jïo. 15723 LüïIBBÖH ©AO-BLAB, Woensdag' 24 Mai. Vierde Blad, Asmo 1911. Buitenlandseh Overzicht FEUILLETON. Do v 1 i e g r a m p b ij P a r ij a be- beerscht thans de geheele Fransche poli tiek. Ofschoon er weinig nieuwe bijzonder heden over het ongeluk meer bekend wor den, geven wij hier nog een interview met (JJcois Jr. „Het was ontzettend'', vertelde de jongo man, ,,en zoo onverwacht... We waren daar nog met ons twintigen ongeveer de heer Jean Dupuy, directeur van de Pêtit Pa- nsien", had ons juist verlaten, en op het bericht van het vertrek van Train dachten .jyij er juist over naar de tribunes terug te gaan om het veld vrij te laten voor de avia- teurs, toen plotseling, nadat de ruiters, die het terrein voor ons verborgen, zich ver plaatst hadden, de kreet „Sauvez-vous zich verhief. Ik had maar juist tijd de vlieg machine op ons te zien toekomen. Den heer Berteaux heb ik niet zien vallen, maar ik hoorde een smartkreet op het oogenblik, .waarop ik mij bukte en mijn vader met ge weld tegen den grond duwde, om hem een fcans op behoud te geven. Helaas, het was üiet voldoende om te voorkomen, dat hij zoo verschrikkelijk gekwetst werd. Men hielp ons snel op. Mijn vader, met bloed bedekt, maar zonder iets van zijn kalmoe yerloren te hebben, zei tegen mij: „Hit is fciets, maar we moeten ons dadelijk laten terugbrengen naar het ministerie." Wat nu de politieke gevolgen van het 'ongeval moeten zijn, daarover den*t men niet eender. De groote meerderheid van radicalen en radicaal-socialisten vindt het niet noodig nu een minister-crisis te beginne en zegt dat het best «kan met den minister van justitie als leider en plaatsvervanger. Maar de uiterst-linkschen en de gematigden zijn van oordeel dat men, vooral onder deze omstandigheden, met een zieken minister president niet regeeren kan. Marokko en de bcgrooting, de quaestie der arbeiders pensioenen en de begrenzing van Cham pagne, het weder in-dienst-stellen van de ontslagen spoorwegbeambten en de hervor ming van het kiesstelsel zijn enkele van de problemen, die de Kamer op te lossen krijgt nu ze, na een maand vacantie, weer bijeen komt. Een toestand als thans met een minister president, die eenige maanden afwezig zal rijn en een vacature aan het departement van oorlog, is nog nooit voorgekomen. Begrijpelijk is het derhalve, dat vele politici van oordeel zijn, dat ten spoedigste Sn clezen onhondbaTen boe-stand dient te borden voorzien en wel door de vorming Van een nieuw kabinet. In deze meening echter deelt niet het meerendeel der minis ters Althans de onderstaatssecretaris Con stant veklaarde in een interview met de Figaro" ;»De minister-president is in staat de Iitaatsstukken te onderteekenen; de betrok- 'ken ministers kunnen antwoorden op even- tueele interpellaties; en daar de behande ling der kiesrechthervorming in de eerste 'drie weken niet kan worden aangevangen, in welk tijdsverloop de heer Monis voldoen de hersteld zal zijn, is er geen reden aan wezig voor een kabinetswijziging. De ministerraad heeft dan ook besloten tan het bewind te blijven. Minister Cruppi is belast met de waar neming van het departement van oorlog, totdat de opvolger van den overleden mi nister is aangewezen. Rechtens blijft de minister-president het voorzitterschap bekleeden, daar hij in staat tó zijn handteekening te zetten. Bij gedwongen afwezigheid von den pre mier, neemt volgens de traditie de minister fran justitie diens plaats ïn, bij zittingen 7an het Parlement. De onderstaatssecreta ris Constant heeft de tijdelijke 'leiding van het departement van binnenlandsohe zaken. Aldus is voor het oogenblik de toestand. De berichten over Monis' gezondheid zijn goed. Men heeft hem den dood van Ber teaux medegedeeld. De minister-president is de hevige ontroering, die deze tijding veroorzaakte, goed te boven gekomen. Hij barstte in tranen uit en vond eenige diep bewogen woorden om den overledene te prijzen. Overigens is zijn toestand bovca verwachting gunstig. Gistermiddag heeft hij bouillon met een ei gebruikt en heeft Cruppi en Delcassc ontvangen, met wie hij over Marokko heeft gesproken. Gisteren heeft in de Fransche Kamer de voorzitter Brisson de nagedachtenis vai Berteaux gehuldigd, wiens heengaan een verlies is voor de Republiek, het leger en het vaderland en die getroffen is bij de uitoefening van zijn beroep en terwijl bij zedelijken steun bracht aan de vliegkum-t, waarvan hij een machtig èn te duchten wapen'wilde maken, Brisson sprak verdir zijn beste wenschen uit voor het spoedig herstel van Monis/ Daarna stond de Kamer de kredieten voor de begrafenis op staatskosten van Ber teaux toe. Deelden wij gisteren mede, dat liet Sn- gelsche Hoogerhuis de voorspel len van Lord Lansdowne in tweede lezing had behandeld, vandaag komen de berich ten dat ook de. veto wet in tweede Jezmg door Lord Morley bij de Peers is. ingediend. Morley verklaarde, dat de wet m haar tegenwoordigen vorm niet noodzakelijker wijs definitief is, omdat het de regeering, wanneer de wét eenmaal is afgekondigd, vrijstaat niet alleen hervorming van het' Hoogerhuis in beraad te nemen, maar ook om te overwegen, of niet overlegd kan worden over een gemakkelijker en mi ader omslachtige wijze om geschillen tusschen Hooger- en Lagerhuis te regelen. Lord M r- ley wees met nadruk op de noodzakelijk heid, om de wet aan te nemen en sprak de hoop uit, dat het Hoogerhuis een wijze van 'handelen zou vermijden, die het land in een groote moeilijkheid en misschien voor een ernstige verwarring zou plaatsen. Lord Midleton zeide, dat de union sten tegen tweede lezing van de wet geen be zwaar zouden maken, maar dat in een ver der stadium der beraadslagingen natuurlijk belangrijke amendementen voorgesteld moeten worden. Het zal nog wel gaan spannen, dunkt ons, en de Lords zullen zich maar zoo niet neer leggen bij een kortwieking hunner rechten. Eindelijk is dan aan de lijdensge schiedenis van de Grondwet van E1 zas-Lotharingen een voorloopig einde gekomen. Zooals men weet,- had een speciale Rijksdagcommissie de wet ten slotte aangenomen na tal van concessies. De eenige partij die nog tegen de wet bleef, waren de conservatieven. Zij hebben al huq best gedaan om den Keizer in het debat te brengen en hem tegen de regee ring uit te spelen. Zij wezen er op dat het toch niet aangaat een wet aan te nemen, die feitelijk aan de medewerking der socialis ten is te danken en die den Keizer onvol doende bevoegdheden in het Rijksland geeft. Maar hun oppositie mocht niet baten. Gisteren is de tweede lezing in den vollen Rijksdag aan de orde gekomen. De Rijks kanselier, van Bcttmann Hollweg lichtte het voorstel toe. Hij zeide dat het feit dat het Rijksland onder de tegenwoordige om standigheden niet evenals de overige bonds- staten mee mag spreken over 's Rijks be langen,- door de inwoners v^ordt gevoeld; (als een achterstelling. Laten wij, vervolgde hij, dit euvel doen verdwijnen, laten wij hun, die zich verzet ten tegen samensmelting van het Rijks land met het Rijk dit wapen uit de handi nemen. Had ik het ontwerp op de stemmen in den Bondsraad laten vallen, dan zou ik op kleinzielige wijze hebben gehandeld en afgeweken zijn van de nationale Duitsche politiek van Pruisen. Niettegenstaande alle aanvallen blijf ik bij de opvatting, dat de hervorming van de grondwet voor Elzas- Lotharingen een noodzakelijkheid is, of ge looft men soms, dat de stemmen in den, Bondsraad het verband met het Rijk losser, zullen maken? Integendeel,- zte zullen hech ter worden. Ik kan, zeide de Kanselier, alle wijzigin gen, die de commissie heeft aangebracht, niet als verbeteringen beschouwen. Had de conservatieve fractie niet geheel passief ter zijde gestaan, dan was het misschien gelukt aan verschillende bepalingen een anderen vorm te geven,- of den oorspron- kelijken te behouden. Wij hebben er alten evenveel belang bij, dat Elzas-Lotharingen zijn krachten in politiek en oeconomisch op zicht ontwikkelt, dat zal het krachtigste middel zijn, om het innerlijk steeds meer met het Rijk te vereenzelvigen en slechts in dit vertrouwen zullen wij thans vooruit komen. De rede van von Bethmann had, behalve bij de conservatieven, een uitbundig suc ces. Onder levendige toejuichingen verklaarde de Rijkskanselier later- nog dat men de bondsregeeringen niet het verwijt kon ma ken, "dat zij in het ontwerp de rechten des Keizers niet in het oog hebben gehouden. Die rechten zijn ongeschonden, gebleven. Nadat alle amendementen van de conserva tieven waren verworpen,, werd de Grond wet "ten slotte aangenomen in den vorm dien de Rijksdagcommissie er aan gegeven had. Vandaag zou de kieswet voor Elzas- Lotharingen in behandeling komen. De schoolwetstrijd in Belgic duurt nog steeds voort. Zondag is te Gent weer een rcuzenbetooging gehouden tegen het ontwerp van het Kabinet. Een optocht van 30,000 leden van libérale en socialisti sche vereenigingen trok door de stad met muziek en met vaandels, die opschriften droegen, waarin fel geprotesteerd werd tegen de wet. Nadat de stoet ontbonden was, werd een vergadering gehouden, waar de liberale senator Delbaat en cle socialist Vander- velde het woord voerden. De. eerste hield een betoog ten gunste van het algemeen kiesrecht, dat, volgens den spreker, een nog nauwere aansluiting tusschen beide partijen van de linkerzijde zou doen ontstaan. Uit M a r o k k o komt het heuglijk be richt, dat de kolonne-Moinier zonder slag of stoot Fez is binnengetrokken. Alle Euro peanen in de stad waren behouden. Als dit feit nu maar een gunstige uitwer king heeft op de oproerige stammen. In den toestand in Turkije is nog steeds weinig licht te bespeuren. Wel schijnt zeker, dat er een ernstige scheuring is ontstaan in de jong-Turksche partij. W?lke gevolgen dit hebben zal moeten we afwachten. Kenschetsend voor den toestand is dat de minister van oorlog in een rondschrijven aan de officieren verboden heeft zich met politiek te bemoeien. De poging van de oppositie om een ver lenging van de Kamerzitting te bewerken, bleef vruchteloos. Met 110 tegen 96 stem men werd hun motie verworpen. Ten slotte nog iets over de E n ge 1 s c h- Amerikaansche arbitrage- verdragen. Minister Grey heeft daar gisteren weer eens over gesproken. Aan het feestmaal van eerste ministers uit de koloniën, bracht hij het bekende verdrag op bet tapijt en verklaarde hij zich te verheugen, dat het hem misschien gegeven zou zijn iets tot stand te brengen, dat een mijlpaal zou zijn in de geschiedenis der menschheid. De nieuwe overeenkomst zal niet alleen cle oude bevestigen, maar tevens een voor beeld zijn, dat elk land, dat er naar streeft om het ontstaan van een oorlog te bemoei lijken, zal kunnen volgen. j>Wij hebben ons nooit exclusief be toond," zeide de minister, „en zullen ons daarom verheugen, wanneer het initiatief van president Taft ook voor andere landen zegenrijke gevolgen mocht hebben." En in het Lagerhuis verklaarde hij later naar aanleiding van verschillende vragen, die tot hem waren gericht over den inhoud van het Engelsch-Amerikaarisch arbitrage- verdrag: „Ik heb den tekst van het ver drag nog niet ontvangen; uit hetgeen ik echter omtrent den aard der voorstellen heb vernamen maak ik op, dat er gegronde hoop bestaat, dat zij ons een flinken stap vooruit zullen brengen in de richting van een practische oplossing van geschillen, zonder dat wij onze toevlucht tot een oor log zullen behoeven te nemen." De Fransche minister van oorlog Ber teaux, die bij het vliegongeluk te Issy-les- Moulineaux omkwam. De Fransche minister-president Monis, die bij dat ongeluk zwaar gekwetst werd. Afdeeling Leiden en Omstreken der Z.-1B. Vereeniging „liet Groene Kruis." Gisteravond hield de af deeling Leidén en Omstreken van de Zuid-Holl. Vereeni- ging ï.Het Groene Kruis" haar jaarlijksche vergadering in een der lokalen van 7,In den Vergulden Turk." De voorzitter, de heer J. A. Schrcuder, arts, die de voorafgaande bestuurs verga de-: ring had bijgewoond, moest daarna door beroepswerkzaamheden gedrongen de voor-, zittershamer overdragen aan mr. J. H. Goudsmit, die nu de vergadering opende. Na lezing der notulen van de vorige vergadering bracht de secretaris, dr. II. J. Taverne, het jaarverslag uit, loopende; van 1 Mei 1910 tot 30 April 1911. Kon hij in het eerste verslag verklaren dat de afdeë'ing toonde levensvatbaarheid te be zitten, in het tweede jaarverslag kon hij getuigen van krachtigen arbeid en een wassend ledental. Met de Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose, had de afdee- ling samengewerkt voor de tentoonstelling van het Tuberculose-Museum in de Stads- zaal, welke tentoonstelling in menig opzicht een succes is geweest. Niet minder dan 7500 personen bezochten het Museum en dit had wellicht er toe bijgedragen dat het' ledental in dit jaar steeg van 373 tot 676. Met het stijgend aantal leden hield het' vermeerderd gebruik van de verplegings- artikelen gelijken tred: 212 artikelen wer den 226-maal uitgeleend. Het vorig jaar waren deze cijfers 124 en 148. De bergplaats voor deze artikelen werd van een kamer achter de Leeszaal 7,Reu- vens" verplaatst naar een perceel aan de Pieterskerkgracht door mevrouw de wed. Kneppelhout afgestaan waardoor een be langrijke verbetering tot stand kwam. Naar aanleiding van hetgeen in de vo rige vergadering dr. Boonacker had in het midden gebracht over de wens duel ij k- heid om wijkverpleging te verbinden aan de overige werkzaamheden van de af doe ling, werd daartoje door het bestuur be sloten. De leden die boven hun gewone» contributie f0.50 storten, kunnen van do diensten, van een wijkverpleegster prop fiteeren bij ziekte en ongevallen295 lcdest' hebben zich daartpe verbonden, die nu dooi] Zuster Hartjens worden geholpen, wclkë zuster dit door het bestuur is opgedragen.; Tot zijn leedwezen kon In t bestuur tot Uus* verre nog geen R.-K. verpleegster krijgen.; Voorbereid wordt een cursus in verband* leer. en eerste hulp bij ongelukken, waar* voor. een subsidie aan het Rijk zal worden, gevraagd,- waarvoor echter de Statuten en het huishoude'ijk reglement nog zu'lcn moe* ten worden herzien. Nadat-de voorzitter voor dit uiterst nauw* keurig en uitgebreid verslag den secretaris den dank. .der vergadering had gebracht? deed de penningmeester de heer J. Graf? rekening en verantwoording. Daaruit bleek dat de ontvangsten hebben bedragen f 835:247»; waarvan f 593 aan contributies, en de uitgaven f 621.89, zoodal er een ba-, tig saldo was van f213.357». Het saldo van 1909 was f 232. De voorzitter bracht zijn bijzondere hulde aan den penningmeester, aan wiens arbeid, en toewijding het vooral te danken is dat het aantal donateurs en leden zich zooveel heeft uitgebreid. In de plaats van dr. Weebers, die liadj bedankt, werd tot bestuurslid benoemd mr^ II. M. A. Coebergh. Door den waarn. voorzitter werd nu voor* gelezen het zeer uitvoerig en belangrijk verslag door den heer J. A. Schreuder als afgevaardigde naar de algemeene ver* gadering 28 October 1.1. gehouden, uitge* bracht. Hierna werd overgegaan tot herziening van het reglement en de Statuten om 'daar* op de Kon. goedkeuring te kunnen aanvra* gen,-.waarna de vergadering werd gesloten^ Mond- en klauwzeer. De minister van landbouw, nijverheid, en handel heeft: met ingang van 24 dezer ingetrokken; zijne beschikking van 10 April, waarbij ver* boden werd het houden van markten, openn bare verkoopingen, tentoonstellingen en andere vereenigingen van varkens in de ge* meenten Leiden en .Woerden, alsmede in; het overige deel van de provincie Zuid-, Holland, dat gelegen is ten Noorden van, den Ouden Rijn. met ingang van 24 dezer ingetrokken zijn beschikking van 25 April, waarbij vlet;* boden werd het vervoeren of doen ver* voeren van herkauwende dieren en var* kens uit, naar of binnen een kring in de gemeente Haarlemmermeer. Stoomschepen. Vertrokken. B o s o e k i, thuisreis, 23 Mei v. Padang; Rotterdam, 23 Mei v. New-York n. Rotterd. F r i s i a, uitreis, 22 Mei v. Lis sabon; Samland, 23 Mei v. Antwerpen n. Quebec en Montreal; Rbenania uit reis, 21 Mei v. DelagoabaaiPrinses Juliana, uitreis, 22 Mei v. Algiers; Vondel, thuisreis, 22 Mei v. Sabangi; Koning W illem I, thuisreis, 23 Mef v. Port-Said. Gepasseerd. Osnabrüok, v. Javan. Amst., 23 Mei Bevezier; Kommodore, uitreis, 21 Mei Las Palmae; K 1 e i s t, v. Penang n. Amst., 22 Mei Gibraltar; Wilis, thuisreis, 23 Mei Poniche. Gearriveerd. R ij n d a m, 23 Mei v. Rotterd. te New- York; Linden, 21 Mei v. Australië te Batavia; Ambon, 23 Mei v. Amst. to Batavia0 e 1 e b e s, thuisreis, 22 Mei té SuezBandoeng, uitreis, 22 Mei te Port-SaidTambora, uitreis, 22 Mei te Port-SaidPrins der Nederlan den, v. West-Indië n. Amst., 23 Mei te H&vre; Iserlohn, v. Java n. Amst, 22 Mei te Colombo; König^ thuisreis, 21 Mei te NapelsWindhulk, uitreis, 22 Mei te Napels; Amsteldijk, 23 Mei v.- Newport News te Rotterd.Duisburg,; van Java naar Amsterdam, 23 Mei te Suez., Ooor eigen schuBsi. 7) 'Be dam was af en toe niet betrouwbaar, .vooral wanneer het lang achtereen had ge regend. En dat was juist het geval geweest. 'Het was echter de kortste weg. En hoe langer zij bij die gedachten vertoefde, des te grooter werd haar verlangen, het toch te wagen; juist als toen zij een klein meisje was en op den schommel door de tucht vloog, waarbij zij zich slechts met één band vasthield en altijd dacht nu val ikl *&t haar iets prikkelends, een rilling van heerlijk gevaar had gegeven. Maar Johan was lastig; die kon haar Verraden. Ik zend hem over Langensande uaar huis, beredeneerde zij bij zdchzelve. Eu Johan was met die schikking zeer te vreden, Bertha Karstens had een nicht, die kamermeisje was in kurhaus van Langen- tonde, en Johan moest haar reeds lang de oomplimenten overbrengen. Mastro moest ftjok draven, opdat zijn berijder voldoenden tijd vond voor een praatje aan het tuin hek van het kurhaus. Hella was op Daohauer grondgebied be- .d en sloeg den weg naar den „Luoh" Velden met lupinen golfden als een ffele zeo aan beide kanten van het veldpad, twelk rij insloeg, nadat rij het bosch had verlaten. Uit de verte klonk het snorren sen doTSchmachine en voor haar uit Wa&gelde een hoog beladen hooiwagen den weg. Boerinnetjes met witte fddoeken zaten er boven op en keken vol verbazing naar de rijdster. Ginds werd (koren gemaaid. Men hoorde het suizen dor zeisen, maar de arbeiders stonden diep in de halmen; men zag ze niet. Eindelijk werd het weer stil en eenzaam. De bodem daalde, werd weeker. Weelderige grasvelden wisselden met elzestruiken af, welke hier en daar in 't lage moerassige land stonden en ook om een geheel met groen kroos bedekten waterpoel, waarin wilde eenden snaterden. Ten laatste begon de smalle dam, welke over het moeras leidde. Onhoorbaar stil lag het huiveringwekkende donkere veen voor haar. Geen mensch, zoover het oog reikte. De zonnestralen vielen schuin uit een donkere wolk, welke onweer aankon digde. Slechts af en toe het geschreeuw van een vogel en het ritselen van den wind in riet van een manslengte. Een paar gra zende reeën hieven aan de overzij bij den zoom van het bosch nun koppen omhoog en toen zij de eenzame rijdster zagen aanko men, snelden rij verschrikt van de sappige weide naar het beschermende kreupelhout. Hella klopte den dralenden V03 op den hals. ,,Snel3 Isabella, snel, in tien minuten zijn wij goed en wel aan den anderen kant." Bij de eerste schreden stapte het paard fermhet gras was vast en nergens zonken de hoeven in. Maar onverwacht snel werd de grond drassig en het dier Weef aarzelend staan. Nu dreef een flinke zweepslag het onverbiddelijk voorwaarts. Een paar malen, toen het met de voorpooten grondeloos wegzonk, trok het meisje het omhoog, docht het water borrelde» en plaste onder de hoe ven, spatte onheilspellend aan beide kanten omhoog. „Terug Hella, geen stap verder I" bul derde een stem achter haar, welke haar als met zweepslagen onbesuisd slechts nog ver der dreef. „Hella 1" Een suizende windvlaag verdoof de den kreet. Het onweer kwam -dreigend nader. Zoo dikwijls de vos wegzonk, daalde de zweep neer en steeds weer kwam hij om hoog. Nog één sprong! Ginds waar de brem struiken stonden, was vaste grond en daar achter strekte zich de heide lila-rood uit tot aan de pijnboomen, welke haar begrens den. Nu was hij bereikt, de vaste grond, en Hella liet het bevende dier omkeeren, ten einde naar den persoon, die haar had ge waarschuwd, om te zien. Een woeste vreugde deed haar polsen kloppen; hij had het kunststukje mede aanschouwd en stond nu ginds angstig wachtend... Neen, daar was hij reeds op het midden van den dam en joeg haar na. De angst, welken rij in haar doldrieste roekeloosheid nauwelijks een seconde voor zichzelve had gevoeld, welde plotseling tp T kracht in haar op, toen zij zijn paard tot over de knieën zag wegzinken. Met wijd opengesperde, starende oogen volgde zij elke beweging, eiken sprong van het hijgende, snuivende dier, dat den grond rondom met witte plekken schuim bedekte. Nog een laatste, wanhopige sprong en de dieren stonden naast elkaar. Rudigers verontwaardiging over haar onbezonnenheid en willekeur verstikt© elk ander gevoeL Het wilde hem niet eens gelukken, haar handelwijze met kinder- .aclitige eigenzinnigheid te verontschuldi gen. Neen, zij had een bewust misdadig spel gespeeld met haar en zijn leven, uit ijdelheid of uit een ander laag motief. Helia's mat begroetingslachje verdween, toen zij in rijn bleek gelaat, zijn dreigende oogen zag. Zij moest haar blik neerslaan en de schertsende woorden, welke zij wilde zeggen, bleven haar in de keel steken. „Ik ben geen dom kind en weet, wat ik doe," voer zij uit, doch haar onzekerheid verliet haar niet. „Zoo gij een kind waart, zou dat je eeni ge, je eenige verontschuldiging zijn, hoort gel" Hij had haar bij den arm ge grepen en boog zijn gelaat dicht naar het hare: „Anders zou ik je handelwijze moeten verachtenstiet hij ten hoogste ver toornd uit. Hella rukte zioh los en zette haar paard in draf. Juist vielen de eerste, groote drup pels als zware tranen. De geur der heide steeg bedwelmend omhoog; een zoele stilte belette een onbelemmerd ademhalen. Vlin ders en bijen zochten angstig beschutting onder bladeren; hert vogelenkoor was ge heel verstomd. Een gefluit en gesis ging over de pijn boomen heen, en plotseling barstte het on- weetr in al zijn kracht los. „Snel, snel. Gij hebt geen andere keuze. Wij moeten hier inslaan, want tot aan Wusterode is het nog goed anderhalf uur," zeide Rudiger. Hella gevoelde slechte groote behoefte aan rust, willoos volgde zij. Na een woeste galoppade van tien minuten, waarbij zij toch nog doornat was gewonden, hielden zij voor de met wilden wingerd begroeide veranda van Hohen-Dachau stil. Juffrouw Wondelo, de huishoudster, nam het uitgeputte, van koude nllende meisje onder haar hoede. Zij haalde allerlei klee- dingstukken aan, zelfs een zwart fluweelen mantel van Rudigers overleden tante* zoodat Hella zich geheel kon verkleeden. Als Hulda mij zoo eens kon zien, dacht zij, terwijl zij zich weer behaaglijk voelde in de droge, verwarmende kleeren, en toen Rudigers kamerdienaar meldde, dat de thee klaar stond en de heer des huizes de gravin verwachtte, begaf zij zich goeds moeds naar beneden, naar de woonvertrek-; ken. Wat was Hohen-Dachau toch verrukke lijk, met al die oude kasten, die houten lambrizeeringen langs de muren en die zware, knarsende eikenhouten trapIn het voorhuis hing een krokodil, welke Rudiger van rijn reis naar Afrika had meegebracht. Huiveringwekkend zag het dier er uit; men zou bepaald bang kunnen worden. En toen zij de groene hoekkamer binnen trad, welke, voor zoover zij op den eersten blik zag, weinig was veranderd, overviel haar ook werkelijk een gevoel van vrees,; doch niet voor (bet een of ander zeemonster, maar voor den slanken man, die nu op haar toetrad, ten einde haar naar de theetafel te geleiden. (Wordt vervoflgA>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 13