s$©B 15731. IiEIDSCH DAöBLAi}, ^ates-dag- 3 Juni. Eerste Blad. Anne 1911 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Hoor eÈgsn schuld. In een artikel P 1 a n n e t j e s zei ,,H e t /Tolk": Het besluit van de meerderheid der Ka- jjaer, de vorige week genomen, om nog in Ideze Kamerperiode, dus in Juni, de Tarief- psvet in de afdeelingen te behandelen, wordt aangevuld met een gerucht, dat men ook nog in dien tijd de Militie wet behandelen wil. Hierbij in aanmerking genomen, dat nog op de agenda der Kamer eenige wets ontwerpen staan als de eedskwestie, het Jekort der Rijksverzekeringsbank en eenige andere, benevens een paar interpellaties, en den langen duur van de behandeling ider Steenhouwerswet, die vooral door con servatieve bezwaren tegengehouden wordt, ,kan men tot geen andere conclusie komen dan dat de meerderheid de Militiewet er {door wil jassen zonder ernstige overweging ;on zonder ernstig debat. Dat de heeren der rechterzijde zich voor stellen, dat dit door de tegenstanders van Verzwaring der militaire lasten geduld zou worden, is uitgesloten. De bedoeling is een kuiven politieke, of eigenlijk een hoogst Onzuiver politieke. Als de anti-militaristi- feche partij in de Kamer zich tegen afraffe ling van deze Militiewet, die duizenden per- ponen méér in de kazerne brengt, en vol gens den voorsteller een l£ millioen gulden, volgens anderen, die geen belang h'ebben bij vermoffeling der werkelijke kosten, veel meer nieuwe geldelijke lasten op de natie leggen zal, verzet, dan gaat de recht- ■che pers aan 't schreeuwen, en het ramp zalige verloop van de behandeling der sociale wetgeving zal daaraan geweten gorden. Hoe het daarmee staat is anders duide lijk. In zake de ziekteverzekering veTklaart 'de commissie van voorbereidih|R die toch in meerderheid uit clericalen Bestaat, niet Voort 'te kunnen werken, dan nadat de Ka mer, door een discussie over eenige vraag punten, eenige ordening heeft gebracht in den chaos dien de heer Talma aan de Kamer heeft voorgelegd. Door zijn uitingen in zake bedrijfsziekte- verzekering heeft de Minister dien chaos Hog vergroot. De herziene Ongevallenwet, onontbeerlijk bin de aansluiting bij de ziekteverzekering |be beoordeelen, van een ontwerp daar van is nog niets to zien of te hooren. De Invaliditeitswet kan eerst in behan deling genomen worden, als dat alles in orde fs. Als de onmogelijke Radenwet valt bij de vraagpuntendisoussie, moet de beele boel omgewerkt worden, wat de organi satie betreft. Middelerwijl zit de Minister nog met de Bakkerswet, die, zooals het nu loopt, wel niet vóór October behandeld zal kunnen 'porden. En wat zal dan haar lot zijn, nu x*ifs dr. Kuyper zijn veto er over heeft (gesproken He schuld van al de«ze mislukking op an dereu te werpen, dat is nu het politieke belang van de tot wetgeven onbekwame Re gee ring en meerderheid. Vandaar zulke onmogelijke besluiten als •om liet tariefontwerp nu reeds, zoo goed als geheel onvoorbereid, in de afdeelingen te behandelen. Zelfs de Kamers van Koop handel en Fabrieken hebben zich nog niet kunnen uitspreken, de verschillende groe pen van belanghebbenden zijn op geen stukken na klaar met hun adressen en op merkingen, waarmee toch in de afdeelin gen rekening moet worden gehouden, wil er van een ernstige behandeling sprake zijn. Toch de afdeelingsbehandeling doordrij ven en een poging doen om de Militiewet er door te jagen! Het zijn fraaie plannetjes om de feitelij ke onmacht te bemantelen. Natuurlijk met het eenige resultaat, dat die onmacht nóg duidelijker aan het licht 'komt dan anders. Wij lazen in „De Nederlander" 'onder het hoofd 19 13: Spoed! Spoed- Spoed! Denk aan 1913! Voortdurend wordt dit, door een deel der Il6) Nog heden moest iedereen vernemen, dat zij meesteres van Lanke zou worden. En Gerald Wilke stormde, in zijn roes van ge lukzaligheid, voor geen overleg meer toe gang jvölijk, weg. Gravin Valerie was de eerste, die met de onstuimige bede werd overrompeld de verloving nog dienzelfden avond publiek te maken. „Maar, Hella, ik bid je, waartoe?" vroeg ïij geheel verbluft haar opgewonden doch ter. „Mama ik bezweer u 1 Ik heb zulk een >ogst, het moet nog heden zijn. Wilke wil dat ook. Stel u eens voor, wanneer het ons jtoorgen berouwdeZij huiverde alsof .''j het koud had. Gravin Valerie ontstelde. Haar docht sr jOoheen ziek te zijn, geheel vaD het verstand .beroofd. Was een vurige wensob van haar pervuld geworden en verkeerde zij nu m AOgst, dat zij het verworvene weer zou ver hozen? Of dreef de ijdelheid haar tot een j^ekelijke haast? Zij was echter beducht r°°r het hartstochtelijk karakter harer /dochter en £af toe. Ock beredeneerde zij bij pojzclve, dat deze kalmer zou worden, l/anneer men aan haar verlangen voldeed. j ai' hoe den graaf te bewegen? in zyn goede wijnstem- I 2 i zeide Hella kort on bondig, „en wan- er by morgen over de zaak nadenkt, komt ■D met zfjn neen te laat." •hn gy, Hella, zal het je nimmer berouwen? reohtsohe pers, Kabinet en rechterzijde toe geroepen. „De Standaard" gaat 2elfs zoo ver, van dag en datum vast te stellen, waarop de stukken gereed en het debat geëindigd behooren te zijn. En onlangs heeft mr. Van de Velde, on dervoorzitter der a.-r. club, in de Kamer deze tactiek gepoogd ingang te doen vin den, gesteund door den heer Duymaer van Twit. Men mag vragen of dit verstandig en of het rechtvaardig is. Verstandig. Volksleiders hebber, steeds de neiging de Kamerleden ala him werktuigen te beschouwen, die op min of meer forschen toon moeten worden toege sproken, indien zij zich niet geheel naar 's leiders inzichten gedragen. Maar wordt daarbij niet te vaak uit het oog verloren: lo. dat politieke lichamen zich zulke beje gening kwalijk laten welgevallen; 2o. dat, al moge de zweepslag soms gevoeld worden door de naaste getrouwen, hij op tegenstanders en op verder afstaanden vaak een effect heeft, tegenovergesteld aan dat, hetwelk bedoeld werd. Vooral een Nederlander is afkeert g van 's meesters plak. Rechtvaardig. Behoort een Kamer, hoort een Regeering allereerst te letten op den naderenden verkiezingsdag? Moet voor de meerderheid het politiek succes hoofd zaak zijn? Zoo ja, dan geldt dit natuur lijk eveneens voor de minderheid, en wordt het elders 2300 bekend en zoo slecht wer kend, bdj ons nog niet stelselmatig inge voerd obetructionisme gerechtvaar digd. Wij meenen ons op een ander standpunt te moeten plaatsen. Hoofdzaak is bij ons 's lands belang en 's lands belang valt sledhts in zoover samen met partijbelang, bepaaldelijk met partij-overmacht; als de partij goede wetten maakt. Goede wet ten nu plegen niet uit de mouw te worden geschud. Men kan wel eenvoudig alles blin delings goedkeuren en de minderheid laten praten, en niet onmogelijk is het, dat de groote massa zulk .doorjakkeren als krachtproef uitbundig toejuicht, althans bij de eerstvolgende verkiezing. Maar. in dien later de wet mocht blijken een blun der te zijn, welk voordeel zal dan bet land hebben gehad bij de partijoverwinning? Het Kabinet aan te sporen tot spoed heeft ook weinig zin. Alle christelijke Kabi netten, Mackay, Kuyper, Heemskerk hebben zeker niet xmndi.r ijverig gearbeid dan de Kabinetten van links. Geen hunner heeft tot stand gebracht wat zij zelf wenschten. Ook niet het Kabinet-Kuyper, dat slechts datgene tot een goed einde bracht, waarover, reeds voor zijn optreden alle rechteche partijen het eens waren, maar de sociale wetten eerst kort voor zijn aftreden indiende, en zelfs toen, spoeds halve, voor een groot deel zekere, nimmer onzerzijds aanvaardde theorieën aanvaard heeft. Niemand heeft destijds aangedron gen op spoed; men begreep, dat Kabinet en rechtsohe partijen hun plicht kenden. Waarom dan thans wel? Aan een artikel van „De Vaderlan- d e r" over den politieken toe- stand is heb volgende ontleend: Talma's weken als minister geteld? Wij gelooven er niets van. Om de eenvoudigs reden, dat Talma's heengaan de val van het kabinet, wellicht het uiteenspatten der coalitie zou beteekenen. Mr. Van Idsinga moge met zijn bekend jeugdig vuur fulmineeren over dien Talm a die hocus pocus speelt met de anti revolutionaire beginselen, dr. De Visser moge jammeren over de socialistische strek king van de Steenhouwerswet, mr. De Sa- vomin Lobman moge tegenover het ar beid s verbod aan den patroon ven fier, „dat nooit" laten hooren, politieke gevolgen heeft dat alles niet; Talma krijgt zijn Bak kerswet en zijn Stuwadoorswet er door, zooals hij zijn Steenhouwerswet er door zal krijgen, en het verzet van de ohriste- Iijk-historisohen tegen de verplichte InVa- liditeits- en Ouderdomsverzekering is al een zeer bijzonder goedkoope br&vour-aria, Allee komt zoo plotseling. Ik kan er my nog niet goed Indenken. Houdt gy zooveel van hem of lokt Lanke je?" „Mama, lk zal nimmer berouw hebben, lk zweer u datl" Het meisje klemde haar han den ineen en keek haar moeder als een om hulp smeekende aan. Zy moet hem liefheb ben, dacht de gravin, en die gedachte stelde haar gerust. De dames zaten in een Perzisch vertrek, ver van het rumoer van het bal. De muziek drong in enkele, onbestemde tonen tot haar door en slechts uit de aangrenzende kamer hoorde men het noemen der kaarten, zag men door een spleet van de portière in een nevel van rook en kaarslicht de roode gezichten der yverlge spelers. Nu werd de zware stof ter zflde geschoven, en naast Gerald Wilke verscheen graaf Wus- terode, eenigszins onzeker op zfjn beenen en met een glazige uitdrukking in syn oogen. „Ik heb den graaf verzocht ons eenige minuten te schenken," en vastberaden trad de heer van Lanke op Hella toe, die, als verschrikt, een weinig achteruit week en angstig vragend haar moeder aanzag. De gravin had, ofschoon zoo plotseling tegen over de beslissing gesteld, spoedig haar ge wone kalmte herkregen. Zy stond niet uit haar gemakkelyken stoel op, maar beduidde haar gemaal door een handbeweging plaats te nemen. De graaf keek als verwezen naar Wilke, die, Helia's arm door den zyne trekkend, zich ■mewkend voor hem plaatste. „Markus, deze beide jongelieden hebben je iets te zeggen," begon de gravin, „zy heb ben elkaar lief". Hella sloeg haar oogeu neer by deze bewering „en verzoeken om de toe stemming het verbond huns harten nog heden daar ze weten, dat van de openbare behan deling van dat wetsontwerp vóór 1913 al thans niets meer kan komen. En wie dan leeft, wie dan zorgt. Men kan Talma niet meer loslaten ronder de waarheid van het oude Hollandsche spreekwoord te ondervinden, dat, wie zijn neus schendt, zijn aangericht te na komt. En nu is het parool: met Talma door dik en dun en in wilden galop voort, en een zoo bezadigd man als dr. Nolens komt zelfs met den raad de Tarief wet er even door te jassen. Men heeft nu alles op die eene Talma-kaart gezet, en wil nu in twee jaren tijds gereedkomen met de Bakkerswet, Stu wadoorswet, Militiewet, Ziekteverzekering, Herziening-Ongevallenwet (die nog niet eens is ingediend), Tarief wet, Ouderdoms- en Invaliditeitsverzekering en de Kustver dediging De dolle spurt, die men thans neemt om Talma en zichzelven te redden, teekent. En al kan die vaart niet anders dan op ge vaarlijke buiteling uitloopen, welke prijs er op het behoud der coalitie wordt gesteld, wordt daaruit duidelijk. En de christelijk- historischen zullen waarlijk geen roet in het eten gooien. Over de vraag Waar stemmen onze zeevisschers? bevatte „De Standaard" een hoofdartikel, naar aanleiding van het door de heeren H. de Boer, W. H. Doomveld en honderd tachtig andere bewoners van Noordwijk aan den Minister van Binnenlandsche Zaken gericht adres, waarin verzocht wordt, dat zulk een wijziging der Kieswet in overweging mocht worden genomen, als het voor de zeevisscliers mogelijk maakte, om, zonder thuis te zijn, toch te stemmen. „D e Standaard" schrijft dan o. m. Natuurlijk blijft de vraag, hoe en op wat wijs in de bestaande leemte zal te voor zien zijn, voor meer dan één oplossing vat baar. Maar hoe uiteenloopend die oplos singen ook zijn zullen, toch staat vast, dat zij altoos in één van deze beide richtingen zullen liggen, óf dat men de stembus naar de zeevisschers, oftewel, dat men de zee visschers naar de stembus brengt. Het laatste komt overeen met wat nu reeds herhaaldelijk plaats greep, en zulks niet alleen met zeevisschers, maar evenzoo bijv. met de grondwerkers, die uit de streek van Lek en IJsel naar Engeland of Duitschland waren heengetogen, om een ondernomen werk te voleinden. Doch dit werd dan van particuliere zijde geregeld, en de kosten hiervan van particuliere zijde vergoed. Er werd dan een snelvarend stoomschip afgehuurd, dat de visscters bij de Shetlandsche eilanden afhaalde, ze stemmen liet, en een dag later weer naar de visschersvloot terugbracht. Daar feite lijk gebleken is, dat dit brengen van de visschers naar de stembus uitvoerbaar is, laat het zich denken, dat zulk een transport van Rijkswege georganiseerd werd, zoodat ieder er het profijt van kon trekken; en gesteld, dat hieraan een f 20,000 weggin gen, dan zou dat nog geen verloren geld eijn, in zooverre het de eere var^ den wet gever verhoogde. Een wetgever toch ïs althans de eerstgeroepene, om de uitvoe ring van zijn eigen wet mogelijk te maken. Maar zeer zeker komt ook in aanmer king de tweede oplossing, die werd voorge slagen, en die hierin bestond, dat de Over heid de stembus bracht naar de streek, waar de zeevisschers hun bedrijf uitoefen den. Op tweeërlei wijze laat zich dit den ken, óf door hulp van het Consulaat, óf door het zenden van stembussen op een klein oorlogsschip. Bij een Consul thuis ïs men op Nederlandsoh grondgebied, onder onze vlag. Er zou dus niets noodig zijn, dan een exceptie in de wet op te nemen, en evenzoo staat het met een oorlogsschip om zeevisschers op de hooge zee op afzon derlijke wijze hun stemrecht te doen uit oefenen en de verdere regeling hiervan aan een algemeenen maatregel van bestuur voor te behouden. Vóór zijn vertrek kon elk vissoher dan een bewijs van zijn stemge- rechtigdhoid 0p de Secretarie van zijn woon plaats in ontvangst nemen. De stemming kon plaats hebben op denzelfden dag en bekend te maken; wel een weinig haastig, dat geef ik. toe, maar toch gerechtvaardig!, wyi hun harten zich nu eenmaal hebben ge vonden." De gravin stond by deze woorden op en trad op haar bleeke dochter toe. „My'n lief kind," zeide zy teeder, „ik wenach je alle* mogelijke geluk." Zy omhelsde het bevende meisje. Graaf Markus was nog altyd goheel ver- bysterd. „Maar, maar, ik begryp er niets van, gy, mynheer Wilke?" Gerald Wilke boog diep. „Ik zal uw doch ter behoeden als myn kostbaarste schat, graaf. Ik Zyn stem begaf hem van hevige ontroering. „Ja, maar myn doohter ia sigeniyk immers reeds „Ik bid je. Markus!" viel de gravin hem in de rede, „wilt gy je kind aan een Idee op offeren, het welk gy van af haar kinderjaren hebt gekoesterd? Is Heila's hart niet de be slissende factor? Neen, ik heb slechts haar geluk op het oog. En lk stel vertrouwen in haar keuze. Men wordt niot volwassen om kinderdroomen te verwezenlijken." „Mama". Het meisje wankelde naar voren en zou op den grond zyn gevallen, als Wilke haar niet in zijn armen had opgevangen Getroffen door deze ongewild teedere 6cène, stamelde de oude heer: „Wanneer gy meent, Valerie En zoo gebeurde het, dat graaf Wusterode om één uur 'a nachts, juist toen de eerste rytuigen voor het slot stilhielden, ten einde hun eigenaien naar huis te brengen, het ver baasde, hoogst vei raste gezelschap do ver loving van zyn dochter Hella met den Heer Gerald Wilke van Lanke meedeelde. Spoedig volgde op de doodel;jke stiite oen luidruchtig gelukwen8chon en liet klinken van glazen. op dezelfde uren als in het vaderland. En na afloop kon de uitslag, die verkregen was, nog diemzelfden dag naar het hoofd bureau worden overgeseind. Toch zou het ons winste dunken, zoo men den Consul er buiten kon 'laten, omdat het lang niet altoos vaststaat, dat de Con sul een Nederlander is, en dan zou het eenige bezwaren kunnen geven, om hem zoo gewichtige ambtshandeling in verband met het Binnenlandsch bestuur op te dra gen. Ter verzekering van goede orde en regel hechten we daarom meer aan de uit zending van een klein oorlogsschip, met civiele gedelegeerden aan boord. Deze ge delegeerden zagen we dan liefst benoemd door den gemeenteraad van de eerste ge meente in heel het district. Toch raakt dit alles détails, die zich wel vinden laten. Hoofdzaak is maar, dat de wet een middel scheppe, om in meer dan één district de feitelijke uitsluiting van het kiesrecht, die nu plaats grijpt, op de meest doeltreffen de wijze te voorkomen. Het Unie-liberale weekblad „De Va der ander", ontevreden over de jongste benoeming van een rechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage, die van den heer Van Rhede van der Kloot, die als rechter te Dordrecht in de Papen- dreohtsche zaak reden tot scherpe critiek gaf geeft van onze rechterlijke macht do volgende teekening: Onze rechters doen, alsof 7'j op den Olym pus tronen en als goden onder ons menschen rondloop en. Wie deze uitspraak overdreven acht, neme eens kennis van het leven der rechterlijke ambtenaren in een kleine plaats. In onze groote steden gaan zij na tuurlijk onder de menigte verloren. En dan zal hij zien, dat geen dokter zoo bekwaam, geen predilkant zoo humaan, geen notaris zoo gezien kan zijn» dat hij in de conver satie van deze heeren wordt geaccepteerd dat zijn allen minderwaardigen, bij den rechterlijken ambtenaar vergeleken, ook al is het maar een substituut-griffiertj e bij een kantongerecht. En niets is er dan x>k, wat onze rechters zoo het summum van onbehoorlijkheid vin den, als dat er critiek op hun gesties wordt geoefend, en vooral als zulks door de Twee de Kamer wordt gedaan. En zij vinden dat nog niet zoo erg, als dat geschiedt bij mon de van den geaohten afgevaardigden uit Zaandam; de heer Duys is sociaal-demo craat en daar is immers alles van te wach ten. Maar nu over het optreden der rech terlijke macht in de Papendrechtsche zaak critiek is geoefend door mannen als Van Hamel, Limburg, Goeman Borgesius, De Savornin Lohman, Van Wijnbergen, enz., nu is het heilige huisje al te zeer aange rand, en nu moest die rechterlijke macht eens zeer duidelijk laten zien, dat die cri tiek door haar niet geduld wordt en van nul en ge ener waarde wordt geacht. Het „H a n d e 1 s b 1 a d" heeft een arti kel naar aanleiding van het vaccin e-de- bat, dezer dagen in de Kamer gehouden. Het zegt: Voor ons is deze geheel© zaak van vac- cinedwang in eerste instantie een tedhnisoh medische zaak. Is een ongevaccineerd per soon al dan niet een gevaar voor zijn me deburgers, zou het voor de volksgezondheid een groot gevaar zijn, indien op aanmer kelijke schaal het vaocineeren werd nagela ten En verderIs het gevaar voor andere infecties bij de koepokinenting van beden- kelijken aard? Het schijnt, dat nog steeds c! 3 beide eer ste vragen door do overgroote meerderheid van geneeskundigen bevestigend worden beantwoord; de laatste vraag ontkennend. Zoolang dit het geval is, achten wij het recht en plicht van den Staat de burgers te dwingen zich een ongevaarlijke bewer king te laten welgevallen, om daardoor op te houden een gevaar voor anderen te zijn. Voegen wij er echter bij, dat deze mee- ning omtrent de overtuiging van de meer derheid dei' geneeskundigen uitsluitend be rust op het feit, dat uit geneeskundige kringen geen protesten tegen vaccinedwang opkomen. Mevrouw von Zenkow «eide: „Wat sluwl Neon, wat gemeen en sluw!" En de vrouw van den landraad fluisterde haar buurdame toe: Myn Hemel en ik dacht, dat het de neef zou worden!' En gravin Reichonau wilde zich geheel verbaasd tot haar cavalier wenden met het verzoek om opheldering; maar Ru- diger was van haar zijde verdwenen. H(j zocht Hella. Was hy waanzinnig of waren het de anderen? Zyn knieën knikten, zyn gedachten joegen wild dooreen. Dit schan daal l Maar de gesproken woorden moesten teruggenomen worden, om het even hoe. Jobst kwam hem tegen„Ik bid je, Rudiger, wist gy het?" Maar de arglooze jonge man schrikte van den blik' van zyn neef. „Waar is de moeder?" klonkt het hem be paald dreigend tegen. „Rudiger, om 's Hemelswil, staat het zoo? Bolieersch je, geen schandaalMorgen komt alles terecht. Het is ongolooflykt Ik ver trouwde myn ooren niet. Ik zeg je..." „De ulaan haspelde de woorden zonder zin door elkaar in doodelyken angst voor zich zeiven, zyn neef, voor de geheele familie. „Schandaal? Heel goed! Dat is immers reeds aan den gang! Ik heb het niet in de wereld gebraoht. Maar daar Ia tante Valerie. Ik bid u, tante, een enkel woord!" De gravin, die juist uit een druk pratenden kring trad, kwam op haar neef toe. „Rüdiger, besto jongen, trof het je geheel onvoorbereid?" fluisterde zy, terwyi zy hem haastiger dan anders haar gewoonte was, uit het bereik van nieuwsgierige oogen en ooren trok. „Tanto, ben ik gek, of zyt gy lieden het? Wat beteekent dit allee? Kan u het my verklaren?" Zyn knap, donker gelaat trilde letterljjk van hartstocht en woede. „hüdiger," smeekte de ulaan, die zich aan Het blad meent, dat de beantwoording der drie gestelde vragen ook voor de be strijders van den dwang van hoog belang is, terwijl, zegt het, ook wij,- isdien wij niet meer konden gelooven, dat de overgroote meerderheid der deskundigen met volle overtuiging de drie te stellen vragen in den boven aangegeven zin zou beantwoorden, niets liever zouden wenschen dan te doen vervallen de verplichting voor ouders om zuigelingen of teere jonge kinderen vrijwil lig te besmetten met de ziektestof van een onaangename en pijnlijke ziekte, die in elk geval de gezondheid van het kind tijdelijk achteruifczet. We moeten e 'iter erlkennen, dat de le zing van de redevoeringen van den minis ter van binnenlandsche zaken en van den heer De Savomin Lohman ons hebben doen vragen: Is het ook mogelijk, dat de alge- meene overtuiging omtrent de noodzaak van vaccinedwang op sleur en napraterij berust, ook bij de deskundigen, naar wier meening wij ons voegon? Nadat het blad dan verder mededeelingen doet uit de rede van den heer Lohman, merkt het op, dat de vaccinedwang in En geland, net omgekeerd als bij 0113, door de vrijzinnigen wordt bestreden, en het komt tot deze conclusie: Daar minister Heemskerk zóó geringsdhat- tond oordeelt over het nut van vaocine- dwang, lijkt het wel op den weg van den Minister t© liggen een deskundige Staats commissie te benoemen, die den vaccine dwang eens ernstig bestudeert en de op merkingen van de oommissie uit de Kamer beantwoordt. Onder het hoofd. Steenhouwers wet zegt „De Nederiande r": De steenhouwerswet is dan afgehandeld. Wel moet de eindstemming nog plaats hebben, maar de aanneming i9 verzekerd, dank zij de wegneming van een der hoofd bezwaren, de belemmering van den vrijen arbeid, tot de wegruiming waarvan onze Ohr. Historische Kamerleden, met name dr. De "Visser, het hunne hebben bijgedra gen. Wij memoreer en dit om nog eens, voor de zooveelste maal, de onjuistheid aan te toonen van den fabel, als zoude onzerzijds de gezindheid worden gemist om mee te werken aan de to t- s tand -koming van sociale wetten. Te bejammeren blijft, dat de Kamer zoo weinig heeft gevoeld voor het grond wettige bezwaar, maar dit staat buiten de ©ooiale kwestie, en had o. i, gemakkelijk kunnen worden weggenomen, indien niet een deel der rechterzijde de voorkeur had gegeven aan den ambtenarenstaat, boven den rechtsstaat. Wij vreezen, dat deze beslissing in de toekomst zioh nog wreken zal. UITLOTINGEN. Loten Paleis voor Volksvlijt. Leening 1869, groot f 1,000,000. Serietrekking van 1 Juni. 43 140 1674 1802 1857 2254 3450 3974 4011 4036 4119 4167 4476 4539 4689 5659 6968 0449 7091 7892 UITLOTINGEN. Rotterdamsche Schouwburgloten. Trekking 1 Juni. Serie 352 no. 32 f 500; serie 2284 no. 41 f 125; serie 3425 no. 74, serie 3791 no. 93, serie 1650 no. 66, elk f 50; serie 2344 no. 18, serie 2634 no. 27, serie 1595 no. 65, elk f 25; serie 201 no. 5, serie 1095 no. 63, serie 2708 no. 92, serie 1125 no. 75, aerie 1185 no. 24, serie 1125 no. 98, serie 2803 no. 93, serie 3649 no. 16, aerie 3112 no. 83, serie 3034 no. 23, elk f 12.50; serie 2128 no. 67, serie 3169 no. 42, serie 856 no. 92, serie 838 no. 33, serie 1953 no. 7, aerie 3188 no. 33, serie 1291 no. 33, aerie 3916 no. 7, serie 2651 no- 68, aerie 1644 no. TO, eerie 1682 no. 37, serie 3649 no. 56, elk f 10; serie 3366 no. 20, 6©rie 1220 no. 62, serie 1163 no. 48, serie 79 no. 62, serie 59 no. 64, aerie 3716 no. 63, serie 1822 no. 36, serie 3390 no. 16, serie 1589 no. 79, serie 2793 no. 2, aerie 361 no. 5, serie 1012 no. 89, serie 852 no. 48, serie 3063 no. 14, elk f 5. Voorts 31 nummers f 2.50, terwijl serie 810 geheel werd uitgeloot. den arm van zyn neef had gehangen, als om hem van het een of ander vreeseiyks terug te houden. „Kinderen, komt hierheen, hier is het stil". De gravin trad weer liet kleine Perzische vertrek binnen, in welks phantastisch ver sierden hoek een Indisch afgodsbeeld uit purper en zyden borduursel grflnsde en aan welks monsterachtig gezicht Rüdigers oogen als ge boeid bleven hangen. Het afschuwoiyk beeld kwam hem plotseling als een belichaming voor van hetgeen hier in huis voorviel. Een onbeschry- felijk gevoel van afschuw maakte zich van hem meester en met ds handen voor zyn gelaat wierp hy zich op een divan. Hy kreunde zacht als een gewond dier. De gravin ging naast hem zitten. Zy zuchtte diep en streek zenuwachtig met haar slanke hand over haar lila zyden japon. „Zy bestormde my, zy was zoo hartstochteiyk, alles aan haar schoen een koortsaohtige opwinding en Wilke was zichzelf niet. Hy bemint haar zooals zy hem, daar kunt gy van op aanl Moest ik dus neen zeggen Gy kent myn voortdurende zorg omtrent haar. Slechts in een huweiyk uit liefde zie ik een veilige haven voor haar temperament. En aan een vrouw, die op aandringen der ouders je haar hand zou reiken, is je toch niets gelegen, la 't wel, myn lieve, beste jongen?" Rudiger keek op. Een oogenblik scheen het, alsof hij geen woord had gehoord van hetgeen men tot hem had gezegd, doch. plotseling voer hij uit, terwijl Jobst bezwe rend zijn handen ophief: „Liefde? Ja, wat gelooft gij allen dan? Waarheen heeft de geheele toestand u toch gebracht? Liefde, zegt u Hella heeft slechte één, slechts mij' lief; zij heeft mij dat onlangs te Hohea-i Dachau bekeoch (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5