JTo. 15731. XaËIDSCH DAG-BErtLB, Zaterdag* 3 Juni.Derde Blad, Anno 1911, Buitenlandseh Oyerzieht FEUILLETON. Öoop sckSd. tatisch apparaat, namen te middag de Koning en de Koningin plaats. Er was geen geleide van scharlaken pikeurs of van kloefklepperende eeresehadronnen. Er was geen politie. Er was niemand. Alleen de kales en daarin, als goede, niets vreezende, simpele burgers Z. M. Albert I en M. Elisabeth, de goedhartige... En zoo gingen zij toeren in- Brussel, in de aristocratische hooge stad, maar ook in de Lage Stad, waar huist en krioelt het neringdoende gepeupel. De Koningin, die zeer teer is, bloosde lichtelijk. Zij zag er goed uit in weerwil van hare tengere, brooze, graciellieid. Zij glimlachte gelijk altoos. En het volk, waar zij ging, groette ge lukkig en jubelde. Het volk riep haar zijne voldane vreugde toe. Men wierp haar bloemen te gemoet. De kales was vol met bloemen..." Ook uit andere berichten blijkt met welk een groote vreugde de Brusselaars dezen eersten rit der beminde koningin na haar ziekte hebben begroet. In de Italiaansche Kamer is gisteren aan de orde geweest een ontwerp tot het toekennen van een levenslange uit- keering aan de veteranen. De bespreking was aanleiding tot een indrukwekkende va derlandslievende betooging. Careano stelt de regeeïing voor, het ontwerp met alge- meene stemmen aan te nemen. De minis ter van oorlog sluit zich bij dit voorstel aan. De voorzitter hield daarop een rede, waarin hij hen, die voor de onafhankelijk heid van Italië streden, eerde. Alle leden verhieven rich van hun zetels, om hun in stemming te betuigen. Het ontwerp is aan genomen. De telegrammen brachten gisteren bericht omtrent een noodlottige ontploffing, die de vesting La Lorna, nabij Mana gua, in de Midden-Amerikaansche Repu bliek Nicaragua, heeft verwoest en waarbij 150 menschen zijn omgekomen. Men sdhijnt hier te moeten denken aan een complot, en de regeering treedt krachtig op tegen de personen, die zij medeplichtig waant aan den aanslag. Hoewel in de des betreffende telegrammen bepaaldelijk van „de vesting La Lorna, sprak© is, verneemt de „Berliner Lokalanzeiger, dat een zooda nige vesting bij Managua niet bestaat. De zegsman van den „Lokalanzeiger" houdt het er dan ook voor, dat het tuighuis zal zijn in de luoht gevlogen. Dat tuighuis staat (of stond) dicht bij het regeeringspaleis, hetgeen zou verklaren, dat naar het in de telegrammen heet laatstgenoemd ge bouw ernstig beschadigd werd. Reeds den loden Februari had men gepoogd, het tuig huis met dynamiet te vernielen. Bij die ge legenheid was het der regeering echter ge lukt het grootste deel der munitie in veilig heid te brengen. De zegsman van den „Lokalanzeiger" vreest, dat men weer eens aan het begin staat van een nieuwe revolutie in Nicara- gue, waarbij het gaat tusschen de partij van den afgetreden president Estrada en die van den huidigen d'gnitaris Adolfo Diaz. Estrada's aanhang noemt zich liberaalde medestanders van Adolfo Diaz heeten con servatieven. Als een staaltje van de Marokkaan- sche zede diene het volgende. De „Times''-correspondent te Tanger meldt, dat een gedeelte Van de Sheriffijn- sche bezettingstroepen den 21 sten Mei (den dag dus, dat generaal Moinier de stad ont zette) Fez uittrokken, om do bewoners van een op twee uur afstand gelegen dorp te tuchtigen voor den moord op een paar koe riers. Bij die gelegenheid moeten de inlandsche soldaten 't plaatsje Lemta, waar vele rijke kooplieden uit de hoofdstad hun buitenver blijven hebben, eenvoudig hebben uitge moord. En dit, niettegenstaande de bewo ners de verzekering hadden gekregen zoo wel van de Makhzen als van de Fransche officieren en den Franscken consul, dat hun geen leed zou geschieden. Alle huizen zijn platgebrand, het vee ïs naar de hoofdstad gedreven. En, hoe onge looflijk het moge klinken, ongeveer tachtig vrouwen en kinderen zijn te Fez in het openbaar als slavinnen verkocht. Verschil lende door Engeland beschermde inlanders hebben zware verliezen geleden. Het ge beurde heeft natuurlijk allerwegen een zeer slechten indruk gemaakt. Moulay Hafid schijnt het er op toe te leg en, dat zoo weinig mogelijk stammen hun onderwerping aanbieden, om zoodoende een strafexpeditie door 14 ansche troepen uit te lokken. Endegeest" en „Rhyngeest." Verschenen zijn de verslagen over het jaar 1910 van het krankzinnigengesticht „Endo- geest" en het sanatorium „Rhyngeest", uit gebracht door den geneesheer-directeur dr. J. van der Kolk. Wij ontleenen daaraan het volgende: Endegeest. Waren in het naiaar van 1909 de door het vertrek naar het Rott. krankzinnigenge sticht „Maasoord" van 20 mannen en 10 vrou wen open gekomen plaatsen onmiddellijk in genomen, dit was niet hot geval toen in de lsto helft van 1910 de nog aanwezige an dere voor rekening van de gemeente Rotter dam verpleegde 14 mannen en 36 vrouwen naar „Maasoord" wei-den overgebracht. Op de manncuafdeeling werd de leege ruim te, die niet bijzonder groot was, vrij spoe dig gevuld; op de vrouwen-afdeeling ge beurde dit echter niet. Het aantal onbezette vrouwenplaatsen bedroeg gedurende meer dere maanden meer dan 30 financieel na tuurlijk zeer nadeelig voor het gesticht. Met toestemming der R^georing werd een der beide tot verpleging' van vrouwen bestemde hulppaviljoens voor verpleging van mannen ingericht. Op 31 December 1910 bedroeg liet aantal mannen 185 en het aantal vrouwen 186. Het aantal niet bezette plaatsen op de mannen-afdeeling bedroeg 4, dus oen ge woon getal, doch op de vTpuwen-afdeeling 24. Hoewel dit nog een ongewoon cijfer is, twij felt de directeur niet, of in den loop van het volgend jaar zal de normale toestand wéder intreden en het gesticht als vroeger weer geheel bezet. zijn. Zooals men weet, besloot do Raad in na volging van de gestichten van het Rijk en van die der Vereen, tot Christ, verzorging van krankzinnigen van 1 Jan. 1911 af het verpleeggeld met f 20 te verliobgen en deze met het kleedgeld van f 30, de verpleegkos- ten te brengen op f 350. De verschillende gemeentebesturen en particulieren voegden zich naar deze nieuwe voorwaarden. Voor de in aanbouw zijnde Idiotenpavil- joens "zullen als gevolg der hoogere bouw kosten de verpleegden iets meer, nl. f 360, bijdragen. Ho bouw dezer paviljoens, die in Maart werd begonnen, vorderde sneller, dan ver wacht was, zoodat het in het vorige jaar verslag geuite vermoeden, dat de opening niet vóór Januari 1912 zou kunnen geschi'> den, waarschijnlijk niet juist zal blijken to zijn. Als de houw even voorspoedig blijft gaan als tot nog toe en cok hij do inrich ting geen tegenspoed wordt ondervonden, mee- nen de bouwmeesters den dag, waarop de eerste patiëntjes opgenomen kunnen worden, veilig op 1 September 1911 te kunnen stel len. De gezondheidstoestand van de verpleeg den was bevredigend. Het sterftecijfer, dat het voorafgaande jaar, in 't bijzonder voor de Vrouwen-af- doeling, abnormaal laag was geweest, be droeg in 1910, 36, voor eene inrichting met ongeveer 400 verpleegden, in verband met de geringe sterfte in 1909 niet ab normaal hoog. Uit in het verslag opgenomen tabellen blijkt, dat de slechte bezetting niet te wij ten is aan een achteruitgang van de op namen; deze bedroegen in 1910 toch 25 meer dan in 1909, doch aan het grooter aantal vertrokkenen (waaronder de geëva- cucerden) en overledenen, respectievelijk 105 en 36, tegen 67 en 15 in 1909. Het aantal verpleegdagen bedraagt dan ook slechts 135337 tegen 144966 in 1909, d.i. een verschil van 9629 dagen, wat, de verpleegdag op f0.85 berekend, een groot financieel nadeel beteekent (f 8365). Van de permanente baden werd ook nu weer veel gebruik gemaakt. In 't geheel werden op deze wijze ver pleegd 61 verschillende patiënten met 1085 Wij hebben reeds een vorige maal gewe- gaa öp het eigenaardig verschijnsel in de Duitsohe politiek, dat de partij, die eigenlijk de regeeringspartij is, nL de conservatieve, bij alle groote wetsontwer pen van den laatsten tijd de regeering te- genwerjkt. Wij herinneren aan de grond wet voor Elzas-Lotharingen en aan de lijk- verbrandingswet. Zooals wij gisteren meedeelde zijn echter de conservatieven blijkbaar plus royalist© que le roi, want de Keizer heeft zijn inge nomenheid met de tot-stand-koming van de Grondwet niet onder stoelen en banken ge stoken. In een eigenhandig schrijven aan d© Rijkskanselier, heeft hij zijn hoog© ingeno menheid betuigd met de aanneming van do grondwet voor Elzas-Lotharingen en de rijksverzekeringswet en heeft hij hem te kens zijn portret ten geschenke gegeven. Het eigenaardige van deze danlkbetuiging is nu, dat de Keizer door zijn hooge waar deering van de staatsmanskunst van Beth- mann Hollweg, gebleken uit de verdediging der beide wetten de conservatieve partij desavoullert, wier voorman v. Oldenburgh het grondwetsontwerp van Elzas-Lotharin gen, waaraan de Keizer zoo groote waarde blijkt te hechten, als een kaakslag voor de eer en het aanzien van Pruisen heeft ge kenschetst. De conservatieve bladen drukken dan oo& bet schrijven van den Keizer eenvoudig af, zonder daaaan eenige opmerking vast t© knoopen. Wij maakten gisteren melding van een onthulling van de „Figaro" over een .twist, welke in een der laatste zittingen van den Eranschen minister raad zou zijn ontstaan tusschen de mi nisters van marine en van buitenlandsche zaken naa aanleiding der Marol'ko-politiek. Een Havas-bericht van den volgenden inhoud spreekt de mededeeling van de „Figaro" tegen: „In tegenstelling met een bericht in een der ochtendbladen kunnen •wij verklaren, dat geen enkel twistpunt gerezen is tusschen de leden van het kabi net over de Marokko-politiek." De „Figaro" neemt de/.e tegenspraak op met de toevoeging, dat het blad het er voorloopig bij laten zal. De wrijving echter, welke Havas ontkent dat zou bestaan tusschen bedoelde minis ters, maakt het gesprek uit van alle wel ingelichte politieke personen, verzekert de „Figaro" vervolgens. Het blad wil zich thans bepalen tot de mededeeling, dat de heer Delcassé het zich zeer aangetrokken heeft.niet ad interim belast te zijn gewon den met de portefeuille van oorlog, en dat hij het minister Oruppi niet vergeeft met dio eer te zijn gaan strijken. -Bovendien, vanaf de samenstelling van het Kabinet hebben de ministers Delcassé en Cruppi het niet met elkaar kunnen vin den. Do eerste had gedacht in den heer Oruppi iemand te zullen vinden, die zich zou haasten zijn aanwijzingen op te vol gen. Doch de minister van buitenlandsche zaken heeft zijn collega van marine spoedig aan het verstand gebracht, dat hij niets moest hebben van diens politiek van gehei me verdragen en afspraken. Bij de beraadslaging over interpellaties betreffende de toepassing van de wet op cle arbeiderspensioenen, heeft de Senaat de volgende motie aangenomen: De Senaat houdt zich aan het beginsel van drieledige bijdragen nl. van patroons, werklieden en den Staat, vertrouwt dat de regeering de wet op de arbeiderspensioenen met evenveel voorzichtigheid als flinkheid toepassen, rekent op haar, dat zij de Wijzigingen zal voorstellen, waarvan de er varing de noodzakelijkheid heeft aange toond en gaat over tot de orde van den dag. De bevolking van Brussel heeft giste ren zich kunnen overtuigen dat de Ko- n i n g i n zoo goed als hersteld ïs. De oorrespondent van het „Hbl." be schrijft dit als volgt: >«In een eenvoudige kales, zonder majes- 16) Hetgeen hier voorgevallen is, is slechts een van haar vreeselijlkë gril len, haar hartstochtelijke zijsprongen, iets onzinnigs, waartoe zulk een hoogmoedig, licht beleedigd vrouwengemoed in staat is. Boe kon u, hoe durfde u..." ijO," Rudiger, gij maakt mij krankzinnig," kermde de gepijnigde vrouw, voor wier geestesoog de sluier zich langzaam scheen op te heffen. „Niet mogelijk," mompelde de ulaan ontzet. „Wanneer er nog iets aan te doen is, dan spoedig, onverwijld. Waar ïs zij?" vroeg hij bijna barsch. „Doe nu niets, o, doe niets," jammerde de gravin geheel buiten ziehzelve. „Ik wil Jet niet gclooven; ik kan het niet gelooven. i j niiskent haar, je liefde doet je dit ge- moven, wijl gij het gaarne wilt! Ja, wijl gij niet anders kunt, Rudiger I" „Geloof wat u wil, tante," kwara het etter en hard van zijn lippen, „ik zal doen *at de plicht mij gebiedt!" En opspringend snelde hij de kamer uit. Bn geen van beiden waagde het hem te VolfTAQ Benige oogenblikken later zag hij, tegen en post der zaaldeur geleund, haar dan- met haar bovenlichaam een weinig achterover gebogen, alsof zij zich tegen c'i arm, die haar omvatte, wilde verwe ren. Hij kende deze weerspannige houding zoo goed 1 Hij" had die immers altijd be dwongen, met een zachte, tee deren druk, totdat zij zich geheel gaf. Slechts hij, hij alleen kende dit goede, trotsche, kinderlijke hart. Wat wisten de anderen van haar af? Wat die blonde man met de'strakke, blau we oogen. En plotseling kwam hem alles, wat er gebeurd was, zoo onwaarschijnlijk voor, zoo onbegrijpelijk, als een dwaze voorstelling van zijn opgewonden phanta- sic, geheel buiten het bereik van alle moge lijkheid. Zijn kind, zijn meisje, zijn lieve heide bloem, met wie hij opgegroeid, in wier hart hij ingegroeid was. Men had hem van haar verjaagd door malle, grove plagerijen, door leelijke opmerkingen en toespelingen op dingen, welke reeds lang tot het verle den, tot een lichtzinnige periode in zijn jonge jaren behoorden. Maar hij zou haar weer in zijn armen lokken, geheel en al in zijn armen, en haar nimmer meer uit zijn oogen laten. Hohen-Dachau doemde voor hem op en de groene hoekkamer met de gonzende theemachine, waarachter hefc ge liefde, blonde hoofd zichtbaar werd, ter wijl de donkere oogen hem heimelijk schuchter groetten. Zijn tehuis, rijn vrouw I Hella, zijn Hella! „Deze verloring is als een bliksemstraal uit een helderen hemel!" zeide een door den neus sprekende luitenantsstem. „Een liefdesaffaireNu, zij doen beiden geen slechten ruil „Dat ben ik niet met u eensantwoord de een welluidende stem, waaruit men de misnoegdheid over deze opmerking hoorde. „Ik vind het zeer, ja zeer betreurens waard, dat deze lieden, dank zij hun mil- lioenen, huwelijken doen met dochters uit de aanzienlijkste families van het land. Wij hebben onzen ondergang aan onszelven te danken. Van een goeden ruil kan dus geen sprake zijn." „Nu, gij zijt toch maar Wat gaarne bij de" feesten op Lanke," merkte de door den neus sprekende luitenant spottend op. „Zeker," antwoordde de ander, „waar om ook niet? Maar omdat wij de gasten van een rijken parvenu zijn, zijn wij toch niet verplicht aan hem onze dochters of zusters te geven Rudiger was ontwaakt. Hij rilde even en verwijderde zich uit de buurt der spre kers. De geheele erbarmelijkheid van zijn toestand stond hem weer voor oogen en daaraan paarde zioh een hevige toorn jegens het meisje, dat hen beiden ellendig wilde maken. Hij beproefde door een klei nen corridor aan den anderen kant del' zaal te komen, waar zij uit de rijen der dan sers was getreden. Hij moest haar spre ken! Hij mocht geen uur langer wachten. Zij zou pas morgen naar Wusterode terug- keeren en dan, ja, dan kon het werkelijk te laat zijn! Te laat! Neen, hij gevoelde, dat hij op dat ocgenbhk den geheelen om vang van dit woord niet in al zijn bitterheid besefte. Dat zou pas komen in dien langen, langen tijd, welke volgen moest. Dan eerst zou de eene dag na den anderen met een halsstarrigheid, welke tot in de ziel sneed, het onherstelbaar verlies prediken, totdat het hart eindelijk al zijn levensmoed had verloren. En eindelijk, wanneer het verlangen zich moede geweend had, dan kwam de koele berusting en de rest zou een naamlooze eenzaamheid zijn. b'addagen van 24 uur, zoodat de 4 badkui pen nagenoeg voortdurend bezet waren. Slechts in September meest het bedrijf voor het schoonmaken van réservoirs, ke tels enz. 14 dagen stop gezet worden, zoo dat badbehandeling Aldaar tijdelijk onmo-. gelijk was. De langste badduur voor één patiënte was 119 dagen, terwijl het grootste aantal dagen voor onafgebroken verblijf in het bad voor vier verpleegden respectievelijk bedroeg 94, 60, 53 en 35 dagen en nachten. De sterkte van het verplegend perso neel bleef gelijk; deze bleef bedragen 42 verpleegsters en 12 verplegers. Het muta- tïecijfer was grooter dan ooit en bedroeg 21 voor de zusters en 15 voor de broeders d.i. 66 pCt. van het geheele aantal ver-, pleegden. Minder nog dan de zusters houden de' broeders zich aan eenigen termijn en een groot gedeelte gaat weg, wanneer hun dat belieft. Het gehalte van dit personeel laat nog steeds te wenschen over. Behalve de exploitatie van tuin en boom gaard houdt men ook. varkens en kippen. Met de varkens ging 't, hoewel men door hun overbrenging naar ;,Rhyngeest" het bedrijf tijdelijk staken moest, fortuin lijk; men verloor slechts één big aan een keelgezwel. De bruto-opbrengst bedroeg van 27 gemeste varkens f 1454.03. Uitgegeven werd aan roggemeel f 231, aan ligstroo f 85.50 en aan 24 biggen f 357.05, d.i. totaal f 673.55, zoadat een net-, to-winst gemaakt werd van f 780.48, behal ve de mest. Heel slecht ging 't daarentegen met de hoenders, blijkbaar, omdat deze in totaal verkeerde handen geraakt waren. Vele stierven, vooral van de kuikens. De op brengst aan eieren bedroeg 1535, die van de eenden 536 stuks, verder 12 slachtkip- pen en 16 dito eendvogels, terwijl voor f70.91 aan hoendervoer gekocht werd. Aan gezien de resultaten met den dag slechter werden cn het bedrijf langzamerhand in en kele richtingen ontaardde, werd besloten tot opheffing cr van. „Rhyngeest." De fmancieele resultaten waren tenge volge van een goede bezetting ook dit maal evenals.de beide voorafgaande jaren bevredigend. Het paviljoen der le klasse was beter bezet dan ooit. Het aantal ver pleegdagen bedroeg 2929 tegen 2835 in 1909. De totale ontvangsten bedroegen dan ook f 500 meer dan in 1909. In het sanatorium 2de klasse, was de bezetting door een iets geringere occupee ring der A.-plaatsen daarentegen minder goed. Het aantal verpleegdagen bedroeg er slechts 13869 tegen 14364 in 1909. Totaal waren de ontvangsten in de ge heele 2de klasse, niettegenstaande de bij zonder goede resultaten der B-afdeelingy dan ook ongeveer f 1600 geringer dan in 1S09, wat, in yorband met het voordeeliger saldo der 1ste klasse, voor het geheolc sanatorium in 1910 een nadeelig, hoewel niet zoo heel groot, verschil van ongeveer f 1000 uitmaakt. Op de 2de klasse B waren, afgezien' van de 20 Rijkspaticnten, de beschikbare particuliere plaatsen, evenals vroeger, steeds geheel bezet. Het aantal verpleeg dagen bedroeg er 10608, d.i. meer dan wanneer alle beschikbare 29 plaatsen (wat voor het Rijk niet eens altijd geheel het geval was; 2-maal waren er toch slechts 19 cn éénmaal slechts 18 patiënten) het gansche jaar door bezet waren geweest. Dit rekenkundige raadsel wordt opgelost door de mededeeling, dat 't zóó ingericht kon worden, dat het herhaaldelijk moge lijk was, tien particuliere B-patienten te verplegen in plaats van negen. Ook dit jaar werden door den hoog leeraar prof. Jelgersma Dinsdagsmiddags klinische demonstraties gehouden voor se- mi-artsen en artsen zonder dat dit nadee- lige gevolgen voor het Sanatorium had. Dö bezwaren, die de lioogleejaar ondervond, meer in 't bijzonder op zijn photographiscli atelier, van de afwezigheid van elccfcrischen stroom, deden hom, ook voor de door hem begeerde electrische verlichting van liet sa natorium, besluiten, zich met een desbetref fend verzoek tot de Commissie van Toezicht te wenden, om nl. „Rhyngeest" aan te slui ten aan het weldra in den Rijnsburger weg Rudiger stond een oogenblik stil in de smalle, slechts flauw verlichte gang, van waar uit een ijzeren wenteltrap naar de bovenvertrekken leidde. Wat wilde hij zeg gen? Wat doen? Hoe Hella voor eenige oogenblikken van de andere scheiden? Een deur ging open, een heldere streep licht viel over den vloar en verdween. Een witte gedaante snelde de wenteltrap op als een schaduwzacbt ritselde de sleep tegen d® IJzeren staven. De man schrikte op en zag omhoog, zag in een ontsteld gelaat, welks starende oogen zich een oogdnblik in de zijne boorden. „Hella!" H\j vloog baar na. Zy stormde voort. Daar waren haar kamers. Z'j draaide den knop om, hygend, met vliegende polsen, maar toch to laat. HU had haar ingehaald. Zyn hand legde zich op de hare. „Wilt gy hier binnen Goed Maar ik moet met je spreken." Dat was de oude wil, de onbuigzame, welke altijd boven den hare wilde staan. Zy leunde tegen den post der deur en wierp trotsch haar hoofd in den nok. Haar plotselinge, onbegrjjpe- HJke angst verdween. „Wat vei langt gy vroeg zy schier uit dagend. „Wat moet dit ongehoord schandaal van avond? Wat beoogt gy daarmee? Wilt gy my straffen voor de een of andere onopmerkzaam heid? En onbezonnen haalt gy nog een derde in de leelyko comedle, zonder te vragen, wat het hein zou kunnen kosten, wanneer hy vernam welk spel men met hem dreef?" Hy wilde haar met zachtheid te gemoet treden, haar omzichtig en teeder op den rechten weg helpen en in zyn armen nemen, doch de verontwaardi ging over haar handelwee was sterker dan alle verstandige overweging. Maar over dezen der4e aan te leggen, kabelnet en daardoor strooihi te krijgen voor verlichting, beweegkracht en therapie. Het was naar aanleiding van dit verzoek,- dat door bemiddeling der Commissie een twee tal technici, de he&ren Thierens en Blom, tevens ook voor „Endegeest", het vraagstuk der kosten ter hand nam, die uit inwilli ging van dit verzoek zoudam voortvloeien, cn daartoe in de iarichtingen, in overleg met den Geneesheer-Directeur, het noodige onderzoek verrichtte en plannen opmaakte. De samenstelling van het^ geneeskundig personeel onderging geen verandering; daar entegen kwam er weder eenige wijziging in den medischen dienst. Met instemming van den met do leiding van de geneeskundige be handeling bel&rten hoogleeraar in de psy chiatrie en van den geneesheer-directeur, en met goedvinden der Commissia, verwisselden de beide sanatorium-geneesheeren, voorloopig voor den tijd van twee jaren, van afdcelin- gen, zoodat sindsdien met de behandeling van de heer en-patiënten der 1ste klasse en die der 2de klasse A en B belast is. Dr. A. Oort, die bovendien bij ziekte het inwo nende verpleeg- en dienstpersoneel behandelt cn aan wien verder de leiding in het sana torium en de zorg voor do opneming der patiënten zijn toevertrouwd. Met de behandeling van de dames-patiënten der 1ste klasse en die der 2de klasse A, en. van de dames- en heeren-patienten, die in het paviljoen der 1ste klasse onder uit sluitend toezicht van den hoogleeraar staan, is belast docts. Borgerhoff Mulder, die te vens de zorg op zich neemt voor de zieken in de gezinnen der opwonende* beambten. De sterkte van het verplegend personeel bleef dezelfde. Steeds wordt ook in 't belang der verpleegden, omdat het goedkooper voor lien is, getracht te voorzien in de particuliere verpleging door eigen krachten* wat echter niet altijd mogelijk is. Waterloo. In België begint het denkbeeld den 100- jarigen gedenkdag van den slag bij Water loo plechtig te vieren, steeds meer vasten vorm aan te nemen. Een commissie heeft «zich gevormd, die, gelijk de „Belgique Militaire" mededeelt, zioh tot tank heeft gesteld den heldenmoed der bij Waterloo gevallen helden op gepaste wijze te huldi gen. Men denkt over een gemeenschappelijk monument voor de gevallenen van alle natiën en in het ontwerp van den persoon die het idee had, is er sprake van een mid dengroep van het monument, waarin sym bolisch worden voorgesteld heldenmoed, rouw en hoop, de hoop op betere tijden, wanneer de oorlog niet meer een noodzake lijk kwaad zal zijn. Steenhouwers- en Bakkerswet. De anti-revolutionnaire kiesvereeniging in Den Ham (Overijsel) heeft, zoo wordt aan „De Stand." gemeld, de volgende mo tie aangenomen: „De Antirev. Kiesver. in Den Ham (O.), gelezen de voorstellen van wet op het steenhouwers- en op het bakkersbedrijf, is van oordeel, dat deze wetten in zake de keuring van gezellen en het patroons verbod van nachtarbeid in bakkerijen liggen op de lijn van het staats-socaalisme, besluit deze motie ter kennis te brengen van do Antirev. Kamerclub met verzoek, dezo wetsvoorstellen te verwerpen." S.-D. A.-P. Bij de verkiezing van 6 leden van het bestuur van de S.-D. A.-P., wonende huiten Amsterdam, zijn uitgebracht 4602 stemmen. Het aantal geldige stemmen bedroeg 4555, volstrekte meerderheid 2278. Uitgebracht werden op de heeren P. J. Troelstra 4425, J. H. Schaper 4230, M. Mendels 3890, F. v. d. Goes 3762, H. Spiekman 3502, L. M. Hermans 2973, J. van Leeuwen 1383, G. W. Sannes 1169, J. A. Bergmeijer 1125 en S. P. Baart 336 stemmen; zoodat de eerste zes gekozen zijn. De congresbesluiten betreffende sociale verzekering en jeugdorganisatie zijn door het referendum bekrachtigd. („Het Volk"). wil ik niet spreken. Wat gaat hjj ons ten slotto aan! Ja, ons, Hellal Wnnt aan ons, aan my beringt gU het grootste misdrijf. En nu moet g\j heengaan en zeggen, dat een zonderlinge pril je zoo deed handelen; dat gy reeds gebonden waart; dat degeen, die g\j liefhobt Maar nu barstte slj in lachen uit. „Do vraag Is aan mlJ: wat wilt gy eigoniyk? LIebt gij niet gehoord, dat ik verloofd ben, verloofd mot Gerald Wilke, niet uit een gril. Waarom uit een gril? Of zelfs om je te ergeren? Neen Ik wil meesteres van Lanke worden, anders niets. En geef ray nu den weg vry; ik zou hier gaarne binnentreden 1" O, hoe goed deed datl Zyn zekerheid, zyn overmoed door deze woorden een govoeligen knak te kunnen geven 1 „Degeen, dien gy liefhebt." Hoe had hy dat gezegd l Maar neen, neen, zy haatte hem, zjj haatte hem als haar erg8ten vyand! Zy haatte zyn schoonheid, deze krachtige, slanke gestalte, deze vurige oogen, alles, alles, wat zy vroeger aangeboden, ja, verafgood had. O, wanneer hy oens wist! Maar hy wist het niet! Hoe kon hy weten, wat altyd haar diepsto geheim was geweest? „Degeen, dien gy liefhebt." Dat waron slechts weer woorden van zya overmoed geweest, van zyn onuitstaanbare zekerheid, waarmede hy de geheele wereld wist te trotsceren. Rudiger stiet de deur open. Zyn oogen schoten vuur, zyn handen beefden. „Neem alles terug, beken de waarheid," zeide hy met die onheilspellende kalmte, welke g*- wooniyk een storm voorafgaat. Zyn gelaat was aschvaal, zyn bovenlichaam als tot een sprong naar voren gebogen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13