VGDR DEJEUGD t Ig-IDSCH DAGBIAD No. 15683. Woensdag* 5 April. kt •V Wa .o G>»^p Een viertal prijsraadsels tot afscheid. I Hoe ik voor de eerste ïuaai tranen droogde. Vriendjes, de winteravonden zijn wederom voorbij en de lente heeft zijn intrede reeds gedaan. Hiea-door is ds taak van Neef Hcineman je gedurende de lange avonden bezig te houden, weer afgeloopen- Ik heb dus mijn koffer maar gepakt en zal aan stonds ook mijn biezen pakken. Voordat ik echter afscheid van jelui neem, wil ik je nog eenige prijsvragen opgeven. Dit valt altijd wel zoo in den smaak, dat ge hier voor nog wel eeni gen tijd vinden zult om ze op te lossen. In plaats van één prijsvraag, (zooals de vorige maal) voor jullie allen, geven we «r nu een viertal. Hieruit kunt ge een keuze doen. Ze zijn niet alle even gemak kelijk. De kleintjes onder onze lezers kun nen dus de gemakkelijke, de oudere de meer moeilijke voor hun rekening nemen- Wie echter heal knap is en veel geduld heeft, mag ze allé vier oplossen. En nu onze prijsvragen. We beginnp.n met de gemak kei ijksten In de gang van een hotel hing een kap stok. Aan dien kapstok zaten twaalf knop pen en aan tien van deze knoppen hingen tien hoeden. Het aardigste hiervan was, dat er beurtelings een hoogen heed en een ron den hoed aan dezen kapstok hing. (Zie onze afbeelding). De eigenaar van het hotel j 4 wilde echter alle hooge hoeden en alle ronde hoeden naast elkander hebben. Daartoe nam hij telkens twee hoeden en plaatste die op de twee ledige knoppen. Nadat kb zoo vyf maal telkens twee naast elkander hangende hooien verplaatst had, kreeg hij zijn zin en hingen de vijf hooge hoeden en de vjjf andere soort bij soort naast elkaar. En nu 9tellen we als Aersle prijsvraag: "ie is er even knap als de hotelhouder? Welke hoeden moeten er verplaatst toorden, om te verkrvigen dat de hoeden nu soort by soort hangen Denkt eer om dat ze nu ook, evenals op onze Afb. in onafgebroken rij moeten hingen; er mag zich dus geen ledige knop tusschcn bevinden. Ook moeten de hoeden precies in dezelfde volgorde worden opge hangen als men ze afneemt, men mag ze dus onder het verhangen niet verwisselen. [Ge hebt natuurlijk geen van allen vijf hooge hoeden en vijf ronde thuis, m dat ns ook niet noodig. Om deze prijsvraag op te lossen kunt ge wel andere voorwerpen ne men; bij voorbeeld: vijf centen «en vijf halve oen ten, of vijf witte en vijf zwarte knoo- pen, of witte en zwarte damschijven. Ge schrijft eerst de cijfers 1 tot 12 op een stuit papier, legt dan uw damschijven of geldstukken beurtelings op de cijfers 110 en verplaatst dan de stukken, bij voorbeeld: 5 en 6 op 11 en 12, dan weer twee andere op 5 en 6 en zoo voort, tot alle stukken zich weer naast elkaar bevinden en dan soort bij soort. Om jullie niet van de wijs te brengen, wil ik je nog zeggen, dat je bij 5 en 6 niet moet beginnen]. Nu, jongelui, doet je best, het is niet zoo moeilijk als ge misschien denkt! i Er was eens een klein jongetje, met een heel medelijdend hart- Dat ventje had van zijn Vader een kwartje gekregen, omdat hij van school e-en mooi maand briefje had mee gebracht. Juist kwam ei' een arme oude vrouw aan de deur om een aalmoes, met. wie hij zoo'n medelijden had, dat hij haar zijn pas gekregen kwartje gal'. Dat is mooi, nietwaar? Ja, dat vond zijn Vader ook. „O, papa," zei ons vriendje, „ik zou ieder arm mensdi wel een kwartje willen geven!" „Zoo," zei Vader, „zou je dat zoo graag willen? "VVclnu, je zult je zin hebben, maar op één voorwaarde: je moet telkens je aal moes in andere munt geven. Krijgt dus de eene arme een kwartje, dan geef je den tweeden twee dubbeltjes en een stuiver, de derde twee dubbeltjes en twee 21/o cent stukken, de vierde twee dubbeltjes, een 2l/s oentstuk, twee centen en een hal ven cent en zoo voort. Zoo dikwijls als je dit ver wisselen kunt, zooveel raaien mag je een kwartje wegschenken." Nu is de 1 we ede prijsvraag: Hoeveel arme mcmchen kregen etn aalmoes? Nu heb ik nog een paal' prijs vrajgen die wat moeilijker zijn. Degenen onder jelui, die goed in de aardrijkskunde en in het rekenen thuis zijn, moeten hierop hun krach ten maar eens probeeren- Luistert! Tusschen Frankrijk en Engeland ligt een eiland. Dat is niets bijzonders, nietwaar! Het gekke van dit eiland ie echter, dat het verder van Frankrijk en Engeland afligt, dan Frankrijk en Engeland van elkander afliggen. „En het eiland ligt tusschen die twee groote landen in, Neef Ja, jongelui! Het lijkt wel terg onmogelijk, maar het is toch waar. Nu is mijn beide prijsvraag: Hoe heet dat eiland? half ei toe. Van het overschot verkocht ze toen een derde gedeelte en gaf het derde van een ei toe. Van de eieren, die ze toen nog over had, verkocht ze vervolgens een vierde gedeelte en gaf een kwart ei toe, terwijl ze aan den volgenden kooper van haar nu overgeschoten eieren een vijfde deel verkocht en 1/& ei toegaf. De rest verdeelde ze gelijkelijk ender 13 van haar kennissen. Het zonderlinge was echter, dat ze in 'jj geheel geen gebroken eieren had gehad- En nu volgt als: Vierde prijsvraag: Hoeveel eieren had de wouw in haar mand, toen se naar de markt toog Voor de goede oplossers van elk dezer vier prijsraadsels stellen we twee fraaie boeken in prachtband beschikbaar. Die dus twee raadsels raadt, mag meedingen naar. vier prijzen, die or drie raadt naar zes prij zen, enz. Onder degenen die van alle vier raad,-, seis goede oplossingen inzenden, zullen we bovendien nog twee pracht werk ie® verdeden. Te zamen dus wederom lien prijzen. Oplossingen wachten we in tot Zaterdag 15 April aan het adres van Neef Heineman, „Leidsch Dagblad", Leiden. NEEF HEINEMAN. Ik was negen jaar oud, en ging op de meisjesschool in de kleine provinciestad, waar mijn ouders toen woonden. Van eleo irische. trams, auto's of stoomfietsen, nog geen nood toen, zoodat ik altijd heel zor geloos den weg overhelde, vrij kwajongens achtig zelfs, zal ik maar eerlijk bekennen. t Zoo vloog ik op een ochtend ook weer eens weg, met mijn schooltasdh zwaaiend en springend en dansend, toen ik m eens een jongen van de armeschool zag, die erbarmelijk stond te huilen bij oen gebro ken leiHij zal zeker wel erg arm zijn geweest, want hij scheen er geen kans op te zien, een nieuwe lei te koop en waar schijnlijk xou zijn moeder erg boos warden 1 En nu de laatste vraag, die tevens de moedel ijkste is. Op onze tweede afb. ziet ge dne vrouwen, oen ervan heeft oen heng- eelrnand aan den arm. Deze vrouw ie met eieren Laar de markt geweest en vertelt I aan haar twee kennissen hot volgende zon derlinge verhaal: Ze is met een mandvol eieren naar de markt gegaan en heeft hier- y<aa verkocht de helft en gaf oen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 11