v< 1 GDR Dl ÊIDSCH EJEUGI DAGBIAD D raiTÉ 10 Ho. 156*7 "7 Woensdag* 29 Maart, Anno 1911. V ^(aTiKi j.j.j - i-.t j j-.-j «-.! :,*(ATfil«. 6^r*p Allerlei alen en Kunststuk, es. 4» j 4* 4 ;4 4* '4* •O» w 4» .<5 •JW /N'A Sp MS» MS» GsS» «a MS» MS» MS» ftSt CUS» KS? Een kunstje met een speelkaart. Zeg eens, jongelui, je kent zeker hot kunstje wel om door een speelkaart hoen. te kruipen, nietwaar? Dit is dan ook nog al wrij algemeen "bekend. Ik weet echter nog een kunstje dat minder bekend is, nl. koe men van een speelkaart een ander- kal ven meter langen ketting maken kan. Dit is echter niet zoo heel gemakkelijk en daarom moet ge goed luisteren naar wat ik zeg en bovendien aandachtig de figu ren bestudeeren. die ik er bij geteekend Leb. Men neemt dan allereerst een oude speel kaart ea splijt daarvan, de beide lange zij- don met een mesje ongeveer cM- open. Dit kan met een weinig beleid, gemakke lijk godnan worden, omdat, zooals ge zeker wel weten zult, het karton uit verschil lende op elkaar geplakte laagjes papder be staat. Heeft men de bedde langs kanten een weinig opengespleten 'dan worden deze ge deelten opengevouwen (Zie Fig. 1). Viejrvol- 9552^4 - Fig- 1. Fig. 2. -.~i ..JMtöUvö V tffcii :,-A gens wordt de kaart in* het midden te aamén gevouwen en van af die vouw -tot aan dé gespleten kan tón in smalle raepen ge knipt (Zie Fig. 2). Hoe smaller de reepen zijn, d^s te langer wordt de ketting. 'lig- 3- Nu komt het voorzichtigste werkje aan Men steekt een mes beurtelings onder en boven door de verschillende reepjes van de kaajrt en maakt de reepen voorzichtig tot aan den gespleten rand los. Men zorgt er voor dot de reepen, die men op onze afbeel ding boven het mes ziet liggen, aan de onderste helft van den gespleten rand be vestigd blijven, terwijl men ze aan deze zijde langs" dén kant lossnijdt en omgekeerd. (Zie Fig. 3). ddotzelfde doet men aan den anderen kant, m^r zorgt er voor dat het mes nu onder de reepjes gaat, waar het eerst boven ging. Hierdoor krijgt men twee roosters, die in fdkandar gsgchoven zitten (Fig. 4), knipt Fig- 4. mein nil langs do stippellijnen op deze laatste figuur de beide roosters beurtelings door, dan verkrijgt men telkens de schakel van een keten, die a'ls de schakels heel smal geknipt zijn, meer don een meter lang wordt. Een kunstje met dominosteenên. -Oob niet dominosteenen knanon vereohillefi- dé' kunsifetukjes- worden Verricht, waarmee we in gezelschap heel veel pret kunnen heb ben. We laten er hier een volgen: - Gé' kfeeirt alle steenèn om met de oogen tiaar -onderen en lont or door broer óf Zus óén uithalen dia ge echter niet zien moogt. Dan zégt govtwt dengeen- die den steen heeft: 'Vermenigvuldig het gétal dat 'Op de' ©ene helft van den steen staat met 2, tel daar 5 bij en vermenigvuldig de som hiervan met 5 en tel hierbij de oogen van de andere helft van den- steen. AJs dit alles goed is uitgerekend, vraagt ge wat het laatste ge tal is. Hiervan trekt ge heimelijk 25 af, het getal dat go overhoudt, noemt u de beide getallen op den dominosteen. Dit kunstje is nog al ingewikkeld en daar om zullen we een voorbeeld geven. Nemen we aan dat op den gekozen steen ataat op de eene helft 6 oogen en op de andere 3. Dan rekent men als volgt: Men verme nigvuldigt 6 met 2 12, hierbij telt men 5 17, dit getal wordt weer vermenig vuldigd met 5 85, hierbij worden de 3 oogen van de andere helft geteld 88. Wordt ons dit getal opgegeven, dan trek ken we er stilletjes 25 af en er blijven 63 over. Dus 6 en 3 zajn de getallen die op den steen staan. Hot hindert niet welk getal het eerst j genomen wordt. Men kap inplaats van mot 6 ook afeet 3 do berekening I krijgen we 2 X3 6n^b;=llX5 55 rf- 6 61. Hierdoor krijgaa we als eind getal 61. Tfcekken we or 25 van af, dan blijft er 36 over. De uitkomst blijft du# doaolfde: want ook op doze wijze gerekend, bemerken we dat de gekozen steen eon 3 ea een 6 telt. Probeert 't nu zelf eene met een andere» flteem Een onderhoudend spelletje. Ge hebt zeker allen een heel en voorraad porentbiiefkaa-rten. Hiervan kunnen we eea aardig kwartetspel mak-en. Ge moet daar voor do verschillende briefkaarten sort eer en, datwil zeggenge moet ze soort bij soort uitzoeken dat ge van elk vier stuks bij el kander hebt, bij voorbeeld: 4 stadsgezichten, 4 bossdhen, 4 kérken, 4 badplaatsen, 4 berg gezichten, enz. Is men hiermede klaar, dan schrijft men de namen der verschillende soor ten netjes op kleine reepjes papier en zet voor elk een cijfer- Voor het kwartet met de 4 stadsgezichten heeft men bijv. 1 Lei den, 2. Amsterdam, 3. Utrecht,. 4. Arnhêm- Deae [reepjes worden op de daarbij behoo- rende kaarten geplakt. Als we zoo met alle prentbriefkaarten gedaan hebben, wor den ze gelijkelijk onder de medespclenden ver deeld. Degenen die het spel begint, vraagt aan den naast hem zittende om de brief kaart, die liem ontbreekt om zijn kwartet vol te krijgen. Heeft hij bij voorbeeld drie zéégezichten, dan vraagt hij oin de ontbre kende aan zijn, buurman- Heeft deze de vierde kaart, dan moet hij ze geven en. d# eerste persoon mag verder vragen- Heeft hij ze echter niet, dan mag hij zelf een ontbre kende briefkaart vragen.. Wie de meeste kwartetten verkrijgt, is de winner- NEEF IILINEMAN. Prinsesje IJdelheid. A.-.V - Voor vele jaren regeerde er eens i4 Ver langens] and, «een. goede, milde Koning, die een eenig dochteytje had, Griselda geheeten. Het Prinsesje had eesi lief gezichtje, fris- sche, roode wangen, en heldere, blauw® oogen. Maar daar wae Prinsesje niet mee tevreden; zé wilde nog veel mooier zijn en was ontevreden met bet beeld, dat de spie gel haar gaf. Op een dag Hep Griselda, in gedachte» verdiept, het park van den koningstui* uit en eerst toen ze ,ver, ver af was van haar slot, begreep ze, dat ze verdwaald was. Zo bevond zich in een bosch en wiat totaal niet welken kant zij op moest 1 Dat wa» me iets voor zoo'n verwend Prinsesje, die gewoon was, dat alles op haar wenken vloog. Nu was er niemand om te bevelen en dus was de kleine Griselda er naar aan toe. Maar ziet, daar zag ze opeens eea bouw vallig hutje en rook steeg uit de aoboor- steen, dus was het bewoond, Griselda er op af en aangeklopt aan het wrakke deurtje. Een oude vrouw verscheen aan den ingang ea bet Prinsesje vroeg nu achucAfter: I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 11