demo
craat en daar is immers alles van te wach
ten. Maar nu over het optreden der rech
terlijke macht in de Papendrechtsche zaak
critiek is geoefend door mannen als Van
Hamel, Limburg, Goeman Borgesius, De
Savornin Lohman, Van Wijnbergen, enz.,
nu is het heilige huisje al te zeer aange
rand, en nu moest die rechterlijke macht
eens zeer duidelijk laten zien, dat die cri
tiek door haar niet geduld wordt en van
nul en ge ener waarde wordt geacht.
Het „H a n d e 1 s b 1 a d" heeft een arti
kel naar aanleiding van het vaccin e-de-
bat, dezer dagen in de Kamer gehouden.
Het zegt:
Voor ons is deze geheel© zaak van vac-
cinedwang in eerste instantie een tedhnisoh
medische zaak. Is een ongevaccineerd per
soon al dan niet een gevaar voor zijn me
deburgers, zou het voor de volksgezondheid
een groot gevaar zijn, indien op aanmer
kelijke schaal het vaocineeren werd nagela
ten En verderIs het gevaar voor andere
infecties bij de koepokinenting van beden-
kelijken aard?
Het schijnt, dat nog steeds c! 3 beide eer
ste vragen door do overgroote meerderheid
van geneeskundigen bevestigend worden
beantwoord; de laatste vraag ontkennend.
Zoolang dit het geval is, achten wij het
recht en plicht van den Staat de burgers
te dwingen zich een ongevaarlijke bewer
king te laten welgevallen, om daardoor op
te houden een gevaar voor anderen te zijn.
Voegen wij er echter bij, dat deze mee-
ning omtrent de overtuiging van de meer
derheid dei' geneeskundigen uitsluitend be
rust op het feit, dat uit geneeskundige
kringen geen protesten tegen vaccinedwang
opkomen.
Mevrouw von Zenkow «eide: „Wat sluwl
Neon, wat gemeen en sluw!" En de vrouw
van den landraad fluisterde haar buurdame
toe: Myn Hemel en ik dacht, dat het de neef
zou worden!' En gravin Reichonau wilde
zich geheel verbaasd tot haar cavalier wenden
met het verzoek om opheldering; maar Ru-
diger was van haar zijde verdwenen.
H(j zocht Hella. Was hy waanzinnig of
waren het de anderen? Zyn knieën knikten,
zyn gedachten joegen wild dooreen. Dit schan
daal l Maar de gesproken woorden moesten
teruggenomen worden, om het even hoe.
Jobst kwam hem tegen„Ik bid je, Rudiger,
wist gy het?" Maar de arglooze jonge man
schrikte van den blik' van zyn neef.
„Waar is de moeder?" klonkt het hem be
paald dreigend tegen.
„Rudiger, om 's Hemelswil, staat het zoo?
Bolieersch je, geen schandaalMorgen komt
alles terecht. Het is ongolooflykt Ik ver
trouwde myn ooren niet. Ik zeg je..." „De
ulaan haspelde de woorden zonder zin door
elkaar in doodelyken angst voor zich zeiven,
zyn neef, voor de geheele familie.
„Schandaal? Heel goed! Dat is immers
reeds aan den gang! Ik heb het niet in de
wereld gebraoht. Maar daar Ia tante Valerie.
Ik bid u, tante, een enkel woord!"
De gravin, die juist uit een druk pratenden
kring trad, kwam op haar neef toe. „Rüdiger,
besto jongen, trof het je geheel onvoorbereid?"
fluisterde zy, terwyi zy hem haastiger dan
anders haar gewoonte was, uit het bereik van
nieuwsgierige oogen en ooren trok.
„Tanto, ben ik gek, of zyt gy lieden het?
Wat beteekent dit allee? Kan u het my
verklaren?" Zyn knap, donker gelaat trilde
letterljjk van hartstocht en woede.
„hüdiger," smeekte de ulaan, die zich aan
Het blad meent, dat de beantwoording
der drie gestelde vragen ook voor de be
strijders van den dwang van hoog belang
is, terwijl, zegt het, ook wij,- isdien wij niet
meer konden gelooven, dat de overgroote
meerderheid der deskundigen met volle
overtuiging de drie te stellen vragen in den
boven aangegeven zin zou beantwoorden,
niets liever zouden wenschen dan te doen
vervallen de verplichting voor ouders om
zuigelingen of teere jonge kinderen vrijwil
lig te besmetten met de ziektestof van een
onaangename en pijnlijke ziekte, die in elk
geval de gezondheid van het kind tijdelijk
achteruifczet.
We moeten e 'iter erlkennen, dat de le
zing van de redevoeringen van den minis
ter van binnenlandsche zaken en van den
heer De Savomin Lohman ons hebben doen
vragen: Is het ook mogelijk, dat de alge-
meene overtuiging omtrent de noodzaak
van vaccinedwang op sleur en napraterij
berust, ook bij de deskundigen, naar wier
meening wij ons voegon?
Nadat het blad dan verder mededeelingen
doet uit de rede van den heer Lohman,
merkt het op, dat de vaccinedwang in En
geland, net omgekeerd als bij 0113, door de
vrijzinnigen wordt bestreden, en het komt
tot deze conclusie:
Daar minister Heemskerk zóó geringsdhat-
tond oordeelt over het nut van vaocine-
dwang, lijkt het wel op den weg van den
Minister t© liggen een deskundige Staats
commissie te benoemen, die den vaccine
dwang eens ernstig bestudeert en de op
merkingen van de oommissie uit de Kamer
beantwoordt.
Onder het hoofd. Steenhouwers
wet zegt „De Nederiande r":
De steenhouwerswet is dan afgehandeld.
Wel moet de eindstemming nog plaats
hebben, maar de aanneming i9 verzekerd,
dank zij de wegneming van een der hoofd
bezwaren, de belemmering van den vrijen
arbeid, tot de wegruiming waarvan onze
Ohr. Historische Kamerleden, met name
dr. De "Visser, het hunne hebben bijgedra
gen.
Wij memoreer en dit om nog eens, voor
de zooveelste maal, de onjuistheid aan te
toonen van den fabel, als zoude onzerzijds
de gezindheid worden gemist om mee te
werken aan de to t- s tand -koming van
sociale wetten.
Te bejammeren blijft, dat de Kamer
zoo weinig heeft gevoeld voor het grond
wettige bezwaar, maar dit staat buiten de
©ooiale kwestie, en had o. i, gemakkelijk
kunnen worden weggenomen, indien niet
een deel der rechterzijde de voorkeur had
gegeven aan den ambtenarenstaat, boven
den rechtsstaat.
Wij vreezen, dat deze beslissing in de
toekomst zioh nog wreken zal.
UITLOTINGEN. Loten Paleis voor
Volksvlijt. Leening 1869, groot f 1,000,000.
Serietrekking van 1 Juni.
43 140 1674 1802 1857 2254 3450 3974 4011
4036 4119 4167 4476 4539 4689 5659 6968 0449
7091 7892
UITLOTINGEN. Rotterdamsche
Schouwburgloten. Trekking 1 Juni.
Serie 352 no. 32 f 500; serie 2284 no. 41
f 125; serie 3425 no. 74, serie 3791 no. 93,
serie 1650 no. 66, elk f 50; serie 2344 no. 18,
serie 2634 no. 27, serie 1595 no. 65, elk f 25;
serie 201 no. 5, serie 1095 no. 63, serie 2708
no. 92, serie 1125 no. 75, aerie 1185 no. 24,
serie 1125 no. 98, serie 2803 no. 93, serie
3649 no. 16, aerie 3112 no. 83, serie 3034
no. 23, elk f 12.50; serie 2128 no. 67, serie
3169 no. 42, serie 856 no. 92, serie 838 no.
33, serie 1953 no. 7, aerie 3188 no. 33, serie
1291 no. 33, aerie 3916 no. 7, serie 2651 no-
68, aerie 1644 no. TO, eerie 1682 no. 37, serie
3649 no. 56, elk f 10; serie 3366 no. 20,
6©rie 1220 no. 62, serie 1163 no. 48, serie
79 no. 62, serie 59 no. 64, aerie 3716 no. 63,
serie 1822 no. 36, serie 3390 no. 16, serie
1589 no. 79, serie 2793 no. 2, aerie 361 no. 5,
serie 1012 no. 89, serie 852 no. 48, serie
3063 no. 14, elk f 5.
Voorts 31 nummers f 2.50, terwijl serie
810 geheel werd uitgeloot.
den arm van zyn neef had gehangen, als om
hem van het een of ander vreeseiyks terug
te houden.
„Kinderen, komt hierheen, hier is het stil".
De gravin trad weer liet kleine Perzische
vertrek binnen, in welks phantastisch ver
sierden hoek een Indisch afgodsbeeld uit purper
en zyden borduursel grflnsde en aan welks
monsterachtig gezicht Rüdigers oogen als ge
boeid bleven hangen. Het afschuwoiyk beeld
kwam hem plotseling als een belichaming voor
van hetgeen hier in huis voorviel. Een onbeschry-
felijk gevoel van afschuw maakte zich van hem
meester en met ds handen voor zyn gelaat
wierp hy zich op een divan.
Hy kreunde zacht als een gewond dier.
De gravin ging naast hem zitten. Zy zuchtte
diep en streek zenuwachtig met haar slanke
hand over haar lila zyden japon. „Zy bestormde
my, zy was zoo hartstochteiyk, alles aan haar
schoen een koortsaohtige opwinding en Wilke
was zichzelf niet. Hy bemint haar zooals zy
hem, daar kunt gy van op aanl Moest ik dus
neen zeggen Gy kent myn voortdurende zorg
omtrent haar. Slechts in een huweiyk uit liefde
zie ik een veilige haven voor haar temperament.
En aan een vrouw, die op aandringen der
ouders je haar hand zou reiken, is je toch
niets gelegen, la 't wel, myn lieve, beste
jongen?"
Rudiger keek op. Een oogenblik scheen
het, alsof hij geen woord had gehoord van
hetgeen men tot hem had gezegd, doch.
plotseling voer hij uit, terwijl Jobst bezwe
rend zijn handen ophief: „Liefde? Ja, wat
gelooft gij allen dan? Waarheen heeft de
geheele toestand u toch gebracht? Liefde,
zegt u Hella heeft slechte één, slechts mij'
lief; zij heeft mij dat onlangs te Hohea-i
Dachau bekeoch (Wordt vervolgd.)