Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Door eigen schuld.
Gemengd Nieuws.
Faillissementen.
jï0. 15^23. EJ3IB3CÜ BAGBILJLB, Woensdag* 34 Mei. Berde Blad. Aimo 1911.
staanplaatsen verhuurd. Daarom zal een
horverpaohting plaats hebben.
Tachtig roeden aardbeien,
toebehoorende aan W. van der Mey, te
Wijk-aan-Zee, gewezen candidaat voor den.
Gemeenteraad, werden afge-schoffeld en bij
het hoofd der school, den heer H. v. d.
Zand, werden vier groote ruiten ingewor
pen. Aan beide personen wordt verweten,
dat zij oorzaak zijn, dat de officieele Ka
tholieke candidaat niet gekozen werd. Van
een en ander is aangifte gedaan bij de po
litie, die de daders, nog niet heeft kunnen
ontdekken.
Ten gevolge van de vele
klachten, die inkwamen over slechte en
valsche muziek, die gemaakt werd door
straatmuzikanten, heeft de burgemeester
van Bloemendaal bepaald, dat alleen ver
gunning wordt gegeven aan muzikanten,
wier muziek niet begint vóór 9 uur v.m. en
niet later eindigt dan 6 uur n.m.die zor
gen, dat gedurende den tijd, dat er muziek
gemaakt wordt-, het korps voltallig blijft,
cLw.z. dat niet een gedeelte muziek maakt
en een ander gedeelte geld inzamelt; dat
bij het geld inzamelen niet verder wordt
gegaan dan 50 M. rechts en links van de
plaats, waar muziek gemaakt is; dat in de
nabijheid der scholen, zoolang deze aan zijn}
geen muziek wordt gemaakt en bij het pas-
seeren van een begrafenisstoet ook niet.
Te Loosduinen is 's nachts i n-
gebroken in de openbare lagere school. Ont
vreemd werden de meeste natuurkundige
instrumenten voor een waarde van ruim
f40. Op een bord stond geschreven:
We zijnen met zijn achten.
We stelen alle nachten.
We zijn te lui om te werken,
Daarom berooven wegscholen en kerken.
Yan de stadswerf te Delft
zijn maar even 6000 groote straatkeien ge
stolen. De diefstal moet al geruimen tijd
geleden hebben plaats gehad. Te Rijnsburg
is het gestolene verkocht. De politie zoekt
naar zekeren schipper v. d. M., die aan
deze zaak niet goheel vreemd moet zijn.
In Amsterdam worden van
de vele fietsen, waarop vooral in 't Vondel
park wordt gereden, per jaar duizend ge
stolen.
Zoo beweert Jan van de Munt in de
Leeuwarder Courant'' ten minste. "Waar
achtig het moet waar zijn, dat ondanks po
litie, ikettingsloten, knalsignalen, bijtgrage
honden, en de beruchtheid van de rijwiel-
dieven, jaarlijks in Amsterdam 1000 kar
retjes worden „gejat." Dan, zei mijn brave
mentor, worden ongeveer 25 pCt. van de
fietsliefhebbers bediend deer lui, die van
oude frames, oude banden, oude sturen en
andere oude onderdeeden.nieuwe fietsen
maken. Dat wonderwerk gebeurt op bo-
venhuisjes, in kelders, in achterbuurten,
maar ook in groote fabrieken met zestig a
tachtig man personeel. Je hebt ook fabri
kanten, die het gemêleerde systeem toepas
sen: oude frames van nieuwe sturen en on
derdeden voorzien. Daarbij doet zich de
vraag voor, hoeveel van de nieuwe onder-
deelen worden betaald aan den fabrikant,
en hoeveel er door booze trucs en va-lscRe
streken gratis worden verworven. Dan
komt bij een nader onderzoek van de
commerci^ele waarde van het stalen ros
de kwestie aan de orde, hoe het publiek
zijn'karretjes betaalt. Meerendeels op afbe
taling, luidt dan het antwoord, zoo men
geen oude fietsen overneemt, die men wat
laat opkalefateren...
Zoo leer je, was het besluit van mijn zegs
man, dat al die tallooze fietsen, waarop je
je stadgenooten ziet rondkarren, nog bij
lange na niet alle contant geld voor den
detailhandelaar en den fabrikant beteeke-
nen... Er is geen vak, waarin zooveel wordt
geknoeid als juist het fietsenvak.
„Maar het publiek profiteert er toch
maar van."
„Da's waar. Maar je moet niet vragen
wat voor opofferingen sommigen zich er
voor getroosten. Met een beetje handigheid
kan je voor f 25 een heel aardig uitziend
karretje machtig worden... Maar voor de
juffers en de jcollies die je er op ziet zitten,
beteekent dat dikwijls maanden en maanden
ontberen... Weet je waar ze tegenwoordig
voor sparen1? Yoor den ouden dag? Kan je
begrijpen... Ze sparen voor Kreijmborg èn
voor een fietsenscharrelaardien koopen
ze een karretje af, soms met een breuk in
Let stuur of in de voorvork. Op een goeden
dag. breekt het en ze krijgen nog een onge
luk op den koop toe...
Het is ook niet al goud wat er in blinkt
in 't Vondelpark zoo tusschen zeven en
acht, dacht ik.
Hetzelfde zal ook wel gelden van andere
gemeenten en andere plaatsen.
Toen de landbouwer Van der
Hue aan den Gouderakschen dijk bij Gou
da gisteravond terugkwam van het melken,
bleef zijn 5-jarig zoontje, dat was meege
gaan, een oogenbhk achter. Terwijl de va
der zich in huis begaf, geraakte het kind
in de wetering en even later werd het leven
loos opgehaald.
Te Abcoude is brand ont
staan in een woonhuis, eigenaar dr. Gohl,
te Amsterdam, bewoner de kunstschilder
Yan Beek Koppeldijk. Het perceel brandde
geheel uit. De spoedig aanwezige brand
spuiten wisten de belendende panden te
behouden. De inboedel ging nagenoeg ge
heel verloren. De oorzaak van den brand
is onbekend. Het huis en de inboedel zijn
beide op beu'rspolis verzekerd.
Uit de vestinggracht te Naar-
den is opgehaald het lijk van den heer
J. R., aldaar, die vermoedelijk door de
duisternis misleid te water is geraakt.
Eenigen tijd ge le den ont
vluchtte de koetsier B. de B., te Drachten,
die onder verdenking van diefstal van scha
pen ten nadeele van zijn vroegeren patroon
dr. ^Fischer, door de marechaussee was
aangehouden, uit de marechaussee-kazerne
aldaar en zette koers naar Duitschland. Hij
vertoefde daar op valsche papieren, wat-
ontdekt werd, en hij moest bet land verla
ten. De B. heeft zich nu vrijwillig bij de
justitie te Heer en veen aangemeld. Na ver
hoor door den reohter-commissaris gelastte
deze zijn gevangenhouding.
Timmerliedensta k i n g. Men
meldt uit Leeuwarden: Maandagmorgen
zijn de ongeveer 180 timmerlieden, behoo-
rende tot de af deelingen van den Alg. Ned.
Timmerliedenbond. en den R.-K. Timmer-
liedenbond, die verloden week hun dienst
betrekkingen hebben opgezegd, in staking
gegaan. De 18 leden van den Öhristelijken
Bond hebben ook hun dienstbetrekkingen
opgezegd en zullen zich dus komende week
bij de stakers voegen.
De hoofdbestuurder vau den Timmerlie
denbond, de heer v. d. Wal, vertoeft te
Leeuwarden.
Er meet in de patroonsvereeniging een
sterke strooming zijn voor een algemeene
uitsluiting.
Men meldt nader uit Leeuwarden: De
eerste dag der staking is nogal rumoerig
geweest. Op verschillende plaatsen der
stad werden de werkwilligen door stakers
opgewacht, die hen trachtten over te halen
zich bij hen aan te sluiten. Soms ging het
tot handtastelijkheden over, zoodat de po
litie beschermend moest optreden en de
werkwilligen veilig thuis bracht.
Ov erdreven. Een familie
uit Aalten reisde met eenige kinderen per
tram naar Bocholt. Aan de Duitsche grens
gearriveerd, verscheen een Duitsoh douane
ambtenaar, die beweerde dat een klein
fleschjo melk, hetwelk was meegenomen
ten behoeve van het j - ngsto kind, niet naar
Duitschland mocht worden ingevoerd en
dat de melk op Neerlandsoh grondgebied
moest worden uitgegoten. Of men nu al op
wierp, dat de melk gekookt was en zeer
zeker afkomstig van een gezonde koe, of
dat deze melk uitsluitend voor het jongste
kind moest dienen, dus beslist niet in an
dere handen kwam, het baatte niet!
Na lang heen en weer praten werd teu
slotte als bijzondero gunst toegestaan, dat
onder toezicht van den Duitschen douane
beambte de kleine de melk mocht nuttigen.
Toen het bleek, dat het kind, hetwelk
blijkbaar niet gewoon was onder zoo scher
pe controle zijn voedsel tot zich te nemen,
de flesch slechts tot op d i helft ledigde,
moest de rest worden uitgegoten onder
groote hilariteit van vele passagiers, die in-
Steenhouwerswet.
Bij de replieken gisternamiddag bleef de
heer T ij d e m a n zich principieel krach
tig verzetten tegen het stelsel van al dan
piet toelating van Staatswege van een ar
beider in eenig bedrijf; een systeem, dat
voor hem een onoverkomelijk bezwaar tegen
bet wetsontwerp blijft. Spreker hield daar
bij vol, dat in elk geval de Staat een r_>-
reele verantwoordelijkheid voor de niet-toe-
Jating in het bedrijf aanvaardt bij handha
ving van het keuringssysteem.
De heer De Yisser deelde mede een
amendement te zullen indienen, waarin het
reeds door hem geuite denkbeeld (beper
king der wet tot bescherming alleen van de
minderjarige) zal zijn belichaamd. Het
prikkelt sptr. meer en meer, dat de Minister
bij zijn sociale wetgeving een ui gang spun t
kiest, dat zich van hem absoluut niet liet
verwachten. Spreker zal niet spreken van
Staatssocialisme, maar wat deze Minister
doet, is niet bevorderlijk aan de ontwikke
ling van eigen energie en eigen verantwoor
delijkheid onder bet volk. En dit is toch
één van de eerste voorwaarden voor een
krachtig volksleven. De Minister uit denk
beelden, waarvan spr. ziah met vrees af
vraagt wat er de consequenties van zijn.
'Als straks de medici komen verklaren: het
rooken is ongezond, staat ons wellicht een
Rijksverbod van het rooken te wachten.
Spreker wil voor de steenhouwers wel iets
doen, maar hij kan zich niet vereenigen
met een verbod, dat mensahen broodeloos
maken kan. Spreker wil iemand van het
14de tot het I7^de jaar ieder jaar doen
keuren en hem daarvoor een kaart geven.
Vervolgens wordt hij niet vroeger gekeurd
'dan op 21 jaar. Daarna is hij vrij om
al of niet steenhouwer te worden.
De heer Yan Doorn heeft in eersten
termijn niet uitvoerig de zaak besproken,
omdat hij zich met de argumenten van
.vorige sprekers kon vereenigen. Hij be
strijdt nader het ontwerp;
De heer Helsdingen merkt op, dat,
al is de Minister door mr. Yan Doorn bij de
gewone socialisten ingedeeld, de Minister
door de S.-D. A.-P. nog niet als lid wordt
aangenomen (V roolijkheid). Even
min ia de opmerking van den heer Tyde-
man juist, dat spreker op het bourgeois-
htandpunt staat. Deze opmerking van den
heer Tydeman was waarschijnlijk bedoeld
als materiaal voor sprekers dierbaren
yriend David Wijnkoop. (Gelach).
De heer De Klerk repliceert even
eens. Ook Rij verzot zich tegen verbod van
arbeid voor volwassen arbeiders, die afge
keurd zijn. De Staat mag een volwassen
arbeider niet bemoeilijken in het verdienen
van zijn brood, vooral nu er in het steen
houwersvak veel arbeiders op lateren leef
tijd intreden. Hij zal gaarne met het amen
dement, door den heer De Yisser aange
kondigd, meegaan.
De Minister dient nader van ant
woord en verdedigt zijn ontwerp. Hij houdt
vol, dat de keuring in het ontwerp precies
hetzelfde is als die, welke in het mijnregle
ment wordt gevonden. Het is verkeerd, dat
iemand met groote vatbaarheid voor tuber
culose -steenhouwer worden gaat.
De heer De Yisser: Dat moet de man
zelf weten.
De Minister betoogt, dat tusschen
fciju ontwerp en het aangekondigde amen
dement practisch niet veel onderscheid zal
zijn, maar spreker zou het amendement
nog eens voor zich zien. Spreker zet uit
een, dat Rij in zijn ontwerpen noqit ver
bodsbepalingen voorstelt, of ze moeten drin
gend noodïg zijn. De heeir v. Doorn heeft op
de Stuwadoorswet gewezen, maar de ha
venarbeiders zijn jarenlang geëxploiteerd,
zoodat er gevaar voor lijf en leven bestond,
en als de Minister thans ingrijpt, is dat
alleen op grond van dringende noodzake
lijkheid. De keuring, thans voorgesteld, be
doelt eenvoudig menschen uit het vak te
houden, van wie men ziet, dat het mis
loopt. Het eenig individu, dat van dit ont
werp schade kan ondervinden, is de werk-
6j
„Groet Anna van mijzeide de freule
bij het afscheid en hoe maakt de kleine
Markus het?"
„Zij is geheel in de war," zeide Jobst,
„maar wanneer men bedenkt: acht en
tachtig! Ja, ja, dat doet de gezonde lucht!"
Hella zweeg. Eenmaal, eenmaal was ook
daar aLo vurig, ontstuimig, vol gloed
geweest, eenmaal, voor zeventig jaren 1
moest zij denken.
,,Zijt gij een weinig met den nieuwen
b man verzoend?'' vroeg gravin Valerie
haar gemaal voorzichtig en sloeg luchtig
met de dameszweep over de breede ruggen
der dikke ponies, die een kleinen panier
voor twee personen trokken.
Dat had zij uit den tijd van haar jong
huwelijksleven overgehouden; als zij tijd
en lust had, vergezelde zij haar man op de
jacht. Het lage voertuig wiegde zich pie
pend in de veeren en de roode raderen
Teden knarsend over doode takken en
hobbelige voren.
„Ach, Valerie, wat bedoelt gij met ver
zoend? Ik vind dezen jongen Wilke heel
passabel; hij weet zich in elk geval goed
voor te doen. En dat hij de streek niet
m.et fabrieken en socialisme wil bederven,
verheugt mij oprecht. Maar dat hij geen"
°°g van Hella afliet, beviel mij niet. Ik
w°u, dat de verloving tusschen haar en
Rudiger een voldongen feit was."
gever, maar zijn energie zal de moeilijk
heden voor het bedrijf wel overwinnen.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Op art. 1 verdedigt de heer Helsdin
gen een amendement, dat ten doel heeft 't
polijsten, zagen en schuren ook te doen
vallen onder Ret begrip steenhouwersar-
beid. Dit is in het ontwerp niet het geval.
Bedoelde werkzaamheden worden steeds in
8teenhouwerswerkplaatsen verricht, soms
afgewisseld door het behouwen van steen.
Daarom bepleit spreker de noodzakelijk
heid, ook ter wille van de controle, om het
begrip steenhouwersarbeid uit te breiden
met bedoelde werkzaamheden.
De heer YanDoorn merkt op, dat de
uitdrukking, bewerken of afwerken" van
natuurlijke steen door den Minister is ge
wijzigd in behouwen van natuurlijke
steen. Spreker betoogt, dat hierdoor de
rechter bij de interpretatie der wet in
moeilijkheden zal komen. Door de wet zelf
moeten de uitzonderingen worden opgeno
men, die thans in de Memorie van Toelich
ting voorkomen.
De Reer Van Idsinga betoogt, dat
onder de wet dienen te vallen niet alleen
de steenhouwers, die werken in de onder
neming van een ander, maar alle steen
houwers. Het amendement bestrijdt hij.
De heer Y e r h e y komt eveneens tegen
het amendement op. Het gaat hem te ver.
Schuren, polijsten en zagen zijn werk
zaamheden, die niet altijd zuiver als steen
houwersarbeid kunnen worden beschouwd.
De vergadering wordt verdaagd tot he
den te elf uren.
Stutenhö.uweïsarBeid.
De heeren De Visser, De -Savornin LoK-
man, Snoeck Henkemans, Van Idsinga,-
Loeff, De Beaufort, Van Foreest, Van Kar-
nebcek, Goeman Borgesius, Roodhuijzen,
De Klerk, Hubrecht en De Stuers stellen
voor artikel 2 van het ontwerp aldus te
lezen:
7,De werkgever zorgt dat in zijn onder-»
neming geen steenho.uwersarbeid wordt
verricht do,or arbeiders beneden den lcief-
tijd van 21 jaar, tenzij dezen in het bezit
zijn van een geldige steenhouwerskaart."
Door de heeren Snoeck Henkemans, De
Vlugt; Van Idsinga, De Visser en De Sa
vornin Lohman wordt voorgesteld artikel
9, eerste lid. II. te lezen als volgt:
II. een arbeider,- die den leeftijd van 17
jaar heeft bereikt, dien arbeid niet langer
verricht dan gedurende 10 uren per etmaal.
En art. 9, eerste lid, IV, als volgt:
IV. een arbeider dien arbeid niet verricht
vóór des voormiddags 6 en na des namid
dags 7 uur.
De heeren De Klerk, Thomson, Verhiey,-
De Jongh, Jannink, De Kanter, Helsdin-
gen; De Visser, Heemskerk en Do]k stel
len voor onder litt. f van art. 6 te laten
volgen
7,g. do verwarming."
Het eedsvraagstuk.
Deheer Yan Hamel heeft voorgesteld om
in het wetsontwerp tot voorziening in de
bestaande onzekerheid ten aanzien van den
vorm, waarin eeden, beloften en bevestigin.
gen moeten worden afgelegd, als slotbepa
ling op te nemen, dat de wet niet langer
geldt dan tot 1 Januari 1913.
Yolgens den voorsteller ia de bedoeling
van dit amendement om in de wet zelve
een redelijken termijn vast te leggen, bin
nen welken de reeds zoo lang gewensohte
en ook thans van Regeeringswege in uit
zicht gestelde oplossing van het eedsvraag
stuk in zijn algemeene bcteekenis zal moe
ten zijn afgedaan.
Van verscheideneomliggen-
de gemeenten komen berichten omtrent
mond- en klauwzeer onder het vee tot ons.
Een feit is, dat de ziekte toeneemt. Yan
elk nieuw geval zullen wij geen melding
meer maken.
Bij de verpachting van het
kermisterrein Hillegom zijn niet alle
„Maar, Markus, wat is dat vreemd ge
zegd I Alsof Hella de veertig millioenen
blindelings in de armen zou moeten tuime
len! Ik vraag jel Hella, onze lieve natuur-
]i" bloem Ja, wanneer gij over Hulda von
Zenkow spraakt! En dat de verloving met
Rudiger nog niet in orde is, dat is integen
deel goed. Hella moet het geheel met zich-
zelve eens zijn of zij meesteres van Hohen-
Dachau wil worden 1 Ik houd van Rudiger
als van een zoonx maar als er niets van
komt
„Geef acht,, daar is de sloot, zacht
zoo!" viel de graaf haar in de rede.
„Dan is het nog niet zoo erg. En dan be-
Roeven het de veertig millioenen ook nog
niet te zijn."
„Neen, die beslist niet!" zeide graaf
Markus kortaf en beslist.
„Dan kan het nog een ander worden.
Mevrouw Wilke, nu ja, daarover zou men
eerst rijpelijk moeten denken."
„Neen, niet denken," voer de oude heer
uit, „dat is geheel onmogelijk."
„Markus, je toon laat te wenschen over,"
wees de gravin hem koel terecht.
Opeens snelde er een reegeit met haar
jong over den weg en de opmerkzaamheid
der echtgenooten werd nu door de jacht-
sport in beslag genomen.
„De bok staat ginds bij dat akkermaals
hout, wij zijn er dadelijk," fluisterde de
graaf; rijd stapvoets."
Braamstruiken sloten den weg in en ver
borgen hen voor de blikken van het rustig
aan den zoom van het bosch grazende wild.
De graaf haalde zijn verrekijker voor den
dag en monsterde de donkere stippen in
de groene wedde.
„Als het beest den kop maar eens wilde
opheffen," mompelde hij zacht. „Nu, aha,"
en ten hoogste opgewonden.„Blijf gij hier,
Yalerie, ik wil heel langzaam om de dennen
heensluipen."
Het rijtuig hield st.il en behoedzaam klom
de opgewonden jager er uit: „Geef mij het
geweerdankHij liep in zijn groene
jachtbuis op zijn teenen over het pad.
De gravin keek vol spanning naar het
wild. Ook haar had de jachtkoorts aange
grepen. Het bosch ritselde zacht, hier en
daar deed een vogel en tak kraken, een
specht hamerde eentonig in het kreupel
hout en ergens uit de verte klonk .het ge
blaf van een hond. Het scheen alsof de na
tuur in diep stilzwijgen medeluisterde, alsof
zij den adem inhield, ten einde 't bevrijden
de schot te hooren. Wel een kwartier was
verstreken, toen trokken de ponies opeens
de teugels aan en deden een paar stappen
naar voren; schrikwekkend luid had de knal
de stilte verbroken en weerklonk slechts
langzaam uit het bosch. En spoedig liet de
stem van den graaf zich hooren: „Getrof
fen! Kom!"
-L-et voertuig zette zich haastig in bewe
ging.
Terwijl haar ouders met zorgende harten
haar toekomst bespraken, reed Hella, in
Johan's onvermijdelijke begeleiding, door
het heerlijke beukenbosch naar het strand.
Zij liet de mooie Isabella loop en, zooals zij
wilde, haar gedachten waren als onrustige
vogels uitgefladderdy voortdurend ronddo
lend, nergens rust vindend. Er was in haar
zoo iets als een eeuwig armen-uitbreiden,
snikken en verlangen naar iets, dat zij
zelve niet kende. Ach, het was dikwijls zoo
leeg in haar binnensteEn het leven om
haar heen maakte haar niet gelukkig; het
verschafte haar verdriet en pijnigde haar
zelfs. Iets bezitten, zich aan iets vastklem
men, dat het gemoed geheel vuldeIemand
vinden, voor wien men alles, alles was, wien
wien men het leven mooi en heerlijk maak
te, terwijl men zich aan hem gaf, geheel
en al. Ja, dan... Of op groeten voet leven,
verkwistendOf een m in de diepste
diepte ondergaan, en dan ergens stil ver
welken, zooals tante Cccilie.
De vos rukte onrustig aan den teugel; zij
moest op hem letten. En een oogenblik ge
noot zij t:n volle van het vliegen over den
el: stischen, met mos begroeiden grond, ter
wijl haar blik zich over de wuivende manen
van het paard in het zachte beukengroen
v^-ioor. Maar nu kwam de zandbodem en
daar waren de duinen.
Hella bracht het dier tot staan en luister
de. Als een krachtig, plechtig ruischen der
hoornen klonk de gelijkmatige golfslag haar
in de ooren. Neent toch. anders; ach, zoo
eigenaardig diep, treweldig en kalmeerend
tevens. En zoo oneindig, zoo onuitputte
lijkZij kreeg nu begrip van eeuwig'., id;
hier was iets van de oneindige ruimte en
dat maakte haar eng hart ruimer.
Het zand werd dieper. En daar was de
houten brug. Hella liet zich uit den zadel
glijden en leiddö de vos over de smalle
planken.
Eindelijk sloeg zij haar blik op. De zee
brandde in kleine golven tegen de glinste
rende zandkust. Vlak in haar nabijheid
gleed een zeilschip voorbij, een meeuw
vloog om den boeg van den grooten kotter
middels waren uitgestapt en belangstellend
uitkeken naar den afloop der scène l
Na een oponthoud van lö minuten kon de
tram vertrekken I
Dat door zulke kleinigheden het verkeer
zeer wordt belemmerd tusschen Duitsche
en Nederlandsohe grensplaatsen behoeft
geen nader betoog.
Hetheeftin de laatste dagen
in Zwitserland en in Oostenrijk zwaar ge
regend. De rivieren zijn gezwollen en heb
ben hier en daar overstroomingen veroor
zaakt. Het Zwitschersche stadje Wallen-
stadt staat voor de helft onder water, be
richt de „Lokal Anzeiger." En de regen
bleef in stroomen vallen.
Boven Weenen heeft Vrijdagmorgen vroeg
een heftig onweer gewoed. Do waterleiding
dreigde over te loopen en men vreest voor
overstroomingen. Verder is Bohemen, en
vooral Zuid-Bohemen, door donder, hagel,
bliksem en regens, dio aan den zondvloed
doen denken, geteisterd. Vooral Winter
berg, Piesek cn Revnetz hebben zwaar gele
den. Bij Piesek is een luitenant, die gedu
rende het onweer in een boot de rivier wil
de oversteken, verdronken. Volgens een
bericht uit Innsbruck is boven het dal van
Tannheim een wolkbreuk losgebarsten^
Tannheim staat onder water en :.s van alle
verkeer verstoken.
De Vereenigde Staten zuchten onder eei\
voor de maand Mei ongewone, hitte. Tus-
aohen de Rocky Mountains en de kust van
den Atlantisohen Oceaan is de temperatuur
tusschen 90 gr. en 95 gr. Fahrenheit in de
schaduw. Te Chicago en in de Mississippi-
valei is de hitte ondraaglijk. Te Chicago
zijn een aantal personen gedood, en de
40,000 leerlingen van de openbare scholen
zijn allen naar huis gezonden. In de Mis-
sissip pi valei zijn 15 personen door de hitte
komen te vallen en zijn meer dan 100 men-*
schen bewusteloos geworden.
Lafayette, de „groote La
fayette," de bij den schouwburgbrand te
Edinburg omgekomen artist, heeft naar
voorloopige schatting een vermogen van
100,000 pd. st. nagelaten. Dat zal zeker me
nig café-chantant>artist doen watertan
den. Maar de Engelsche bladen, die dit
nieuwtje meedeelen, voegen er bij, dat dit
vermogen blijkbaar grootendeels afkomstig
is van gelukkige speculaties in rubber-aan-
deelen. Lafayette was dus blijkbaar niet
alleen groot als „illusionist," maar ook als
speculant.
In de gevangenis te Lake
City, in den staat Florida, waren zes ne
gers gedetineerd, die onder verdenking
lagen van een moord te hebben gepleegd.
Daar verscheen voor de gevangenis een
groep auto's, waarin 10 personen gezeten
waren. Dezen toonden den 17-jarigen zoon
van den vrederechter een telegram, waarin
de uitlevering van de zes negers verzocht
werd. Dat telegram heette afkomstig te
zijn van een vrederechter in een naburig
district. De zoon van den vrederechter vol
deed aan 't verzoek; maar later bleek, dat
het een vervalscht telegram geweest was.
De negers werden in de auto's meegeno
men en buiten de stad neergeschoten.
Dieustzegcls.
Door den minister van Waterstaat wordt
overwogen, om alle stukken, den openbaren
dienst betreffende, voor de verzending waar
van geen vrijstelling van port is verleend,
te doén voorzien van dienst-frankeerzegels.
In verband hiermede is aan de korpsen van
het leger een opgave gevraagd van het aan
tal en de soorten der zegels, welke bij
eventueele invoering zullen noodig zijn.
(„Hbl.")
M. F. van der Bend, koopman, te Delft.
A. de Kroon, veekoopman, te Breda.
P. Loppersum, aannemer, te Zaandam.
G. A. van den Berg, warmoezier, te
Gendt.
en een stoomboot verdween langzaam in
het nevelachtig-blauwe verschiet. Daar
ginds bevond zich de (kust van Denemar
ken, nog verder Stockholm, en heel, heel
in de verte het land der middernachtzon.
Reizen ja, dat was 'het heerlijkste L Maar
niet zoo, als zij het met haar ouders kende
of ook van kennissen wist; niet in overvol
le spoorwegcoupó's en hotels, op drukke
plaatsen, waar alles bijeeDkwam; neen,
dan bleef z:'» veel liever to Wusterode.
Maar met een eigen jacht, of in een eigen
mooie postkoets; ja, dat zou heerlijk zijn.
En zoo was het met e.l haar wenschen
en verlangens: Iets heel bijzonders of
niets.
„Hella is weinig eischend uit berusting",,
had gravin Yalerie eens na een tochtje
naar Berlijn, waar zij boodschappen had
den gedaan, beweerd.
En plotseling moest Hella aan Gerard
Wilke denken, die alles kon hebben, wat
hij wilde, en aan Rudiger, die het den
vrouwen misgunde. Al het mooie was er
slechts voor de mannen.
Aan haar Techterhand lag de badplaats
van Hohen-Dachau en verder hoogerop liet
zeeplaatsje Langensande. Daar wemelde
het nog van badgasten; zij wilde er daar
om niet voorbij rijden, maar liever linksom
lang een omweg naar Wusterode terug;
of over het Dachauer „Luch". Doch neen,
die weg was haar ten strengste verboden.
(Wordt vervolgd.)