IP N DAG5B1AD
VAN HELT
IIID5CH DAGBIAD
ill"
No. 15725.
27 Mei.
Anno 1911.
t i?;* lit Vi:•\?lTt i?l••/SsfSsS
GERED?
•1*
4
*,ILom, Jeanne, wees nu verstandigIk
had je verboden in den foyer te komen. Je
weet toch wel, dat ik altijd erg zenuwachtig
ben, wanneer er een „première" is". En
Francis, de mooie tenor, wierp een laat-
sten blik in den spiegel; daarna wendde hij
zich om, zóó schitterend, in het zilveren
harnas van Lohengrin dat Jeanne er door
verblind werd Maar zij herstelde zich, be
vend, woedend: „Je zult vanavond niet
spelen I Hoort ge Niet met Carola I Ik wil
het niet! Ilk wil het niet!"
„Weer een scène 1 Maar Carola kan mij
niets schelen. Ik heb een afschuw van de
actrices, die met mij spelen. lederen avond
dezelfde eeden van liefde te kweelen, dat
is ontzettend 1"
„Wat doet het er toe, als zij toch van
jou houdt! Wanneer zij daar voor het ge
heel© publiek je mag kussen, met je spelen,
van je triumfen genieten, zij.... zoo'n vrouw
als zij is! Bah!"
„Ik bid je, wees toch kalm. Je zult mijn
spel bederven."
„Des te beter! Wat zou ik een pret heb
ben 1" Zij lachte opgewonden, snijdend.
Daarna, zioh plotseling kalmeerend, her
nam zij.: „Als je van je arme vrouwtje
hieldt, dan zoudt ge een plotselinge onge
steldheid voorwenden en konden wij heen
gaan 1"
Hij haalde do schouders op en met op
eengeklemde tanden, gebalde vuisten, liep
hij met nerveuzen tred rond. AJtijd dezelf
de geschiedenis! Het derde theater, dat de
in geen enkel opzicht gegronde jaloezie van
zijn vrouw hem zou doen verliezen. Men be
gon er over te fluisteren, er in de coulissen
over te lachen. Zij maakte zich bespottelijk.
Ditmaal was hij zeker van een reusachtig
succes, en dat zou hij te danken hebben
aan Carola, wier spel uitstekend met het
zijne overeenkwam. En hij werd razend
van woede; want ondanks Je arm es jaloezie,
misschien zelfs door deze krankzinnige
gril, had hij zijn vrouw steeds lief.
Het was een kleine brunette, wier op
rechte liefde hem schadeloos stelde voor al
de beproevingen \an zijn beroep. Maar
dien avond stond zijn gansche toekomst
op het spelhij kon niet, hij wilde niet wij
ken.
Daar werd het sein gegeven. Hij zotte op
zijn weelderig-blonde haren den helm met
/.wane-vleugels, die zijn hooge gestalte nog
deed rijzen, en was reeds „in zijn rol."
Hij stapte vastberaden naar het tooneel.
Op hetzelfde oogenblik wierp Jeanne zich
net de lenigheid van een panter op hem en
vurgde hem schier met haar kleine, ner
veuze handjes. „Ga niet!" schreeuwde zij,
,of er gebeurt een ongeluk
Buiten zichzelf, razend door dezen on-
verwachten aanval op het beslissend oogen
blik, was hdj voor de eerste maal ruw tegen
haar; hij rukte van zijn borst dat vrouwen
lichaam, dat zich om hem kronkelde, en
slingerde het van zioh af. Jeanne, wier
hoofd tegen een der schermen had gestoo-
ten, viel als een levenlooze massa in zwijm.
Doch nauwelijks had hij haar bleek en be
bloed gelaat gezien, of hij trad, door een
van die heftige contrasten, alleen door al
tisten gekend, op het tooneel, ia een we
reld van droomen en illusiën.
Jeanne bleef lang bewusteloos liggen. Toen
zij tot zichzelve kwam, speelde het orkest
een klagend liefdelied. Jeanne, nog half
bedwelmd, liet zich wiegen door de beko
ring van die melodie, zacht als een malsche
lenteregen. Plotseling barstte er een storm
achtig applaus los.
Het was een ruw ontwaken tot de werke
lijkheid 1 Jeanne zag Carola's triumf vóór
zioh; van de vtouw, die zij haatte. Nog ge
heel versuft door den schok, stond zdj op,
sloop tusschende ooulissen, lichtte een gor
dijn op en... zag.
Het was het zoo zacht-droevige duo, wan
neer Else van Brabant Lohengrins geheim
tracht te vinden. De ridder wil op Elsa's
lippen de vreeselijke vraag smoren. Te laat,
h^1oos I Hij ziet haar aan, treurig verrast,
met een ziel vol smart over den dubbelen
rouw, een rouw als Orpheus kende, toen hij
Eurydice voor de tweede maal verloor. Als
in een antiek bas-relief hielden Francis en
Carola elkaar op een marmeren zetel om
strengeld. Een stroom van electrisch licht
hulde hea in een aureool van viol et-glans,
En zij waren zóó schoon, zóó veraf, zóózeer
boven het aardsch-gewone, dat er een sid
dering van geestdrift door het publiek giryg.
In een loge-grillée, dicht bij Jeanne, zei een
oude meneer: „Ze zijn alleraardigst met hun
beidjes, inderdaadAls voor elkaar gescha
pen 1"
Jeanne hoorde niets meer. Zij vloog heen,
krankzinnig van jaloezie, m^t ontbloot
hoofd en naakte schoudsjs. in den ijzigen
wind.
„Neen, zij zijn niet voor elkaar gescha
pen... Hij en dat schepsel! Ik zal hem red--
den!" sprak zij.
Plotseling, door een van die onverklaar
bare opwellingen van nerveuze naturen, ves
tigden haar gedachten zioh op een dosis
strychnine, die zij zich had verschaft vóó?
jaren, voordat zij Francis kende, toen zij
zich elleudig gevoelde en wilde sterven.
„De strychnine! De strychnineZonder
te weten waarom, herhaalde zij het luide,
dat harde en sombere woord, dat in haar
ooren klonk als een kaballistische formule.
Aohter bet scherm stonden Francis en
Carola, na herhaalde malen te zijn terug
geroepen, nog hand in hand. De groote
actrice, meer dan ooit verliefd op den jon
gen tenor, wien zij dien nieuwen triumf
verschuldigd was, legde haar arm op Fran
ci's' schouder en fluisterde schertsend:
„Welnu, mijn schoone Lohengrin, altijd
zoo koud en zoo onverschillig?"
Te gelijk vlijde zij zich tegen hem aan.
En hij werd als bedwelmd bij die nadering.
Francis drukte zijn lippen op de hare.
Maar het was slechts één seconde.
Bijna op hetzelfde oogenblik zag hij Jean
ne weer voor zich, bleek en wankelend
Wanneer zij gezien had... Als haar jaloezie*
haar waanzin er door geprikkeld werd....
Dat denkbeeld deed hem ontzetten en hij
duwde de actrice terug, met een ongedul-;
dige en toornige beweging.
Carola, haar teleurstelling verbergend,
eei: „Inderdaad, mijn arme Francis, je
oent alleen voor Jozefsrollen in de wieg
gelegd 1"
En zij lachte minachtend. Op hetzelfde
oogenblik bood een lakei, die juist was,
binnengetreden, haaT een geopend écrin
aan, waarin, op violetfluweel, een rivière
van diamanten fonkelde.
En hij zei, als een papegaai, zijn lesj e op:
„Meneer de baron Charmillat, mijn mees
ter, biedt mevrouw zijn complimenten aan
en laat vragen, waar mevrouw vanavond
wenscht te soupeeren."
„In het paviljoen d'Armandville 1" riep
zij uit en ging heen met lichten tred, haar
goed humeur hebbende herwonnen.
Francis maakte een gebaar van walging.
Daarna verkleedde hij zich haastig, onge
rust, dat hij zijn vrouw niet in de vestiaire
zou vinden.
„Zij heeft ons bepaald gezien", mompelde
hij, woedend op zichzelf over die zwakheid
van een seconde, die aan Jeannes hersen
schimmen een schijn van reden zou geven.
Hij vertrok door een achterdeurtje om aan
allerlei gelukwenschen te ontkomen, en nam
een fiacre. Terwijl het langzame rijden zijm
onrust deed toenemen, dacht hij na. Als zij
eens... ais... een ongeluk?... Zeker, hij wil-'
de de fantastische, maar oprechte liefdn
van Jeanne niet verliezen. Hij gevoelde,,
dat er in de maskerade des levens niets
echts is dan die oprechte en innige liefde,
tot waanzin stijgende. Hij geloofde, dat in
zijn komedianten-leven al wat niet zins
begoocheling en dwaas, hol vertoon, al wat
intiem en waarachtig geluk is, lag opgeslo
ten in dat woord: „Jeanne 1" Hij maakte
plannen. Hij zou zich aan haar voeten wer
pen, haar overtuigen van haar dwaling en
haar voortaan verwijderd houden van de
steden, waar hij een rol had te spelen.
Een laatste schok en de fiacre stond stil
voor een klein huis. Francis vloog de trap
pen op, liep onmiddellijk naar hun kamer
en ging er binnen. Eerst was hij verwon
derd, dat hij niet, als naar gewoonte, werd
er 'angen door een vloed van heftige ver
wijten. Maar weldra ontwaarde hij, in het
gedempte licht van de lamp, vóór den divan
de tafel, waarop het couvert blonk, terwijl
de samovar gonsde, de kamer Vervullend
met een lucht van kokende thee. Iets ver
der, in halfschaduw, zat Jeanne, peinzend*
zeer ernstig, zeer bleek, zeer zacht- Hij
keek haar van ter zijde even aan. In haar
smeekenden, bijna beschaamden blik meen
de hij deze gedachte te lezen: ,,Ik ben erg
kinderachtig, erg dwaas geweest, vanavond.
Vergeef het mij 1"
Te gelijk werd hij door de kalme gezel
ligheid, na al die emotie, getroffen en hij
ging zitten, terwijl hij op teederen toon
zei: „Lieve Jeanne!" O, dat heerlijk-intie-