No. 1S665.
Anno 1911L
Buitenlandseh Overzicht.
PERSOVERZICHT.
Ingezonden.
Hot intéressant dcb'at in liet E n go 1-
S'clic Lagerhuis, waarover de tele
grammen ons gisteren uitvoerig hebben
bericht, bewijst wel, dat de marine in
[Engeland het troetelkind van alle partijen
is en dat is begrijpelijk, want zonder een
goede oorlogsvloot is Engeland weerloos.
De „Westminster Gazette" zegt het duide
lijk
„De waarde van onze vloot, is onge
lukkig genoeg zuiver relatief. Wij kunnen
ongetwijfeld een prachtige vloot onder
houden voor 30 millioen per jaar, een
vloot, die bij een revue bij Spithead schit
terend voor den dag zou komen. Maar
nis zij onze veiligheid niet verzekerde, als
zij bij andere vloten achter stond, zouden
die dertig millioen verspild zijn en onze
vleet zou slechts kostbaar speelgoed zijn.
Het v'enige doel van onze vloot, behalve
'dan dat zij de politiemacht van het Rijk
js, is onzie verbindingen op zee open te
houden, en aldus ons te beschermen tegen
invasie en uithongering. Dien plicht kan
zij alleen vervullen als zij superieur is aan
ide vloten van andere mogendheden en
indien wij hiervoor geen zorg' dragen, zou
het de ernstige vraag zijn,, of we kunnen
blijven voortbestaan als natie of als rijk,"
En of men nu liberaal of unionist is,
«leze opinie van het blad is de algemeen
gangbare. Vandaar dan ook, dat de mo-
tie-Macdonald nipt groote meerderheid
jverd verworpen.
De grappenmakerij in F ra tl k r ij k over
|de Ixnioeming tot onder-minister van Mal-:
iVy, duurt nog voort. De caricatuur heeft
zich dankbaar meester gemaakt van dit
onderwerp. Over Mqni's', plannen van
Mrafrechthervorming nog eenige bijzonder
heden
In tik veroordoeleird«wormis moet ambts-
Italve de geleden sc-hade worden geschat
fell herstel daarvan gelast, liet bedrag van
idie schade zou dan de basis der straf
bepaling zijn. Dit is de hoofdgedachte.
Dit gesteld zijnde, moet onderscheid wor
den gemaakt tusschen de misdadigers die
vel en die niet voor verbeteiing vatbaar
zijn, wat blijken zou bij recidive. Recidi
visten zouden heel anders behandeld moe
ten worden dan degenen die voor het
ifierst veroordeeld worden. Aan deze laat-
sten kan worden toegestaan het veroorzaak
te nadeel te herstellen uit hun persoon
lijke goederen pf die van hun verwanten
[of vriendendeze vergunning zou totaal of
'gedeeltelijk kunnen zijn. Ze is een gunst,
Idie do rechter kan toepassen, want als re
gel geldt dat het aandeel hersteld moet
worden door den persoonlijken arbeid van
'djen veroordeelde. Daarmoe nroet deze zóó
veel verdienen, dat niet alleen het bedrag
jier geleden schade, maar ook dat der ge
rechtskosten wordt bijeengebracht.
Muar thans wordt bericht, zal de F ran
sel IC Regeering toch iets in Marokko
doen. Er gaan twee bataljons en twee sec
ties artillerie naar Casablanca, ter
bescherming der posten, het toezicht op de
'stammen en de verzekering van de veilig
heid der handelsverbindingen in het Chau-
jagebied.
De regeering zal cr voor waken dat op
snelle en besliste wijze de aanval van 14
Januari door Moulay Hafid zal worden
gestraft en hechtte haar goedkeuring aan
de financieele overeenkomst met Marokko,
waardoor aan den Maghzen de noodige
middelen worden verschaft voor de organi
satie eencr Harokkaansche legermacht, die
het gezag van den sultan over de stammen
al kunnen handhaven; voor het onder-
oud der politie in de havens, en voor de
Initvoermg van dringende openbare werken
in het belang van de economische ontwikke
ling van het land en de welvaart der in
landers.
Over de kwade geruchten uit de Congo
heeft gisteren de Belgische minister van
koloniën gesproken, gezegd dat hij gelooft
dat liet gebeurde sterk overdreven is, en
dat het slechts een opstootje is geweest van
inlanders van den Heiligen Geestberg.
De berichten uil' Mexico laten aan
duidelijkheid wel wat te wenschen, Van
regeeringszijde is alles wel, maar van
de grenzen komen de ni6est ernstige be
richten. Naar thans verluidt' hehben de op
standelingen de rogeering aangeboden limi
ne wapens te zullen nederleggen, op voor
waarde, dat hun straffeloosheid wordt toe
gezegd en eenige wijziging in liet ministerio
wordt gebracht. Zij wenschen n.l. dat vice-
president Corral, de vermoedelijke opvolger
van Diaz, die tevens minister van binnen-
landsche zaken is, van het staaistooneel
.verdwijnt.
Als reden voor deze plotselinge toenade
ring geven zij op, dat alle patriotten, nu
er gevaar dreigt dat Amerika zioh in de
Mexicaansohe zaken gaat mengen, zich aan
een moeten sluiten. De president eischt ech
ter, dat de opstandelingen zich onvoorwaar
delijk onderwerpen.
En eindelijk Cliina. Men herinnert zich de
Consternatie onlangs door de dreigende Rus
sische nota veroorzaakt. China, heeft daar
tegenover weer de gewone politiek gevolgd
'■om de zaak op de lange haan te schuiven.
Men vreest nu binnenkort ernstige maat
regelen Waarschijnlijk zal een Russische
legermacht de Chineesche grens overschrij
den, ten einde aan de verlangens van Rus
land kracht bij te zetten.
De telegrammen van hedenoolitend zijn al
niet geruststellender. Uit Parijs wordt ge
seind dat de Temps" het volgend tele
gram uit Petersburg ontving:
De Russische gezant te Peking ontving
last, een nieuw ultimatum aan te bieden,
waarbij in categorische termen de vestiging
van Russisohe consulaten en vrijdom van
handel in Mongolië geëisoht worden.
Twee brigades berinden zich reeds op
100 kilometer afstands van Koeldsja.
De Russische gezant heeft een langdurig
onderhoud gehad met de „Wa'iwoepoc, (het
departement van huitenlandsche zaken) en
heeft deso, naar men verneemt, het ulti
matum ter hand gesteld.
In „Patrimonium" wordt onder 'den
titel Onder de zweep gewaarschuwd
tegen het meegaan van de C h r i s t e 1 ij-
ke arbeiders in de socialistische
b te w e g i n g voor den tie 11-u r e n-d a g.
De sociaal-democraten houden van de
zweep.
Wat niet 'uit eigen beweging in hun lijn
voort wil, moet met de zweep gedwongen.
En ze hanteeren die zweep niet zonder,
succes.
Daardoor v.-orden ze met 'den dag over
moediger en zetten ze, bij nieuwe triomfen
de borst hooger op.
Al wat staat aan de zijde der vrijzin
nigheid, weet dat, en wie niet moedwil
lig de joogen sluit voor wrat er om ons
gebeurt, ziet dat.
Maar voor de leiders "der socialistische
actie is dat niet genoeg.
Zeer wel weten deze, dat zonder de
massa der christelijke arbeiders niets be
reikt -wordt.
Daarom moeten ook deze gedreven op
den weg der agitatie. Zijn ze 'daar eenmaal,
dan vallen in den drift om te agiteeren.
de onderscheidingen wel weg, en is er
geen ontkomen aan, of de christelijke ar
beiders moeten voort, waarheen de
zweep der socialistische drijvers hen hebben
wil.
Dat spel is nu in vollen gang.
En als middel daartoe dient dc tien-
uri gte werkdag.
Met het kiesrecht" is Het niet gelukt.
Maar met den tien-uren-'dag schiet het
beter op.
Toch staan ook velé arbeiders aarze
lend tegenover de lien-uren-beweging. Men
wil wel verkorting van arbeidstijd, maar
niet vermindering van loon. Integendeel,
als 't gaat om de vermeerdering van in
komen, dan heeft men daar gaarne ver
lenging van den arbeidstijd voor over, .ge
tuige het vele overwerk. Wat zal het ge
volg wezen, vragen ze zich af, van de
tien-uren-be weging En het blad zegt dan
Daarin moet de zweep nu voorzien.
De actie voor den tien-uren-dag is in
vollen gang en de sociaal-democraten zijn
in deze beweging de gangmakers.
Wie nog niet hard genoeg meeloopt,
wordt gescholden voor achterlijk, bekrom
pen, verrader zijner klasse, enz., enz.
Men weet, dat het schcldwoordenboek
dier heeren ruim voorzien is van uitdruk
kingen, om de tegenstanders verdacht te
maken.
Een pluimpje hebben ze voor degenen,
die gewillig meedraven. Dat zijn nog eens
brave jongens.
't Mogen overigens uilskuikens of dom
meriken wezen, zoodra ze de socialistische
agitatie steunen, worden ze plotseling ver
heven tot zelfstandige mannen.
Het blad herinnert er aan hoe de so
cialisten juichten, omdat de Roomsche
werklieden zich aan de tien-uren-beweging
aansloten. Die hadden, heette het, de ge
hoorzaamheid aan hun leiders opgezegd,
het was een succes -voor de socialistische
agitatie.
Nu wordt beproefd, ook de andere
Christelijke arbeiders te spannen voor den
socialistischen wagen.
Vriend Oudegeest, de man van den
„machtigen arm", doet dat met deze
woorden
Is het geen schande, dat liet Christelijk
Nationaal Vakverbond, dat de overige
christelijke arbeiders-organisaties nog blij-,
ven zwijgen terwijl ze ten opzichte van
dit groot belang, van dezen levendigen
wensch, die in alle arbeidersharten leeft,
door hun politieke leiders in het gezicht
geslagen worden
Waar blijft het Christelijk Nationaal Vak
verbond met zijn program, waarop de tien
uren-dag staat
Deinzen al deze arbeiders terug voor
den onwil van één man
Daar is, zoo zegt „Patrimonium"
dan, weer de zweepslag.
Vooruit jullie, ge hebt geen keuze
meer. Deins niet terug voor zoo'n Talma.
Wat gaat die u aan, vooruit moet ge.
Hoort ge het, vooruit moet ge.
Heel bang voor dat zweepgeknal behoeft
men intussclien niet meer te zijn; „be
wuste" arbeiders moge men op die ma
nier regeeren, Christen-werklieden laten
zich niet als slaven voortdrijven, zelfs niet
door den „machtigen" arm van Oudegeest.
Schrijvende over de gestelde vraag of
er samenwerking mogelijk zou we
zen tusschen V r ij-I ib ér alen en
C h r i s t.-H i s t o r i s c h e n, schrijft
,,D e Nederlander" aan het slot
liarc r beschou \yi ng
Kort samengevat, is ons beweren der
halve: do Vrij-liberalen en de Christelijk-
Historischen zien de verhouding van Over
heid en maatschappij min of meer gelijk.
De Vrij-liberaal schakelt echter hot geloof
uit bij zijn kijk op Staat en Maatschappij
beide. Hij ziet niet, dat daardoor de
Maatschappij bedorven wordt, doordat de
liefde er zal gaan ontbreken. De C'hristelijk-
Historische, die weet, dat de liefde slechte
op positief-Christel ijk en bodem groèit, ziet
dat wel. Hij wil dus, dat de Overheid de
religie, de eenige kracht, die de maatschap
pij bijeen kan houden, bevordert. Slechts
als de Vrij-liberalen dat rok gaan inzien,
is samenwerking met hen mogelijk.
„Het Tabaksblad," orgaan der
Amsterdamsche Vereeniging van Sigaren
winkeliers, bevatte een artikel tegen de
nieuwe wet op de tabak. Het blad
prijst de techniek van heb wetsontwerp.
„En daar moet ons al dadelijk de beteeke-
nis van het hart: Zijne Excellentie heeft
een goed stuk werk geleverd: de redactie
goed, de omvattendheid laat niet te wen
schen over, want er is zoo goed als om alles
gedacht en er is bij de uitvoeringsbepa
lingen op gelet, dat het ambt.enaarscontin-
gent niet al te veel zal behoeven uitgebreid
te worden, ofschoon Z.Ex. o. i. in de ver
onderstelling, dat de - bestaande Rijksbe
lastingdienst ook dit zaakje zal kunnen
opknappen, wat te optimistisch geweest is."
Daarmee houdt de lof op, en liet blad
betoogt, dat, zoo liet wetsontwerp wet'
wordt, het' ons zal bezorgen:
lo. Het verlies van den „Export in 't
klein", zooals die gedreven worclt':
a. door de winkeliers, die aan de scheep
vaart leveren;
b. door de winkeliers in 't algemeen, die
bij hoeveelheden van 100 a 500 sigaren aan
buitenlanders leveren.
2o. Het verlies van den „Export in 't
groot" doordat voor ons de exportmogelijk
heid beperkt wordt:
a. door de belastingformaliteiten;
b. door de hoogere loonen, die den arbei
ders eventueel toegezegd zijn;
o. dooT het- Verlies van de faam, „dat men
in liet belastingvrije Nederland dè beste,
d. t'. goedkoopste, sigaar koopt."
Het verlies op het „Export in 't klein"
schat het blad op een jaarlijksch bedrag van
f 312,500; dit' bedrag wordt als zuivere
winstderving genoemd;; liet verlies ?ï^de
Export in 'b groot'brehg^tèt-.^tacl' iïietf
onder cijfers, maar aohtfli^evhntf^s^er -
belangrijk zoodat het blad ongbV.eer tót de
conclusie komt, dat de belastingopbrengst
en het te lijden verlies elkaar ongeveer zul
len gelijk zijn. En na dit alles betoogd te
hebben, heet het:
„En daar hebben wij nog niet eens aan
de hoofdzaak herinnerdWeet men wel,
dah wannéér onze industrie pl.m. 2 millioen
aan winsten uit export, etc. Verliest, de
arbeider daarbij betrokken is met een ver
lies van pl.m. 4 millioen? Weet men wel,
dat dit het jaarlijksche loon is voor pl.m.
7000 werklieden a pl.m. f 12 per week?"
In een driester Mensch en paard
zegt ,,D e Standaard":
Gelijk te verwachten was, roepen de
paardenfokkers wee on ach, nu alle wed
spel op de rennen verboden is, of althans,
zoo do Eerste-Kamer van gelijke gedachte
als de Tweede Kamer is, verboden staat te
worden.
Jammer slechts, dat deze paardenmin-
naars in hun liefde voor het paarcl zóózeer
verdiept zijn, dat zo ter wille van het
paard er den mensch aan wilden wagen.
Reeds in do Kamer kwam dit uit, toen de
lieer Lieftinck er zijn blijdschap over uit
sprak," dat men nu van den zedcloozen
mensch over kon gaan tot 't edele paard. Een
vergelijking, die zin zou gehad hebben, zoo
er de conclusie op ware gebouwd geweest-,
om ook dc minnaars van het edele paard
tot zelfverloochening te nopen, ten einde
liet zedelijk verval van den mensch, waar
op allo geldspel uitloopt, desnoods mee op-
offering van het paard te stuiten.
Maar zóó was de conclusie niet. De con
clusie was juist omgekeerd, dat, waar nu
de mensoh zich eenmaal in het spel demo
raliseert, die demoralisatie maar rustig
voort moest gaan, om het edele paard te
edeler te (kunnen fokken. Wij laten nu den
totalisator er buiten. Dit gold een neven
kwestie, een specialen vorm van het kwaad,
en een vorm, waarin het kwaad althans ge
temperd was.
De paardenliefhebbers daarentegen stel
den het probleem generaal. Hun harte-
wensch was, dat het wedspel ongehinderd
en onbelemmerd aiad mogen doorgaan. Of
dit spel zedelijke stoornis aanbracht in het
leven van den mensch, raakte hun niet. Om
het wèl of wee van den mensch bekommer
den zij zich niet. Het was hun alleen om
het paard te doen.
Dit nu is hier het ergerlijke.
Liefde voor het dier legt bij deze heeren
fokkers aan de liefde voor den mensch het
zwijgen op. Ze zoeken ^e]is niet naar een
uitweg om beide belangen in het oog te
houden. De mensch is hun bijzaak, en. voor
het paard moet desnoods zelfs dc mensdb
worden opgeofferd.
Nu zou men zeggen, zoo hun liefde voor
het paard zóó hoog gestemd is, laten ze
dan zelf de fondsen bijeen brengen, om
paar denstoeterijen eerste klasse aan to
leggen, en zoo ook buiten het wedspel een
degelijke paardenfokkerij aanmoedigen.
Doch daaraan wordt zelfs niet gedacht.
Depaardenfokkerij gaat hun boven alles,
maar om ze te doen bloeien, moét- het geld
van anderen komen, en zulks wel van een
klasse personen, van wie zj weten, dat het
hun meer om de winst in 't spel, dan óm den
bloei van do fokkerij te doen is. Ze roepen
hoog van hun liefde voor het paard, maar
alleen zoo ze ter wille van Vt paard liarst-
tochtelijike spelers in hun netten kunnen
vangen.
Mijnbeer de Redacteur I
Nadat 13 Februari de ingestelde vervol
ging tegen den heer De Haaa was behan
deld voor het kantongerecht te Leiden, heb
ik den 2-2sten Februari een stukje geschre
ven om miin bedenkingen tegen deze ver
volging publiek tc maken. Ik heb zoo lang
gewaeht om te zien. of ook iemand anders
het voor den heer D e H a a s en zijn werk
zou opnemen. Toen er in het' geheel niets
verscheen, heb ik niet kunnen dulden, dat
de man geheel zonder tegenspraak onder
liet hoongelach' der vijanden en het zuchten
zijner vele vrienden, die door hem gehol
pen en gered zijn, zou gevonnist worden.
Van die vele vrienden kunnen sommigen
hem niet* verdedigen, anderen willen het
niet, terwijl het geheel voor een groot deel
beheerscht wordt door het niet' in onaange
naamheid willen komen met den plaatselij
ken dokter, wiens boosheid, over het. zich
wenden tot D e H a a s, men kent.
De aard van den strijd, dien ik aange
bonden heb, is zoo kenschetsend uitge
drukt in
Een „tip to elate" mop I
te vinden, in Uw geacht Dagblad van 4
Maart, en. van den voig'enden inhoud:
Een dokter had een patiënt opgegeven;
een kwakzalver had hem gezond gemaakt.
Daarop trok zich de dokter heleedigd
terug.
„Maar, dokter, interesseert u zich nu lieel
niet voor het middel, dat den patient heeft
beter gemaakt?"
„Beter gemaakt Volgens de wetenschap
moest- .hij sterven, en voor mij is hij dan
ook dood, dood als een pier."
Mijnheer de Redacteur, zoo is de toestand
en praat dan maar toe. Hoewel ik dit wist,
heb ik eciiter toch gemeend het eens op te
moeten nemen voor iemand, voor wien in
zekeren kring geen scheldwoord te gemeen,
geen verachting te laag is, en die toch met
minstens evenveel eer en deugd zijn levens
weg bewandelt", als de beste zijner belagers
zich te gelijk omringd ziende door een
dankbare schare, die luide zijn gezegende
en weldadige hulp erkent.
Doch niet alleen om do eer van den per
soon, vooral om het belang voor de gezond
heid onder de mensohen, heb ik mijn stem
lat^iL.hoorea. Is er ergens een neutraal ter-
re^:dan~ hrliet zeiker hier. Wanneer de
Vraag gesteld wordt: Mag er een wet be-
staan-of "genaakt worden, waarbij het ver
bóden wordt, om krank en menschen de ge
zondheid te hergeven? dan roepen alle par
tijen uit één mondneen, dab nooit. Alleen
uit zekeren kring van personen zal menig
vuldig de stem worden gehoord, dat aan
hefc middel tot genezing een voorwaarde
moet wórden verbonden, en wel: dat het
slechts mag aangewend worden door iemand
met diploma als geneeskundige. In de be
staande omstandigheden wordt het zeer
moeilijk, zoo niet onmogelijk, de samenle
ving aan deze voorwaarde te binden. Ik
zal u, Mijnheer de Redacteur, door twee
voorbeelden trachten duidelijk, te maken,
waarom niet. lik. zie hier op do Leidsobe
straten een jeugdig persoon loopen met
twee been en. Omtrent een dezer beenen had
de gediplomeerde geneeskunde besloten,
dat het weggenomen moest worden. De
ouders door dit vooruitzicht diep ter neer
geslagen, hebben toen hun toevlucht geno
men tot den heer De Haas, onder wiens
behandeling het been in betrdk'kelijk korten
tijd geheel is hersteld. Ik zie op de Lcid-
sche straten loopen een meisje met twee
armen. De moeder was aangezegd door do
gediplomeerde geneeskunde dat het een arm
moest missen. Ik hoor de moeder klagend
zeggen: wat is de todkomst van een meisje
uit onzen werkmanskring met één arm. Zij is
met- ha-ar kind als gevlucht naar den heer
D. e H a a s, die hulp heeft verleend, en de
arm is behouden. En nu moge de aristocra
tie en de geleerdheid in het algemeen,
hoewel daaronder ook zijn, zooals mij ge
bleken is, die mijn optreden met instem
ming begroet hebben cr prijs op te stel
len om onder leiding van de officieel© we
tenschap armen en beenen te verliezen, dit
durf ik gerUst verklaren namens werklie
den en middenstand, dat zij cv de voorkeur
aan geven deze lichaamsdeelen te behou
den, al moeten zij dan ook genezen worden
door iemand, niet officieel gediplomeerd,
en zij ontzeggen aan iedereen heb recht om
hen bij het verkrijgen van deze weldaden
te hinderen of te dWarsboomen.
Nu wordt door de vijanden er telkens op
gewezen, dat de heer De Haas, wat de
geneeskunde aangaat, maar een leek is.
Vóór deze zaak aan de orde kwam was
ik mtet den heer De Haas slechts één
keer in aanraking geweest, cn dat door
toevallige omstandigheden, die met genees
kunde niets uitstaande hadden in verband
met een mijner functies. De thans aan
de orde zijnde geschiedenis heeft een paar
ontmoetingen ten gevolge gehad, waarbij
ik gehoord heb van zijn langdurige studie,
wiidloopende onderzoekingen, met een lo
gica oorzaak ten gevolg alles op
de eenvoudigste wijze meegedeeld zoo
scherpzinnig, dat onwillekeurig de vraag
rijst, gezien de resultaten van zijn werk,
of wij hier niet met een degelijke
wetenschap tc doen hebben. De wijze,
waarop hij gekomen is tot indeeling en
onderscheiding van planten met de gevolg
trekking, waarvoor zij dienstig kunnen
ja moeten zijn, is allcreigenaardigst.
En dan dit weer in verband met ongesteld
heden, die hij ontmoet. Ik denk weer
aan een geval, mij meegedeeld door den
betrokken persoon, gelijk al de door mij
genoemde gevallen van particuliere zijde
ter mijner kennis zijn gekomen. De
Haas werd genoodigd bij iemand, die
volgens Dokter en Professor noodwendig
leen operatie moest ondergaan. Toen De
Haas eenige inlichtingen had ingewon
nen, had hij de vraag gedaan: Heeft hij
dezen winter ft was toen in het voor
jaar) ook veel met natte, koude voeten
geloopen? Na eenig nadenken moest men
erkennen, dat dit in erge mate het ge
val was geweest. Ik treed hier niet in
verdere omschrijving cn stip slechts aan;
voor den opmevkzamen lezer is er ge
noeg te denken. Na eenigen tijd onder de
behandeling van den heer De Haas te
zijn geweest, was de persoon volkomen
genezen. Bij onderzoek komt men tot de
overtuiging, dat De Haas werkt in ieder
voorkomend geval volgens ccn strenge
diagnose, die vastgesteld wordt in ver
band met wat ik nu eens noem de
eigenaardige strekicing van zijn onderzoek
en studie. Zijn manier van werken moge
aan de officieele geneeskunde vreemd voor
komen, daarmee is de ondeugdelijkheid niet
bewezen. Integendeel, de resultaten van zijn
werk klinken tot op grooten afstand, en
zijn naam wordt met lof gedragen, wijd
en zijd. Ik bespreek deze dingen, om
dat zijn vijanden het zoo gaarne voorstel-:
len, alsof De Haas nog wat erger in
de zieken omtrapt, als een blind paarcl in
een rijk gestoffeerde kanier. Voor mij
staat onomstootelijk vast, dat heel wat
gediplomeerden bij den lieer De Haas
met succes oen lesje zouden kunnen nemen,
wanneer zij er niet te hoogmoedig vooi*
waren. Heel eigenaardig, tev^ens zeer;
logisch, in verband met zijn studie eh
onderzoek is ook dat hij tot' sommige
patiënten zegt: Voor u heb ik geen mid*
del. En het mag de aandacht trekken>
dat in dit strijdperk nu niets voor deaX
da\g is gekomen, dat met eenig steekhot»
dend bewijs kan dienen om den heer D
Haas iets ten laste te leggen.
En wat-nu het winstbejag aangaat, öcKf
wanneer een man van 75 jaar, slecht ten
been als hij is, zich in den nacht uit he<}
bed iaat halen om een armoedig huisje
in.Leiden in te gaan, gelijk enkele dagen
geleden nog gebeurd is, waar hij vooruit!
weet, dat geen cent te verdienen^
maar uit medelijden nog wel te gei
#ven .valt, dan zal het met dat afzichtelijk
winstbejag nog wel schikken.
Voor mij is dc lieer De Haas een man£
van kennis en wetenschap geworden, tei
genover wien de gediplomeerde weteni
schap minstens voor een zeer groot deel
evenzeer als leek staat, als de lieer D Q'
Haas tegenover een deel van wat dei
Medicus zich officieel door studie en oe£§*
ning teigen maakt.
De erkende wetenschap maakt zich al
jaren druk om kwakzalverij te bestrijden*
Uitnemend. Men doet dit echter niet op
teen doeltreffende wijze. Alles wrordt gedaan'
om den ongcnocden gasten de handen
te binden, hen voor den rechter te brem
gen ten als 't moet hen op te bergen in
't groote logement. Men zou echter,
beter vooruit komen, wanneer de wetens
schap zorgde in staat te zijn om dë ziekten
wereld geheel" tc bclieerschen. Ware dit
het geval, dan zou men de kwakzalvers tot
den laatslen man zien verdwijnen.
Een afzonderlijk woord moet ik richteii
tot den inzender „Expla nat or", wien
ik dank zeg voor zijn minlijk schrijven, dat'
blijk geeft van komiis en billijkheid. Hg
komt mij meededen, dat mijn indeeling in
bekend on onbekend terrein, voor zoch
ver het de wetenschappelijke wereld aan'
gaat, niet deugt. Hij verklaart, dat het
gebied, waarop de heer De Haas zioh
beweegt, cn waarvan zooveel zieken da
heerlijke vruchten plukken, bij de weten*
schap wel bekend is, alleen maar,
de wetenschap maakt van dat gebied geen'
gebruik meer.
Deze verklaring, Mijnheer dc Redacteur,*
blijkbaar gedaan door iemand, d'e op het
gebied van de geneeskundige wetenschap
niet alleen geen leek, maar ook geen kind
is, is in dit geding van machtige betee?
kenis. Er blijkt toch uit, dat de planten?
wereld in zich bevat een rijken voorraad
van geneesmiddelen ter bevordering v^n
de gezondheid onder de menschen. Hier*
mee is feitelijk aan alle min- en veraclu
ting den mond gestopt. Blijft alleen ovei;
te bewijzen, dat de heer De Haas de'
nóodigc kennis tan het doeltreffend
bruik der planten bezit. En waar hjt dan'
ook hier geldt„Aan de vruchten zult g3
den boom kennen", dan mag' ook in. diq
opzicht cle heer De Haas met alle, fiei>
beid voor het voetlicht ticden.
Het moet ten zeerste bejammerd worden,
dat cle geneeskundige wetenschap een. senafc
van hulpmiddelen ter zijde heeft gesteld,-
di.c blijkbaar van onberekenbare waard*
zijn, en waar resultaten mee zijn to beken
men, die thans voor dc praktijk onbereik
baar zijn.
De laatste, die zich voor zoo ver ik weetij
over de «aanhangige vervolging heeft uitge
sproken is de geachte Leidsche Briefsohiij
ver. Mén heeft hem uit dèn hoek gehaald
om zioh ook over deze. zaak te laten hooren.
Gaarne erken ik zijn groote waarde ris
publicist, al is hefc ooka dat hij in mijn og
een heel enkelen keer cle plank mia slaat*,,
Thans komt liet mij echter voor, daö
men bij hem als informatie-bureau, al aan
een heel slecht adres is gekomen. Voor hem
toch is de zaak „een zuivere geloofskwes
tie", en dat natuurlijk, omdat hij de me-:
gedeelde 'genezingen niet als vaststaand»-
aanneemt. Ik geef u de verzekering, Mijn
heer de Redacteur, waneer ik in dit gerz-l
alleen op geloof had moeten leven, clan waa
over deze zaak van mij geen Ietter op
papier gekomen.
Wij hebben hier echter niet alleen bij ge
loof te leven, maar wij mogen ons verheu
gen in een vol aanschouwen. De
tastbare feiten spreken luide!
Waar wij dus in den heer De Haaa:
staan tegenover een man, die kan wijzen op
zooveel succes van zijn behandeling, die
blijk heeft gegeven van een uitgebreide ken
nis op geneeskundig gebied, die niets an
ders gedaan heeft dan te handelen in den
geest der Wet, de bevordering van de ge
zondheid onder de menschen, en aan wi>n
bovendien geen enkel bewijs ten laste is
leggen, dat hij door zijn optreden km rI<s
gevolgen heeft veroorzaakt,- ik zeg: zoo
iemand te zien veroorcleelen is grievend,
en in strijd met de bevordering van heb
hoogste geluk van een aantel personen.
Is er van de bestaande wet geen andere
uitlegging mogelijk (immers j al) das
dat ook een man als dc heer De H aas
moet veroordeeld worden, dan is hvt neer
dan tijd, dat er wetswijziging plaats hebbe.
Zulk een wets-wijziging moet dan als ter
hoogste spoedeischend geacht worden.
Met dc plaatsing van dit stuk zult u, mijn
heer de Redacteur, mij ten zeerste verplich
ten. Bij voorbaat mijn dank.
Hoogachtend Uw. Dw.
W PERAv
Leiden. 13 Maart 1911.
Geachte Redactie l
Zooals u gezien hebt, tieb ik mij ge?
heel buiten den strijd, die in uw geacht
blad gevoerd is tusschen de voor* evl
tegenstanders van de vrije Uitoefening cleg