JTo. 15731. XaËIDSCH DAG-BErtLB, Zaterdag* 3 Juni.Derde Blad, Anno 1911,
Buitenlandseh Oyerzieht
FEUILLETON.
Öoop sckSd.
tatisch apparaat, namen te middag de
Koning en de Koningin plaats. Er was
geen geleide van scharlaken pikeurs of van
kloefklepperende eeresehadronnen. Er was
geen politie. Er was niemand. Alleen de
kales en daarin, als goede, niets vreezende,
simpele burgers Z. M. Albert I en M.
Elisabeth, de goedhartige...
En zoo gingen zij toeren in- Brussel, in de
aristocratische hooge stad, maar ook in
de Lage Stad, waar huist en krioelt het
neringdoende gepeupel. De Koningin, die
zeer teer is, bloosde lichtelijk. Zij zag er
goed uit in weerwil van hare tengere,
brooze, graciellieid. Zij glimlachte gelijk
altoos.
En het volk, waar zij ging, groette ge
lukkig en jubelde. Het volk riep haar zijne
voldane vreugde toe. Men wierp haar
bloemen te gemoet. De kales was vol met
bloemen..."
Ook uit andere berichten blijkt met welk
een groote vreugde de Brusselaars dezen
eersten rit der beminde koningin na haar
ziekte hebben begroet.
In de Italiaansche Kamer is
gisteren aan de orde geweest een ontwerp
tot het toekennen van een levenslange uit-
keering aan de veteranen. De bespreking
was aanleiding tot een indrukwekkende va
derlandslievende betooging. Careano stelt
de regeeïing voor, het ontwerp met alge-
meene stemmen aan te nemen. De minis
ter van oorlog sluit zich bij dit voorstel
aan. De voorzitter hield daarop een rede,
waarin hij hen, die voor de onafhankelijk
heid van Italië streden, eerde. Alle leden
verhieven rich van hun zetels, om hun in
stemming te betuigen. Het ontwerp is aan
genomen.
De telegrammen brachten gisteren bericht
omtrent een noodlottige ontploffing,
die de vesting La Lorna, nabij Mana
gua, in de Midden-Amerikaansche Repu
bliek Nicaragua, heeft verwoest en
waarbij 150 menschen zijn omgekomen.
Men sdhijnt hier te moeten denken aan een
complot, en de regeering treedt krachtig op
tegen de personen, die zij medeplichtig
waant aan den aanslag. Hoewel in de des
betreffende telegrammen bepaaldelijk van
„de vesting La Lorna, sprak© is, verneemt
de „Berliner Lokalanzeiger, dat een zooda
nige vesting bij Managua niet bestaat. De
zegsman van den „Lokalanzeiger" houdt
het er dan ook voor, dat het tuighuis zal
zijn in de luoht gevlogen. Dat tuighuis staat
(of stond) dicht bij het regeeringspaleis,
hetgeen zou verklaren, dat naar het in
de telegrammen heet laatstgenoemd ge
bouw ernstig beschadigd werd. Reeds den
loden Februari had men gepoogd, het tuig
huis met dynamiet te vernielen. Bij die ge
legenheid was het der regeering echter ge
lukt het grootste deel der munitie in veilig
heid te brengen.
De zegsman van den „Lokalanzeiger"
vreest, dat men weer eens aan het begin
staat van een nieuwe revolutie in Nicara-
gue, waarbij het gaat tusschen de partij
van den afgetreden president Estrada en
die van den huidigen d'gnitaris Adolfo
Diaz.
Estrada's aanhang noemt zich liberaalde
medestanders van Adolfo Diaz heeten con
servatieven.
Als een staaltje van de Marokkaan-
sche zede diene het volgende.
De „Times''-correspondent te Tanger
meldt, dat een gedeelte Van de Sheriffijn-
sche bezettingstroepen den 21 sten Mei (den
dag dus, dat generaal Moinier de stad ont
zette) Fez uittrokken, om do bewoners van
een op twee uur afstand gelegen dorp te
tuchtigen voor den moord op een paar koe
riers.
Bij die gelegenheid moeten de inlandsche
soldaten 't plaatsje Lemta, waar vele rijke
kooplieden uit de hoofdstad hun buitenver
blijven hebben, eenvoudig hebben uitge
moord. En dit, niettegenstaande de bewo
ners de verzekering hadden gekregen zoo
wel van de Makhzen als van de Fransche
officieren en den Franscken consul, dat
hun geen leed zou geschieden.
Alle huizen zijn platgebrand, het vee ïs
naar de hoofdstad gedreven. En, hoe onge
looflijk het moge klinken, ongeveer tachtig
vrouwen en kinderen zijn te Fez in het
openbaar als slavinnen verkocht. Verschil
lende door Engeland beschermde inlanders
hebben zware verliezen geleden. Het ge
beurde heeft natuurlijk allerwegen een zeer
slechten indruk gemaakt.
Moulay Hafid schijnt het er op toe te leg
en, dat zoo weinig mogelijk stammen hun
onderwerping aanbieden, om zoodoende een
strafexpeditie door 14 ansche troepen uit
te lokken.
Endegeest" en „Rhyngeest."
Verschenen zijn de verslagen over het jaar
1910 van het krankzinnigengesticht „Endo-
geest" en het sanatorium „Rhyngeest", uit
gebracht door den geneesheer-directeur dr.
J. van der Kolk.
Wij ontleenen daaraan het volgende:
Endegeest.
Waren in het naiaar van 1909 de door
het vertrek naar het Rott. krankzinnigenge
sticht „Maasoord" van 20 mannen en 10 vrou
wen open gekomen plaatsen onmiddellijk in
genomen, dit was niet hot geval toen in de
lsto helft van 1910 de nog aanwezige an
dere voor rekening van de gemeente Rotter
dam verpleegde 14 mannen en 36 vrouwen
naar „Maasoord" wei-den overgebracht.
Op de manncuafdeeling werd de leege ruim
te, die niet bijzonder groot was, vrij spoe
dig gevuld; op de vrouwen-afdeeling ge
beurde dit echter niet. Het aantal onbezette
vrouwenplaatsen bedroeg gedurende meer
dere maanden meer dan 30 financieel na
tuurlijk zeer nadeelig voor het gesticht. Met
toestemming der R^georing werd een der
beide tot verpleging' van vrouwen bestemde
hulppaviljoens voor verpleging van mannen
ingericht. Op 31 December 1910 bedroeg liet
aantal mannen 185 en het aantal vrouwen
186. Het aantal niet bezette plaatsen op de
mannen-afdeeling bedroeg 4, dus oen ge
woon getal, doch op de vTpuwen-afdeeling 24.
Hoewel dit nog een ongewoon cijfer is, twij
felt de directeur niet, of in den loop van
het volgend jaar zal de normale toestand
wéder intreden en het gesticht als vroeger
weer geheel bezet. zijn.
Zooals men weet, besloot do Raad in na
volging van de gestichten van het Rijk en
van die der Vereen, tot Christ, verzorging
van krankzinnigen van 1 Jan. 1911 af het
verpleeggeld met f 20 te verliobgen en deze
met het kleedgeld van f 30, de verpleegkos-
ten te brengen op f 350. De verschillende
gemeentebesturen en particulieren voegden
zich naar deze nieuwe voorwaarden.
Voor de in aanbouw zijnde Idiotenpavil-
joens "zullen als gevolg der hoogere bouw
kosten de verpleegden iets meer, nl. f 360,
bijdragen.
Ho bouw dezer paviljoens, die in Maart
werd begonnen, vorderde sneller, dan ver
wacht was, zoodat het in het vorige jaar
verslag geuite vermoeden, dat de opening
niet vóór Januari 1912 zou kunnen geschi'>
den, waarschijnlijk niet juist zal blijken to
zijn. Als de houw even voorspoedig blijft
gaan als tot nog toe en cok hij do inrich
ting geen tegenspoed wordt ondervonden, mee-
nen de bouwmeesters den dag, waarop de
eerste patiëntjes opgenomen kunnen worden,
veilig op 1 September 1911 te kunnen stel
len.
De gezondheidstoestand van de verpleeg
den was bevredigend.
Het sterftecijfer, dat het voorafgaande
jaar, in 't bijzonder voor de Vrouwen-af-
doeling, abnormaal laag was geweest, be
droeg in 1910, 36, voor eene inrichting
met ongeveer 400 verpleegden, in verband
met de geringe sterfte in 1909 niet ab
normaal hoog.
Uit in het verslag opgenomen tabellen
blijkt, dat de slechte bezetting niet te wij
ten is aan een achteruitgang van de op
namen; deze bedroegen in 1910 toch 25
meer dan in 1909, doch aan het grooter
aantal vertrokkenen (waaronder de geëva-
cucerden) en overledenen, respectievelijk
105 en 36, tegen 67 en 15 in 1909.
Het aantal verpleegdagen bedraagt dan
ook slechts 135337 tegen 144966 in 1909,
d.i. een verschil van 9629 dagen, wat, de
verpleegdag op f0.85 berekend, een groot
financieel nadeel beteekent (f 8365).
Van de permanente baden werd ook nu
weer veel gebruik gemaakt.
In 't geheel werden op deze wijze ver
pleegd 61 verschillende patiënten met 1085
Wij hebben reeds een vorige maal gewe-
gaa öp het eigenaardig verschijnsel in de
Duitsohe politiek, dat de partij,
die eigenlijk de regeeringspartij is, nL de
conservatieve, bij alle groote wetsontwer
pen van den laatsten tijd de regeering te-
genwerjkt. Wij herinneren aan de grond
wet voor Elzas-Lotharingen en aan de lijk-
verbrandingswet.
Zooals wij gisteren meedeelde zijn echter
de conservatieven blijkbaar plus royalist©
que le roi, want de Keizer heeft zijn inge
nomenheid met de tot-stand-koming van de
Grondwet niet onder stoelen en banken ge
stoken.
In een eigenhandig schrijven aan d©
Rijkskanselier, heeft hij zijn hoog© ingeno
menheid betuigd met de aanneming van do
grondwet voor Elzas-Lotharingen en de
rijksverzekeringswet en heeft hij hem te
kens zijn portret ten geschenke gegeven.
Het eigenaardige van deze danlkbetuiging
is nu, dat de Keizer door zijn hooge waar
deering van de staatsmanskunst van Beth-
mann Hollweg, gebleken uit de verdediging
der beide wetten de conservatieve partij
desavoullert, wier voorman v. Oldenburgh
het grondwetsontwerp van Elzas-Lotharin
gen, waaraan de Keizer zoo groote waarde
blijkt te hechten, als een kaakslag voor de
eer en het aanzien van Pruisen heeft ge
kenschetst.
De conservatieve bladen drukken dan oo&
bet schrijven van den Keizer eenvoudig af,
zonder daaaan eenige opmerking vast t©
knoopen.
Wij maakten gisteren melding van een
onthulling van de „Figaro" over een
.twist, welke in een der laatste zittingen
van den Eranschen minister
raad zou zijn ontstaan tusschen de mi
nisters van marine en van buitenlandsche
zaken naa aanleiding der Marol'ko-politiek.
Een Havas-bericht van den volgenden
inhoud spreekt de mededeeling van de
„Figaro" tegen: „In tegenstelling met een
bericht in een der ochtendbladen kunnen
•wij verklaren, dat geen enkel twistpunt
gerezen is tusschen de leden van het kabi
net over de Marokko-politiek."
De „Figaro" neemt de/.e tegenspraak op
met de toevoeging, dat het blad het er
voorloopig bij laten zal.
De wrijving echter, welke Havas ontkent
dat zou bestaan tusschen bedoelde minis
ters, maakt het gesprek uit van alle wel
ingelichte politieke personen, verzekert de
„Figaro" vervolgens. Het blad wil zich
thans bepalen tot de mededeeling, dat de
heer Delcassé het zich zeer aangetrokken
heeft.niet ad interim belast te zijn gewon
den met de portefeuille van oorlog, en dat
hij het minister Oruppi niet vergeeft met
dio eer te zijn gaan strijken.
-Bovendien, vanaf de samenstelling van
het Kabinet hebben de ministers Delcassé
en Cruppi het niet met elkaar kunnen vin
den. Do eerste had gedacht in den heer
Oruppi iemand te zullen vinden, die zich
zou haasten zijn aanwijzingen op te vol
gen. Doch de minister van buitenlandsche
zaken heeft zijn collega van marine spoedig
aan het verstand gebracht, dat hij niets
moest hebben van diens politiek van gehei
me verdragen en afspraken.
Bij de beraadslaging over interpellaties
betreffende de toepassing van de wet op
cle arbeiderspensioenen, heeft
de Senaat de volgende motie aangenomen:
De Senaat houdt zich aan het beginsel
van drieledige bijdragen nl. van patroons,
werklieden en den Staat, vertrouwt dat de
regeering de wet op de arbeiderspensioenen
met evenveel voorzichtigheid als flinkheid
toepassen, rekent op haar, dat zij de
Wijzigingen zal voorstellen, waarvan de er
varing de noodzakelijkheid heeft aange
toond en gaat over tot de orde van den
dag.
De bevolking van Brussel heeft giste
ren zich kunnen overtuigen dat de Ko-
n i n g i n zoo goed als hersteld ïs.
De oorrespondent van het „Hbl." be
schrijft dit als volgt:
>«In een eenvoudige kales, zonder majes-
16)
Hetgeen hier voorgevallen is, is
slechts een van haar vreeselijlkë gril
len, haar hartstochtelijke zijsprongen, iets
onzinnigs, waartoe zulk een hoogmoedig,
licht beleedigd vrouwengemoed in staat is.
Boe kon u, hoe durfde u..."
ijO," Rudiger, gij maakt mij krankzinnig,"
kermde de gepijnigde vrouw, voor wier
geestesoog de sluier zich langzaam scheen
op te heffen.
„Niet mogelijk," mompelde de ulaan
ontzet.
„Wanneer er nog iets aan te doen is,
dan spoedig, onverwijld. Waar ïs zij?"
vroeg hij bijna barsch.
„Doe nu niets, o, doe niets," jammerde
de gravin geheel buiten ziehzelve. „Ik wil
Jet niet gclooven; ik kan het niet gelooven.
i j niiskent haar, je liefde doet je dit ge-
moven, wijl gij het gaarne wilt! Ja, wijl
gij niet anders kunt, Rudiger I"
„Geloof wat u wil, tante," kwara het
etter en hard van zijn lippen, „ik zal doen
*at de plicht mij gebiedt!" En opspringend
snelde hij de kamer uit.
Bn geen van beiden waagde het hem te
VolfTAQ
Benige oogenblikken later zag hij, tegen
en post der zaaldeur geleund, haar dan-
met haar bovenlichaam een weinig
achterover gebogen, alsof zij zich tegen
c'i arm, die haar omvatte, wilde verwe
ren. Hij kende deze weerspannige houding
zoo goed 1 Hij" had die immers altijd be
dwongen, met een zachte, tee deren druk,
totdat zij zich geheel gaf. Slechts hij, hij
alleen kende dit goede, trotsche, kinderlijke
hart. Wat wisten de anderen van haar af?
Wat die blonde man met de'strakke, blau
we oogen. En plotseling kwam hem alles,
wat er gebeurd was, zoo onwaarschijnlijk
voor, zoo onbegrijpelijk, als een dwaze
voorstelling van zijn opgewonden phanta-
sic, geheel buiten het bereik van alle moge
lijkheid.
Zijn kind, zijn meisje, zijn lieve heide
bloem, met wie hij opgegroeid, in wier hart
hij ingegroeid was. Men had hem van haar
verjaagd door malle, grove plagerijen,
door leelijke opmerkingen en toespelingen
op dingen, welke reeds lang tot het verle
den, tot een lichtzinnige periode in zijn
jonge jaren behoorden. Maar hij zou haar
weer in zijn armen lokken, geheel en al in
zijn armen, en haar nimmer meer uit zijn
oogen laten. Hohen-Dachau doemde voor
hem op en de groene hoekkamer met de
gonzende theemachine, waarachter hefc ge
liefde, blonde hoofd zichtbaar werd, ter
wijl de donkere oogen hem heimelijk
schuchter groetten. Zijn tehuis, rijn vrouw I
Hella, zijn Hella!
„Deze verloring is als een bliksemstraal
uit een helderen hemel!" zeide een door
den neus sprekende luitenantsstem. „Een
liefdesaffaireNu, zij doen beiden geen
slechten ruil
„Dat ben ik niet met u eensantwoord
de een welluidende stem, waaruit men de
misnoegdheid over deze opmerking hoorde.
„Ik vind het zeer, ja zeer betreurens
waard, dat deze lieden, dank zij hun mil-
lioenen, huwelijken doen met dochters uit
de aanzienlijkste families van het land. Wij
hebben onzen ondergang aan onszelven te
danken. Van een goeden ruil kan dus geen
sprake zijn."
„Nu, gij zijt toch maar Wat gaarne bij
de" feesten op Lanke," merkte de door den
neus sprekende luitenant spottend op.
„Zeker," antwoordde de ander, „waar
om ook niet? Maar omdat wij de gasten
van een rijken parvenu zijn, zijn wij toch
niet verplicht aan hem onze dochters of
zusters te geven
Rudiger was ontwaakt. Hij rilde even
en verwijderde zich uit de buurt der spre
kers. De geheele erbarmelijkheid van zijn
toestand stond hem weer voor oogen en
daaraan paarde zioh een hevige toorn
jegens het meisje, dat hen beiden ellendig
wilde maken. Hij beproefde door een klei
nen corridor aan den anderen kant del'
zaal te komen, waar zij uit de rijen der dan
sers was getreden. Hij moest haar spre
ken! Hij mocht geen uur langer wachten.
Zij zou pas morgen naar Wusterode terug-
keeren en dan, ja, dan kon het werkelijk
te laat zijn! Te laat! Neen, hij gevoelde,
dat hij op dat ocgenbhk den geheelen om
vang van dit woord niet in al zijn bitterheid
besefte. Dat zou pas komen in dien langen,
langen tijd, welke volgen moest. Dan eerst
zou de eene dag na den anderen met een
halsstarrigheid, welke tot in de ziel sneed,
het onherstelbaar verlies prediken, totdat
het hart eindelijk al zijn levensmoed had
verloren.
En eindelijk, wanneer het verlangen zich
moede geweend had, dan kwam de koele
berusting en de rest zou een naamlooze
eenzaamheid zijn.
b'addagen van 24 uur, zoodat de 4 badkui
pen nagenoeg voortdurend bezet waren.
Slechts in September meest het bedrijf
voor het schoonmaken van réservoirs, ke
tels enz. 14 dagen stop gezet worden, zoo
dat badbehandeling Aldaar tijdelijk onmo-.
gelijk was.
De langste badduur voor één patiënte
was 119 dagen, terwijl het grootste aantal
dagen voor onafgebroken verblijf in het
bad voor vier verpleegden respectievelijk
bedroeg 94, 60, 53 en 35 dagen en nachten.
De sterkte van het verplegend perso
neel bleef gelijk; deze bleef bedragen 42
verpleegsters en 12 verplegers. Het muta-
tïecijfer was grooter dan ooit en bedroeg 21
voor de zusters en 15 voor de broeders
d.i. 66 pCt. van het geheele aantal ver-,
pleegden.
Minder nog dan de zusters houden de'
broeders zich aan eenigen termijn en een
groot gedeelte gaat weg, wanneer hun dat
belieft. Het gehalte van dit personeel laat
nog steeds te wenschen over.
Behalve de exploitatie van tuin en boom
gaard houdt men ook. varkens en kippen.
Met de varkens ging 't, hoewel men
door hun overbrenging naar ;,Rhyngeest"
het bedrijf tijdelijk staken moest, fortuin
lijk; men verloor slechts één big aan een
keelgezwel. De bruto-opbrengst bedroeg
van 27 gemeste varkens f 1454.03.
Uitgegeven werd aan roggemeel f 231,
aan ligstroo f 85.50 en aan 24 biggen
f 357.05, d.i. totaal f 673.55, zoadat een net-,
to-winst gemaakt werd van f 780.48, behal
ve de mest.
Heel slecht ging 't daarentegen met de
hoenders, blijkbaar, omdat deze in totaal
verkeerde handen geraakt waren. Vele
stierven, vooral van de kuikens. De op
brengst aan eieren bedroeg 1535, die van
de eenden 536 stuks, verder 12 slachtkip-
pen en 16 dito eendvogels, terwijl voor
f70.91 aan hoendervoer gekocht werd. Aan
gezien de resultaten met den dag slechter
werden cn het bedrijf langzamerhand in en
kele richtingen ontaardde, werd besloten
tot opheffing cr van.
„Rhyngeest."
De fmancieele resultaten waren tenge
volge van een goede bezetting ook dit
maal evenals.de beide voorafgaande jaren
bevredigend. Het paviljoen der le klasse
was beter bezet dan ooit. Het aantal ver
pleegdagen bedroeg 2929 tegen 2835 in
1909. De totale ontvangsten bedroegen
dan ook f 500 meer dan in 1909.
In het sanatorium 2de klasse, was de
bezetting door een iets geringere occupee
ring der A.-plaatsen daarentegen minder
goed. Het aantal verpleegdagen bedroeg
er slechts 13869 tegen 14364 in 1909.
Totaal waren de ontvangsten in de ge
heele 2de klasse, niettegenstaande de bij
zonder goede resultaten der B-afdeelingy
dan ook ongeveer f 1600 geringer dan in
1S09, wat, in yorband met het voordeeliger
saldo der 1ste klasse, voor het geheolc
sanatorium in 1910 een nadeelig, hoewel
niet zoo heel groot, verschil van ongeveer
f 1000 uitmaakt.
Op de 2de klasse B waren, afgezien'
van de 20 Rijkspaticnten, de beschikbare
particuliere plaatsen, evenals vroeger,
steeds geheel bezet. Het aantal verpleeg
dagen bedroeg er 10608, d.i. meer dan
wanneer alle beschikbare 29 plaatsen (wat
voor het Rijk niet eens altijd geheel het
geval was; 2-maal waren er toch slechts
19 cn éénmaal slechts 18 patiënten) het
gansche jaar door bezet waren geweest.
Dit rekenkundige raadsel wordt opgelost
door de mededeeling, dat 't zóó ingericht
kon worden, dat het herhaaldelijk moge
lijk was, tien particuliere B-patienten te
verplegen in plaats van negen.
Ook dit jaar werden door den hoog
leeraar prof. Jelgersma Dinsdagsmiddags
klinische demonstraties gehouden voor se-
mi-artsen en artsen zonder dat dit nadee-
lige gevolgen voor het Sanatorium had.
Dö bezwaren, die de lioogleejaar ondervond,
meer in 't bijzonder op zijn photographiscli
atelier, van de afwezigheid van elccfcrischen
stroom, deden hom, ook voor de door hem
begeerde electrische verlichting van liet sa
natorium, besluiten, zich met een desbetref
fend verzoek tot de Commissie van Toezicht
te wenden, om nl. „Rhyngeest" aan te slui
ten aan het weldra in den Rijnsburger weg
Rudiger stond een oogenblik stil in de
smalle, slechts flauw verlichte gang, van
waar uit een ijzeren wenteltrap naar de
bovenvertrekken leidde. Wat wilde hij zeg
gen? Wat doen? Hoe Hella voor eenige
oogenblikken van de andere scheiden?
Een deur ging open, een heldere streep licht
viel over den vloar en verdween. Een witte
gedaante snelde de wenteltrap op als een
schaduwzacbt ritselde de sleep tegen d® IJzeren
staven.
De man schrikte op en zag omhoog, zag in een
ontsteld gelaat, welks starende oogen zich een
oogdnblik in de zijne boorden.
„Hella!"
H\j vloog baar na. Zy stormde voort. Daar
waren haar kamers. Z'j draaide den knop om,
hygend, met vliegende polsen, maar toch to
laat. HU had haar ingehaald. Zyn hand legde
zich op de hare. „Wilt gy hier binnen Goed
Maar ik moet met je spreken."
Dat was de oude wil, de onbuigzame, welke
altijd boven den hare wilde staan. Zy leunde
tegen den post der deur en wierp trotsch haar
hoofd in den nok. Haar plotselinge, onbegrjjpe-
HJke angst verdween.
„Wat vei langt gy vroeg zy schier uit
dagend.
„Wat moet dit ongehoord schandaal van
avond? Wat beoogt gy daarmee? Wilt gy my
straffen voor de een of andere onopmerkzaam
heid? En onbezonnen haalt gy nog een derde in
de leelyko comedle, zonder te vragen, wat het
hein zou kunnen kosten, wanneer hy vernam
welk spel men met hem dreef?" Hy wilde
haar met zachtheid te gemoet treden, haar
omzichtig en teeder op den rechten weg helpen
en in zyn armen nemen, doch de verontwaardi
ging over haar handelwee was sterker dan alle
verstandige overweging. Maar over dezen der4e
aan te leggen, kabelnet en daardoor strooihi
te krijgen voor verlichting, beweegkracht en
therapie.
Het was naar aanleiding van dit verzoek,-
dat door bemiddeling der Commissie een twee
tal technici, de he&ren Thierens en Blom,
tevens ook voor „Endegeest", het vraagstuk
der kosten ter hand nam, die uit inwilli
ging van dit verzoek zoudam voortvloeien,
cn daartoe in de iarichtingen, in overleg
met den Geneesheer-Directeur, het noodige
onderzoek verrichtte en plannen opmaakte.
De samenstelling van het^ geneeskundig
personeel onderging geen verandering; daar
entegen kwam er weder eenige wijziging in
den medischen dienst. Met instemming van
den met do leiding van de geneeskundige be
handeling bel&rten hoogleeraar in de psy
chiatrie en van den geneesheer-directeur, en
met goedvinden der Commissia, verwisselden
de beide sanatorium-geneesheeren, voorloopig
voor den tijd van twee jaren, van afdcelin-
gen, zoodat sindsdien met de behandeling
van de heer en-patiënten der 1ste klasse en
die der 2de klasse A en B belast is. Dr.
A. Oort, die bovendien bij ziekte het inwo
nende verpleeg- en dienstpersoneel behandelt
cn aan wien verder de leiding in het sana
torium en de zorg voor do opneming der
patiënten zijn toevertrouwd.
Met de behandeling van de dames-patiënten
der 1ste klasse en die der 2de klasse A, en.
van de dames- en heeren-patienten, die in
het paviljoen der 1ste klasse onder uit
sluitend toezicht van den hoogleeraar staan,
is belast docts. Borgerhoff Mulder, die te
vens de zorg op zich neemt voor de zieken
in de gezinnen der opwonende* beambten.
De sterkte van het verplegend personeel
bleef dezelfde. Steeds wordt ook in 't belang
der verpleegden, omdat het goedkooper voor
lien is, getracht te voorzien in de particuliere
verpleging door eigen krachten* wat echter
niet altijd mogelijk is.
Waterloo.
In België begint het denkbeeld den 100-
jarigen gedenkdag van den slag bij Water
loo plechtig te vieren, steeds meer vasten
vorm aan te nemen. Een commissie heeft
«zich gevormd, die, gelijk de „Belgique
Militaire" mededeelt, zioh tot tank heeft
gesteld den heldenmoed der bij Waterloo
gevallen helden op gepaste wijze te huldi
gen.
Men denkt over een gemeenschappelijk
monument voor de gevallenen van alle
natiën en in het ontwerp van den persoon
die het idee had, is er sprake van een mid
dengroep van het monument, waarin sym
bolisch worden voorgesteld heldenmoed,
rouw en hoop, de hoop op betere tijden,
wanneer de oorlog niet meer een noodzake
lijk kwaad zal zijn.
Steenhouwers- en Bakkerswet.
De anti-revolutionnaire kiesvereeniging
in Den Ham (Overijsel) heeft, zoo wordt
aan „De Stand." gemeld, de volgende mo
tie aangenomen:
„De Antirev. Kiesver. in Den Ham
(O.), gelezen de voorstellen van wet op het
steenhouwers- en op het bakkersbedrijf, is
van oordeel, dat deze wetten in zake de
keuring van gezellen en het patroons verbod
van nachtarbeid in bakkerijen liggen op de
lijn van het staats-socaalisme, besluit deze
motie ter kennis te brengen van do
Antirev. Kamerclub met verzoek, dezo
wetsvoorstellen te verwerpen."
S.-D. A.-P.
Bij de verkiezing van 6 leden van het
bestuur van de S.-D. A.-P., wonende huiten
Amsterdam, zijn uitgebracht 4602 stemmen.
Het aantal geldige stemmen bedroeg 4555,
volstrekte meerderheid 2278. Uitgebracht
werden op de heeren P. J. Troelstra 4425,
J. H. Schaper 4230, M. Mendels 3890, F.
v. d. Goes 3762, H. Spiekman 3502, L. M.
Hermans 2973, J. van Leeuwen 1383, G. W.
Sannes 1169, J. A. Bergmeijer 1125 en S. P.
Baart 336 stemmen; zoodat de eerste zes
gekozen zijn.
De congresbesluiten betreffende sociale
verzekering en jeugdorganisatie zijn door
het referendum bekrachtigd.
(„Het Volk").
wil ik niet spreken. Wat gaat hjj ons ten slotto
aan! Ja, ons, Hellal Wnnt aan ons, aan my
beringt gU het grootste misdrijf. En nu moet
g\j heengaan en zeggen, dat een zonderlinge pril
je zoo deed handelen; dat gy reeds gebonden
waart; dat degeen, die g\j liefhobt
Maar nu barstte slj in lachen uit. „Do vraag
Is aan mlJ: wat wilt gy eigoniyk? LIebt gij
niet gehoord, dat ik verloofd ben, verloofd mot
Gerald Wilke, niet uit een gril. Waarom uit
een gril? Of zelfs om je te ergeren? Neen Ik
wil meesteres van Lanke worden, anders niets.
En geef ray nu den weg vry; ik zou hier
gaarne binnentreden 1"
O, hoe goed deed datl Zyn zekerheid, zyn
overmoed door deze woorden een govoeligen
knak te kunnen geven 1 „Degeen, dien gy
liefhebt." Hoe had hy dat gezegd l Maar neen,
neen, zy haatte hem, zjj haatte hem als haar
erg8ten vyand! Zy haatte zyn schoonheid,
deze krachtige, slanke gestalte, deze vurige
oogen, alles, alles, wat zy vroeger aangeboden,
ja, verafgood had. O, wanneer hy oens wist!
Maar hy wist het niet! Hoe kon hy weten,
wat altyd haar diepsto geheim was geweest?
„Degeen, dien gy liefhebt." Dat waron slechts
weer woorden van zya overmoed geweest,
van zyn onuitstaanbare zekerheid, waarmede
hy de geheele wereld wist te trotsceren.
Rudiger stiet de deur open. Zyn oogen
schoten vuur, zyn handen beefden. „Neem
alles terug, beken de waarheid," zeide hy
met die onheilspellende kalmte, welke g*-
wooniyk een storm voorafgaat. Zyn gelaat was
aschvaal, zyn bovenlichaam als tot een sprong
naar voren gebogen.
(Wordt vervolgd.)