voor, elk jaar zijn jonge vriendiD te komen
opzoeken en dan meteen nog eens in het
ziekenhuis te 6pelen, wat hem altijd veel
meer voldoening gaf, dan op het deftigste
concert 1
TIRAS.
Ze was mijn liefste speelkameraad, de
goede trouwe Tiras 1 Ik kon met haar stoeien
haar plagen en ophitsen zooveel ;k wil
de, altijd bleef ze even lankmoedig. Daarom
deelde ik dan ook mijn boterham met haar
en van het middageten bewaarde ik heime
lijk een stukje vleesoh. Daar was ze mij dan
ook heel dankbaar voor en als ze mij maar
van verre zag naderent sprong ze mij al vol
vreugde tegemoet.
Tiras was het eigendom van mijn oom
Otto, bij wien mijn zusje en ik altijd de
vacantie doorbrachten. Dit jaar ook geleid
de ze ons altijd even getrouw op onze wan
deling, tenminste wanneer oom haar niet
gebruikte op de jacht. Jachtlust toch,
ging bij Tiras boven alles! Maar oom wilde
,haar niét altijd mee hebben. Zoo was hij
'op een dag een reebok in het lr>sch gaan
achtervolgen en Tiras was voor alle veilig
heid maar aan den ketting gelegd in zijn
'hok. Toen oom uittrok, ging het arme beest
geweldig te keer. Zóó hevig trok zij aan
|«den sterken ketting, dat zdj het hok haast
meesleepte en wij hadden erg medelijden
met haar. Ik waf op zdj van het huis bezig
'met den bokkenwagen en hoorde opeens
leen woedend gehuil, zoo droevig en pijnlijk
tegelijk, dat zij van alle kanten uit het huis
kwarpen aangeloopen. En weet je wat er
gebeurd was: de bijen waren aan het zwer
men gegaan en hadden de arme Tiras aan
gevallen met een kracht en plaaglust, die
nog slechts vermeerderde toen de hond er
zich driftig had tegen willen verzettenEn
het treurigste van het geval was nog, dat
niemand ons goed lief dier kon helpen: te
gen zoo'n uittrekkenden zwerm valt nietg
te doen en zoo moesten we voor onze oogen
zien, dat het goede dier onder de hevigste
smarten bezweek! Toen oom Otto terug
keerde, was zijn lieveling al dood en allen
zaten met rood geweende oogen om tafel
en heel lang duurde het nog eer we een van
allen in staat waren, oom het treurige ver
loop mee te deelen.
We begroeven het lieve dier achter in den
tuin, op een mooi zonnig plekje en eiken
Woensdag- en Zaterdagmiddag in den
schooltijd gaan we er heen en brengen
onze groeten aan onze geliefde speelkame
raad, die eigenlijk a's slachtoffer van zijn
trouw gevallen is. Niet waar: had hij oom
niet zoo hardnekkig willen vergezellen,
dan was hij niet vast gebonden geweest en
hij waarschijnlijk kunneiï ontvluchten.
Maar dat wil ik je wel vertellen, dat ik
sinds dien tijd de zoo nuttige bijen niet
meer uit kan staan en van haar honing
nooit proeven wil, hoezeer ik anders ook
op zoet gesteld ben.
Hoe diepen zichzelf genezen.
Wanneer een hond zijn eetlust verloren
heeft, eet hij een bepaalde soort van gras,
welke een min of méér purgeerende wer
king uitoefent. Katten «ten ook somwij
len gras. Wanneer honden aan constipaties
lijden, eten zij begeerig vette zeifstandig-
heden, zooals olie en boter.
Schapen, koeien en paarden zoeken bepaal
de kruiden op, wanneer zij ziek zijn, en
een hond, die aan chronische rheumatiek
lijdt, blijft altijd zooveel mogelijk in de zon.
Wanneer een chimpansee gewond wordt,
houdt hij het bloeden tegen door zijn band
tegen de wond te drukken of deze met blade
ren en gras te verbinden.
Wanneer een dier een verwonden arm of
been heeft^ welke bijna geheel van het li
chaam gescheiden is, voltooide het de ampu
tatie door middel van zijn tanden.
Een hond, die in zijn neus geheten was
door een ad.de^ dompelde zijn kop her
haaldelijk gedurende een aantal dagen in
stroomend water. En met goed gevolg, want
het dier herstelde. Een andere hond werd
door een rijtuig overreden. Gedurende drie
weken bleef hij in den winter in een beek
liggen, waarheen men hem zijn eten bracht.
Ook hij herstelde. Een terrier werd aan zijn
rechter oog gewond. Hij bleef onder een
toonbank liggen en vermeed licht en warm
te, ofschoon hij overigens de gewoonte had
van vlak voor den open haard te liggen. Hij
volgde dus de gewone behandeling; rust en
onthouding van voedsel. De plaatselijke be
handeling bestond in het likken van den
poot welke hij tegen het gewonde oog aan
drukte. Door voortdurend den poot door
likken weer nat te maken, wanneer hij
droog was geworden, handelde hij als een
dokter, die natte oompressen voorschrijft.
Katten behandelen zich bij verwonding ook
door deze eenvoudige manier van voortdu
rende bevochtiging.
Dieren, welke aan koorts met plaatse
lijke pijn lijden, genezen zich door gedurend
gebruik van koud water,.
Drie korte antwoorden.
Den 30sten Juni 1628 ontving Wallen-
stein, wien de langdurige belegering van
Stralsund begon te vervelen, afgezanten
uit die stad bij zich. Deze afgezanten go-
droegen zich evenwel zeer onhoffelijk tegen
hem. Hij was het gesprek begonnen met
te zeggen: „ik ben bereid het beleg op te
heffen als gij mij daarvoor een som geld»
toezegt.' Het antwoord luidde: „Dat heb
ben wij niet." De wenkbrauwen fronsend
ging Wallenstein voort: „Dan moet gij u
bereid verklaren een keizerlijke bezetting
in de stad toe te laten." „Dat doen we
niet," antwoordden de gezanten. Woedend
over dit tweede lompe antwoord, sprong
Wallenstein op en onthaalde de afgezanten
op eenige minder vleiende benamingen.
„Dat rijn wij niet" antwoordden de Stral-
sunders en trokken af.
ESI ouwe Raadsels.
Ingez. door „Aronskelk."-
L
Mijn geheel bestaat uit 6 letters en is een
badplaats aan onze Noordzeekust.
6 4 3 is niet; snugger.
5 4 5 is een kloosterbewoonster.
1 2 is een landbouwwerktuig.
2 4 3 maakt vlekken weg.
2 1 1 5 is niet één.
3 4 5 6 is een lichaamsdeel.,
Ingez. door „La Tosca."
H
Mijn geheel is een schuilnaam van een
der raadselkinderen.
6 5 is een versterkend voedsel.
Een 4 3 4 leeft gescheiden van de wereld
1 5 2 4 is een verkorte meisjesnaam.
2 1 is een lengtemaat.
6 4 is een voorzetsel.
Ingez. door „Raadsheertje"
JSL
Zoek uit onderstaande zinnen een woord,
die te zamen een spreekwoord vormen.
Wie kan het hardst loopen?
In den winter heeft men soms veel
sneeuw.
Hij heeft rijn schoen verbrand.
Deze jongen past goed op.
De magneet; trekt het staal aan.
Geeft hem een boterham.
Hij heeft aan den bedelaar een cent ge
geven.
alleen wegging. En Bridget was er ook niet
erg gerust op, zij zou toch niet graag zoo n
gelegenheia laten voorbij gaan om eens van
nabij kennis te maken met' de Fransche
gouvernantes, dié toch zooveel eleganter
moesten zijn van uiterlijk dan de Engelsche.
Het was bijzonder kalm aan boord, geen
mensch dacht aan zeeziekte en men wan
delde even rustig over het dek der „Invic-
kta" als in het schoonste park.
Lizzie was een en al bewondering; alles
wilde ze zien en onderzoeken, de machine
rieën aan boord, de kleine vissoherssloe-
pen, de talrijke zeevogels, die zich telkens
op de masten neerzetten, alles trok haar
aandacht. Punch was al heel gauw blasé van
dat schouwspel, want hij legde zich kalm
neer aan Bridget's voeten, afwachtende de
dingen die daar komen zouden.
Sherlock Holmes zelf was zoowat op het
middendek, toen zijn aandacht getrokken
werd door een oude dame, die heel opge
wonden stond te redeneeren te midden van
een kring van toehoorders:
„Ik verzeker u, dat ze mij het ding hier
op de boot ontstolen hebben."
I Op het hooren van die woorden ontwaak
te dadelijk weer het ambtsgevoel bij den
detective. Hij naderde de groep.
„Ja, ja, ik ben er volkomen zeker van;
op het oogenbük van de controle heb ik
mijn biljet uit mijn beurs gehaald en nu
•mis ik allebei."
„Was de som die U bij U droeg belang
rijk, mevrouw?" vroeg Sherlock Holmes,
terwijl hij zich eensklaps in het gesprek
mengde.
„Het geld voor de reis, mijnheer, dus
1250 gulden."
„Nu, dat ïs een goeden slag voor den
dief."
„Ja, maar voor mij niet bepaald... Maar
ik zal het er ook niet bij laten; ik ga mijn
beklag doen bij den commandant, en dan zal
iedereen gefouilleerd worden."
Eenige personen schenen zich bij voor-
Baat al te verzetten tegen zoo'n krassen
maatregel.
„Mag ik U eens een eenvoudige raad ge
ven, mevrouw?" vroeg Sherlock Holmes
dood bedaard.
„Zeker mijnheer, en U zou mij zeer ver
plichten als ik daardoor weer in het Bezit
kwam van de vermiste beurs," antwoordde
de oude dame levendig.
„Vooreerst mevrouw, raad ik U aan, wat
kalm te zijn, en niet meer te spreken van
Uw berooving."
„Maar mijnheer," viel de dame uit,
gloeiende van verontwaardiging, „men zou
waarlijk zeggen, dat U den dief wilde spa
ren
„Als ik dat. wilde, dan zou ik U juist aan
raden, het overal rond te bazuinen én Uw
beklag te doen, enz. enz. Maar dat zou
waarlijk in uw eigen nadeel zijn: de zak
kenroller wordt daardoor gewaarschuwd,
en hij zou zich haasten, de beurs zelve in
het water te gooien, terwijl hij het geld
nog best behouden kon, want alle sove-
ïeigns lijken op elkaar."
„Ja, dat is waar ook; maar wat moet ik
dan doen?"
„U eenvoudig kalm houden en mij laten
begaan."
De menschen om de twee hoofdpersonen
heen, stonden wel wat verwonderd, maar
niemand kende toch' den detective, terwijl
hij zelf intusschen, gelijk gewoonlijk, goed
zijn oogen den kost had gegeven, om te
zien, of hij ook eenige gelaatsverandering
waarnam bij de toehoorders.
„Heeren, ik verzoek U om de grootste
stilzwijgendheid te bewaren over hetgeen
we hier bepraten: Het slagen dér onder
neming hangt daarvan af. Laat elk van ons
zijn mandeling hervatten, —en U, mevrouw,
wilde ik nog wel verzoeken, mij iets te ge
ven, wat in aanraking is geweest met uw
beurs, gedurende eenigen tijd."
„Mijn zakdoek bijvoorbeeld? is die
goed?"
„Ongetwijfeld het beste nog... Zoo! die
is meteen een beetje geparfumeerd. Uit
stekend! En nu, mevrouw, gaat U weer in
uw rieten stoel zitten, waar U eerst geze
ten waart, en zet rustig de lectuur voort
van den reman, waarmee U bezig was, en
waar U de bladen uitgesneden hebt."
„Hoe weet U dat alles?"
- Wordt vervolgd).