Ho. 15*725.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag* 27 Mei. Derde Blad,
Anno 1911.
Offieieele Kennisgeving.
Buitenlandseh Overzicht.
Burgerlijke Stand.
Faillissementen.
Kunst, letteren, enz.
Vergadering van de» Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 1 Juni 1911, dea namiddags
te twee uren.
Te behandelen onderwerpen
1. Benoeming van de leden en plaats-
re rvangende leden m het stembureau ter
verkiezing van een lid van de Kamer van
Arbeid voor de Winkel- en Grossiersbe-
drijven.
2. Benoeming van een onderwijzer met
verplichte hoofdakte aan de Jongensschool
2de klasse. (122).
3- Verzoek van mej. W. van der Waals
Ttolloos om bestendiging in de betrekking
van Stadsvroedvrouw. (123).
4. Verzoek van mej. Ritman om eer
vol ontslag als onderwijzeres aan de school
der 4de klasse No. 2. (128)-
5. Verzoek van mej. J. J. M. Tettecode
om eervol ontslag als onderwijzeres aan de
school der 2de klasse voor jongens en meis
jes. (135).
6. Suppletoir© staat van begrooting,
dienst 1910, van de Stads-Bank van Leer
ning. (136).
7. Verzoek van C. Henner om privaat
onderwijs te mogen geven in het gymnas
tieklokaal der school 2de klasse voor jon
gens en meisjes. (129).
8. Voorstel tot verhooging van eenige
posten der begrooting, dienst 1911. (130
en 137).
9. Voorstel tot voldoening van een twee
tal onbetaald gebleven vorderingen over
1908 en 1909 mt den post Onvoorziene
HJitgaven," voor 1911. (1300 en 137).
10. Adres van het Bestuur der vereeni-
ging van Nederlandsche Loodwitfabrikan-
ten in zake het gebruik van loodwit bij de
uitvoenng van verf werken. (120).
11. Voorstel om een gedeelte van het
'Prinsensteegje en van hét Vogelstraatje
aan den openbaren dienst te onttrekken en
dat terrein te verheelen aan dat deT Stede
lijke Lichtfabrieken. (127).
12. Voorstel tot aankoop van de percee-
ïen Sectie K Nis 483, 4S4, 485, 489, 490, 493,
494, 497, 498 en 501 en tot beschikbaarstel
ling van de voor dien aankoop benoodigde
gelden. (12G en 137).
13. Voorstel: a. tot vaststelling van een
•overeenkomst betreffende de levering van
gas aan de gemeente Hazerswoude
b. tot aanvulling van het uitbreiding- en
vernieuwingsfonds der Stedelijke Gasfa
briek, mqt een bedrag van f 70,000;
c. tot vaststelling van den desbetreffen-
den begrootingsstaat. (121 en 137).
14. Verordening, houdende Reglement van
de Gemeentelijke Bank van Leening te Lel
den. (124).
15. Verordening, houdende wijziging van
de verordening op de Straatpolitie van 1
April 1897 (Genublad No. 6), laatstelijk ge
wijzigd bij de verordening van 27 October
1910 (Gem.-blad No. 23). (134).
16. Voorgtel naar aanleiding van de door
de heeren Van der Eist c. s. en Meuleman
en Vergouwen ingediende voorstellen in
zake de invoering van een progressief
schoolgeld aan de Hoogere Burgerschool
yoor Meisjes. (132).
17. Voorstel tot bescldkbaartelling van
gelden voor de verbouwing van het kas
teel „Endegeest" en den bouw van een
nieuwe Directeurswoning. (133).
18. Verordening, Tegelende de heffing
yan een belasting op tooneelvertooningen
en andere openbare vermakelijkheden in de
gemeente Leiden. (94 en 125).
19. Verordening, regelende de invordering
yan de belasting op tooneelvertooningen en
andere openbare vermakelijkheden in de
gemeente Leiden (94 en 125).
De strijd om de schoolwet in Bel-
g ie begint hoe burger hoe meer te ver
scherpen. Gisteren werd er in de Kamer
beraadslaagd over drie voorloopige twaalf
den van de begrooting. De linkerzijde wei
gerde echter aan de discussie deel te ne
men, omdat vijf twaalfden reeds aange
sproken zijn, voordat de vorige begrooting
iWas afgehandeld.
Zij verweet de rechterzijde dat deze dit
bad gedaan om de debatten over de school
wet, die door een overgroote meerderheid
in het land wordt veroordeeld, mogelijk te
maken. Daarop verliet de linkerzijde de
zaal. De 85 overgebleven leden keurden
daarop de voorloopige twaalfden goed.
Zooals men ziet, de obstructie is al vrij
bef tig, en het zal nog heel wat voeten m
de aarde hebben voordat de schoolkwestie
met wederzijdsch goedvinden is geregeld.
De begTafenis van minister
Herfceaux heeft zooals een telegram
gisteren reeds meldde, onder veel toeloop
en prachtig weer plaats gehad. In de
'Avenue du Bois de Boulogne deed zich een
incident voor. Iemand drong door de solda
ten heen en wierp zijn hoed tusschen de
bloemen die de lijkkist bedekten.
Hij werd gegrepen, maar weigerde de
fede voor zijn daad op te geven. Het
schijnt dat men met een zonderling te doen
beeft.
Als opvolger van Berteaux is niet Cle-
mentel aangewezen, zooals aanvankelijk
Verluidde, maar generaal Goivan.
De verhouding tusschen Rusland en'
T u r k ij e ie er de laatste dagen niet op
•verbeterd. Gisteren deelden wij reeds iets
hierover mede.
De ontijdige publicatie van de mededee-
hng, die de Russische gezant te Konstan-
tiüopel, Tscharykof, namens zijn regee-
rmg aan de Porte deed, en de vrij scherpe
toon waarin die publicatie door het offi
cieuze Russische Telegraaf agentschap was
gekleed, hebben in Turkije zoowel als in
tos!and ontstemming veroorzaakt. De Rus-
fllsche regeering heeft er niet aan gedacbb
een ultimatum aan Turkije te stellen;
slechts wilde zij voorkomen, dat de maat
regelen tot onderwerping van den opstand
in Albanië leiden zouden tot een strijd met
Montenegro, die noch dooT dit land, noch
door Turkije kan gewensckt worden. In
het belang van den vrede wilde Rusland een
stap doen, die niet mag worden opgevat
als een bedreiging van Turkije. Rusland
meende slechts, dat de verzekeringen en
plannen van de Turksche staatslieden in
tegenspraak waren met de handelingen der
militaire bevelhebbers, en wilde daarom de
aandacht der Porte daarop wijzen.
Intusschen wordt met deze uitlegging
maar allesbehalve genoegen genomen.
De stemming in Turksche kringen is zeer
verbitterd. In militaire kringen verklaart
men onomwonden, dat de Turksche troepen,
wanneer Montenegrinnsohe "troepen aan den
strijd op Ottomaansch gebied deelnemen,
zonder eenigen vorm van prooes do grens
zullen overtrekken. Het heet dat reeds or
ders in dezen zin gegeven zijn.
Misschien houdt deze verzekering van
genoemden correspondent verband met een
•uitlating van Forgoet Sjefket pasja, den
bevelhebber van de Turksche troepen in
Albanië, die ronduit heeft verklaard, dat
hij, wanneer hij had afgerekend met de Al-
baneezen, den Montenegrijnen een billijke
afstraffing zou toedienen.
Inderdaad schijnt de houding van Mon
tenegro in de Albaansche kwestie niet ge-
ibeel en al zuiver.
Een telegram van hedenochtend meldt,
dat blijtkéns door de Port© ontvangen be
lichten Rusland aan andere groote mogend
heden zou gevraagd hebben, zich aan te
sluiten bij den bij de Porte naar aanleiding
van Montenegro gedanen stap. Allen hebben
echter geweigerd.
De toestand in Marokko is, wij we
zen er reeds op, in eon uiterst belangrijk
stadium gekomen. Generaal Moinier is Fez
binnengerukt, maar wat moet er nu ge
beuren'? Dat is de groote vraag.
De -.Temps" betoogt met klem, dat de
bezetting tegelijkertijd moet zijn tijdelijk
en doeltreffend, en raadt aan, om dit te
bereiken, terug te keeren tot de oorspron
kelijk gevolgde politiek; politiek, gegrond
op samenwerking met den sultan en ten
doel hebbende handhaving van de integri
teit van het keizerrijk, van de souvereini-
teit van den sultan en doorvoering van het
stelsel van de ï.open deur."
Ook de Duitscbe pers geeft haar oor
deel over de bezetting van Fez en consta
teert, dat nu het „kritieke oogenblik" ge
komen is.
De „Frankf. Zeitung" schrijft:
De Franschen zijn Fez binnengemar
cheerd en de daar door hen aangetroffen
toestand bewijst, dat de berichten van den
Franschen consul valsch en opzettelijk over
dreven waren.
Deze berichten hebben echter beant
woord aan hun doelden opmarsch naar
Fez rechtvaardigen. De „bedreigde Euro
peanen," die men redden moest, blijken
niet bedreigd te zijn.
Thans heet het, dat de positie van Mou-
lay Hafid moet versterkt en orde en rust
in het land moet gebracht worden. Men
zie naar Tunis.
Gelooft nog iemand, dat de Franschen
de Marokkaansche hoofdstad weer zullen
verlaten
Met ziet, de Duitsche pers, gisteren haal
den wij een soortgelijk wrevelig artikeltje
van de „Köln. Zeit." aan, kan zich nog niet
goed met het Fransche succes vereenigen.
Uit Mexico komt het bericht, dat De
La Barra als voorloopig President den eed
heeft afgelegd en deze functie tot de al
ge meene verkiezingen zal bekleeden.
DE MILITIE WET.
Voorloopig Verslag.
Aan het verslag van het afdeelmgsonder-
zoek der Tweede Kamer nopens de voorge
stelde „regeling van de verplichtingen ten
aanzien van de militie" is het volgende ont
leend
Militair beleid van het Kabi
net.
Sommige leden meenden dat een beoor
deeling van het militair beleid van het Ka
binet slechts tot ongunstige conelusiën kan
leiden. Wat de levende strijdkrachten be
treft, heeft het Kabinet, in stede van die
weder op te richten uit het verval, waarin
het vorige Ministerie ze heette te hebben
gebracht, na driejarige werkzaamheid niet
meer weten te bereiken dan een toestand,
die door den Raad van Defensie, zij het
ook niet zonder overdrijving," als een staat
van verwording wordt gekenschetst.
Met betrekking tot de doode weermidde
len heeft het Kabinet ten vorigen jare een
ontwerp tot verbetering der kustverdedi
ging ingediend, waarvan de totstandkoming
blijkbaar geen uitstel kon lijden. Sedert
dien was nauwelijks een halfjaar verloopen,
een halfjaar, waarin een stroom van cri-
tiek over de voorstellen is uitgestort - of de
Regeering gaf te kennen, dat zij op spoe
dige behandeling van het wetsontwerp
geen prijs stelde. Men schijnt te moeten
aannemen, dat het Kabinet zelf, bij nadere
overweging van haar voorstellen, waarme
de toch een zeer belangrijk bedrag is ge
moeid, die voorstellen minder aanbevelens
waardig, ail thans minder urgent heeft ge
oordeeld.
Een derde moment in het militaire beleid
van het Kabinet is gelegen in zijn houding
ten opzichte van een betere salarieering
der officieren. De tegenwoordige minister
van Oorlog is opgetreden met de klaarblij
kelijke bedoeling, spoedig een voorstel te
zullen indienen tot herziening van de trak
tementen en pensioenen der officieren. Blij
kens de woorden, door den Minister in de
Eerste Kamer gesproken, bestaat er echter
geen uitzicht, dat bedoelde herziening
spoedig zal kunnen worden voorgesteld.
Het opgevatte plan bleek onuitvoerbaar.
Men kon voor dit geheel kwalijk bewon
dering koesteren. Daaruit spreekt, naar
men meende, een onvastheid, die het ver
trouwen in het militair beleid van het Ka
binet niet kan versterken.
Van andere zijde werd tegen deze be
schouwingen met nadruk opgekomen.
In de eerste plaats ontkenden deze leden,
dat,het tegenwoordig Kabinet aansprake
lijk mag worden gesteld voor den tegen-
woordigen, door den Raad van Defensie
zoo scherp gecritiseerden toestand van het
Nederlandsche leger.
Met betrekking tot de houding van het
Kabinet ten opzicht© va-n het vraagstuk djr
kustverdediging meenden deze leden, zioh
thans te kunnen bepalen tot de opmerking,
dat de plannen .ran het Kabinet op dit ge
bied geheel liggen in de lijn van hetgeen het
Ministerie-De Meester heeft gewild.
Yrat de quaestie van de positieverbete
ring der officieren betreft, verklaarde men
het niet te ve i staan, hoe op dit punt aan
het Kabinet een verwijt kan worden ge
maakt. Het Kabinet heeft voorstellen van
die strekking ter tafel gebracht en dat die
voorstellen niet tot verwezenlijking zijn ge
komen, is in geen enkel opzicht aan de Re
geering, uitsluitend aan de Kamer te wij
ten.
Alge meene indruk.
Yele leden verklaarden zioh ingenomen
met de indiening van dit wetsontwerp, dat
bevrediging schenkt aan de vrijwel algemee-
ne overtuiging, dat de wijziging onzer Mi-
litiewet zeer wenschelijk en zelfs urgent is.
Naast deze leden s,tond een groep ande
re, die, eveneens van oordeel, dat het wets
ontwerp verbetering brengen zal, nochtans
hun teleurstelling niet wilden verheelen, dat
de Minister niet doortastender te werk is
gegaan, in de richting, in liet advies van
den Raad van Defensie aangegeven.
Yan andere zijde verklaarde men de
woorden van hulde, gebracht aan den sa
mensteller van het wetsontwerp en don
steller der Memorie van Toelichting ten voL
le te onderschrijven. Maar men merkte op,
dat het wetsontwerp blijkbaar heeft gele
den onder den spoed, dien de Minister ge
meend heeft te moeten betrachten. Bij al
zijn bekwaamheid kon de Minister, toen hij,
voor weinige maanden, tot zijn gewichtig
ambt werd geroepen, niet geacht worden
met de tegenwoordige legertoestanden bier
te lande volkomen vertrouwd te zijn.
Een andere reder, waarom verscheidene
leden het betreurden, dat de Minister uist
de indiening van het wetsontwerp niet nog
wat had gewacht, was hierin gelegen, dat
de militiewetgeving ingrijpend wórdt her
zien nog voor dat de sluitsteen van ons
weerstelsel is gelegd, als hoedanig steeds
de regeling van den Landstorm heeft ge
golden.
Yele andere leden gingen verder in hun
afkeurend oordeel. Huns inziens vertoont
het wetsontwerp zulke groote gebreke i, dat
zij er zich met beslistheid tegen moesten
verklaren. Samengevat kwamen rij hierop
neer, dat volgens dit wetsontwerp ons
weerstelsel veel te samengesteld zal zijn,
terwijl juist aan vereenvoudiging daarvan
zoo dringend behoefte bestaat. Voorts acht
ten zij het uit een sociaal oogpunt om echt-
vaardig en bevorderlijk aan een e-tandenai-
scheiding, die van overheidswege moet wor
den bestreden in plaats van bevorderd.
Verscheidene leden merkten op, dat zij,
na den ontmoedigenden indruc, welken dc
gebeurtenissen der laatste iarc-i c.p het ge
leed der defensie bij hen hadden achtei ge
laten, waren teleurgesteld, "at de Memorie
van Toelichting niet overtuigender in het
licht stelt, dat het tot stand komen dezer
wet onze weerkracht op het vereisciite peil
zal brengen. Zij verklaarden zioh geenszins
ongenegen de noodzakelijke gelden vo^r de
defensie toe te staan en daartoe aanzienlij
ke persoonlijke lasten op het volk te leggen^
maar daarvoor moest hun in de eerste
plaats van de zijde der Regeering de over
tuiging worden bijgebracht, dat met die gel
den en die lasten inderdaad wordt verkre
gen wat liet land noodig heeft.
Advies van den Raad van
Defensie.
Verscheidene leden verklaarden het met
de in dat advies gegeven schets van den te
gen woordi gen toestand onzer defensie in
hoofdzaak eens te zijn. Dat advies had hen
bevestigd in hun overtuiging, dat de toe
stand onzer Hensie alles te wenscken over
laat, althans op verre na niet in goede even
redigheid staat tot de aanzienlijke persoon
lijke en iinancioele offers, welke de natie
daarvoor jaarlijks heeft op te brengen.
Verscheidene anderen waren daarente
gen van meening, dat het advies èn in zijn
uiteenzetting van den toestand èn in de
verklaring daarvan in meer dan één op
zicht onjuist is en dan ook als middel tot
voorlichting bij de beoordeeling van het
wetsontwerp met groote bedachtzaamheid
moet worden gebezigd. Het had hun ver
blijd, dat de Regeering, die zioh immers
door dat advies niet heeft laten bewegen van
haar aanvankelijke plannen belangrijk af
te wijken, blijkbaar oolk die zienswijze is
toegedaan.
Ook waren verscheidene leden van oor
deel, dat de toestand onzer defensie op
verre na niet zoo ongunstig is als de Raad
in zijn advies beweert-.
Dat de geest in het leger niet- is zooals
wenscbelijk ware, verklaarden verschillende
leden niet te kunnen ontkennen. Gebrek
aan toewijding treedt meermalen aan dm
dag; ook laat de tucht soms te wensohen
over. Maar er is ook geen enkele reden om
d&t aan de werking der geldende Militiewet
toe te schrijven.
Naar de meening dezer ixlen moet de
sohuld van den mm<Lr goeden geest vo- r
een deel worden gezc-cht in do opvattingen,
die nog verscheidene officiem bezielen. Bij
hen ontbreekt die toewijding, welke in den
tegenwoordigen tijd onontbeerlijk ia om
een goeden geest te vormen t»- te onderhou
den.
Dat het vernietigend oordeel van den
Raad van Defensie over onze weerkracht is
gepubliceerd, had vele leden ten zeerste
verbaasd en zij wensohten daartegen een
krachtig protest te laten hooren.
Eenige leden waren van oordeel, dat aan
de publicatie van het rapport de gedachte
niet vreemd is, dat daarmede een indruk
kan worden gewekt in de Staten-Genoraal,
welke de kansen op aanneming van dit
wetsontwerp ten goede moet komen. In
zooverre heetten zij die publicaties tenden
tieus en meenden zij dat die niet kan wor
den goedgekeurd.
NOORD WIJK. Geboren: Maarten, Z. van C.
Hoek en S. Janeen. GijsberL, Z. van D. van
der Niet en J. »an Roon. Engelmundua Thomas,
Z. van W. Caspers en A Vink. Neeltje, D. van
J. Duin .'am en T. van der Meulen. Jans.e, D.
van Th II. Verhave en van M. J. Beerens.
Ondertrouwd: Petrus Jakobus Nicolaas
Sanders 31 jaar, te Lis-e, e»i Elisabeth Mariivan
Abswoude, 29 iasr, te Noordwijk.
Getrouwd: Gerrit Voogt 40 jaar en Wil hel
min» Marijt 43 jaar. wel. vao P. D. Meijer.
Gerrit van der Boon, 59 jaar. te Den Haag, wedn.
v*n J. Rooms, en Maria vVassenaar 54 jaar, te
Noordwiik, wed. vaa C. Hoek.
NOORD WIJ KfiftÜOUT. Geboren: Petras
Adiianus, Z. vaa P. v. d. Raadt en J. Heemskerk.
Johannes Petrus. Z. van P. Me ij or en J. do llol-
lardor Petrus Carol us, Z. van C. L. Berkhout
en A. Sprokkelenburg. Jacoba Agalha, D. van
G. v. d. Slot en A. Broekhof.
Overleden. Ida van Dril weduwe van Willem
Duivenvoorden 76 j. Alida Margaretba Zuider
duin 1 j.
Gehuwd: Nicolaas Grimbergen 26 j. van
Rijnsburg en Amarentia Cornelia Caspera 24 j.
RIJNSBURG. Goboren: Hendrik Arie, Z. van
H. Bo.iman en N. de Bloois
Overleden: Lydi*. 4 j., D. van A- v. Delft
en J. v. d. Vijver Willem Leendert, 5 j., Z. van
W. L. v. d Gugton en G. W. Biussee
Gehuwd: T. v. Egmond jm. 21 j. en W. v.
Delft jd. 23 j.
F. O. R. Petzold, koopman, handeldrij
vende onder fïnnabenaming„Handels-
en Industriekantoor Gummi tin", te Haar
lem.
A. Snel, koopman to Utrecht.
Naaml. vennootschap. Noorder Kandij-
fabriek," te Sneek.
J. M. C. Kramers, kantoorbediende te
Oss.
H. J. Hengcveld, tooneelspeelster bij de
N. V. ,,Het Tooneel," te Amsterdam.
J. Truijens, koopman en winkelier in
grutterswaren, ie Amsterdam.
B. A. de "Wind, koopman te Amsterdam.
H. Broerse, sigarenfabrikant, te Amster
dam.
De handelsvennootschap onder de firma
Bekkers Oster, fa-brikante van en hande
laarster in heeren- en kinderkleeding, ge
vestigd te Rotterdam aan den Haringvliet
en hare leden B. Bekkers en J. J. Oster,
beiden wonende te Rotterdam, eerstgenoem
de Nieuwe Haven, laatstgenoemde Delfscho.
vaart.
In het Engelsehe weekblad „Nature" wijdt
prof. H Kamerlmgh Onnes te Leiden een
w-armgosteld artikel' aan de nagedachtenis
van prof. Bosscha.
Museum van Kunstn ij verheid.
Sedert de opening van de tentoonstelling
van Kleoderdrachten in het Museum van
Kunstnijverheid te Haarlem is een algomee-
no belangstelling voor dit onderwerp merk
baar.
De sitsen kleedingstukken, die in vroeger
dagen zoo veelvuldig godragen werden, waar
onder een oompleet oud-Hindelooper kos
tuum met onderdeden en sieraden, trekken
door hun groote verscheidenheid van pa
tronen. de algemeene aandacht.
De heide Chincesche groepen kunnen als
uitstekend geslaagd worden beschouwd, ter
wijl hoeden en mutsen van de meest verschil
lende vormen en typen een groote afwisseling
in "het geheel ^brengen.
De tentoonstelling zal tot 11 Juni ge
opend blijven.
Zilckon heeft 29 schilderijen op de ten
toonstelling to Roubaix, grootendaels Afri-
kaansche landschappen. De pers is vol lof.
De „Figaro" sclirijft over de aristocratische
harmonie van de Algerijnsche schilderijen
van M. Ph. Zilcken, den uitnemenden Hol-
landschen schilder. „Dc Temps" zegt o.m.:
Men kan evenzeer behagen vinden in
den gereserveerden en bescheiden toon van
Zilcken als in de vervoering van een Lepere.
Van beiden is dc originaliteit groot en beide
kunstenaars zijn evenzeer getroffen door de
landschappen, die zij bewonderden, en door
liun atmosfeer.
Heeft Verkade weinig sympathie van 't
publiek te boeken, thans komt de tooneclken-
ner Róssing in het „Nieuws van den Dag"
verklaren
„Eduard Verkade heeft den drang in zioh
gevoeld om leemten in de gewone manier
van tooneelvootstollingen aan te vullen, om
aandacht te schenken aan wat te veel als bij
zaak werd beschouwd, om de opvatting van
kostumeering te doen beantwoorden aan de
waarheid en de schoonheid, om cere te bren
gen aan kleur en samenstemming van kleur.
In kostuum en kleur heeft hij, met mede
werking van juffrouw Cato Neeb, alles be
reikt. In tooneelkcstumearing heeft hij om-,
keer en vernieuwing gebracht."
De gift van Carnegie.
Garnegie begint aldus den blief, waarin
hij gt welke bestemming hij aan die gift
Wenseht gegeven te zien:
„Ik heb met vreugde vernomen van don
heer Bryan, dat Z. M. de Koning en het
Belgisch gouvernement de uitbreiding voor
België aanvaarden van het Hero Fund (Hel-*
den Fonds). De goede uitslag welke dit fondaj
geeft in Noord-Amerika, alsook in Groot-
Brittannië en Frankrijk, heeft mij doen be
sluiten er de voordooien van uit te breiden'
over België, het land der Vlamingen, die
aan Engeland het spinnen en weven geleerd
hebben, bet land dat de bakermat is dei:
schoone kunsten en Letwelk nu als groot
middenpunt van industrieele bedrijvigheid
een voorbeeld vormt voor heel de wereld.
(Nieuwe Gazet).
Willem Mengelberg.
De bladen bo Turijn schrijven alle met
bewondering over Mengelberg, dio een con
cert op de tentoonstelling aldaar, geleid heeft.
„H Momento", de „Gazetta di Torino", „Ga-*
zetta del Popoio" en „La Stampa" roemen
den dirigent als een schitterend kunstenaar,
wiens grootscho eigenschappon in de „Eroïca"
en in Liszt's „Les Préludes" uitgeblonken
hebben.
Het bestuur van de Vereeniging*. „die
Haghe" heeft het initiatief genomen voor
eene op 3 Juni a.s. in het Zuid-Hollandscli
Koffiehuis te 's-Gravenliage te houden ver
gadering, waartoe een 25-tal vercenigin-
gen zijn uitgenoodigd, om te komen tot op
richting van een „Bond tot Bescherming-
der Schoonheid van 's-Gravenhagc," met
het doel te waken voor het behoud van
het eigenaardig schoon der stad en hare;
onmiddellijke omgeving, zoowel van bouw
kundigen, als van historischen en van na
tuurlijken aard. Blijkens de ontwerpstatu
ten ligt het in de bedoeling een Bond van
vcreenigingen te vormen, om aldus te ver
krijgen een aaneengesloten actie, van welke
meer kracht kan uitgaan, dan ooit door
een speciale vereeniging kan worden ont
wikkeld.
Opnieuw hebben de lieer en mevrouw
J. C. I. DruckerFraser te Londen, den
Nederlandschen Staat met een kunstschat
begiftigd. Na de collectie moderne nicest
ters, welke dit echtpaar den Staat schonk,
thans als aanvulling een 17-tal Israëlsen:
12 schilderijen en 7 aquarellen.
Voorloopig is de schenking in bruikleen.
Deze nieuwe aanwinst in het Rijksmu
seum zal Dinsdag a.s. voor het publiek te
bezichtigen zijn.
Uit een causerie van Jan Veth over dc|
oud-Hollandsche schilderijen te Parijs, ver
nemen wij hoe de schets Jan Six aan hef
venster, welke hier als van Rembran.lt'
doorging, blijkt twijfelachtig van af':o-
te zijn.
Hij schrijft ervan
Sinds het toentertijd in Leiden werd ge
ëxposeerd, zijn er meer kenners bij geko
men, die aan dc echtheid van het stukje;
niet meer gelooven. Zoo Valentiner, die er
in zijn Deutsche-Verlags-Anstalt-Rembrandt
nog aan vasthoudt, maar het sindsdien, naar;
hij mij mondeling zeide, heeft losgelaten.
Dr. Hofstede de Groot intusschen houdt
het nog voor echt."
I>e pest op Java.
Mr. Van Geuns, de hoofdredacteur vau
het „Soerabaiasch Hbl." seint aan de
„N. R. C." dat de besmetverklaring van
Soerabaia door de pest is ingetrokken.
[Om een kring niet langer als besmet te
doen beschouwen is het, volgens de conven
tie van Parijs, noodig, dat van overheids
wege vastgesteld worde:
lo. dat er noch sterfgevallen ncch nieuw©
gevallen van pest zijn voorgekomen gedu
rende vijf op de afzondering, den dood of
de genezing van den la at sten pestlijder vol
gende dagen;
2o. dat alle ontsmettmgsmaatregelen zijn
toegepast, en dat de maatregelen tegen de
ratten ten uitvoer zijn gelegd.]
Algcmeene arbitrage.
Het Tweede Kamerlid Hugenholbz heeft»
aan den minister van buitenlandseh e mk^n
de volgende vragen gericht
Heeft de regeering haren wensch te ken
nen gegeven aan de regeering van de Ver-
eenigde Staten van Amerika, om, evenals
Engeland en Frankrijk, beraadslagingen te
voeren over een algemeen ar bi trage-ver
drag, hetwelk alle geschillen zal omvatten
die met ons land zouden kunnen rijzen, en,
indien niet, is de regeering voornemen©
dien wensch alsnog kenbaar te maken'?
(„Het Volk.")
liet nienwe lid van. de Algeineeno
Itekenkamer.
De Haagsche correspondent van d©
„Leeuw. Ct." schrijft, o. a.
De heer A. J. Stumpff Jr., dcor de Twee
de Kamer reeds bij eerste stemming aan
gewezen als de candidaat voor de vacature-
Le Bron bij de Algemeene Rekenkamer, be*
gon in 1882 als 2de klerk zijn ambtelijk©
loopbaan bij het staatscollege, dat hemi
nu binnen enkele dagen, naar anciënniteit
en naar levensjaren, als zijn jongste lid zal
mogen begroeten.
Na in 1886 tot lsten klerk en in 1891 tob
adjunct-commies te zijn bevorderd, volgde
m 1897 zijn benoeming tot commies. Waa
ree-s zeer spoedig gebleken, dat de Re
kenkamer in den heer Stumpff een ambte
naar van zeer buiteDgewone gaven aan zich
had verbonden, zijn bevordering bij keuzo
in 1907 tot den rang van referendaris was
een bewijs te meer, dat 't college prijs stel
de op het behoud van dezen verdienstelijk
ken staatsambtenaar, die eenigen tijd te
voren door minister Bergansius was aange
zocht om op te treden als chef van de af-
deeding comptabiliteit aan het departement
van oorlog.
In 1864 reboren, ziet de heer Stumpff op
47-jarigen leeftijd een ambtelijke carrière
bekroond, die ongetwijfeld evenzeer schit
terend als voorspoedig mag genoemd wor
den.