Tweede Kamer. FEUILLETON. Door eigen schuld. Gemengd Nieuws. Faillissementen. jï0. 15^23. EJ3IB3CÜ BAGBILJLB, Woensdag* 34 Mei. Berde Blad. Aimo 1911. staanplaatsen verhuurd. Daarom zal een horverpaohting plaats hebben. Tachtig roeden aardbeien, toebehoorende aan W. van der Mey, te Wijk-aan-Zee, gewezen candidaat voor den. Gemeenteraad, werden afge-schoffeld en bij het hoofd der school, den heer H. v. d. Zand, werden vier groote ruiten ingewor pen. Aan beide personen wordt verweten, dat zij oorzaak zijn, dat de officieele Ka tholieke candidaat niet gekozen werd. Van een en ander is aangifte gedaan bij de po litie, die de daders, nog niet heeft kunnen ontdekken. Ten gevolge van de vele klachten, die inkwamen over slechte en valsche muziek, die gemaakt werd door straatmuzikanten, heeft de burgemeester van Bloemendaal bepaald, dat alleen ver gunning wordt gegeven aan muzikanten, wier muziek niet begint vóór 9 uur v.m. en niet later eindigt dan 6 uur n.m.die zor gen, dat gedurende den tijd, dat er muziek gemaakt wordt-, het korps voltallig blijft, cLw.z. dat niet een gedeelte muziek maakt en een ander gedeelte geld inzamelt; dat bij het geld inzamelen niet verder wordt gegaan dan 50 M. rechts en links van de plaats, waar muziek gemaakt is; dat in de nabijheid der scholen, zoolang deze aan zijn} geen muziek wordt gemaakt en bij het pas- seeren van een begrafenisstoet ook niet. Te Loosduinen is 's nachts i n- gebroken in de openbare lagere school. Ont vreemd werden de meeste natuurkundige instrumenten voor een waarde van ruim f40. Op een bord stond geschreven: We zijnen met zijn achten. We stelen alle nachten. We zijn te lui om te werken, Daarom berooven wegscholen en kerken. Yan de stadswerf te Delft zijn maar even 6000 groote straatkeien ge stolen. De diefstal moet al geruimen tijd geleden hebben plaats gehad. Te Rijnsburg is het gestolene verkocht. De politie zoekt naar zekeren schipper v. d. M., die aan deze zaak niet goheel vreemd moet zijn. In Amsterdam worden van de vele fietsen, waarop vooral in 't Vondel park wordt gereden, per jaar duizend ge stolen. Zoo beweert Jan van de Munt in de Leeuwarder Courant'' ten minste. "Waar achtig het moet waar zijn, dat ondanks po litie, ikettingsloten, knalsignalen, bijtgrage honden, en de beruchtheid van de rijwiel- dieven, jaarlijks in Amsterdam 1000 kar retjes worden „gejat." Dan, zei mijn brave mentor, worden ongeveer 25 pCt. van de fietsliefhebbers bediend deer lui, die van oude frames, oude banden, oude sturen en andere oude onderdeeden.nieuwe fietsen maken. Dat wonderwerk gebeurt op bo- venhuisjes, in kelders, in achterbuurten, maar ook in groote fabrieken met zestig a tachtig man personeel. Je hebt ook fabri kanten, die het gemêleerde systeem toepas sen: oude frames van nieuwe sturen en on derdeden voorzien. Daarbij doet zich de vraag voor, hoeveel van de nieuwe onder- deelen worden betaald aan den fabrikant, en hoeveel er door booze trucs en va-lscRe streken gratis worden verworven. Dan komt bij een nader onderzoek van de commerci^ele waarde van het stalen ros de kwestie aan de orde, hoe het publiek zijn'karretjes betaalt. Meerendeels op afbe taling, luidt dan het antwoord, zoo men geen oude fietsen overneemt, die men wat laat opkalefateren... Zoo leer je, was het besluit van mijn zegs man, dat al die tallooze fietsen, waarop je je stadgenooten ziet rondkarren, nog bij lange na niet alle contant geld voor den detailhandelaar en den fabrikant beteeke- nen... Er is geen vak, waarin zooveel wordt geknoeid als juist het fietsenvak. „Maar het publiek profiteert er toch maar van." „Da's waar. Maar je moet niet vragen wat voor opofferingen sommigen zich er voor getroosten. Met een beetje handigheid kan je voor f 25 een heel aardig uitziend karretje machtig worden... Maar voor de juffers en de jcollies die je er op ziet zitten, beteekent dat dikwijls maanden en maanden ontberen... Weet je waar ze tegenwoordig voor sparen1? Yoor den ouden dag? Kan je begrijpen... Ze sparen voor Kreijmborg èn voor een fietsenscharrelaardien koopen ze een karretje af, soms met een breuk in Let stuur of in de voorvork. Op een goeden dag. breekt het en ze krijgen nog een onge luk op den koop toe... Het is ook niet al goud wat er in blinkt in 't Vondelpark zoo tusschen zeven en acht, dacht ik. Hetzelfde zal ook wel gelden van andere gemeenten en andere plaatsen. Toen de landbouwer Van der Hue aan den Gouderakschen dijk bij Gou da gisteravond terugkwam van het melken, bleef zijn 5-jarig zoontje, dat was meege gaan, een oogenbhk achter. Terwijl de va der zich in huis begaf, geraakte het kind in de wetering en even later werd het leven loos opgehaald. Te Abcoude is brand ont staan in een woonhuis, eigenaar dr. Gohl, te Amsterdam, bewoner de kunstschilder Yan Beek Koppeldijk. Het perceel brandde geheel uit. De spoedig aanwezige brand spuiten wisten de belendende panden te behouden. De inboedel ging nagenoeg ge heel verloren. De oorzaak van den brand is onbekend. Het huis en de inboedel zijn beide op beu'rspolis verzekerd. Uit de vestinggracht te Naar- den is opgehaald het lijk van den heer J. R., aldaar, die vermoedelijk door de duisternis misleid te water is geraakt. Eenigen tijd ge le den ont vluchtte de koetsier B. de B., te Drachten, die onder verdenking van diefstal van scha pen ten nadeele van zijn vroegeren patroon dr. ^Fischer, door de marechaussee was aangehouden, uit de marechaussee-kazerne aldaar en zette koers naar Duitschland. Hij vertoefde daar op valsche papieren, wat- ontdekt werd, en hij moest bet land verla ten. De B. heeft zich nu vrijwillig bij de justitie te Heer en veen aangemeld. Na ver hoor door den reohter-commissaris gelastte deze zijn gevangenhouding. Timmerliedensta k i n g. Men meldt uit Leeuwarden: Maandagmorgen zijn de ongeveer 180 timmerlieden, behoo- rende tot de af deelingen van den Alg. Ned. Timmerliedenbond. en den R.-K. Timmer- liedenbond, die verloden week hun dienst betrekkingen hebben opgezegd, in staking gegaan. De 18 leden van den Öhristelijken Bond hebben ook hun dienstbetrekkingen opgezegd en zullen zich dus komende week bij de stakers voegen. De hoofdbestuurder vau den Timmerlie denbond, de heer v. d. Wal, vertoeft te Leeuwarden. Er meet in de patroonsvereeniging een sterke strooming zijn voor een algemeene uitsluiting. Men meldt nader uit Leeuwarden: De eerste dag der staking is nogal rumoerig geweest. Op verschillende plaatsen der stad werden de werkwilligen door stakers opgewacht, die hen trachtten over te halen zich bij hen aan te sluiten. Soms ging het tot handtastelijkheden over, zoodat de po litie beschermend moest optreden en de werkwilligen veilig thuis bracht. Ov erdreven. Een familie uit Aalten reisde met eenige kinderen per tram naar Bocholt. Aan de Duitsche grens gearriveerd, verscheen een Duitsoh douane ambtenaar, die beweerde dat een klein fleschjo melk, hetwelk was meegenomen ten behoeve van het j - ngsto kind, niet naar Duitschland mocht worden ingevoerd en dat de melk op Neerlandsoh grondgebied moest worden uitgegoten. Of men nu al op wierp, dat de melk gekookt was en zeer zeker afkomstig van een gezonde koe, of dat deze melk uitsluitend voor het jongste kind moest dienen, dus beslist niet in an dere handen kwam, het baatte niet! Na lang heen en weer praten werd teu slotte als bijzondero gunst toegestaan, dat onder toezicht van den Duitschen douane beambte de kleine de melk mocht nuttigen. Toen het bleek, dat het kind, hetwelk blijkbaar niet gewoon was onder zoo scher pe controle zijn voedsel tot zich te nemen, de flesch slechts tot op d i helft ledigde, moest de rest worden uitgegoten onder groote hilariteit van vele passagiers, die in- Steenhouwerswet. Bij de replieken gisternamiddag bleef de heer T ij d e m a n zich principieel krach tig verzetten tegen het stelsel van al dan piet toelating van Staatswege van een ar beider in eenig bedrijf; een systeem, dat voor hem een onoverkomelijk bezwaar tegen bet wetsontwerp blijft. Spreker hield daar bij vol, dat in elk geval de Staat een r_>- reele verantwoordelijkheid voor de niet-toe- Jating in het bedrijf aanvaardt bij handha ving van het keuringssysteem. De heer De Yisser deelde mede een amendement te zullen indienen, waarin het reeds door hem geuite denkbeeld (beper king der wet tot bescherming alleen van de minderjarige) zal zijn belichaamd. Het prikkelt sptr. meer en meer, dat de Minister bij zijn sociale wetgeving een ui gang spun t kiest, dat zich van hem absoluut niet liet verwachten. Spreker zal niet spreken van Staatssocialisme, maar wat deze Minister doet, is niet bevorderlijk aan de ontwikke ling van eigen energie en eigen verantwoor delijkheid onder bet volk. En dit is toch één van de eerste voorwaarden voor een krachtig volksleven. De Minister uit denk beelden, waarvan spr. ziah met vrees af vraagt wat er de consequenties van zijn. 'Als straks de medici komen verklaren: het rooken is ongezond, staat ons wellicht een Rijksverbod van het rooken te wachten. Spreker wil voor de steenhouwers wel iets doen, maar hij kan zich niet vereenigen met een verbod, dat mensahen broodeloos maken kan. Spreker wil iemand van het 14de tot het I7^de jaar ieder jaar doen keuren en hem daarvoor een kaart geven. Vervolgens wordt hij niet vroeger gekeurd 'dan op 21 jaar. Daarna is hij vrij om al of niet steenhouwer te worden. De heer Yan Doorn heeft in eersten termijn niet uitvoerig de zaak besproken, omdat hij zich met de argumenten van .vorige sprekers kon vereenigen. Hij be strijdt nader het ontwerp; De heer Helsdingen merkt op, dat, al is de Minister door mr. Yan Doorn bij de gewone socialisten ingedeeld, de Minister door de S.-D. A.-P. nog niet als lid wordt aangenomen (V roolijkheid). Even min ia de opmerking van den heer Tyde- man juist, dat spreker op het bourgeois- htandpunt staat. Deze opmerking van den heer Tydeman was waarschijnlijk bedoeld als materiaal voor sprekers dierbaren yriend David Wijnkoop. (Gelach). De heer De Klerk repliceert even eens. Ook Rij verzot zich tegen verbod van arbeid voor volwassen arbeiders, die afge keurd zijn. De Staat mag een volwassen arbeider niet bemoeilijken in het verdienen van zijn brood, vooral nu er in het steen houwersvak veel arbeiders op lateren leef tijd intreden. Hij zal gaarne met het amen dement, door den heer De Yisser aange kondigd, meegaan. De Minister dient nader van ant woord en verdedigt zijn ontwerp. Hij houdt vol, dat de keuring in het ontwerp precies hetzelfde is als die, welke in het mijnregle ment wordt gevonden. Het is verkeerd, dat iemand met groote vatbaarheid voor tuber culose -steenhouwer worden gaat. De heer De Yisser: Dat moet de man zelf weten. De Minister betoogt, dat tusschen fciju ontwerp en het aangekondigde amen dement practisch niet veel onderscheid zal zijn, maar spreker zou het amendement nog eens voor zich zien. Spreker zet uit een, dat Rij in zijn ontwerpen noqit ver bodsbepalingen voorstelt, of ze moeten drin gend noodïg zijn. De heeir v. Doorn heeft op de Stuwadoorswet gewezen, maar de ha venarbeiders zijn jarenlang geëxploiteerd, zoodat er gevaar voor lijf en leven bestond, en als de Minister thans ingrijpt, is dat alleen op grond van dringende noodzake lijkheid. De keuring, thans voorgesteld, be doelt eenvoudig menschen uit het vak te houden, van wie men ziet, dat het mis loopt. Het eenig individu, dat van dit ont werp schade kan ondervinden, is de werk- 6j „Groet Anna van mijzeide de freule bij het afscheid en hoe maakt de kleine Markus het?" „Zij is geheel in de war," zeide Jobst, „maar wanneer men bedenkt: acht en tachtig! Ja, ja, dat doet de gezonde lucht!" Hella zweeg. Eenmaal, eenmaal was ook daar aLo vurig, ontstuimig, vol gloed geweest, eenmaal, voor zeventig jaren 1 moest zij denken. ,,Zijt gij een weinig met den nieuwen b man verzoend?'' vroeg gravin Valerie haar gemaal voorzichtig en sloeg luchtig met de dameszweep over de breede ruggen der dikke ponies, die een kleinen panier voor twee personen trokken. Dat had zij uit den tijd van haar jong huwelijksleven overgehouden; als zij tijd en lust had, vergezelde zij haar man op de jacht. Het lage voertuig wiegde zich pie pend in de veeren en de roode raderen Teden knarsend over doode takken en hobbelige voren. „Ach, Valerie, wat bedoelt gij met ver zoend? Ik vind dezen jongen Wilke heel passabel; hij weet zich in elk geval goed voor te doen. En dat hij de streek niet m.et fabrieken en socialisme wil bederven, verheugt mij oprecht. Maar dat hij geen" °°g van Hella afliet, beviel mij niet. Ik w°u, dat de verloving tusschen haar en Rudiger een voldongen feit was." gever, maar zijn energie zal de moeilijk heden voor het bedrijf wel overwinnen. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. Op art. 1 verdedigt de heer Helsdin gen een amendement, dat ten doel heeft 't polijsten, zagen en schuren ook te doen vallen onder Ret begrip steenhouwersar- beid. Dit is in het ontwerp niet het geval. Bedoelde werkzaamheden worden steeds in 8teenhouwerswerkplaatsen verricht, soms afgewisseld door het behouwen van steen. Daarom bepleit spreker de noodzakelijk heid, ook ter wille van de controle, om het begrip steenhouwersarbeid uit te breiden met bedoelde werkzaamheden. De heer YanDoorn merkt op, dat de uitdrukking, bewerken of afwerken" van natuurlijke steen door den Minister is ge wijzigd in behouwen van natuurlijke steen. Spreker betoogt, dat hierdoor de rechter bij de interpretatie der wet in moeilijkheden zal komen. Door de wet zelf moeten de uitzonderingen worden opgeno men, die thans in de Memorie van Toelich ting voorkomen. De Reer Van Idsinga betoogt, dat onder de wet dienen te vallen niet alleen de steenhouwers, die werken in de onder neming van een ander, maar alle steen houwers. Het amendement bestrijdt hij. De heer Y e r h e y komt eveneens tegen het amendement op. Het gaat hem te ver. Schuren, polijsten en zagen zijn werk zaamheden, die niet altijd zuiver als steen houwersarbeid kunnen worden beschouwd. De vergadering wordt verdaagd tot he den te elf uren. Stutenhö.uweïsarBeid. De heeren De Visser, De -Savornin LoK- man, Snoeck Henkemans, Van Idsinga,- Loeff, De Beaufort, Van Foreest, Van Kar- nebcek, Goeman Borgesius, Roodhuijzen, De Klerk, Hubrecht en De Stuers stellen voor artikel 2 van het ontwerp aldus te lezen: 7,De werkgever zorgt dat in zijn onder-» neming geen steenho.uwersarbeid wordt verricht do,or arbeiders beneden den lcief- tijd van 21 jaar, tenzij dezen in het bezit zijn van een geldige steenhouwerskaart." Door de heeren Snoeck Henkemans, De Vlugt; Van Idsinga, De Visser en De Sa vornin Lohman wordt voorgesteld artikel 9, eerste lid. II. te lezen als volgt: II. een arbeider,- die den leeftijd van 17 jaar heeft bereikt, dien arbeid niet langer verricht dan gedurende 10 uren per etmaal. En art. 9, eerste lid, IV, als volgt: IV. een arbeider dien arbeid niet verricht vóór des voormiddags 6 en na des namid dags 7 uur. De heeren De Klerk, Thomson, Verhiey,- De Jongh, Jannink, De Kanter, Helsdin- gen; De Visser, Heemskerk en Do]k stel len voor onder litt. f van art. 6 te laten volgen 7,g. do verwarming." Het eedsvraagstuk. Deheer Yan Hamel heeft voorgesteld om in het wetsontwerp tot voorziening in de bestaande onzekerheid ten aanzien van den vorm, waarin eeden, beloften en bevestigin. gen moeten worden afgelegd, als slotbepa ling op te nemen, dat de wet niet langer geldt dan tot 1 Januari 1913. Yolgens den voorsteller ia de bedoeling van dit amendement om in de wet zelve een redelijken termijn vast te leggen, bin nen welken de reeds zoo lang gewensohte en ook thans van Regeeringswege in uit zicht gestelde oplossing van het eedsvraag stuk in zijn algemeene bcteekenis zal moe ten zijn afgedaan. Van verscheideneomliggen- de gemeenten komen berichten omtrent mond- en klauwzeer onder het vee tot ons. Een feit is, dat de ziekte toeneemt. Yan elk nieuw geval zullen wij geen melding meer maken. Bij de verpachting van het kermisterrein Hillegom zijn niet alle „Maar, Markus, wat is dat vreemd ge zegd I Alsof Hella de veertig millioenen blindelings in de armen zou moeten tuime len! Ik vraag jel Hella, onze lieve natuur- ]i" bloem Ja, wanneer gij over Hulda von Zenkow spraakt! En dat de verloving met Rudiger nog niet in orde is, dat is integen deel goed. Hella moet het geheel met zich- zelve eens zijn of zij meesteres van Hohen- Dachau wil worden 1 Ik houd van Rudiger als van een zoonx maar als er niets van komt „Geef acht,, daar is de sloot, zacht zoo!" viel de graaf haar in de rede. „Dan is het nog niet zoo erg. En dan be- Roeven het de veertig millioenen ook nog niet te zijn." „Neen, die beslist niet!" zeide graaf Markus kortaf en beslist. „Dan kan het nog een ander worden. Mevrouw Wilke, nu ja, daarover zou men eerst rijpelijk moeten denken." „Neen, niet denken," voer de oude heer uit, „dat is geheel onmogelijk." „Markus, je toon laat te wenschen over," wees de gravin hem koel terecht. Opeens snelde er een reegeit met haar jong over den weg en de opmerkzaamheid der echtgenooten werd nu door de jacht- sport in beslag genomen. „De bok staat ginds bij dat akkermaals hout, wij zijn er dadelijk," fluisterde de graaf; rijd stapvoets." Braamstruiken sloten den weg in en ver borgen hen voor de blikken van het rustig aan den zoom van het bosch grazende wild. De graaf haalde zijn verrekijker voor den dag en monsterde de donkere stippen in de groene wedde. „Als het beest den kop maar eens wilde opheffen," mompelde hij zacht. „Nu, aha," en ten hoogste opgewonden.„Blijf gij hier, Yalerie, ik wil heel langzaam om de dennen heensluipen." Het rijtuig hield st.il en behoedzaam klom de opgewonden jager er uit: „Geef mij het geweerdankHij liep in zijn groene jachtbuis op zijn teenen over het pad. De gravin keek vol spanning naar het wild. Ook haar had de jachtkoorts aange grepen. Het bosch ritselde zacht, hier en daar deed een vogel en tak kraken, een specht hamerde eentonig in het kreupel hout en ergens uit de verte klonk .het ge blaf van een hond. Het scheen alsof de na tuur in diep stilzwijgen medeluisterde, alsof zij den adem inhield, ten einde 't bevrijden de schot te hooren. Wel een kwartier was verstreken, toen trokken de ponies opeens de teugels aan en deden een paar stappen naar voren; schrikwekkend luid had de knal de stilte verbroken en weerklonk slechts langzaam uit het bosch. En spoedig liet de stem van den graaf zich hooren: „Getrof fen! Kom!" -L-et voertuig zette zich haastig in bewe ging. Terwijl haar ouders met zorgende harten haar toekomst bespraken, reed Hella, in Johan's onvermijdelijke begeleiding, door het heerlijke beukenbosch naar het strand. Zij liet de mooie Isabella loop en, zooals zij wilde, haar gedachten waren als onrustige vogels uitgefladderdy voortdurend ronddo lend, nergens rust vindend. Er was in haar zoo iets als een eeuwig armen-uitbreiden, snikken en verlangen naar iets, dat zij zelve niet kende. Ach, het was dikwijls zoo leeg in haar binnensteEn het leven om haar heen maakte haar niet gelukkig; het verschafte haar verdriet en pijnigde haar zelfs. Iets bezitten, zich aan iets vastklem men, dat het gemoed geheel vuldeIemand vinden, voor wien men alles, alles was, wien wien men het leven mooi en heerlijk maak te, terwijl men zich aan hem gaf, geheel en al. Ja, dan... Of op groeten voet leven, verkwistendOf een m in de diepste diepte ondergaan, en dan ergens stil ver welken, zooals tante Cccilie. De vos rukte onrustig aan den teugel; zij moest op hem letten. En een oogenblik ge noot zij t:n volle van het vliegen over den el: stischen, met mos begroeiden grond, ter wijl haar blik zich over de wuivende manen van het paard in het zachte beukengroen v^-ioor. Maar nu kwam de zandbodem en daar waren de duinen. Hella bracht het dier tot staan en luister de. Als een krachtig, plechtig ruischen der hoornen klonk de gelijkmatige golfslag haar in de ooren. Neent toch. anders; ach, zoo eigenaardig diep, treweldig en kalmeerend tevens. En zoo oneindig, zoo onuitputte lijkZij kreeg nu begrip van eeuwig'., id; hier was iets van de oneindige ruimte en dat maakte haar eng hart ruimer. Het zand werd dieper. En daar was de houten brug. Hella liet zich uit den zadel glijden en leiddö de vos over de smalle planken. Eindelijk sloeg zij haar blik op. De zee brandde in kleine golven tegen de glinste rende zandkust. Vlak in haar nabijheid gleed een zeilschip voorbij, een meeuw vloog om den boeg van den grooten kotter middels waren uitgestapt en belangstellend uitkeken naar den afloop der scène l Na een oponthoud van lö minuten kon de tram vertrekken I Dat door zulke kleinigheden het verkeer zeer wordt belemmerd tusschen Duitsche en Nederlandsohe grensplaatsen behoeft geen nader betoog. Hetheeftin de laatste dagen in Zwitserland en in Oostenrijk zwaar ge regend. De rivieren zijn gezwollen en heb ben hier en daar overstroomingen veroor zaakt. Het Zwitschersche stadje Wallen- stadt staat voor de helft onder water, be richt de „Lokal Anzeiger." En de regen bleef in stroomen vallen. Boven Weenen heeft Vrijdagmorgen vroeg een heftig onweer gewoed. Do waterleiding dreigde over te loopen en men vreest voor overstroomingen. Verder is Bohemen, en vooral Zuid-Bohemen, door donder, hagel, bliksem en regens, dio aan den zondvloed doen denken, geteisterd. Vooral Winter berg, Piesek cn Revnetz hebben zwaar gele den. Bij Piesek is een luitenant, die gedu rende het onweer in een boot de rivier wil de oversteken, verdronken. Volgens een bericht uit Innsbruck is boven het dal van Tannheim een wolkbreuk losgebarsten^ Tannheim staat onder water en :.s van alle verkeer verstoken. De Vereenigde Staten zuchten onder eei\ voor de maand Mei ongewone, hitte. Tus- aohen de Rocky Mountains en de kust van den Atlantisohen Oceaan is de temperatuur tusschen 90 gr. en 95 gr. Fahrenheit in de schaduw. Te Chicago en in de Mississippi- valei is de hitte ondraaglijk. Te Chicago zijn een aantal personen gedood, en de 40,000 leerlingen van de openbare scholen zijn allen naar huis gezonden. In de Mis- sissip pi valei zijn 15 personen door de hitte komen te vallen en zijn meer dan 100 men-* schen bewusteloos geworden. Lafayette, de „groote La fayette," de bij den schouwburgbrand te Edinburg omgekomen artist, heeft naar voorloopige schatting een vermogen van 100,000 pd. st. nagelaten. Dat zal zeker me nig café-chantant>artist doen watertan den. Maar de Engelsche bladen, die dit nieuwtje meedeelen, voegen er bij, dat dit vermogen blijkbaar grootendeels afkomstig is van gelukkige speculaties in rubber-aan- deelen. Lafayette was dus blijkbaar niet alleen groot als „illusionist," maar ook als speculant. In de gevangenis te Lake City, in den staat Florida, waren zes ne gers gedetineerd, die onder verdenking lagen van een moord te hebben gepleegd. Daar verscheen voor de gevangenis een groep auto's, waarin 10 personen gezeten waren. Dezen toonden den 17-jarigen zoon van den vrederechter een telegram, waarin de uitlevering van de zes negers verzocht werd. Dat telegram heette afkomstig te zijn van een vrederechter in een naburig district. De zoon van den vrederechter vol deed aan 't verzoek; maar later bleek, dat het een vervalscht telegram geweest was. De negers werden in de auto's meegeno men en buiten de stad neergeschoten. Dieustzegcls. Door den minister van Waterstaat wordt overwogen, om alle stukken, den openbaren dienst betreffende, voor de verzending waar van geen vrijstelling van port is verleend, te doén voorzien van dienst-frankeerzegels. In verband hiermede is aan de korpsen van het leger een opgave gevraagd van het aan tal en de soorten der zegels, welke bij eventueele invoering zullen noodig zijn. („Hbl.") M. F. van der Bend, koopman, te Delft. A. de Kroon, veekoopman, te Breda. P. Loppersum, aannemer, te Zaandam. G. A. van den Berg, warmoezier, te Gendt. en een stoomboot verdween langzaam in het nevelachtig-blauwe verschiet. Daar ginds bevond zich de (kust van Denemar ken, nog verder Stockholm, en heel, heel in de verte het land der middernachtzon. Reizen ja, dat was 'het heerlijkste L Maar niet zoo, als zij het met haar ouders kende of ook van kennissen wist; niet in overvol le spoorwegcoupó's en hotels, op drukke plaatsen, waar alles bijeeDkwam; neen, dan bleef z:'» veel liever to Wusterode. Maar met een eigen jacht, of in een eigen mooie postkoets; ja, dat zou heerlijk zijn. En zoo was het met e.l haar wenschen en verlangens: Iets heel bijzonders of niets. „Hella is weinig eischend uit berusting",, had gravin Yalerie eens na een tochtje naar Berlijn, waar zij boodschappen had den gedaan, beweerd. En plotseling moest Hella aan Gerard Wilke denken, die alles kon hebben, wat hij wilde, en aan Rudiger, die het den vrouwen misgunde. Al het mooie was er slechts voor de mannen. Aan haar Techterhand lag de badplaats van Hohen-Dachau en verder hoogerop liet zeeplaatsje Langensande. Daar wemelde het nog van badgasten; zij wilde er daar om niet voorbij rijden, maar liever linksom lang een omweg naar Wusterode terug; of over het Dachauer „Luch". Doch neen, die weg was haar ten strengste verboden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 9