fan een meisje, dat nooit bang wasl
De gouden pantoffel.
vluciht eens wat nader bezien en voelde nu
gelijk ook een menigte stroohalmen en
veeren onder zich, dat weeke nestje beviel
hem best; 't was erg geschikt om eens in
uit te rusten, want nog altijd was hij niet
geheel bekomen van alle uitgestane ang
sten. Hij begon rioh langzamerhand weer
heel wel te bevinden, totdaar op eens
een groote zwart© vogel kwam aangevlogen
wel tweemaal zoo groot al hijDie scheen
zich hier heel goed thuis te gevoelen, hij
bracht zijn vrouwtje ook mee en ook nog
wat mondvoorraad. Een grooten, vetten
worm droeg hij bij zich en onzen piet pre
senteerde hij dadelijk ook een stukje, want
hij scheen heel gastvrij te zijn weer heel
anders dan de musschen. Ja, onder de
vogels heb je ook allerlei vreemd© gasten.
Maar tegen den avond begon ons pietje
toch sterk naar huis te -verlangen, hij had
dorst en was gewend aan schoon, helder
water aan zijn fonteintje, terwijl hij zich
nu behelpen moest> met een beetje vuil
gootwater, ook voelde hij zich op den duur
toch in genendeele thuis onder die grove
lui, zooals hij die spreeuwenfamilie noemde;
ze waren wel gul en meenden het goed met
hem, maar hij wa9 het toch anders gewend.
En nu: hoe het nu afliep met ons geeltje
Goed. Hij kwam nog terecht. Want, wat
voor hem een heel eind was, waren slechts
een paar meter geweest en dus werd hij nog
in het park gevangen, dienzelfden avond,
doordat de kooi werd buiten gezet, als
ldkmiddel. Pietje maakte daar natuurlijk
een dankbaar gebruik van en had dus ook
rijkelijk de waarheid ondervonden van het
spreekwoord: „Oost West thuis best 1"
Eva was nooit bang, haar moeder kon
haar gerust op elk uur van den dag,
.van den avond zeg ik nu expres maar niet 1
naar den zolder of naar den kelder zen
den. Ze sliep dan ook heel alleen, boven
op haar kamertje en ging altijd zonder licht
naar bed. Als ze dan ;s nachts wakker werd
en ze zag de maan zulke eigenaardige figu
ren vormen op de muur, dan werd ze ook
niet bang; integendeel, ze had het juist
heel graag, want dan werd het levensgroot©
portret van haar moeder zoo mooi verlicht
en dan was 't net, of moeder haar toewenk
te en haar toelachte. Maar op een nacht
werd zij wakker en hoorde duidelijk een
zacht getik.;
„Hè, dat zijn zeker weer die nare hout
wormen daar in den ouden leunstoel," dacht
ze. Maar neendat was toch zeker niet zoo,
het had er niet veel van: 't was een veel
te regelmatig getiktak. Neen, 't moest wel
een klok zijn.en toch ze had geen klok
op haar kamer. En in de buurt was er ook
geen. Was bet misschien bij haar bed I Eva
luisterde eens goed 1 Neen; van den muur
kwam het niet, dat was duidelijk. En jawel:
daar hadt je bet. Dkar, op Mama's portret
net op de plaats waar Mama baar geschil
derd horloge had, hing ook een horloge
aan een lange ketting, dat Papa
daar zeker opgehangen had, om zijn
klein meisje te verrassen, dat morgen jarig
zou zijnO, die goeie Papa. Eva ging vlug
uit bed en in een ommezien was ze op een
stoel er bij geklommen. Nu, die nacht kwam
er niet veel meer v<_n slapen; dus, had
Papa dat geweten, dan zou hij het waar
schijnlijk niet gedaan hebben. Dat was me
anders een pledzier 1
Den volgenden ochtend op school vertel
de ze het verhaal in kleuren en geuren aan
haar kameraadjes en die vonden het alle
maal heel dapper! Misschien was dat ook
maar, omdat ze eens heel vriendelijk tegen
haar wilden zijn, ter eere van haar ver
jaardag. Maar het horloge stond erg def
tig. Eigenlijk was het ook een onmisbaar
iets voor een meisje, dat met de groote
vacantie naar de H. B. S. zou gaan; dat
waren alle a. s. Burgerscholieren met ha^r
eensl
Vele jaren geleden regeerde er eea
koning in het hooge Noorden, die geducht
was om zijn verbazende wreedheid. Eens,
op een avond was Koning Bakhar boven cp
den top van een hoogen berg gestegen en
vandaar af liet hij trotsch den blik wijden
over heel den omtrek, terwijl hij hoogmoe
dig sprak:
„Dit alles is nu van mij 1"
„Of van mij," antwoordde daar een stem
van den berg af en die kwam van een klein
mannetje, dat tusschen twee steenon stond
en de Koning recht in de oogen keek. Bak
har had wel hoor en spreken van dat ka
boutertje, dat daar ergens hulzen moest
maar hij had nooit geloof geslagen aan die
geruchten en antwoordde dus nu ook spot
tend:
„Zeker, zeker, een enkele noot uit het
boach mag je wel hebben; die gun ik je
wel, maar verder ook niet veell"
„Nu, ik jou ook niet; en dat weet ik
dat je je heele leven lang zulfc loope#
zoeken, naar den bij behoorenden pantoffel
van die ik hier aan mijn voeten heb I"
En daarmee toonde ons dwergje eet
gouaen scnoentje, ingelegd met de schitw
rendste edelgesteenten, zoodat Koning
Bakhar er totaal door verblind was.
„Vooruit, geef op 1" commnandeerde hij
en trok al reeds zijn zwaard. Maar tegelijk
kertijd verdween het kaboutertje met hoo»
nend gelach in de diept©.
Dat heelo geval had den Koning zoozeef
geprikkeld, dat hij ook geen rust had, da|{
en nacht, maar steeds wanhopend naar het
tweede pantoffeltje bleef zoeken, totdat hi|
eindelijk, een vijftien jaar latei*, op eei^
goeden avond weer op den top van dei^
berg stond. Alles om hem heen was even,
Btil en verlaten, helder scheen de maan.;
Toen vertoonde de kabouter zich opeen»
weer voor hem met den gouden pantoffel
aan den voet.
„Wel, heb je den bijbehoorende al gevom
den, machtig© Bakhar?"
„Neen," antwoordde de Koning, met boo
zen blik. Maar dat hoeft ook niet, dan neem
ik maar die, die jij hier aan hebtl"
En dit zeggende, klemde hij den kabou*
ter tusschen de armen ©n dacht hem baas
te zijn. Maar dat was mis: de kleine maa;
greep hem bij de keel en kreeg nu omge*
keerd hem zóó in zijn macht, dat hij hem
de rots afslingerde, in den diepen afgrond*
„Dat komt van je heerschzuchtige wreed
heid, o machtige vorst 1'» riep de dwerg,
hem achtena. „Uw lot o Koning, zij een,
les voor alle dwingelanden 1"
Het bovenstaande is een oude Deensah©,
Koningssage, die in Skandinavië al dik
wijls de ronde heeft gedaan bij de sprook-,
jes-vertellende en de naar sprookj es-luiste-
rende gemeente.
Verschillend tarief.
Een wandelaar zag op een wei een bord
staan met 't opschrift: „Te huur om paar
den te doen grazen 1 Voor paarden met kor
ten staart 25 ets., voor paarden met langen
staart 50 cents."
Nieuwsgierig naar de reden van dat ver*
schil in huurprijs, deed hij er onderzoek
naar bij den eigenaar.
„Wel" zei d© boer, „een paard met een
korten staart moet zijn kop gebruiken alfl
hij de vliegen wegjaagt en dan kan bij in
dien tijd niet eten en een met een langen
staart eet altijd door."
„Houdt dien man in het oog," klonk het
bevel, „en U mevrouw zie hier uw beurs."
De oude dame was buiten zich zelve van
vreugde.
„Dank U, dank U, mijnheer de comman
dant 1" riep ze versdieidene malen achter
elkaar.
„U moet mij niet bedanken mevrouw,
maar dien mijnheer 1"
Maar, „die mijnheer" was verdwenen
met zijn hond.... en reeds liet de Invicta
zijn doordringenden stoomkreet hooren,
ten bewijze, dat het sohip Boulogne nader
de. De commandant was weer op post ge
gaan en de oude dame had zich onder de
andere reizigers gemengd, zoodat geen der
passagiers iets gemerkt had van het heele
voorval, dat overigens ook heel snel in
het werk was gegaan.
Weldra zou het stoomschip nu aan de
landingsplaats zijn, en vandaar voerde on
middellijk d© trein naar Parijs. Maar eer
die vertrok, viel er nog heel wat te doen
met het visiteeren der goederen enz. en
Lizzie's hartje klopte van ongeduld en de
zelfs voor het uiterlijk zoo kalme Bridget
was onrustig en Papa Holmes zocht zijn
troost maar in het rooken.
Toen de trein maar eenmaal het station
Boulogne voorbij was, ging het met een
snelheid van honderd kilometer per uur;
dus dat kon gaan. De arme Punch zat
alleen in de goederenwagen en blafte zijn
trouwe keel rouw. Lizzie verlangde verba
zend naar het einde der reis, want haar
vriendinnetjes, die het kanaal al eens
overgestoken waren, hadden haar verteld,
van al die pracht van den „jardix. des
plan tea" en van de eendjes in het „Bois
de Boulogne" en van den waterval en
vooral van d© prachtig© speelgoedwinkels l
Hè, als Lizzi© daaraan dacht, kon ze het
haast niet langer uithouden; dan popelde
haar verlangend poppenmoéSferhartje.
In alle stilte was de gouvernante even
ongeduldig en toen de trein dus dicht bij
moest zijn, stak Bridget, niettegenstaan
de het verbod nog al liefst in het Engelsoh
in de coupé opgehangen! het hoofd bui
ten het portier, om te zien, of ze ook iets
kon gewaarworden van den Eiffeltoren.
Maar er was geen denken aan en gelaten
en bescheiden trok ze zich dus maar weer
terug in haar hoekje en deed of ze inge
dommeld was, totdat ten slotte d© trein
stil hield. Dat was een erluohting, voor
al voor den armen Punch, die nu drie
uren in die benauwde ruimte had gezeten
verstoken van alle lioht.
Maar ook voor de reizigers is het een
verblindende gewaarwording, als ze na die
overdekte ruimte van het „gare du Nord"
eindelijk in het volle licht komen. Het
was nu zes uur in den namiddag en dus
een der drukste uren in de wereldstad.
Het was een overweldigende drukt© van
auto's en rijtuigen, fietsen en couranten-
roepers en luidruchtige gesprekken, uit
de cafés aan alle kanten. Eindelijk daai
lag dus nu het vroolijke, zonnige, weel
derige Parijs voor hen, h©t beloofde land
voor zoovelen!
„Bridget, Bridget 1 wat is bet hier mooi In
riep Lizzie in vervoering, „het is heei
anders dan in Londen 1 hier staan boo men
in d© straat."
„Jawel, maar in Londen zal je de men-
schen nooit op straat zien drinken," ant
woordde de gouvernante verontwaardigd:
en beiden hadden gelijk, want er zijn in
Londen, noch boulevards met boom en be
plant, nóch cafés die buiten op straat
uitkomen.
Sherlock Holmes riep een au to-tax am e-
ter aan. Zij hadden niets geen bagage bij
zich, die zou later volgen; slechte de de
tective zelve had een handvalies.
„We moeten zijn: Gigantic-Hotel",
Avenue des Champs Eiyséeö, zei hij tot;
den chauffeur, wien hij het valies ook zoo
lang in bewaring gaf. Punch mocht ook
mee in de auto en leek wel wat verbluft
door al die drukte en lawaai om zich heen.
Onze reizigers reden wel door het mooi
ste deel van Parijs: la rue la Fayette en
la rue Royale en zoo eindelijk de place d©
la Concorde, die baars gelijken niet heeft
in geen enkele andere wereldstad, waarna
ze eindelijk op de Champs Elysées aan
kwamen, waar net de file rijtuigen uit
het Bois de Boulogne kwam op dit uur.
(W_ordt vervolgd^,