ffo.l5TOT. LEIBSCH DAGBLAB, Woensdag- iT Mëi. Tweede Blad, Anno 1911.
Buitenlandsch Overzieht
PERSOVERZICHT.
De feesten ter gelegenheid van de ont
hulling van het gedenkteeken
-oor wijlen Koningin Victo
ria, van Engeland hebben een
'bijzonder schitterend verloop. De telegram
men hebben er ons al het voornaamste van
yermeld Viscount Esher, voorzitter van
'fle commissie voor het gedenkteeken, hield
:de feestrede. De Koning antwoordde er
'op en herinnerde aan de belangstelling
I floor Koning Edward in de tot stand-ko
ming van het monument getoond en aan
bet aandeel hierin genomen door de kolo-
(liëa. Hij gaf uiting aan de groote yoldoe-
T1ing van hem zelf en van zijn familie, dat
ipjn waard© neef de Keizer, vergezeld van
ge Keizerin, bij deze historische plechtig
heid aanwezig waa; wees op de liefde en
yoreering die de Keizer steeds voor Ko
ningin Victoria gevoelde en verklaarde,
jjat 'g Keizers aanwezigheid in de laatste
'dagen haar» levens nimmer zal worden
Vergeten.
Sterke levende banden van bloedver
wantschap en vriendschap vereenigen 'onze
tronen en onze personen, de natie verheugt
mch met mij, dat de Keizer hier heden aan
wezig is om deel te nemen aan de onthul
ling van het gedenlkteeken. De Koning ein
digde met een warme waardeering van
'Koningin Victoria's toewijding aan haar
'plichten in het openbare leven.
Een ander geestdriftig oogenblik giste
ren was de indiening van de begroo
ting in het Lagerhuis voor mi
nister Lloyd George. Het huis was
stampvol. De minister deelde mede, dat in
'1de begrooting zou worden voorgesteld om
aan de parlementsleden een j aarlij ksoh©
vergoeding van 400 pd. st. toe te kennen.
'Reiskosten zullen echter niet worden ver
goed. De ministers zullen als kamerleden
:geen vergoeding ontvangen. De kosten
zullen 250,000 pd. st. bedragen.
De minister wees er verder op, dat het
afgeloopen jaar een baitig saldo van
,5,607,000 pd. st. heeft opgeleverd, van wel
ke 1,500,000 pd. st., volgens het wetsvoor
stel op de- verzekering, voor sanatoria be
stemd zullen worden, 2,357,000 pd. st. voor
delging van schuld en de rest voor ontwik
kelingsdoeleinden.
De inkomsten worden geraamd op
181,621,000 pd. st., de uitgaven op
181,284,000 pd. st., het vermoedelijk over
schot op 337,000 pd. st.
De vooruitzichten voor het voortduren
van den gunstigen toestand van den han
del zijn uitstekend.
De minister spraJk verder de verwach
ting uit, dat het mogelijk zou zijn om,
•wanneer in de eerstvolgende jaren d be
perking van de uitgaven van de vloot tot
stand zou kunnen komen, de wet op de
>rzfekering ten uitvoer zou kunnen wor-
Wen gelegd, zonder dat de belastingen
verhoogd behoeven te worden.
Voor dit jaar zijn geen nieuwe belastin
gen noodig, de enkele veranderingen, bij
do begrooting voorgesteld, zijn sleohts wei
nig beteekenende wijzigingen van bestaan
de belastingen, bijv. van die op de choco
lade, die naar haar bestaoddeelen belast
zal worden.
De v e t o w e t is in derde lezing aange-
nomeoj zooals wij reeds meldden. Het was
een belangrijke beslissing, ofschoon de
uitslag van te voren vaststond.
Terwijl in het Lagerhuis deze beslissing
viel, behandelde het Hoogerhuis in tweede
lezing het wetsontwerp van lord Lansdow-
ne betreffende de hervorming van het huis
der lords. Maar zelfs den meest optimis-
tischen lord zal het» nu wel zoo langzamer-
hai>.. duidelijk zijn geworden, dat hier een
vergeefsohe arbeid wordt verricht. De lords
zijn te laat gekomen met hun zelfherziening
zij hebben hun lot niet zelf meer in han
den. De beslissing ligt bij Regeering en La
gerhuis. Wat er dus nog over lord Lans-
downe's denkbeelden is te berde gebracht,
is van geen beteekenis.
Typisch voor het standpunt, dat een
echte ouderwetsche lord tegenover dit
alles inneemt is een brief Van lord We-
myss. Hij schrijft dat hij hoopt dat er
lords zullen zijn, die zich tegen de lam
lendige politiek van hun leiders zullen ver
zetten. Aan hot erfelijke beginsel vasthou
den, dat is zijn leus. De honderd lords, die
naar Lansdowne's voorstel door hun
gelijken gekozen moeten worden, zullen
hun onafhankelijkheid verliezen en, om
gekozen te worden, hun leiders naar de
°ogen zien. Lord Wemyss heeft zijn klein
zoon al vast geraden zich in het schoen
poetsen te oefenen.
In Spanje gaan crisis-geruchten. On-
eenigheid in de liberale partij schijnt de
positie van Canalejas in ernstig ge
vaar te brengen. Volgens den correspon
dent zou de koning met den premier van
meening verschillen over hetgeen Spanje
te doen staat ten opzichte van de Marok-
ki-ansche kwestie: de jonge vorst moet de
zijde gekozen hebben van de groote partij,
velke aanstuurt op militaire interventie
111 Marokko.
De minister-president daarentegen vreest
van ®en dergelijke politiek zoowel buiten
als binnenlandsche moeilijkheden.
In politieke kringen wordt generaal Wey-
ler genoemd als opvolger van den heer Car
nale jas.
Als deze oude vecht-generaal weer aan
het bewind komt, kan men nog ernstige
dint, a beleven.
Uit Marokko en Mexico is weinig
nieuws. Wij kunnen er 't zwijgen toe doen.
De bekende Amerikamsohe millionnaïr
^&rnegie heeft zich dezer dagen over
heizer Wilhelm uitgelaten.
Een delegatie uit de besturen van een
aantal Duitsch-Amerikaansche vereerugin-
.kwam Carnegie bedanken voor de
Achting eener Duitsche afdecling van het
z.g. heldenfonds. Carnegie sprak zijn bezoe
kers toe, gaf uiting aan zijn groote waar
deering voor Keizer Wilhelm als mensch'
en sprak de hoop uit, dat de Keizer spoe
dig zou behooren tot de krachtige werkers
voor de zaak van den vrede.
,,Meer dan eens" zoo sprak Carnegie
„heb ik gepraat met keizer Wilhelm
als gelijke, want ik erken niet, dat de
regeerder van een machtigen staat ©enige
superioriteit bezit boven een Amerikaansch
burger. De Keizer kwam mij in gelijken
geest te gemoet en. toonde zich een inne
mend, zoowel als een wijs man. Het hart
van den Keizer is best en zijn hoofd ook;
en het mag niet worden m twijfel getrok
ken, dat hij ©en heel knap man is. Vóór
ik sterf, hoop ik in staat te zullen zijn,
hem er toe over te h'aüen, een vredesver-
bond te sluiten met Engeland en de Ver-
eem'gde Staten. Indien dat kon worden tot
stand gebracht en ik wanhoop daar vol
strekt niet aan zal over de garische
aarde de vrede verzekerd zijn, want geen
land zou een dusdanige combinatie kunnen
weerstaan.
Met deze optimistische uitspraak kun
nen w/j voor heden gevoeglijk besluiten.
„Hief Vaderland" levert een be
schouwing naar aanleiding van het wets
voorstel, strekkend om opnieuw de subsi-
d i e voor het b ij z o n d e r o n d e r w ij s
të verhoogen.
„Zoo onbeduidend als dit wetsvoorstel
wordt voorgesteld, zou de aanneming een
stap wezen i n een hoogst bedenkelijke rich
ting," zegt het blad. „Immers, het stelt
een verhooging van de Rijksbijdrage voor
schoolbouw en onderhoud voor schoolloka
len voor, uitsluitend voor bijzondere scho
len, en hooger dan die ten behoeve der
openbare. Wij hebben hier te doen met
êen poging, om op het bouwen van bijzon
dere scholen een premie te stellen boven
de bijdrage, die to* nog toe genoten werd,
en welke reeds geheel gelijk is aan de
vergoeding, die de openbare scholen van
het Rijk genieten.
Het zit met deze zaak als volgt.
Ingevolge art. 48, tweede lid, der wet op
het L. O., vergoedt het Rijk aan de ge
meenten 25 pCt. van de kosten wegens
het stichten, verbouwen of aankoopen van
schoollokalen.
Gelijke bijdrage is bij de wetswijziging
van 1901 (onder het Minïsterie-Borgesius)
toegekend aan de bijzondere scholen. Maar
om redenen, die hier buiten beschouwing
kunnen blijven, heeft men voor deze tot
grondslag van die bijdrage niet de werke
lijke bouwkosten, enz. genomen, maar een
fictief bedrag, berekend naar f 100 per
kind. Van de bouwkosten, aldus berekend
ad f 100 per kind, waarvan, indien het
de gemeente gold, 25 pCt. door het Rijk
zou worden bijgedragen, werd vervo'gens
eveneens 25 pCt. berekend, en van dit
laatste bedrag werd aan de bijzondere scho
len uitgekeerd 4 pCt.
Deze wijze van berekening van den
grondslag voor de bijdrage wordt als juist
beschouwd," ook door de voorstanders der
bijzondere school. De tusschen aanhalings-
teekens geplaatste woorden zijn niet van
den eerste den beste, maar van iemand,
wiens gezag in deze door niemand in twij
fel zal worden getrokken, nl. van dr. Kuy-
p'er; zij komen voor in de Memorie van
Toelichting tot de door hem ingediende
wijziging der wet, die in 1905 tot stand
kwam.
Die wijziging bracht1 verandering, niet in
het systeem of in den grondslag, maar
in het percentage. De 4 pCt. achtte men
te gering, omdat daaruit alleen bestreden
kon worden de rente van het kapitaal, be-
noodigd voor den bouw, terwijl tevens te
rekenen viel op aflossing van dat kapi
taal. Rekening houdende met den tegen-
woordigen rentevoet," aldus dr. Kuyper
in de' M. v. T." komt het dan ook noo-
dig voor, dat het percentage der bijdrage
worde' verhoogd tot 4.6 pCt." De wijziging
werd aangenomen,- en sedert is de Rijks
bijdrage overeenkomstig den wensch der
rechterzijde 4.6 pCt.
Die verhooging,- het worde hier uitdruk
kelijk herhaald, werd door dr. Kuyper niet
alleen voldoende geacht, maar hij verde
digde haar met het argument, dat de bil
lijkheid eischte, dat die bijdrage gelijk werd
gemaakt aan die, welke de openbare scho
len genoten. Met andere woorden: 4.6pCt.,
die nu wordt uitgekeerd, is niet alleen toe
reikend voor het doel,- maar ook werd de
aanneming daarvan erkend als een gelijk
stelling van de bijdrage met die der open
bare school.
De' „stille" wijziging, welke minister
Heemskerk thans voorstelt echter, beoogt'
niets minder dan haar te verhoogen tot
2 pCt. van het totaal der bouwkosten, d. i.
tot 8 pCt. van het 1/i{ dat den gTondslag
der berekening uitmaaktmet andere woor
den, de Rijksbijdrage aan de bijzondere
scholen, die gelijkstaat met die aan de
openbare scholen, zal volgens het aanhan
gige' voorstel gebracht worden van 4.6 op
8 pCt., d. m. met 74 pCt. worden verhoogd,
terwijl die voor de openbare scholen on
veranderd blijft."
Onder den titel Een Amster-
damsch. Waterschapsbelang
bepleit de heer A. L. H. Obreen in ,rD e
Telegraaf" opheffing van de
•hooghe e mraadschappen Rijn
land, Amstelland, Delfland, Schi eland,
ena, waarna hun beheer, als een geheel
te beschouwen, moet gesteld worden in
handen van den Rijkswaterstaat, de eenige
overheid, bij machte, om dat geheel te
overzien.
Dan vervolgt de schrijver:
„Nu bestaat op dit oogenblik een
prachtige gelegenheid, om de eerste hand
te slaan aan deze hoognoodige hervor
ming. De dijkgraaf van Amstelland, de
heer W. I. Doude van Troostwijk, is nar
melijk overleden, en wij kunnen dus niet
blootstaan aan de verdenking van per
soonlijke opvatting tegen dezen of genen,
al® wij thans opnieuw voorstellen het
hoogheemraadschap Amstelland op te hef
fen, en het beheer daarvan te brengen
onder den Rijkewaterstaat. Amstelland
strekt zich uit over drie provinciën,
Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht.
Het heeft dus zich niet veel te bekomme
ren over het scheüiêrachtig toezicht van
de Staten dezer drie provinciën, welke
elkaar steeds, ook al naar middeleeuwsch
gebruik, met strakken blik zitten aan te
kijken. Dat alleen is al reden genoeg, om
aan die zotto veTbouding een einde te
maken en Amstelland op te heffen; maar
er is een groot argument buitendien aan
te voeren, en wel ten opzichte van de
scheepvaart."
Dit laatste argument wordt dan uit
voeriger behandeld, waarbij gewezen
wordt op liet feit, dat het gedeelte Mer-
wedekanaal tusschen Amsterdam en
Utrecht deel uitmaakt van den boezem
van Amstelland. Hieruit (kunnen, naar
de schrijver betoogt, velerlei moeilijkhe
den voortvloeien. Amsterdam n.L heeft
groot belang er bij, dat zijn scheepvaart
niet afhankelijk zij van den goeden of
den kwaden wil van een waterschapsbe
stuur, maar dat de Rijkswaterstaat het
beheer hebbe over den boezem van Am
stelland, waartoe behoort het Merwedöka-
naal. Dan kan tegelijkertijd de toestand
van de Vecht geregeld worden, want al
daar heerscht regeeringloosheid, omdat
vele overheden er zich kunnen doen gel
den, met andere woorden gezegd: nie
mand is er baas.
Amstelland en de Vecht, aldus de slot-
oonclusie, moeten beide onder bestuur
van den Rijkswaterstaat komen; dan kun
nen zij een enkelen boezem vormen:
De heer Felix Ort, redacteur van de
„Vegetarische Bod e", schrijft in
dit orgaan over het ontworp-T arief wet
o. m.
Terwijl in de laatste tijden «alle zeilen
worden bijgezet om het peil der volksge
zondheid te verhoogen, en op alle maatre
gelen, dio daaraan bevorderlijk kunnen zijn,
de aandacht wordt gevestigd, toont de Re
geering, welke in deze richting behoorde
vóór te gaan, geneigdheid om een stap te
zetten in achterwaartsohe richting.
Het nieuwe ontwerp-Tariefwefc wil n. L
invoerrechten leggen op vruchten.
Vroeger beschouwde men vruchten als
weeldevoedsel. Thans weten we beter. Voor
ons vegetariërs behoeft dit niet nader be
toogt te worden, maar ook de niet-vegetari-
sche hygiënisten gaan meer en meer inzien,
dat vruchten een onmisbaar bestanddeel
van een gezond© volksvoeding uitmaken.
In hygiënische, en voeiral in vegetarische
kringen is het dan ook een steeds overwo
gen vraagpunt, hoe men vruchten goedkoo-
per kan doen worden, zóó goedkoop, dat
ook de arbeidersklasse er behoorlijk van
zou kunnen genieteiL De venters van
sinaasappelen, dadels, kokosnoten, vinden
onder het volk wel afname, maar meer nog
als versnapering dan wel als voedsel.
Doch dank zij de volksvoorlichting van
bevriende zijde zal meer en meer worden in
gezien, hoe goed het is als een vader na
afgeloopen dagtaak niet langer een borrel
pakt, maar die centen besteedt aan een
paar sinaasappels of dadels, om met vrouw
en kinderen op te smullen. Meer en meer
wordt de groote beteekenis van vruchten
en vruchtensappen in den strijd tegen den
alcohol beseft. Meer en meer zullen alle
ware vrienden des .lks moeten samenwer
ken om vruchten als voedsel voor ieder be
reikbaar te maken en om door ongegiste
vruchtensappen de alcoholische dranken te
verdringen.
We zijn in dezen op den goeden weg. En
nn komt het dreigend tarief in juist tegen
overgestelde richting werken. Het ideaal:
vruchten als erkend volksvoedsel, wordt
door het tarief weer een eindje verder aob-
teruitgeschoven.
Na een opsomming van al de vruchten,
waarvoor de invoerrechten worden voor ge-
gesteld, schrijft de heer Ort nog het vol
gende
In dit bedroevende ontwerp-taricf moet
men echter geen zucht zien om do arme
volksklassen in het verkrijgen van gezonde
en smakelijke voeding te bemoeilijken.
Blijkbaar zit er iets anders achter, n. L
onkunde.
In de Algemeene beschouwingen der Me
morie van Toelichting kan men 11.I, lezen:
„Fiscale rechten op tabak, sinaasappelen,
mandarijnen, citroenen, vijgen, rozijnen,
krenten, enz., zijn te verdedigen. Zij be
treffen genotmiddelen, waarvan het gebruik
niet strikt noodzakelijk is."
Dat de minister van financiën en rijn
oollega's en raadslieden zóó weinig begrip
van de nieuwere, opvattingen omtrent voe-
dingshygiëne helihen, dat zij zelfs tabak in
één adem noemen met citroenen, sinaasap
pelen en zuidvruchten, is aannemelijker óan
dat de volksgezondheid hun niet ter harte
zou gaan. Er is dus wel mogelijkheid, dat
het gevaar te keeren is, wanneer de Regeo-
ring en de haar steunende volksvertegen
woordigers tot beter inzicht worden ge
bracht; en hiertoe is een krachtige actie
noodig van allen, die dit betere inzicht wel
deelachtig zijn. Niet alleen ten opzichte van
hen, die over het tot-stand-komen der wet
hebben te beslissen maar in zoo ruim mo
gelijke kringen, opdat een algemeene volks
overtuiging zich vestige en duidelijk uit
spreke.
Ik zijn „Kroniek" in „Stemmen
voor Waaiheid en Vrede"
schrijft dr. A. W. Bronsveld inzake het
t a r i e f-ontwerp o. m.
Wij kennen schattingen, dü© in ©sa JtoOT
den oorlog geheven worden, maar dan
door een vijand, doch wat nu de Regee
ring beoogt is iets zeer bevreemdends.
Is zij er zoo zeker van, dat haar sociale
wetten zullen worden aangenomen; en
weet zij nu reeds, hoeveel haar toepas
sing jaarlijks kosten zal? Wij vinden het
een zonderlinge financieel© huishouding,
welke bet Rijk thans te zien geeft. Van
bezuiniging wil men «iet weten; bij Wa
terstaat niet, bij Justitie niet (denk aan
onze meer dan dure tuchtscholen en op-
voedings-geetichten, te Zeist en Amers
foort) bij Binnenlandsche Zaken niet,
waar bijv. alles, wat het onderwijs betreft,
de bouw der scholen, de vacantie-gelden
der examinatoren, enz. zéér koètbaar zijn.
Het baat niet, of bijv. door het Kamerlid,
den heer Van Fareest, daarop gedurig
wordt gewezen; 's Rijks bouwmeesters
weten van geen krimp. Redding door be
zuiniging, zoo wa.3 jarenlang de leus;
thans heet het: redding door belastingen
Terwijl de Regeering door baar Tarief-
wet reactionnaire neigingen toont, zoekt
zij in haar sociale wetten hoe langer hoe
meer steun bij de sociaal-democraten.
Invaliditeit»- en onderdonis*
verzekering.
De „S t i c h t s o h e. Courant" ver
heugt er zich over, dat het wetsontwerp,
waarnaar zoo reikhalzend is. uitgezien, de
Kamer heeft bereikt, en zegt o m.
In vele opzichten komt het wetsontwerp
met het voorstel van minister Kuyper, in
1905 ingediend, overeen.
Ook in dit. voorstel staat de invalidi-
teits-verzekering voorop, zoodat ook de
wet den naam van Invaliditeitswet zal dra-
gen. Dit stemt geheel overeen met het
standpunt, dat de staatslieden der Rech
terzijde sedert 1904 hebben ingenomen. In
dit opzicht vormt hët wetsontweip dus
een tegenstelling met dat van 't Mimsfcerie-
De Meester, dat alle werklieden van 65
jaar pensior.neerde, maar niet zorgde
voor hen, die vóór dien leeftijd reeds inva
lide werden.
De leeftijd, waarop de invahditeit vol
gens het thans ingediend ontwerp uiterlijk
zal geacht worden in te treden, is, evenals
in het ontwerp-Kuyper, de leeftijd van
70 jaar.
Dit ontwerp wil ook weezenrente invoe
ren. Dat is uitstekend, maar het is een
schaduwzijde, dat de uitkecring aan de
weduwen, die in de ontwerpen van 1905
en 1907 voorkwam, vervallen is. Daardoor
blijven weduwen zonder kinderen en ook
weduwen, wier kinderen allen boven de 13
jaar zijn, hulpeloos achter.
Het zal ernstig overwogen moeten wor
den, of de weezenrente van grooter belang
is dan de weduwenrente, en zoo ja, of de
weduwen niet bovendien kunnen ge
holpen worden.
Een groote verdienste van het ontwerp-
Talma achten wij, dat ook de gelegenheid
tct vrije verzekering wordt gegeven en dat
wrt in een zeer gemakkelijken en aan
moedigenden vorm.
Het blad hoopt nu, dat de Kamer spoed
met de zaak maken zal.
Twintig jaar lang is de zaak der ouder-
doms- en invaliditeitsverzorging nu in de
Tweede Kamer aan de orde. Moge er nu
toch eens iets tot stand komen 1
Daartoe is noodig, dat ieder bereid is
iets van zijn wensoh'en en inzichten op te
offeren.
En bovenal is daartoe noodig, dat iedere
groep met alle kracht zich verzet tegen de
verzoeking, om van deze zaak een politiek
spel te maken.
De arbeidende bevolking moet nu aan
deze hervorming geholpen worden.
En vurig hopen, we, hoezeer we ook
vreezen, dat de zaak der invalidi'teitever-
zorging nu niet opnieuw weer de inzet van
een stembusstrijd zal behoeven te zijn.
Met blijdschap, maar ook met weemoed,
heeft de „Nieuwe Provinciale
Groninger Courant" de indie
ning van de verzekeringswetten gezien.
Met blijdschap, omdat er uit blijkt, dat
minister Talraa aan zijn taak krachtig
voortwerkt; met weemoed, omdat dadelijk
de vraag rijst: zal het wets-ontwerp nog
ïn deze parlemnetaire periode in behande
ling komen? De berichten, zoo zegt het
blad over de ziektewet luiden immers niet
erg opbeurend. Men wil met dit ontwerp
een weg inslaan, die misschien wel iets
voor heeft, maar toch' altijd door dit na
deel wordt gedrukt, dat hij zoo lang is.
Wij praatten reeds zooveel over de sociale
verzekering en nu wil men nog eens weer
lang en breed over de beginselen dezer
wetgeving spreken. Maar als zoo de be
handeling van de ziekteverzekering op do
lange baan wordt geschoven, wat zal men
dan met het niéuwe ontwerp aanvangen?
De Engelsche minister Lloyd George is
gelukkiger dan minister Talma. Zijn ont
werp is in elk geval met algemeene waaT-
deering ontvangen. Natuurlijk zal de cri-
tfek ook daar straks wel volgen. Zelfs is
het niet onmogelijk dat de stemming nog
on.slaat.
Dat er echter bij alle partijen in het par
lement instemming wordt gevonden met de
hoofdbeginselen van het ontwerp, is voor
den Minister zeer aangenaam.
Nu de invaliditeitsverzekering er echter
is, zal het de Kamer gemakkelijker zijn
een overzicht over het geheel der sociale
verzekering van dit kabinet te krijgen. In
het stelsel van minister Talma moet elk
ontwerp ook bezien in verband met het ge
heel.
Het blad hoopt, dat de ijver van minister
Talma de Kamer tot krachtige medewer
king prikkele, opdat- deze oni werpen wet
worden.
7,D Standard" Bevatte een hoofd-
waarin het verplichte karak
ter van de ouderdomsverzekering wordt
uiteengezet.
Het volgende is er aan ontleend: 'ja(
Het beginsel van verplichting bij de Vef*
zekering is in 1897 door de Antirevolutioan
nairc partij, en bij de daarop volgend^
stembus ook door de Roomsrih-Katholie*
ke Staatspartij aanvaard,- terwijl de Libe^
rale Unie en de Vrijzinnig-Democraten ejjj
zich gelijktijdig of reeds vroeger voor ver?|
klaarden. Alleen de Vrij-Liberalen hinkte^;
nog steeds op twee gedachten, cn de Chris*
telijk-Historischen kwamen bij de stembus!
nooit met eenig beslist program van diciv
aard uit.. Toch was, vóór 1901 teil einde?
liep, ook omtrent hun medewerking wel
eenige zekerheid verkregen. Gelijk meri
toch weet, heeft dr. Kuyper het in Juni
van dat jaar ontworpen Regeerprogram aari
de drie partijen der Rechterzijde medeges
deeld, en wederkeerig mededeelmg ver«
zocht, of een Kabinet, met zulk een proo
gram optredende, op den steun van do
drie partijen zou kunnen rekenen. Had
deze raadpleging tot refuus geleid, zoo zou
uiteraard van Kabinetsformatie moeten zijn
afgezien. Uit den loop der zaken mag ak
zoo worden afgeleid, dat, al bestonden er?
enkele bezwaren, dit toch niet tot open-:
baring van zulk een verschil over de hoofd*
beginselen heeft geleid, waardoor saamwer*
king zou zijn uitgesloten geweest. In tegen-:
deel, de saamwerking tusschen de Chr.*
Hist. Kamerclub en het Kabinet-Kuyper
is soms eigenaardig, maar tocli in hoofd*
zaak steeds uitnemend geweest. Zij het dus
al, dat ook thans op dit terrein zich diver-»
gentiën voordoen, en juist het verplicht
karakter van dit ontwerp sympathieën
dreigt te vervreemden, hieruit volgt nog
in het minst niet, dat daarom deze club,
zoo het hard tegen hard liep, het ontwerp
zou willen doen vallen, cn het Kabinet ten
doode zou doemen. Er zijn zeer wel geval-
Jen denkbaar, dat men tot het laatste toe
voor zijn eigen inzicht opkomt, en toch.
ten leste zwicht voor een niet uit den weg
te ruimen noodzakelijkheid.
Zonder opgelegde verplichting is nu een-»
maal het doel, met deze Verzekering be*
oogd, niet te bereiken. Op zichzelf zeer,
wel, en zoo niets dan goede wil voor de
hand lag, kwam men langs cfe lijn van
vrijwilligheid zelfs allicht nog verder. Na*
poleon, die voorstelde voor elk pasgebo*
ien kind, op den dag zelf van zijn ge*
boorte, 25 fr. te storten, achtte dat hier.-
mee in alLer pension voorzien zou zijn.-
Het denkbeeld om de premie te Laten af*
betalen in de jaren, dat de jonge man nog
ongehuwd is, volop verdient, en daardoor^
een groot bedrag missen lean, zou. zelfs
het uitkeer en. van vrij hooge rente waar*,
borgen, en vaak alle verdere premiestor-*
ting overbodig maken. De mogelijkheid,
van het vrije stelsel staat open, maar het
is de zonde, die ze afsnijdt. Een jong ge*
zei voelt er in den regel niets voor, waar*1
om hij voor zijn toekomst zou zorgen. Baati,
zuchtige egoïsten klagen, dat van die kos;
telijke premie zooveel af moet om andere
zieken bij te springen, zonder d«at men er
zelf iets aan heeft. Is de premie niet ver*
plicht,- dan wordt de betaling verwaar*
loosd. Breidt het gezin zich uit, dan valt'
er aan premie-afbetaling vaak niet meer te
denken. En als ge ai de gegadigden sa
men neemt, zijt ge er zeker van, dat geen
25 pCt. uit eigen beweging tot het nako
men en vervullen van zijn plicht over
gaat, en dat van de overige 75 pCt. de
helft uit nalatigheid en zorgeloosheid ei^
maar op toeleeft, terwijl de andere helft
andere uitgaven te doen heeft, waarvoor
altoos weer de ongelukkige premiën moe*
ten wijken. Het leven van de minst bedeel*
den leidt er als vanzelf toe, om er zorge*.
loos op voort te leven; de omstandigheden
roepen in zulk een leven gedurig toestan-,
den op, die alle ft!er-zij-Legging van geld;
ondoenlijk maken. En waar dan nog met
groote onbaatzuchtigheid, met ryp en ver*
standig beleid, met stipte orde cn met
bestrijding van alle verzoeking tot andere
besteding van het geld, nog uitzicht op'
beter zou kunnen geopend worden, daar
richt de zonde ook hier haar verwoesting
aan, en ondergraaft het fundament, waarop;
het gebouw der vrijwillige verzekering zou
moeten rusten. Breng ons terug naar een.'
aardsch Paradijs, waarin de omstandighe*
den den persoon niet meer zoo doodelijk\
omklemmen, en geen zedelijke inzinking
den mensch meer elke kans op zelf-vrij*)
making afsnijdt, en voor dwang zal ook
op dit stuk niemand meer den strijd aan*
binden. Vain oplegging van verplichting
is ook hier ddarom alleen sprake, omdat
de historie van eeuwen toont, hoe bij da
massa, op dit punt vooral het besef van,1
eigen plicht tot zwijgen is gebracht.
-„D Vaderlander" begint aldus een
artikel over de nieuwe proeve van sociale
wetgeving van minister Talma
Daar ligt het, het ontwcrp-Talma
7,Verzekering van werklieden tegen gelde
lijke gevolgen van invaliditeit en ouder*
dom." Het is ons ajs een steen op het
hart gevallen, cn wij kunnen alleen troost
putten uit de overweging, dat er vóór 1913
onmogelijk van deze zaak nog iets kan
komen, al zal de anti-revolutionnaire pers,
net als in 1905, niet in gebreke blijven
met heteronomistische vrijmoedigheid het
aan „ons christenvolk" voor te stellen, als*
of de indiening van- zulk een ontwerp gelijk
stond met het verkrijgen van een behoor*
lijke invaliditeits- en ouderdomsverzeke*
ring voor den arbeider.
We bewonderen den moed niet van een.'
Nederlandsch minister, die na dr. Kuypei;
en na mr. Veegens nog met zulk een ont*
werp durft aankomen. En toch kunnen èri
dr. Kuyper èn mr. Veegens in deze heel
wat meer vrij uitgaan dan ds. Talma, die
kennis heeft kunnen nomen van de En*
gelschc en Dcenschc voorziening van den'
ouden dag. Maar de heer T«alma is nu
eenmaal „verduitscht"van dc wetgeving
van de Engel schen of Denen moet hij
niets hebben en aan een echt Holland*
sc hë wetgeving denkt hij hcelemaal nicL
CH het bevorderlijk kan zijn voor ons na*