Beroep en leeftijd.
heeft in zijn lied, en dat het dus reeds het
vorig jaar gekookt zou zijn.
Maar hoe dit zij, de kieviten in het alge
meen zijn nog niet aan den leg. Zij gunnen
de jeugd nog gaarne wat tijd, oio, met haar
polsstok gewapend en daarop steunende,
tich te bekwamen in het springen over de
vaak breede slooten, die de weilanden om
zoomen en scheiden. Ook lienutten de jon
gens dien tijd, om het terrein te verken
nen en nauwkeurig er op acht te geven,
waar deze vlugge vogels zich het meest op
houden in heb ruime veld. Daar toch zijn
dan weldra de eitjes te verwachten. Het is
een bekende zaak, dat het vinden dezer
eieren veel tact en geoefendheid, benevens
een scherp gezicht, vereischt. „Ze liggen",
gelijk het hier wordt uitgedrukt, „niet aan
den weg." Ze zijn waarlijk niet voor het
grijpen, afgezien nog van het feit, dat de
eierenzoekers telken jare meer worden be
moeilijkt in hun bedrijf door de omstandig
heid, dat het aantal der boeren, die het
eierenzoeken in hun land verbieden, ieder
jaar grooter wordt, terwijl daarbij ocfc nog
elk jaar het aantal dezer nuttig© vogels toch
al niet onbelangrijk afneemt, niet zoozeer,
omdat hier de veelbegeerde eieren dezer
vogelsoort zoo naarstig worden opgezocht,
ook en vaak niet het minst door de boeren,
ie „hun land verbieden", zelf en hun huis-
genooten op eigen terrein, want na 1 Mei,
wanneer „de verboden tijd" aanbreekt, d.w.
e. wanneer 't bij de wet streng verboden is,
oan de eieren meer op te rapen van deze
door de wet 'hier te lande beschermde vo
gels, hebben deae tot dien tijd nooit met
raat gelaten dieren nog juist den tijd elk
een viertal eieren te leggen en uit te broe
den, voordat het gras voor den hooioogst
gemaaid wordt. En ook al wordt met dit
maaien telkens vroeger begonnen, als maar
de jongen eenmaal uit den dop zijn gekro
pen dan redden ze zich spoedig, verlaten
weldra het nest en op hun hooge pooten
sach snel voortbewegende, weten zij dan
'dooïgaans heel handig de scherp© zeis van
den maaier te ontkomen.
Maar de groote oorzaak van het telken
§Bxe vermindereai van het aantal dezer
•teltloopers moet in zuidelijke landen ge
tocht worden, waar deze vogels in menigte
(gevangen worden en verorberd als een niet
te versmaden vogelboutje. Ook vliegen er
skh in den herfst en het voorjaar duizenden
wan de®e anders zoo vlugge vogels te plet
ter tegen harde muren van vuurtorens,
waarneer zij in den vaak donkeren en onstui-
mdgen nacht op den trek in groote scharen
AfgwAw op het felle lichte dat deze gevaar
ten tot op zeer verren afstand verspreiden.
t
Bestaan er beroepen, waaraan voor hun
beoefenaars het voorrecht van langen le
vensduur verbonden is? Deze vraag werd
in een These de Paris door mej. Delice
Roy behandeld.
Het schijnt, zegt zij, dat de loopbaan der
kunstenaars, vooral der schilders,, hun een
brevet van lang leven uitreikt. Men behoeft
'slechts de biographieën der beroemde schil
ders te doorbladeren, om zich hiervan te
overtuigen. Allen werden wel is waar geen
honderdjarigen, maar velen overschreden
toch een leeftijd van 76 jaar (de onderste
grens, die schrijfster aan langlevendheid
stelde). Zoo kunnen op goed geluk af opge-
'noemd worden uit de Italiaansohe school:
Perugino 78 jaar; Antonello van Messina
jaar; Bellini 89 jaar; Michel Angelo 92
jaar; Titiaan, die in zijn honderdste jaar
inog meesterwerken schiep, toen de pest,
I welke in 1576 Venetië teisterde,, ook hem
'meesleepte; Cornaro uit Venetië, die zich
zelf beloofd had 100 jaar te worden en
woord hield ook.
Indien wij de zachte lucht van Italië ver
laten voor de nevelen en den mist van het
Noorden, dan vinden wij ook daar hetzelf
de feit weer, en blijken de dampen van
Holland niet te kunnen verhinderen, dat
de Hollai>lsche meesters oud worden. Van
Dijfck sterft 78 jaar oudj (wanneer hier
A. v. Dijck is bedoeld, wat wel het geval
«zal wezen, dan is deze opgave onjuist);
Van Raveeteijn 85 jaar; Frans Hals 86;
Bloemaart 88 jaar; en wie denkt niet aan
dat wonder van genie en voortbrengings-
vermogen, aan Jozef Israels?
De Fransehe Schoei is niet minder be
voorrecht; stierven ook al enkele groote
kunstenaars jong, het meerendeel bereikte
hooge jaren. Noemen wij slechts: Vernet
76 jaar oud; -Corot 79; Greuz* 80; Nattier
81; Lorrain 82; Mignard 83; Mme Vigée ie
Brtm 87; Jean Cousin S9; Largillière 90
jaar.
De beroepen, waarin de mensch zijn werk
in de buitenlucht; verricht, zijn ook bijzon
der gunstig voor een langeren levensloop;
ook recruteeren zich uit de landbouwende
bevolking hei grootste aantal honderd
jarigen.
Eveneens leidt het; leven van geestelijke
wegens zijn groote regelmatigheid dikwijls
tot hoogen ouderdom, getuige dé kardinaal
de Salis, die 110 jaar werd; Gregorius 12
100 jaar; de pastoor van Iasieux Desroches
113 jaar; Levezier, Augustijner monnik te
Olairfontaine, 120; Maigrin, pastoor van
Mi rande, 100 jaar; enz.
De philosophen eindelijk hebben zich ook
altijd door lang leven onderscheiden. Solon,
Thales en Pittacus zijn als honderdjarigen
gestorven; eveneens Epimerides en Xeno-
phon; en indien Democntes, Zeno Dio
genes, Pythagoras, Plato, Hobbs, Thomas,
Reid, Melebraehe, Wolf, etc., a! niet 100
jaar geleefd hebben, was hun toch een zeer
lang leven beschoren.
Tegenover deze bevoorrechte levensloo-
pen valt de te vroege dood te constateeren,
welke de fabrieks- en mijncentra decimeert,
waar de tuberculose en de pneumoconioses
aan een langdurig leven in den weg slaan.
Ook in de geneeskundige loopbaan is lang
te leven zeldzaam, ongetwijfeld wegens de
gevaren van besmetting en de gioote zede
lijke zorgen, die het leven van den genees
heer meebrengt^
Intusschen merkt meit met genoegen
eenige voorbeelden op van honderdjarigen
onder de geneeskundigen. Zonder te spre
ken von Hippocrates en Gallenus, die 101
jaar leefden, noch van andere geneeskundi
ge honderd-jarigen der oudheid, noemen
wij uit de 17de eeuw dr. Delorme, die 100
jaar leefde; uit de 18de dr. Ste Catherina
110 en Le Beaitpin 117; uit de 19de eeuw
de chirurg Mora.nge 117 jaar; en dr. Du-
fournel, den oudste der moderne geneeskun
digen, die in 1810 op 120-jarigen leeftijd
stierf.
Uit de 20ste eeuw noteeren wij dr. Meu-
risset van Noyon, die op den leeftijd van
100 jaar een belangrijk archaeologisch werk
publiceerde over het leven van St.-Eloy;
dr. David van Montpellier, die in 1902, 101
jaar oud, zich nog opgewekt naar de stem
bus begaf om er te stemmen „comme un
jeune homme," en dr. Boullé, wiens hon
derdste verjaardag voor eenige maanden
feestelijk gevierd werd.
Onder de geneeskundige beroemdheden,
die een lang leven mochten genieten, zijn
nog te noemen: Lordat, die 93 jaar leefde;
Chaussier 82 jaar; Scarpa 85 jaar; Breton-
neau 84; Louis 86; Larrey 76; PeUetan 77;
Civiale 76 Guéneau de Mussy 77; Harvey
81; Dulsamet 89; Heberden 92 jaar.
Hoe lang deze lijst ook schijne, zij zinkt in
het niet tegenover het aanzienlijk aantal
geneeskundigen, die jong gestorven zijn als
slachtoffers hunner toewijding.
Reusachtige pijnboomen.
De geweldige pijnboomen in de vallei
van Yosemiti, in Californië, in de Sierra
Nevada of heb Sneeuwgebergte, dragen
naar een beroemd Indiaansch opperhoofd
den naam Sequoia. Een der grootste, „de
Grijze Beer" genaamd, wiens stam 11 M.
middellijn bezit, is 100 M. lang. De onder
ste talk is nog 2 M. dik. De kolossus ligt
ter aarde geveld. Op zijn stam wandelt men
veilig voort als cp een breeden weg, ter
wijl een rijtuig er zich met het grootste
gemak ovr voortbeweegt. Uit zijn over
schot heeft men berekend, dat hij een dikte
van 13 en een hoogte van 130 meter en een
ouderdom van 1340 jaar moet gehad heb
ben.
Een anderen Sequoia van 8 meter middel
lijn heeft men op 2 meter boven den grond
afgezaagd en het platte vlak, daardoor ont
staan, als dansvloer gebezigd. Uit de jaar
ringen heeft men opgemaakt, dat hij 13CO'
jaar geleefd heeft-, en dus al in zijn nadagen
was, toen Columbus Amerika ontdekte.
Eertijds hadden de Indianen de gewoonte,
afgevallen takken en bladeren aan den voet
op te stapelen en te verbranden, waardoor
ze zeer geleden hebben. Eén dezer holle,
gevelde reuzen biedt zooveel ruimte in zijn
binnenste, dat een man te paard met zijn
hand net het geblakerde gewelf kan aanra
ken.
Bij een zoo eerbiedwaardigen ouderdom
a.ls deze woudreuzen bereiken, verzinkt de
levensduur van eon mensch geheel in het
nietw
Klassage door blinden.
In Japan is de massage sedert onheug
lijke tijden beschouwd als bijzonder geschikt-
om door blinden, bij wie het gevoel zoo sterk
ontwikkeld is, te worden uitgeoefend, en er
was een tijd, dat alleen blinden als mas
seurs optraden. Een onlangs te Tokio ver
schenen statistiek wijst aan, dat van dui
zend masseurs negenhonderd blind waren,
waarvan de mees ten zich een onafhankelijk
bestaan verzekerd hebben. Ook in Engeland
biedt de massage aan blinden een ruim ar
beidsveld en het „Instiuiut tot opleiding
van blinde masseurs" te Londen leidde één
en twintig masseuses en vijftien masseurs
op, die zeer verdienstelijk en tot volle
tevredenheid van hun patiënten werkzaam
zijn. Er zijn zelfs in Engeland dokteTS, die
uitsluitend leerlingen van bovengenoemd
Instituut in dienst nemen, daar zij iederen
ziende, die massage beoefent, ver over
treffen.
Belangrijk is, dat gedurende de laatste
jaren ook in de Orthopedie Hospital en in
het Gesticht voor Zenuwlijders te Philadel
phia ondeTwijs in massage wordt versirekt
en dat reeds verscheidene blinden hun
diploma daar verwierven en dus door doc
toren geschikt zijn verklaard om hun plich
ten als masseur te vervullen. Eenigen hun
ner waren op laieTen leeftijd blind gewor
den, doch de meesten waren oud-leerlingea
van het Instituut voor Blinden te Over-
brook (Philadelphia).
Het gemiddelde inkomen van hen, die
een middelmatige praktijk hebben, bedraagt
ongeveer 300 dollars per jaar. De blinde,
die voor masseur is opgeleid, kan dit en
meer verdienen en smaakt dus het genoe
gen, in plaats van afhankelijk te zijn van
de maatschappij of van zijn vrienden, zich
zelf te kunnen onderhouden.
Invoer van muziekinstrumenten in
Nederland.
Zooals thans bekend gemaakt wordt, is
de invoer van muziekinstrumenten in Ne
derland in 1909 gestegen bij 1908.
Terwijl in 1908 voor een waarde van
1,631,475 gulden werd ingevoerd, is het be
drag in 1909 gestegen tot 1,886,722 gulden.
Aan piano's werd ingevoerd in 1903 voor
1,106,198 gld., in 1909 voor 1,205,772 gld.,
hiervan heeft Duitschland het leeuwenaan
deel, n.L voor 1,033,779 gld., in 1908 879,846
gld. Engeland leverde in 190S voor 73,694
gld., in 1909 voor 114,457 gld., België in 1908
voor 442,300 gld., in 1909 voor 385,240 gld.,
Amerika in 1909 voor 12,040 gld.
Het indirecte aandeel van Amerika is
grooter, omdat de grootste firma's in
Duitschland of Engeland eigen filialen heb
ben, die gemakshalve de piano's leveren. In
de opgave van België zijn ook de Fransehe
piano's begrepen.
Aan andere muziekinstrumenten (ook
harmonica's) werd ingevoerd voor een
waarde van 625,277 gld. in 1908, voor
680,950 gld. in 1909.
x