Anekdoten. Kieuw© Raadsels. Oplossingen der Raadsels. L lioetie oplossingen ontvangen van: Correspondentie. lngez. door „Bob.'' Uit de school. Onderwijzer: „Noem jij mij eens Het aantal wijzen, Frits." Frite: „Elf, mijnbeer." Onderwijzer: „En Frits, wie zijn die elf Frits: „De zeven wijzen van Griekenland, de drie wijzen uit Het Oosten, en u, mijn- Heer." lngez. door „Kleine Zeeofficier." Schoolopziener: „Welk land ligt reoht tegenover ons aan den anderen kant der aarde Leerling: „Dat begrijp ik niet." Schoolopziener: „Veronderstel eens, dat ik een gat boorde door de aarde en jou er instopte, waar zoudt ge dan uitkomen 1" Leerling: „Uit het gat, mijnheer.'! lngez. door „Leeuw van Modderspruit." Verkeerd begrepen. Moeder: „Jan, ga even met dit bakje Cm zeep bij den winkelier." Jan: „Neen, moe, want de meeater heit gister gezeid, dat alB je om zeep gaat, ga je dood." Juffrouw tot slager van boven aan de trap: „De slager ligt op bet gaskastje." De juffrouw begreep niet waarom de slager zoo lachte. lngez. door „Vroolijke Annie." „Kellner, kijk eens hierop mijn bold, daar vind ik in de soep een stuk van een handdoek, ie dat een bediening bier kellner 1" „Welnu mijnbeer, voor uw 30 centra kan je er toch geen nieuwe jae in doen.'' lngez. door „Magnolia." Waar de aap was. De koetsier van een omnibus kwam op zijn weg langs eenige Italia&nsche werk lieden, die bezig waren den weg te her ttellen. „Hei, zeg, waar heb je je aap gelaten?" riep de koetsier tegen een der Italianen. „Die speelt voor koetsier op je omni bus,'' antwoordde de Italiaan. Eenvoudig. Onderwijzer: „Wel, Kareltje, kun je me een eigenschap van het water noemen?" Kareltje: „Als men er zich mee wascht, wordt het vuil." lngez. door „Bob." L Mijn geheel bestaat uit 12 letters en ia de naam van een bloem. 7 8 9 7 geeft den tijd aan. 4 2 is een ontkenning. 1 8 12 3 gebruikt men 's winters. 2 12 5 1 is een lichaamsdeel. 3 12 5 6 is een tijdrekening. 11 5 10 draagt men op de schouders. lngez. door „Aronskelk." IL Mijn geheel bestaat uit 11 letters en is •en plaats in Zuid-Holland. 3 4 2 is een visch. 6 4 6 zit in een molen. 2 3 4 9 is niet boog. 17 8 heeft iedere viBch. 6 3 8 10 2 is een vrucht uit warme landen. 2 4 8 6 heeft ieder volk. lngez. door „Rosa Fluweeltje." HL Verborgen speelgoed He, boe pel je toch dat ei zoo mooi. De kermisreiziger riep: „Stap op en 'a: jj wegen." De krab, al hoort ze niet tot de gevaar lijke dieren, ie er toch een, waarvan ik liefst op een afstand blijf. Welke geldstukken zijn er alzoo in ons land. Allo 1 MarschOm melk te halen moet je toch niet blijven zitten. De kleine matroos. II. Bloeimaand III Hugo de Groot. Betsy de Bruin, Wiihelmina Meyer, Saartje Oudshoorn, Marie Brouwer, Paul de Bruin, „Faust", „Paddestoel", „Vroolijk Zangstertje", Corrie v. d. Kleyn Truus van Kleef, „Roosje", Jan Bey, Jan Vroolijk, „De kleine huishoudster"' Fien- tje Ragut, „Roodborstje", „Theeroosje", Hendrik Boom, K. de Pree, „Silvia", „de kleine Zeeofficier", Jo van der Maurik, „kleine Zwerver", R. den Tonkelaar, Adriaan en Ph. v. d. Lof, Theresia Vee- ren, Henri Romanesko, „Basfiaan", „de vroolijlke Annie", „Pieter Marita", „Sleu telbloem", 0. L. Janssen, „Populier", „Goudst&artje", Jannetje en Marietje La- oburt, Janna en Nelly de Bruin, Hendrik van Zanten, „Onrust", S. en H. Flarisson, „Magnolia", „de kleine winkelier", Arie Gille, „Organist", „de kleine tuinman", „Pinksterbloem", Jan Robhert, „Kenau", „de Amsterdammer", Koos Bernard, An- dnies Bernard, „-Schildpad"',, Gerrit Bo- ter, Hendrik Kriek, Arie de Jong, Dirk Spuyman, „Generaal Cronjé", „de kleine officier", Ada Vlasveld, „Raadsheertje", „de twee J's", „Bob", „Tijgervink", Tina Riebeek, „Tweespan",, „Leonie", Marga- retha Bomb, Corri v. d. Bosch, Abramina Bomli, „Postduif", „het Violetje", Adria- na Verkerk, „Stormvrouwtje", C. Val- lentgoed, „Robinson Crusoe"', „Zoet en Zuur", „Padvinders", Corrie v. d. Voort, Johanna Zitman, Freefk en Zus Bey, Pie ter en Jaoobus Valentgoed, ,Resida", „Schenkeltje", „Leeuw van Modder spruit", te Leiden. „Goudvische", te Aarlander- reen. „De Schilder", Jacob Martens, „Kwik staartje", te Oegstgeest. Albert en Gijsbert de Monjje, „Hyacint en Tulp", „Meitakje", Geertje van Delft, Huibert van Egmond, S. v. d. Kwaak, Hendrika v, d. Mey, „De Druiventros", te Rijnsburg. Oomelis Honig, te Voorschoten. Trijntje Kriege, en Arie van Santen, te Wassenaar. Aartje en Klazma Parlevliet, Johanna 'Parlevliet, te Zoeterwoude. Reinier Verwers, te Zegwaard. Gerrit en J an v. d. Lee, te Ko u d e- k e r k. Jansje Smink, te Benthuizen. Prijzen vielen ten deel aanJo Zwanen burg, Sofiufistroat 30, LeidenAbr. van Weeren, Vliet 27, Leiden; Arie van San ten, Wassenaar. „P aides to el," Wel neen, padde- stoeltje, van kwahjk nemen geen kwestie I En, al hoor je nu nog niet tot de gelukkige prijswinsters, altijd maar moed gehouden. Eens komt de beurt ook aan jou; zóó wreed is bet noodlot niet! A. van Weeren. Nu, schitterender antwoord was wel niet denkbaar, is het wel? Wat mag wel de reden zijn van die staking der prijswinners-werkzaamheden bij mijnheer je broer? Heeft hij te druk schoolwerk, of is er ziekte in huis. Dit laatste hoop ik maar niet. In het vervolg kun je genist den verlangden schuilnaam aannemen, vent. C. Vallentgoed. Ben je al dien tijd Opgebleven, meisje, terwijl dat jnu- ziekfeest aan den gang was? Nu, voor zoo'n enkel keertje, zal dat nu ook niet zoo hinderen, en dan: je kon toch niet slapen, zeker? Ja, al zulke publieke ver tooningen zijn altijd rumoerig; dat zal in iedere stad wel zijn 1 Hebben jullie in Leiden zulk weer gehad, vertel je me daar?' ■Neen, dan kwamen we er hier nogal gena dig af I Een enkel kort buitje maar. Toen heb je je zeker eens rustig tot carreepon-i dentie gezet, terwijl je toch niet uitging, want dat was me een beele brief, dien ik kreeg van mijn Leidech raadselvrien- dinnetje 1 „Stormvrouwtje" mag anderi niet angstig worden, al is bet ook nog zoo'n erg weer. Ze zou immers baar naam geen eer aandoen dan? Wel kan bet einde lijk eens te bar worden, zal ie misschien zeggen, want het schijnt dan wel vreese- lijk gespookt te hebben in Leiden. Corrie v. d Voort. Gelukkig, dat je Moeder weer zoo veel beter is, meisje I Nu is bet weer ook zeer geschikt voor her stellende zieken. Voor drie maanden gaat je vriendinnetje naar Katwijk? Ja, dat is met recht een heele tijd. Ze zal h'et wel gezellig vinden, oIb je haar af en toe eens op komt zoeken. Ook al over het ver schrikkelijk e weerl Dat moet dus wel heel erg zijn geweest, Adriaan Verkerk. Ja, 's nachts is zulk weecr nog altijd veel erger. Maar dat er heele stukken hagel en ijs vielen, dat is nog al wat. Er zal zeker menige ruit kapot geslagen zijn, bij die gedenkwaardige gele genheid.. C. v. d. Bosch. Nu, het schrift gaat nogal, Corrie, als je zoo jong bent. Je doet dus maar geregeld mee, dan wordt alles aldoende beter en vlugger. Dus tot ziens; we zullen elkaar nog wel eens aantreffen in de rubriek 1 ,,B o b". Ja, negen maanden is een heele tdjd, hoor 1 Maar als je nu maar genezen bent, dan moet je dat voor je gezondheid wel over hehben. Nu maar opgepast, vent en geen hoofdpijn of temperatuursverhoo- ging meer. Van harte het beste dus! „R a a d a h e e r t j e". Ja, dat geeft den burger moed, eens zoo'n prijs te win nen. Ik kan me begrijpen, dat je heel blij was. Nu, wie weet, hoe gauw het weer Voor. valt. Dus maar trouw blijven meedoen. „G rasa >p riet) o". Niet jaloerscb zijn hoor 1 Dat is niete aardig 1 Maar doe een voudig mee, dan heb jij net zoo goed eens een kansje 1 Ada Vlasveld. Eindelijk weer eens boven water, meisje? Nu, ik ontvang je weer met genoegen in mijn corresponden tie; vooral als je nog wat raadsels of anekdoten inzendt 1 „Magnolia." Nu, jij hebt je ver dienstelijk gemaakt, met die weldadig- heidsbloempjeB. En zooveel gesproken,, dat je den volgenden ochtend geen stem meer hadtt Een wel besteed werk dual „Go u d a t a ar t j e." Nu, geduld! kwikstaartj e. Niet zoo haastig gebakerd-* Die anekdoten zullen nog wel eei:«jui de beurt komen., „Vroolijlk zangstertje.'! Zélf een jurk gemaakt? Nu, dat ia kranig, meisje 1 Reinier Verwen, Een bril dra gen? Ja, dat is nog een heele escercitlef Maar toch je oogen gespaard 1 Het zdjir veel te te ere organen. „D u i n r o o s j e". Nu bomt het goede weer om te ravotten in de duinen. Ga maar jrs gang, hoor. Ik kan me echt voor* stellen dit je dan geniet. M'VttTW AMSTEL.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 14