ffo.l5TOT. LEIBSCH DAGBLAB, Woensdag- iT Mëi. Tweede Blad, Anno 1911. Buitenlandsch Overzieht PERSOVERZICHT. De feesten ter gelegenheid van de ont hulling van het gedenkteeken -oor wijlen Koningin Victo ria, van Engeland hebben een 'bijzonder schitterend verloop. De telegram men hebben er ons al het voornaamste van yermeld Viscount Esher, voorzitter van 'fle commissie voor het gedenkteeken, hield :de feestrede. De Koning antwoordde er 'op en herinnerde aan de belangstelling I floor Koning Edward in de tot stand-ko ming van het monument getoond en aan bet aandeel hierin genomen door de kolo- (liëa. Hij gaf uiting aan de groote yoldoe- T1ing van hem zelf en van zijn familie, dat ipjn waard© neef de Keizer, vergezeld van ge Keizerin, bij deze historische plechtig heid aanwezig waa; wees op de liefde en yoreering die de Keizer steeds voor Ko ningin Victoria gevoelde en verklaarde, jjat 'g Keizers aanwezigheid in de laatste 'dagen haar» levens nimmer zal worden Vergeten. Sterke levende banden van bloedver wantschap en vriendschap vereenigen 'onze tronen en onze personen, de natie verheugt mch met mij, dat de Keizer hier heden aan wezig is om deel te nemen aan de onthul ling van het gedenlkteeken. De Koning ein digde met een warme waardeering van 'Koningin Victoria's toewijding aan haar 'plichten in het openbare leven. Een ander geestdriftig oogenblik giste ren was de indiening van de begroo ting in het Lagerhuis voor mi nister Lloyd George. Het huis was stampvol. De minister deelde mede, dat in '1de begrooting zou worden voorgesteld om aan de parlementsleden een j aarlij ksoh© vergoeding van 400 pd. st. toe te kennen. 'Reiskosten zullen echter niet worden ver goed. De ministers zullen als kamerleden :geen vergoeding ontvangen. De kosten zullen 250,000 pd. st. bedragen. De minister wees er verder op, dat het afgeloopen jaar een baitig saldo van ,5,607,000 pd. st. heeft opgeleverd, van wel ke 1,500,000 pd. st., volgens het wetsvoor stel op de- verzekering, voor sanatoria be stemd zullen worden, 2,357,000 pd. st. voor delging van schuld en de rest voor ontwik kelingsdoeleinden. De inkomsten worden geraamd op 181,621,000 pd. st., de uitgaven op 181,284,000 pd. st., het vermoedelijk over schot op 337,000 pd. st. De vooruitzichten voor het voortduren van den gunstigen toestand van den han del zijn uitstekend. De minister spraJk verder de verwach ting uit, dat het mogelijk zou zijn om, •wanneer in de eerstvolgende jaren d be perking van de uitgaven van de vloot tot stand zou kunnen komen, de wet op de >rzfekering ten uitvoer zou kunnen wor- Wen gelegd, zonder dat de belastingen verhoogd behoeven te worden. Voor dit jaar zijn geen nieuwe belastin gen noodig, de enkele veranderingen, bij do begrooting voorgesteld, zijn sleohts wei nig beteekenende wijzigingen van bestaan de belastingen, bijv. van die op de choco lade, die naar haar bestaoddeelen belast zal worden. De v e t o w e t is in derde lezing aange- nomeoj zooals wij reeds meldden. Het was een belangrijke beslissing, ofschoon de uitslag van te voren vaststond. Terwijl in het Lagerhuis deze beslissing viel, behandelde het Hoogerhuis in tweede lezing het wetsontwerp van lord Lansdow- ne betreffende de hervorming van het huis der lords. Maar zelfs den meest optimis- tischen lord zal het» nu wel zoo langzamer- hai>.. duidelijk zijn geworden, dat hier een vergeefsohe arbeid wordt verricht. De lords zijn te laat gekomen met hun zelfherziening zij hebben hun lot niet zelf meer in han den. De beslissing ligt bij Regeering en La gerhuis. Wat er dus nog over lord Lans- downe's denkbeelden is te berde gebracht, is van geen beteekenis. Typisch voor het standpunt, dat een echte ouderwetsche lord tegenover dit alles inneemt is een brief Van lord We- myss. Hij schrijft dat hij hoopt dat er lords zullen zijn, die zich tegen de lam lendige politiek van hun leiders zullen ver zetten. Aan hot erfelijke beginsel vasthou den, dat is zijn leus. De honderd lords, die naar Lansdowne's voorstel door hun gelijken gekozen moeten worden, zullen hun onafhankelijkheid verliezen en, om gekozen te worden, hun leiders naar de °ogen zien. Lord Wemyss heeft zijn klein zoon al vast geraden zich in het schoen poetsen te oefenen. In Spanje gaan crisis-geruchten. On- eenigheid in de liberale partij schijnt de positie van Canalejas in ernstig ge vaar te brengen. Volgens den correspon dent zou de koning met den premier van meening verschillen over hetgeen Spanje te doen staat ten opzichte van de Marok- ki-ansche kwestie: de jonge vorst moet de zijde gekozen hebben van de groote partij, velke aanstuurt op militaire interventie 111 Marokko. De minister-president daarentegen vreest van ®en dergelijke politiek zoowel buiten als binnenlandsche moeilijkheden. In politieke kringen wordt generaal Wey- ler genoemd als opvolger van den heer Car nale jas. Als deze oude vecht-generaal weer aan het bewind komt, kan men nog ernstige dint, a beleven. Uit Marokko en Mexico is weinig nieuws. Wij kunnen er 't zwijgen toe doen. De bekende Amerikamsohe millionnaïr ^&rnegie heeft zich dezer dagen over heizer Wilhelm uitgelaten. Een delegatie uit de besturen van een aantal Duitsch-Amerikaansche vereerugin- .kwam Carnegie bedanken voor de Achting eener Duitsche afdecling van het z.g. heldenfonds. Carnegie sprak zijn bezoe kers toe, gaf uiting aan zijn groote waar deering voor Keizer Wilhelm als mensch' en sprak de hoop uit, dat de Keizer spoe dig zou behooren tot de krachtige werkers voor de zaak van den vrede. ,,Meer dan eens" zoo sprak Carnegie „heb ik gepraat met keizer Wilhelm als gelijke, want ik erken niet, dat de regeerder van een machtigen staat ©enige superioriteit bezit boven een Amerikaansch burger. De Keizer kwam mij in gelijken geest te gemoet en. toonde zich een inne mend, zoowel als een wijs man. Het hart van den Keizer is best en zijn hoofd ook; en het mag niet worden m twijfel getrok ken, dat hij ©en heel knap man is. Vóór ik sterf, hoop ik in staat te zullen zijn, hem er toe over te h'aüen, een vredesver- bond te sluiten met Engeland en de Ver- eem'gde Staten. Indien dat kon worden tot stand gebracht en ik wanhoop daar vol strekt niet aan zal over de garische aarde de vrede verzekerd zijn, want geen land zou een dusdanige combinatie kunnen weerstaan. Met deze optimistische uitspraak kun nen w/j voor heden gevoeglijk besluiten. „Hief Vaderland" levert een be schouwing naar aanleiding van het wets voorstel, strekkend om opnieuw de subsi- d i e voor het b ij z o n d e r o n d e r w ij s të verhoogen. „Zoo onbeduidend als dit wetsvoorstel wordt voorgesteld, zou de aanneming een stap wezen i n een hoogst bedenkelijke rich ting," zegt het blad. „Immers, het stelt een verhooging van de Rijksbijdrage voor schoolbouw en onderhoud voor schoolloka len voor, uitsluitend voor bijzondere scho len, en hooger dan die ten behoeve der openbare. Wij hebben hier te doen met êen poging, om op het bouwen van bijzon dere scholen een premie te stellen boven de bijdrage, die to* nog toe genoten werd, en welke reeds geheel gelijk is aan de vergoeding, die de openbare scholen van het Rijk genieten. Het zit met deze zaak als volgt. Ingevolge art. 48, tweede lid, der wet op het L. O., vergoedt het Rijk aan de ge meenten 25 pCt. van de kosten wegens het stichten, verbouwen of aankoopen van schoollokalen. Gelijke bijdrage is bij de wetswijziging van 1901 (onder het Minïsterie-Borgesius) toegekend aan de bijzondere scholen. Maar om redenen, die hier buiten beschouwing kunnen blijven, heeft men voor deze tot grondslag van die bijdrage niet de werke lijke bouwkosten, enz. genomen, maar een fictief bedrag, berekend naar f 100 per kind. Van de bouwkosten, aldus berekend ad f 100 per kind, waarvan, indien het de gemeente gold, 25 pCt. door het Rijk zou worden bijgedragen, werd vervo'gens eveneens 25 pCt. berekend, en van dit laatste bedrag werd aan de bijzondere scho len uitgekeerd 4 pCt. Deze wijze van berekening van den grondslag voor de bijdrage wordt als juist beschouwd," ook door de voorstanders der bijzondere school. De tusschen aanhalings- teekens geplaatste woorden zijn niet van den eerste den beste, maar van iemand, wiens gezag in deze door niemand in twij fel zal worden getrokken, nl. van dr. Kuy- p'er; zij komen voor in de Memorie van Toelichting tot de door hem ingediende wijziging der wet, die in 1905 tot stand kwam. Die wijziging bracht1 verandering, niet in het systeem of in den grondslag, maar in het percentage. De 4 pCt. achtte men te gering, omdat daaruit alleen bestreden kon worden de rente van het kapitaal, be- noodigd voor den bouw, terwijl tevens te rekenen viel op aflossing van dat kapi taal. Rekening houdende met den tegen- woordigen rentevoet," aldus dr. Kuyper in de' M. v. T." komt het dan ook noo- dig voor, dat het percentage der bijdrage worde' verhoogd tot 4.6 pCt." De wijziging werd aangenomen,- en sedert is de Rijks bijdrage overeenkomstig den wensch der rechterzijde 4.6 pCt. Die verhooging,- het worde hier uitdruk kelijk herhaald, werd door dr. Kuyper niet alleen voldoende geacht, maar hij verde digde haar met het argument, dat de bil lijkheid eischte, dat die bijdrage gelijk werd gemaakt aan die, welke de openbare scho len genoten. Met andere woorden: 4.6pCt., die nu wordt uitgekeerd, is niet alleen toe reikend voor het doel,- maar ook werd de aanneming daarvan erkend als een gelijk stelling van de bijdrage met die der open bare school. De' „stille" wijziging, welke minister Heemskerk thans voorstelt echter, beoogt' niets minder dan haar te verhoogen tot 2 pCt. van het totaal der bouwkosten, d. i. tot 8 pCt. van het 1/i{ dat den gTondslag der berekening uitmaaktmet andere woor den, de Rijksbijdrage aan de bijzondere scholen, die gelijkstaat met die aan de openbare scholen, zal volgens het aanhan gige' voorstel gebracht worden van 4.6 op 8 pCt., d. m. met 74 pCt. worden verhoogd, terwijl die voor de openbare scholen on veranderd blijft." Onder den titel Een Amster- damsch. Waterschapsbelang bepleit de heer A. L. H. Obreen in ,rD e Telegraaf" opheffing van de •hooghe e mraadschappen Rijn land, Amstelland, Delfland, Schi eland, ena, waarna hun beheer, als een geheel te beschouwen, moet gesteld worden in handen van den Rijkswaterstaat, de eenige overheid, bij machte, om dat geheel te overzien. Dan vervolgt de schrijver: „Nu bestaat op dit oogenblik een prachtige gelegenheid, om de eerste hand te slaan aan deze hoognoodige hervor ming. De dijkgraaf van Amstelland, de heer W. I. Doude van Troostwijk, is nar melijk overleden, en wij kunnen dus niet blootstaan aan de verdenking van per soonlijke opvatting tegen dezen of genen, al® wij thans opnieuw voorstellen het hoogheemraadschap Amstelland op te hef fen, en het beheer daarvan te brengen onder den Rijkewaterstaat. Amstelland strekt zich uit over drie provinciën, Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Het heeft dus zich niet veel te bekomme ren over het scheüiêrachtig toezicht van de Staten dezer drie provinciën, welke elkaar steeds, ook al naar middeleeuwsch gebruik, met strakken blik zitten aan te kijken. Dat alleen is al reden genoeg, om aan die zotto veTbouding een einde te maken en Amstelland op te heffen; maar er is een groot argument buitendien aan te voeren, en wel ten opzichte van de scheepvaart." Dit laatste argument wordt dan uit voeriger behandeld, waarbij gewezen wordt op liet feit, dat het gedeelte Mer- wedekanaal tusschen Amsterdam en Utrecht deel uitmaakt van den boezem van Amstelland. Hieruit (kunnen, naar de schrijver betoogt, velerlei moeilijkhe den voortvloeien. Amsterdam n.L heeft groot belang er bij, dat zijn scheepvaart niet afhankelijk zij van den goeden of den kwaden wil van een waterschapsbe stuur, maar dat de Rijkswaterstaat het beheer hebbe over den boezem van Am stelland, waartoe behoort het Merwedöka- naal. Dan kan tegelijkertijd de toestand van de Vecht geregeld worden, want al daar heerscht regeeringloosheid, omdat vele overheden er zich kunnen doen gel den, met andere woorden gezegd: nie mand is er baas. Amstelland en de Vecht, aldus de slot- oonclusie, moeten beide onder bestuur van den Rijkswaterstaat komen; dan kun nen zij een enkelen boezem vormen: De heer Felix Ort, redacteur van de „Vegetarische Bod e", schrijft in dit orgaan over het ontworp-T arief wet o. m. Terwijl in de laatste tijden «alle zeilen worden bijgezet om het peil der volksge zondheid te verhoogen, en op alle maatre gelen, dio daaraan bevorderlijk kunnen zijn, de aandacht wordt gevestigd, toont de Re geering, welke in deze richting behoorde vóór te gaan, geneigdheid om een stap te zetten in achterwaartsohe richting. Het nieuwe ontwerp-Tariefwefc wil n. L invoerrechten leggen op vruchten. Vroeger beschouwde men vruchten als weeldevoedsel. Thans weten we beter. Voor ons vegetariërs behoeft dit niet nader be toogt te worden, maar ook de niet-vegetari- sche hygiënisten gaan meer en meer inzien, dat vruchten een onmisbaar bestanddeel van een gezond© volksvoeding uitmaken. In hygiënische, en voeiral in vegetarische kringen is het dan ook een steeds overwo gen vraagpunt, hoe men vruchten goedkoo- per kan doen worden, zóó goedkoop, dat ook de arbeidersklasse er behoorlijk van zou kunnen genieteiL De venters van sinaasappelen, dadels, kokosnoten, vinden onder het volk wel afname, maar meer nog als versnapering dan wel als voedsel. Doch dank zij de volksvoorlichting van bevriende zijde zal meer en meer worden in gezien, hoe goed het is als een vader na afgeloopen dagtaak niet langer een borrel pakt, maar die centen besteedt aan een paar sinaasappels of dadels, om met vrouw en kinderen op te smullen. Meer en meer wordt de groote beteekenis van vruchten en vruchtensappen in den strijd tegen den alcohol beseft. Meer en meer zullen alle ware vrienden des .lks moeten samenwer ken om vruchten als voedsel voor ieder be reikbaar te maken en om door ongegiste vruchtensappen de alcoholische dranken te verdringen. We zijn in dezen op den goeden weg. En nn komt het dreigend tarief in juist tegen overgestelde richting werken. Het ideaal: vruchten als erkend volksvoedsel, wordt door het tarief weer een eindje verder aob- teruitgeschoven. Na een opsomming van al de vruchten, waarvoor de invoerrechten worden voor ge- gesteld, schrijft de heer Ort nog het vol gende In dit bedroevende ontwerp-taricf moet men echter geen zucht zien om do arme volksklassen in het verkrijgen van gezonde en smakelijke voeding te bemoeilijken. Blijkbaar zit er iets anders achter, n. L onkunde. In de Algemeene beschouwingen der Me morie van Toelichting kan men 11.I, lezen: „Fiscale rechten op tabak, sinaasappelen, mandarijnen, citroenen, vijgen, rozijnen, krenten, enz., zijn te verdedigen. Zij be treffen genotmiddelen, waarvan het gebruik niet strikt noodzakelijk is." Dat de minister van financiën en rijn oollega's en raadslieden zóó weinig begrip van de nieuwere, opvattingen omtrent voe- dingshygiëne helihen, dat zij zelfs tabak in één adem noemen met citroenen, sinaasap pelen en zuidvruchten, is aannemelijker óan dat de volksgezondheid hun niet ter harte zou gaan. Er is dus wel mogelijkheid, dat het gevaar te keeren is, wanneer de Regeo- ring en de haar steunende volksvertegen woordigers tot beter inzicht worden ge bracht; en hiertoe is een krachtige actie noodig van allen, die dit betere inzicht wel deelachtig zijn. Niet alleen ten opzichte van hen, die over het tot-stand-komen der wet hebben te beslissen maar in zoo ruim mo gelijke kringen, opdat een algemeene volks overtuiging zich vestige en duidelijk uit spreke. Ik zijn „Kroniek" in „Stemmen voor Waaiheid en Vrede" schrijft dr. A. W. Bronsveld inzake het t a r i e f-ontwerp o. m. Wij kennen schattingen, dü© in ©sa JtoOT den oorlog geheven worden, maar dan door een vijand, doch wat nu de Regee ring beoogt is iets zeer bevreemdends. Is zij er zoo zeker van, dat haar sociale wetten zullen worden aangenomen; en weet zij nu reeds, hoeveel haar toepas sing jaarlijks kosten zal? Wij vinden het een zonderlinge financieel© huishouding, welke bet Rijk thans te zien geeft. Van bezuiniging wil men «iet weten; bij Wa terstaat niet, bij Justitie niet (denk aan onze meer dan dure tuchtscholen en op- voedings-geetichten, te Zeist en Amers foort) bij Binnenlandsche Zaken niet, waar bijv. alles, wat het onderwijs betreft, de bouw der scholen, de vacantie-gelden der examinatoren, enz. zéér koètbaar zijn. Het baat niet, of bijv. door het Kamerlid, den heer Van Fareest, daarop gedurig wordt gewezen; 's Rijks bouwmeesters weten van geen krimp. Redding door be zuiniging, zoo wa.3 jarenlang de leus; thans heet het: redding door belastingen Terwijl de Regeering door baar Tarief- wet reactionnaire neigingen toont, zoekt zij in haar sociale wetten hoe langer hoe meer steun bij de sociaal-democraten. Invaliditeit»- en onderdonis* verzekering. De „S t i c h t s o h e. Courant" ver heugt er zich over, dat het wetsontwerp, waarnaar zoo reikhalzend is. uitgezien, de Kamer heeft bereikt, en zegt o m. In vele opzichten komt het wetsontwerp met het voorstel van minister Kuyper, in 1905 ingediend, overeen. Ook in dit. voorstel staat de invalidi- teits-verzekering voorop, zoodat ook de wet den naam van Invaliditeitswet zal dra- gen. Dit stemt geheel overeen met het standpunt, dat de staatslieden der Rech terzijde sedert 1904 hebben ingenomen. In dit opzicht vormt hët wetsontweip dus een tegenstelling met dat van 't Mimsfcerie- De Meester, dat alle werklieden van 65 jaar pensior.neerde, maar niet zorgde voor hen, die vóór dien leeftijd reeds inva lide werden. De leeftijd, waarop de invahditeit vol gens het thans ingediend ontwerp uiterlijk zal geacht worden in te treden, is, evenals in het ontwerp-Kuyper, de leeftijd van 70 jaar. Dit ontwerp wil ook weezenrente invoe ren. Dat is uitstekend, maar het is een schaduwzijde, dat de uitkecring aan de weduwen, die in de ontwerpen van 1905 en 1907 voorkwam, vervallen is. Daardoor blijven weduwen zonder kinderen en ook weduwen, wier kinderen allen boven de 13 jaar zijn, hulpeloos achter. Het zal ernstig overwogen moeten wor den, of de weezenrente van grooter belang is dan de weduwenrente, en zoo ja, of de weduwen niet bovendien kunnen ge holpen worden. Een groote verdienste van het ontwerp- Talma achten wij, dat ook de gelegenheid tct vrije verzekering wordt gegeven en dat wrt in een zeer gemakkelijken en aan moedigenden vorm. Het blad hoopt nu, dat de Kamer spoed met de zaak maken zal. Twintig jaar lang is de zaak der ouder- doms- en invaliditeitsverzorging nu in de Tweede Kamer aan de orde. Moge er nu toch eens iets tot stand komen 1 Daartoe is noodig, dat ieder bereid is iets van zijn wensoh'en en inzichten op te offeren. En bovenal is daartoe noodig, dat iedere groep met alle kracht zich verzet tegen de verzoeking, om van deze zaak een politiek spel te maken. De arbeidende bevolking moet nu aan deze hervorming geholpen worden. En vurig hopen, we, hoezeer we ook vreezen, dat de zaak der invalidi'teitever- zorging nu niet opnieuw weer de inzet van een stembusstrijd zal behoeven te zijn. Met blijdschap, maar ook met weemoed, heeft de „Nieuwe Provinciale Groninger Courant" de indie ning van de verzekeringswetten gezien. Met blijdschap, omdat er uit blijkt, dat minister Talraa aan zijn taak krachtig voortwerkt; met weemoed, omdat dadelijk de vraag rijst: zal het wets-ontwerp nog ïn deze parlemnetaire periode in behande ling komen? De berichten, zoo zegt het blad over de ziektewet luiden immers niet erg opbeurend. Men wil met dit ontwerp een weg inslaan, die misschien wel iets voor heeft, maar toch' altijd door dit na deel wordt gedrukt, dat hij zoo lang is. Wij praatten reeds zooveel over de sociale verzekering en nu wil men nog eens weer lang en breed over de beginselen dezer wetgeving spreken. Maar als zoo de be handeling van de ziekteverzekering op do lange baan wordt geschoven, wat zal men dan met het niéuwe ontwerp aanvangen? De Engelsche minister Lloyd George is gelukkiger dan minister Talma. Zijn ont werp is in elk geval met algemeene waaT- deering ontvangen. Natuurlijk zal de cri- tfek ook daar straks wel volgen. Zelfs is het niet onmogelijk dat de stemming nog on.slaat. Dat er echter bij alle partijen in het par lement instemming wordt gevonden met de hoofdbeginselen van het ontwerp, is voor den Minister zeer aangenaam. Nu de invaliditeitsverzekering er echter is, zal het de Kamer gemakkelijker zijn een overzicht over het geheel der sociale verzekering van dit kabinet te krijgen. In het stelsel van minister Talma moet elk ontwerp ook bezien in verband met het ge heel. Het blad hoopt, dat de ijver van minister Talma de Kamer tot krachtige medewer king prikkele, opdat- deze oni werpen wet worden. 7,D Standard" Bevatte een hoofd- waarin het verplichte karak ter van de ouderdomsverzekering wordt uiteengezet. Het volgende is er aan ontleend: 'ja( Het beginsel van verplichting bij de Vef* zekering is in 1897 door de Antirevolutioan nairc partij, en bij de daarop volgend^ stembus ook door de Roomsrih-Katholie* ke Staatspartij aanvaard,- terwijl de Libe^ rale Unie en de Vrijzinnig-Democraten ejjj zich gelijktijdig of reeds vroeger voor ver?| klaarden. Alleen de Vrij-Liberalen hinkte^; nog steeds op twee gedachten, cn de Chris* telijk-Historischen kwamen bij de stembus! nooit met eenig beslist program van diciv aard uit.. Toch was, vóór 1901 teil einde? liep, ook omtrent hun medewerking wel eenige zekerheid verkregen. Gelijk meri toch weet, heeft dr. Kuyper het in Juni van dat jaar ontworpen Regeerprogram aari de drie partijen der Rechterzijde medeges deeld, en wederkeerig mededeelmg ver« zocht, of een Kabinet, met zulk een proo gram optredende, op den steun van do drie partijen zou kunnen rekenen. Had deze raadpleging tot refuus geleid, zoo zou uiteraard van Kabinetsformatie moeten zijn afgezien. Uit den loop der zaken mag ak zoo worden afgeleid, dat, al bestonden er? enkele bezwaren, dit toch niet tot open-: baring van zulk een verschil over de hoofd* beginselen heeft geleid, waardoor saamwer* king zou zijn uitgesloten geweest. In tegen-: deel, de saamwerking tusschen de Chr.* Hist. Kamerclub en het Kabinet-Kuyper is soms eigenaardig, maar tocli in hoofd* zaak steeds uitnemend geweest. Zij het dus al, dat ook thans op dit terrein zich diver-» gentiën voordoen, en juist het verplicht karakter van dit ontwerp sympathieën dreigt te vervreemden, hieruit volgt nog in het minst niet, dat daarom deze club, zoo het hard tegen hard liep, het ontwerp zou willen doen vallen, cn het Kabinet ten doode zou doemen. Er zijn zeer wel geval- Jen denkbaar, dat men tot het laatste toe voor zijn eigen inzicht opkomt, en toch. ten leste zwicht voor een niet uit den weg te ruimen noodzakelijkheid. Zonder opgelegde verplichting is nu een-» maal het doel, met deze Verzekering be* oogd, niet te bereiken. Op zichzelf zeer, wel, en zoo niets dan goede wil voor de hand lag, kwam men langs cfe lijn van vrijwilligheid zelfs allicht nog verder. Na* poleon, die voorstelde voor elk pasgebo* ien kind, op den dag zelf van zijn ge* boorte, 25 fr. te storten, achtte dat hier.- mee in alLer pension voorzien zou zijn.- Het denkbeeld om de premie te Laten af* betalen in de jaren, dat de jonge man nog ongehuwd is, volop verdient, en daardoor^ een groot bedrag missen lean, zou. zelfs het uitkeer en. van vrij hooge rente waar*, borgen, en vaak alle verdere premiestor-* ting overbodig maken. De mogelijkheid, van het vrije stelsel staat open, maar het is de zonde, die ze afsnijdt. Een jong ge* zei voelt er in den regel niets voor, waar*1 om hij voor zijn toekomst zou zorgen. Baati, zuchtige egoïsten klagen, dat van die kos; telijke premie zooveel af moet om andere zieken bij te springen, zonder d«at men er zelf iets aan heeft. Is de premie niet ver* plicht,- dan wordt de betaling verwaar* loosd. Breidt het gezin zich uit, dan valt' er aan premie-afbetaling vaak niet meer te denken. En als ge ai de gegadigden sa men neemt, zijt ge er zeker van, dat geen 25 pCt. uit eigen beweging tot het nako men en vervullen van zijn plicht over gaat, en dat van de overige 75 pCt. de helft uit nalatigheid en zorgeloosheid ei^ maar op toeleeft, terwijl de andere helft andere uitgaven te doen heeft, waarvoor altoos weer de ongelukkige premiën moe* ten wijken. Het leven van de minst bedeel* den leidt er als vanzelf toe, om er zorge*. loos op voort te leven; de omstandigheden roepen in zulk een leven gedurig toestan-, den op, die alle ft!er-zij-Legging van geld; ondoenlijk maken. En waar dan nog met groote onbaatzuchtigheid, met ryp en ver* standig beleid, met stipte orde cn met bestrijding van alle verzoeking tot andere besteding van het geld, nog uitzicht op' beter zou kunnen geopend worden, daar richt de zonde ook hier haar verwoesting aan, en ondergraaft het fundament, waarop; het gebouw der vrijwillige verzekering zou moeten rusten. Breng ons terug naar een.' aardsch Paradijs, waarin de omstandighe* den den persoon niet meer zoo doodelijk\ omklemmen, en geen zedelijke inzinking den mensch meer elke kans op zelf-vrij*) making afsnijdt, en voor dwang zal ook op dit stuk niemand meer den strijd aan* binden. Vain oplegging van verplichting is ook hier ddarom alleen sprake, omdat de historie van eeuwen toont, hoe bij da massa, op dit punt vooral het besef van,1 eigen plicht tot zwijgen is gebracht. -„D Vaderlander" begint aldus een artikel over de nieuwe proeve van sociale wetgeving van minister Talma Daar ligt het, het ontwcrp-Talma 7,Verzekering van werklieden tegen gelde lijke gevolgen van invaliditeit en ouder* dom." Het is ons ajs een steen op het hart gevallen, cn wij kunnen alleen troost putten uit de overweging, dat er vóór 1913 onmogelijk van deze zaak nog iets kan komen, al zal de anti-revolutionnaire pers, net als in 1905, niet in gebreke blijven met heteronomistische vrijmoedigheid het aan „ons christenvolk" voor te stellen, als* of de indiening van- zulk een ontwerp gelijk stond met het verkrijgen van een behoor* lijke invaliditeits- en ouderdomsverzeke* ring voor den arbeider. We bewonderen den moed niet van een.' Nederlandsch minister, die na dr. Kuypei; en na mr. Veegens nog met zulk een ont* werp durft aankomen. En toch kunnen èri dr. Kuyper èn mr. Veegens in deze heel wat meer vrij uitgaan dan ds. Talma, die kennis heeft kunnen nomen van de En* gelschc en Dcenschc voorziening van den' ouden dag. Maar de heer T«alma is nu eenmaal „verduitscht"van dc wetgeving van de Engel schen of Denen moet hij niets hebben en aan een echt Holland* sc hë wetgeving denkt hij hcelemaal nicL CH het bevorderlijk kan zijn voor ons na*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 5