ten Houston vijftien jaare. Indien het feit
demands dood ten gevolgen heeft wordt de
6chuldigen gestraft met levens langen ge
vangenisstraf of tijdelijke van ten Hotfgsten
twintig Jare (C. P. 318; Sr 176; 330, 421)
Nu het volgende Art. 175 is minder roos
kleurig daar door kan de aanzien des Por-
eeous in oogenschouw genomen kan wor
den (Wapen schild van gerechtigheid)
Art. 175, W. B. V. S. B.
.Hij aan wiens schuld te wijten is dat waren
schadelijk voor liet leven of de gezondheid
verkocht afgeleverd of uitgedeeld worden
zonder dat de koper of verkrijger met dat
schadelijk karakter hekend is wordt gestraft
met een gevangenisstraf of Hechtenis van
ten Hoogstcn zes maanden of Geldboeten
van ten hoogstcn driehonderd gulden.
Indjen het feit iemands dood Ten gevolge
heeft wordt de Schudïge gestraft met ge
vangenisstraf of hechtenis van ten hoog
stcn een jaar.,
Do waren kunnen worden verbeurt ver
klaart (C. P. 318; Sr. 33, 3*1, 176, 330).
Dus geachte lezers als gij dus het eene
of hot andere Art, wort toe gepast ver
uiteen lopen met de straffen. Maar hoe zal
nu een Hechter uitmaken hoe ver een Doo
ier met zijn Meddcehie gegaan is. Natuur
lijk Door tusschen komst van anderen Doc
toren Die elkander soms door drajerij Dclc-
ke maai' daar zal de Haas geen steun in
vinden.
En om nu een bewijs te geven hoe som
mige Doctoren mét iemand handelen, zal
•tik ecyen laten volgen (in 't kort) In 1907.
op 27 April kreeg ik door het vallen van
een balk ijzer van 350 Kilo 4 verpetterde
vingers waaïvan - 3 deerlijk. Na hulp ver
kregen van dr. Kvv. te S. die konsta teerde
van velwondjes en 2 nagels uitgerukt en
2 dagen lator bleek 't zwaarder gek-neust
te zijn na verloop van 6 weken vert ik
door Dr. Kw. op 50 Prosent geschiktheid
gesteld en daar ik met die hand niets doen
kon kwam in beroep te 's Hagen en werdt
ik onderzocht door Dr. Rutgers die con
st, an teerde dat de Kootjes tuschen middel
en eind Kootjes eenig- letsel hadden beko
men waarvan do derde vinger het'(Basaal)
knokje zwaar letsel had gekregen ?n dat
die vingers ook koud aan voelde nu koud
aan voelen betekend (doodolijk). Toen wert
het gesteld op 60 Prosent geschiktheid dus
verhoogt.
En Toen ik voor de Centrale raat te
Vitrecht in beroep kwam werdt dit er we
der met 10 Prosent verlaagt. Later weidt
fik al heel gouw door Dr. Bei level d op 85
Prosent. geschiktheid gesteld waardoor ik
weer in beroep waardoor Jk weder door
dr. R. A. S. Hay er werdt gekeurd nu kon
ttan teerde hij dat de laden en pozen eenig*
letsel haden gekregen maar de kootjes niet
en ook voelde zij Niet koud aan daar op
volgden onricht van den Voorzitter hoe zijn
vorige verklaring had geweest (uiteenlopend)
klaar hij zijde zoo moet het wezen (Niet
hoe het was maar hoe het moest). En door
liet Geaehten Dievenbent wordt ik ook noch
in 't getuigengeld beneveld f 1.40 wordt
mijn zoo maar toegeschonken in plaats van
f 3,75 als naar gewonten per Kilometer be
rekend. Hoe of ik dit reiiht waar of de
rest heen- moest weet ik niet.
Maar Art. 29. Der Ongevallenwet Subs.
B. spreekt van getuigen dus dan had dat
f 3.75 moeten ontvangen.
En nu komen wij aan 't einden. Nu ben
ik door Dr. Be ij leve ld op juist zoo veel
geschiktheid steld als dat ik voor het- on
geval had. En do toestans is noch net zoo
vei* als toen ik de Praktijk van dr. Kw.
te S. verliet dus een getroffene Bestelen is
zeker wettig.
Valsehen verklaringen hier ontrent zijn
piet strafbaar.
Want toen ik eindelijk mijn beklach in
6tcldon bij Minncsterie van Landbouw (On
gevallen geschil) op De Koningnen gracht
6a werdt ik naar -het zelfde adres te rug
gezond© wandt daar kon de reg-eering zich
niet mede bemoejen dus met andro woordc
gij moet de dupe" maar blijven.
Die valsche verklaringen van die Doc-
loren bleef hij ook ijs koud van. Dus met
nmlre woorden het Vleeseh kunnen Herren
wel aan en do botjes hebben zij wel hondjes
voor.
Nu spreken zij wel eens over Niehalisston
en Anargisten maar wie zoude hier wel
de Fabrikant© van zijn. Ik Niet dat weet
4k zeker.
Dus Nu geacht© lezers Maar vooral voor
al Den Heer d© Haas laat u in :t wei-
Ven ni©t afschrikken want zoo er Doctoren
zijn ddo iemands dood ol' gezondheid in ge
vaar brengen bedreigt ze dan ook maar
met Aid. 174 en Art. 175 van liet wet
boek van Strafrecht.
Past vooral op dat ge aan geen heer en
kind zijn boterham punnikt. Valsche ver
klaringen schijnt niet te hinderen dit heb
ik j.l. dingsdag ook ncek weder bij ge-
woont
(G een N ota).
Nu mijn Heer de Redacteur bij voorbaat
mijn welgemeende Dank.
Verblijf ik, -
P. HOFDIJK,
Rij uza terwoud©.
Mijnheer tic Redacteur!
Zoöals iu begrijpt, ben ik genoodzaakt u
nog eens lastig te komen vallen. Tegen
mij in. het strijdperk is getreden de heer
P. de Graaf, Arts te Alphen aan den
Rijn. iMijnheer presenteert zich als M e-
dicus, wat voor hem zooveel zeggen wil
als het eind van alle tegenspraak.
Mijn 'betoog laat hij geheel onaangetast,
en de genoemde feiten laat hij omveerspro
ken. Wat ik geschreven heb staat dus nog
in volle kracht.
Het stuk van den Dokter is aan alle lo
gisch denken, wat h.ier de kwestie aangaat,
gespeend. 'Mijnheer schijnt in een soort
geest-vervoering te wezen, waarin hij mo
gelijk gebracht is door het denken aan hot
succes van dc behandeling van zieken dooi
den heer Dc II aas, zoo zelfs, dat hij
zou willen, dat de volgens de geneeskunde
ongeneeslijken allen door den heer D e
Haas de gezondheid herkregen.
Vijf zieken gaan het oog van den dokter
voorbij. Drie er van waren volgens de ge
neeskunde ten doode opgeschreven, en hun
sterven zou de natuurlijkste zaak van de
wereld geweest zijn, wanneer zij onder de
behandeling van een gediplomeerd genees
kundige gebleven waren.
De laatste behandeling is echter ge
schied door den heer De Haas, en zie
daar nu die oorzaak van den vloek, dien
mijnheer De Graaf op D e H a a s wil doen
rusten.
In mijn eerste stuk zei ik reeds, dat bij
gediplomeerde artsen, zieke menschen vrij
sterven mogen, Idoch bij D e H a a s mogen
zij met alleen niet sterven, maar zij moe-,
ten bovendien allen gezond worden. Van
de vierde zieke is zakelijk niets anders te
zeggen. Daar was het zieke deel niet te
redden, al Was de dood er niet aan ver
bonden.
Deze vier gevallen zeggen al vast ten
nadeele van den heer De Haas niets,
met hoeveel ophef zij ook voor het voetlicht
worden gebracht.
Het vijfde geval is in zoo ver anders,
dat daar)de eerste behandeling plaats heeft
door den heer De Haas gedurende veer
tien dagen, waarin de toestand erger werd
waarna deze lijder aan een ernstige ziekte
onder de hoog wetenschappelijke behande
ling kwam van dr. De Graaf, en toen
na veertien dagen het graf inging. Wat
b e w ij s t dit geval nu weer in het nadeel
van den heer De Haas? LETTERLIJK
NIETS!
Wanneer de heer De Graaf bij zijn
zieken geen betere logica gebruikt, dan
hij behartigt tegenover mij in zijn bestrij
ding van het werk van den heer D e
Haas, dan moge God zijn patiënten be
waren voor dc gevolgen van het stellen
van zijn diagnose. Ik koester echter een
betere verwachting van hem.
De heer De Graaf deelt eenigc ma
len mee, dat de heer De Haas aan pa
tiënten de belofte van genezing zou heb
ben gedaan. Ik heb mij naar aanleiding
daarvan direct gewend tot den heer D e
H aas met de vraag: Doet gij aan patiën
ten wel eens de belofte van hen te zullen
genezen? Het korte antwoord was:
„NOOIT."
Mijnheer de Redacteur, het beroep van
Medicus staat bij mij hoog aangeschre
ven; men moet echter zorgen, dat men
eigen eer ook bewaart, en daarom veroor
loof ik mij den raad te geven aan 'den heer
De Graaf, zich zelf niet meer te com-
promitt&eren door stukken, zooals hij er
thans een heeft geleverd.
Hartelijk dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
Uw Dw.,-
W. PERA.
Het Bal-Masqné van de Ij. W.-V.
„All Right" en de liefdadigheid.
Justitia? Tkons met een raagteeken,
(liefst eeii groot, geduldige zetter van dit mijn
tweede, tevens laatste antwoord aan kern of kaar,
die blijkens liet ingezonden schrijven in ket Lcidsch
Dagblad van gisteren, zoo ten onrechte meent
aanspraak te mogen maken pp dien scboonen
naam).
Nog sterker dan uit Uw eerste schrijven blijkt
uit dat van gisteren, dat het Uwe .ernstige be
doeling was en is een scherpe aanval op „All-
Right'' te richten. (Waarom dat niet met open
vizier
Immers ondanks de zakelijke medcdeelingen,
zoowel van den voorzitter van „All-Right," als
van ondergeteekeude, volhardt, gij bij Uwe in
Uw eerste schrijven geuite beschuldiging, dat
„All-Right" geld voor liefdadigheid bestemd of
bedoeld, ten genoegen harer leden heeft aangewend.
Gij spreekt in Uw schrijven van gisteren over
liet niet. door U deelen van mijne inzichten, hier
is echtergeen sprake van inzichten, doch van
feiten. En een feit is het, dat „All-Right" in geen
enkel opzicht getracht heeft, door een beroep te
doen op den liefdadigheidszin onzer stadgenooten
de declncming-aan haar Bal-Masqué te bevorderen.
In het eerste rcdactioneele stukje in dit blad
inzake dit Bal-Masqué (ik vermeen in het nummer
van 3 of 4 Januari j. I.) werd reeds medcdecling
gedaan van den zeer toe te juichen maatregel
van AU-Right, dat een eventueel batig saldo
ter beschikking zou worden gesteld der Afd.
I \idcn van het „Centr. Genootschap voor Kinder-
llerst.- en Yac.- koloniën."
Slechts om de in mijn vorig schrijven reeds
vermelde reden, heeft deze mededceling ook in
advertentiën, circulaire en op reclameplaat ver
meld gestaan. Gaarne wil ik bekennen, dat on
danks den maatregel, dat thans „voor den eersten
keer" toeschouwers niet werden toegelaten, ik
persoonlijk stellig verwachtte, dat er, zij 't geen
groot, toch een batig saldo van dit Bal zou over
schieten. Dat dit niet het geval is, kan m. i. „All-
Right" met als een grief aangerekend worden.
Dit zou slechts dan geoorloofd zijn, indien wer
kelijk het betrachten der liefdadigheid het doel
van dit Bal-Masqué was.
Ten einde aan tc tooncn, dat „All-Right,"
die daarvan reeds bij vorige gelegenheden blijk
gaf, (ik herinner slechts \an hare succesvolle
collecte voor dc „Boeren" ter gelegenheid van
een 3-Octobcroptocht) gaarne (1e liefdadigheid
betracht, schreef ik in mijn vorig stukje, dat
zij de kans op een batig saldo willende vergrooten,
ruim drie vijfde deel der aanzienlijke kosten voor
hare rekening nam, zoodat hij gelijke ontvangst
aan toegangskaarten als ten vorigen jare reeds
een batig saldo verzekerd was.
Door de uitlegging, die g\j, Justitia 1 aan dat
drie vijfde deel der kosten in Uw stukje van gis
teren hebt gegeven, moet. mij de opmerking uit
de pen, dat ge daarmede getoond hebt een slecht
.lezer cu rekenmeester te zijn. Immers voor ieder
is het duidelijk, dat door mij bedoeld werd bij
voorbaat drie vijfde der kosten, waar zoude anders
liet- vergrooten der kans op een batig saldo op
kunnen slaan
Het ligt niet op mijn weg in dit blad dc juiste
cijfers van ontvangsten en uitgaven voor dit
BalyMasqué te noemen. Ik wil hier slechts vol
staan met de mededceling, dat boven liet bijvoor-
baat teeds ten laste'genomen dr© vijfde deel
der kosten een aanzienlijk bedrag uit „AJl-Right's"
kas enz. is bijgepast. Dit. neemt echter niet weg,
dat „All-Right" zoo'n zelfvertrouwen heeft, dat
op den duur van-haar Bal-Masqué's wel een batig
saldo zal overblijven, dat zij gewis een volgend
jaar weerom een Groot Bal-Masqué op dezelfde
wijze zal organiseeren.
Door liet Bestuur van „All-Right" is, vóór gij,
Justitia Uw eerste stukje schrceft, den voor
zitter der Afd. Leiden van het „Cenlr. Genoot
schap voor Kinder- I-Ierst.- en Vac.- koloniën"
medegedeeld, dat er geen batig saldo van het
j. 1. Bal-Masqué was en de rekening en verant
woording betredende de ontvangsten en uitgaven
van dal Bal voor hem ter inzage ligt.
Ten slotte liadt gij, Justitia het ruitcrlyker
van „AJl-RJght" gevonden, indien het, al was
het maar, 25.— aan de Afd. Leiden \au het
Centr. Genootschap voor Kinder- Horst.- en
Vac.- koloniën" had geschonken. Ik heb reeds
aangetoond, dat daarvoor bij „All-Right" geen
aanleiding bestand.
Welnu, Jast Ui al, de eene ruiterlijkheid is de
andere waard
Indien gij in dit blad binnen enkele dagen Uw
werkelijkcn naam als inzend(st)er hekend maakt,
zal ondergeteekende alsnog persoonlijk aan dé
Afd. Leiden van voornoemd Centr. Genootschap
de somma van vijf- en twintig gulden doen toe
komen.
Het is thans aan U, voorstander der betrach
ting van liefdadigheid, te bewijzen, dat „kwade
gezichten(heïrmede verraaddet gij Uw boos
geweten) U niet zullen weerhouden, door het
slechts hier noemen van Uw werkelijk en naam,
(de vercenjging hiervoren genoemd een gift van
25.te bezorgen.
Leiden, 3 Maart 1911 H. W. CAHEN.
Mijnheer de Redacteur!
Verzoeke s.v.p. eenige plaatsruimte. Naar
aanleiding van verschillend geschrijf betref
fende het organiseeren van feesten ten
bate van de liefdadigheid moeten mij eenige
opmerkingen van 't hart.
Door de Leidsche tooneelvereeniging
„Jacob Cats" werd een in alle deelen goed
verzorgde operette opgevoerd onder leiding
van onzen stadgenoot den heer C. B.
Duyster, directeur van de Burger zang-
se hooi, en met medewerking van een or
kest bestaande uit 25 eveneens hier ter
stede bekende musici, die allen belangeloos
medewerkten.
Vindt u het niet treffend dat er in dezo
moet geklaagd worden over te weinig be
langstelling, terwijl uw verslaggover of
geefster in uw blad van 1.1. Woensdag aan
geeft dat de operette „van een Kerst
avond" alleen met piano-begeleiding en
gedirigeerd door de hier onbekende dame
succes heeft gebod, omdat het ging onder
de vaan: de liefdadigheid.
Hieruit blijkt, dat-, speelt men voor een
liefdadig doel, kosten, gedekt worden en
men niet te klagen heeft over te weinig be
langstelling.
Door het steunen van het publiek met
kaarten te koopen voor een opvoering als
„van een Kerstavond" en andere, waardoor
het doel bereikt wordt ten koste van het
liefdadige doel, wordt een opvoering
ais „Een dag Khalïf" die op veel gezondere
basis is gegrondvest en niet voor een lief
dadig doel ging, onmogelijk gemaakt.
Het doel heiligt de middelen. Werkelijk,
men zou haast genoodzaakt zijn, wil men
kans van slagen hebben, dit onder de vaan
van liefdadigheid te laten doorgaan.
U, mijnheer de Redacteur, vriendelijk
dankende, teeken ik
A. M. S.
Geachte Redactie!
Verzoeke beleefd onderstaande in uw
veelgelezen blad te plaatsen. Bij voorbaat
mijn dank.
In de laatste dagen komt 't meer voor
dat als men de Wachtpost te Oegstgcest
passeert er onhebbelijke taal toe geroepen
wordt, vooral aan jongere meisjes. Zoo
kwam ik onlangs 'smorgens de Wacht
post voorbij. Toen werd er op een gegeven
oogenblik de geheel© bjoel naar buiten ge
gooid. De kachel, de kachelpijp en meer
inventaris wat er tot de ^wachtpost behoort.
Maar dat is zoo waar nog niet genoeg.
Toen de heer Van den Ameele Zondag zijn
werkplaats bezocht, kwam hij tot de ont
dekking dat er vijf ruiten bij hem stuk
gegooid waren en de verdenking viel op
de wachters te Oegstgeest. Het is dor po
litie mogen gelukken den dader door het
actief optreden van dezen politieman te
ontdekken. Hopende doo-r dit schrijven van
verdere bakldadighederi verschoond te blij
ven.
EEN INGEZETENE VAN
OEGSTGEEST.
Geachte Redactie!
Alhoewel ik wellicht verstandiger deed
op hefc tot mij persoonlijk gerichte niet
o n d r t e elke n d en daarom onr i d-
d e r 1 ij k schrijven in uw blad van 2 Ma-art,
niet in te gaan, wil het mij toch voorko
men dit te moeten doen ten einde de
daarin besproken en gewraakte zaak voor
zoo ver mij mogelijk is in een zuiver licht
te stellen: Gevoelde ik daar geen behoef
te aan, het schrijven zelf, waarvan de
auteur zijn naam achterwege houdt
en mitsdien zonder dat het hem vrees
voor een persoonlijk fiasco behoeft in te
boezemen, allerlei onkunde aan den da<j
legt, kerkelijke hartstochten
tracht aan te blazen en bovendien de groot
st© leugens in verkondigt., zoude voor
mij niet die waardigheid hebben daar ook
maar eenige notitie van te nemen.
Wanneer men in het strijdperk treedt, dan
komt men zelf als r i d d e r, maar men
sture niet alleen zijn s c hi 1 d. Wat tóch
is. de zaak
Voor een complex van zeven huizen aan
den Voorhouterweg «alhier is door onder
geteekende met goedkeuring van het Hoog
heemraadschap Rijnland alsmed© door het
Gemeentebestuur van Rijnsburg een slootje
gerioleerd en gedempt. Op de schei
ding nu die precies op 't hart der sloot
viel, zou door ondergeteekende een goot
met de vereischt© kolken worden aange
bracht, alles op voorschrift van ge
noemde autoriteiten. Toen aan een
en ander gevolg zou worden gegeven, bleek
hét dat aangezien de weg zeer steil
naai' dat slootje afliep, op ongeveer een
meter beneden de scheiding, tegen den
weg zich het laagste punt bevond, waar
door een maatregel zooals aan ondergetee
kende was voorgeschreven voor afvoer van
water ook mede daarvoor ten eenen-
male onvoldoende was.
Door 't Dageldksch Bestuur onzer gemeen
te is teen zelf geadviseerd de be
wuste goot te leggen op het laagste
punt, opdat zij alsdan niet alleen
zou voorzien in den afvoer van water der
huizen, maar o o k in dat van den w e g,
en alhoev 1 voor ondergeteekende nu niet
het minste belang in deze verandering ge
legen was, heeft hij zich op advies van B.
en Ws. gaarne bereid verklaard
een adres aan den Raad te richten, die in
hooger instantie kon bclissen over deze
zaak, die al was zij ook voor de gemeen-
t e van belang, met zich medebracht
dat eenige Meters gemeentegrond zij het
dan ook dat het in }t gebruik aangewend
werd ook mede in het belang der gemeente
toch door het bestraten van e§n goot en
liet wellicht plaatsen van eenige afrastering
kwamen te staan onder beheer van een
ander. Hefc gevolg daarvan is geweest dat
in de laatst gehouden vergadering genoemd
verzoek is behandeld geworden en onder de
voorwaarde dat ondergeteekende voor ge
noemde zaak zou betalen een gulden per
jaar als vergoeding, toegestaan is gewoiden.
Ik meende deze zaak ter voorkoming van
eventueele verkeerde gevolgtrekkingen
even t© moeten releveeren, naar aanleiding
waarvan het duidelijk zal zijn in hoeve r-
r e ondergeteekende meer genot en warm
te-geniet van het vuur,/waarbij hij d c h-
ter gezeten is dan-de zich noemende
He t v o rm d e Kiezer.
En nu enkele opmerkingen over den in
houd van en de wijze waarop hij deze zaak
ter sprake meende te moeten brengen.
Op het schild van dezen strijdbaren
held staat (zelf ziet men hem niet): Moest
niet de Hervormde Kerk verleden jaar met
gratie f4 voor den meter betalen en
was het niet diezelfde iSchoneveld die f 6
per meter voorstelde en dat nog wel een
stukje tuin waar niemand iets aan had?
Mag ondergeteekende opmerken dat dit van
niets anders getuigt dan van onkunde
en leugens, van onkunde omdat
blijkt, dat gij totaal niets van het verloop
dezer zaak afweet en van leugens omdat
nooit door mij p r ij s is genoemd en
dus ook allerminst f6 per meter en
waar ik mij zelf niet behoef te verde
digen zal ik spreken laten de offioieele no
tulen, voorgelezen en goedgekeurd in de
vergadering van den Gemeenteraad d.d. 11
Februari 1910. Daarin komt woordelijk het
volgende veer„Door den heer Sch. werd
opgemerkt dat wij als raadsleden niet te
booordeelen hebben wat bedoelde grond ons
persoonlijk waard is, doch wat hij
waard is voor de gemeente in verband met
de waarde-vermindering van het pand,
waartoe zij momenteel behoort." Dit is het
eenige wat door mij ten opzichte, dezer
zaak is gezegd geworden waarna de prijs
van f 5, door den Voorzitter voorgesteld,
werd vervangen door een voorstel van den
lieer v. Iterson van f 4 per meter, 't welk
met algemeen© stemmen werd
a an ge nomen. Nooit is door mij in dit
geval oen kerkelijk standpunt ingenomen,
waardoor of waaruit gebleken zou zijn dat
ik eenige antipathie koesterde tegen anders
denkenden en allerminst is dit ge
bleken door of uit het noemen ran den
prijs voor dien grond.
Dat er dus toen oppositie ge
voerd zou zijn is leugen, waarmfc
niets anders blijkt als volslagen on
kunde ten opzichte van de wijze waarop,
en de geest waarin de tegenwoordige Ge
meenteraadsleden dergelijke zaken bespre
ken en behandelen, en de vraag waar n u de
oppositie bleef bij de behandeling van de mij
persoonlijk betreffende zaak, en wat. f eri
te 1 ij k een v e r w ij t -in zich sluit - aan de
(volgens uw voorstelling) vertegen
woordigers van de Herv. Gein.
is mede- een bewijs r an uw bekrompen
opvatting in dergelijke zaken, zoomede een
totale onbekendheid met Ket
streven en standpunt van uw kerkelijk©
vertegenwoordigers.
Ook wordt het verschil niet ingezien door
dezen kampvechter tusschen V e r-
koop en Bruikleen, dan zal er ook
wél geen verschil in zijn. Maar als het dan
zoo staat dat uw begripsvermogen
u daarvoor niet eens in staat stelt, en dat'
gij van de wijze van werken van een Ge
meentebestuur zulk een bekrompen en
kleinzielige opvatting hebt: door ook niet
te weten dat met grond wat de Gemeente
toebehoort en mét direct voor Kaar zelf
noodig heeft, onder voorwaarde aan ande
ren afstand doet; maar deze voorstelling
schijnt te hebben als zou elke part ij of
volgens uw meenïng elke Kerk die in dat
Gemeentebestuur is vertegenwoordigd
beurtelings, daarvan profiteeren al
naar mate de gelegenheid dit voordeed,
voor welke voorstelling gij aanvoert het
spreekwoord van het K o e t j e. en de Ka
beljauw, dan mag het U Edl. s t e rk
in over weging gegeven worden over al
zulke onderwerpen u n i fc uit te laten in
een publiek orgaan, en dan mag het zeer
voorzichtig genoemd worden uwerzijds, dat
waar gij dit.deedt uw naam ten minste ver
zweeg, want was uw naam bekend er zou
den er welbcht zijn die er wat voor over
hadden een onderzoek te doen instellen
naar de abnormale werking van uw
brein.
Het is jammer, maar van lijd tot tijd
wordt men nog iets gewaar van dat laag
staand karakter, waardoor ten opzichte
van deze zaken de toestanden in Rijnsburg
zich gekenmerkt hebben., en al mag met
'eenigen grond worden aangenomen dat wij
in dat opzicht wel vooruit gaan. Men ziet
het, zoo lang zulke stemmen uit hefc kamp
opkomen, zijn we er nog niet. De lagere
sfeer, waarin sommige menschen zich be
vinden en waaruit zij van tijd tot tijd hun
stem laten hooren, bewijst wat op dztft ter
rein nog bearbeid moet worden.
Ook de onderteeikening in plaats van
naam en voornaam met „Een Hervormde
Kiezer", typeert 's mans karakter: tracht
te begrijpen, dat uw ke r k hetzij als Her
vormde, hetzij als G e r e f. Kerk als
zoodanig daar niets mee heeft uit te
6taan. Kies en treed op in deze aangelegen
heid als Burge r van Rijnsburg en be
vorder de verkiezing van hen, die overeen
komstig het Ch ristolijk stand
punt die plaats u op waardige wijze ver
tegenwoordigen en uw belangen voorstaan
en behartigen en weer hem, die in strijd
daarmee zou handelen en wandelen, maar
wees zoo mannelijk, bepaal u daar voor
niet alleen binnen uw kerkelijke mu
ren hetwelk een onafzienbaren tijd do
kanker is geweest voor de vredelievende
samenleving van -dorpsgenooten onde»
elkander.
Ten slotte: critiek is geoorloofd, men
spare niemand, ook ondergetee
kende n i e t-, hij roept daarvoor bij n i e-
m a n d clementie in, maar deze eisch mag
gesteld worden: dat aan critiek ten grond
slag ligt, de bedoeling van het welzijn der
zaak waarover het gaat, dat men voldoend©
kennis heeft, te oordeelen over hetgeen
men wenscht te beoritiseeren en bovenal
dat men voor dat doel gebruikt wettig©
en e e r lij ik e middelen.
En eindelijk: Ik hoop niet dat d i t al
voorspel is op hetgeen straks inzake de
op handen zijnde verkiezing zal worden ten
gehoor© gebracht, het is voor die rcvolufción-
naire geesten wie zij dan ook zijn, zulk een
beteekenisvol jaar, en het is of men de toe
bereidselen al te zien cn te hooren krijgt^
en de middelen beraamd worden waardoor
straks Jan of Piet moreel of zedelijk zal
trachten vermoord te worden. Arme slacht
offers, die daarvoor bestemd zijn! Neen
laten wij elkander bestrijden, het zij zoo,
maar laten wij dat dan doen met een
open vizier en met eerlijke middelen,
en niet rusten voor dat wij de motie
ven voor zulk strijden gevonden hebben^
en dan twijfel ik niet of er zal d i k w ij I
zoo niet a 11 ij d naar die motieven tever
geefs gezocht worden.
Inmiddels met hartelijken dank voor de
plaatsing, G ach te Redactie.
UEd. Dw. Dr.
S. SCHONEVELD.
Rijnsburg, 3 Maart 1911.
Geachte Redacteur!
Beleefd verzoek ik u eenige plaatsruim
te af te staan naar aanleiding van het^
door een Herv. kiezer van Rijnsburg, inge
zonden stukje d.d. 2 Maart j.l.
Ten 1ste wensch ik op te merken, dat het
verzoek van de hoeren S. riohoneveld en J.
van Iterson Jr. werd toegestaan door den
Raad op voorstel van Burgemeester en
Wetihs. N. yan Egmond, die persoonlijk
den toestand hadden onderzocht en het
voor de Gemeente wensehtelij& achtten,
dat een goot kwam te liggen op den weg
dus op gemeentegrond. De geachte inzen
der heeft zich blijkbaar niet met den toe
stand op de hoogte gesteld, anders zon hdj
geweten hebben, dat de grond voor de be
wuste percecben hoogter ligt dan de weg. D©
weg zou dus al het water moeten ontvan
gen. Nu de goot evenwél ligt op de wijze
als door den Raad is toegestaan, op het
bewuste stukje grond, heeft de weg zijn
afwatering in die goot. Het is dus ook in
het belang der gemeente, dat de goot alzoo
werd gelegd.
Ten 2de maakt de Herv. kiezer een ver
gelijking tusschen een verkoop van .grond
en een in bruikleen afstaan. Weet de in
zender niet, dat die f 1 slechts een vorm i8
om de gemeente het eigendomsrecht t»e
doen blijven verzekeren? Was dit niet noo
dig dan zou dc Raad in dergelijke gevallen
den grond meestal vcor niets afstaan. Wat
betreft den koogen prijs N.B. f4 per vlerk.,
M. van den grond achter het Raadhui 3 ge
legen, midden in het dorp en behoorende
tot een vierkanten tuin, ik geloof, dat het
beter is daarover te zwijgen; het betrok-
ken kerkbestuur had ten minste zelf daar
over geen bezwaar.
Ten 3de wil ik den Herv. kiezer opmerken
dat de Raadsleden zich in do Raadsverga
ring bezig houden met de belangen der ge
meente en niet met die van diverse keuken
en kerkbesturen of van persoonlijke belan
gen. Dit moet Lij nu maar gelooven. Mij
is niet bekend, dat een enkel raadslid daar-
van is afgeweken.
Ten slotte zou de Herv. kiezer zelf hier
niet een politiek avontuurtje in den zin
hebben, nu het naar de a.s. verkiezingen
loopt en al vast willen probeeren de ge
moederen op te zweepen? Zijn onderteo-
Öóening als Herv. kiezer zou ons dit zoo
doen verwachten. Laat ihij echter dan be
ter beslagen ten ijs komen en geen zaken
bespreken, waarvan hij blijkbaar absoluut
géén begrip heeft.
U, Mijnheer de Redacteur, beleefd dank'
zeggende voor de genoten gastvriiheid.
J. YAN ITERSON, Wethouder.
Rijnsburg, 4 Maart 1911.
Griel van vele miatieelden.
Is het schrijver van „Grief van een mis
deelde" nü eerst bekend dat in Leiden met'
twee maten gemeten wordt Waarom moe-,
ten koffiehuizen 12 uren sluiten en de uit-;
verkorenen om 1 uur? Waarom nachtver=
gunning voor partijen tot 5 uren en in de
Gehoorzaal naar verkiezing tot 6 uren of
6V2 uur? Waarom mogen vereenigingen
geen entreegeld heffen, ja zelfs geen pro
gramma's verkoopen? „All Right" in de
Gehoorzaal vroeg f 2.50. Maar wacht maar
goede vriend. „Leiden gaat vooruit I Dé
schulden onzer stad worden steeds grootei\
de belasting wordt zoo hoog, dat de mid-;
denstand niet meer kan betalen. De ker=
mis, die toch niets dan voordeel gaf, is(
reeds afgeschaft.
De publieke vermakelijkheidsbelasting
staat ons te wachten. De zaken hier ren-;
deeren niet meer, vele liefhebberij-verfech
nigingën gaan te niet, of zijn bijna alle!
ziek. Extra treinen loopen dagelijks naar
Den Haag. Het hier verdiende geld wordt'
in Den Haag dus verteerd.
Voorstanders naam wordt in de notulen;
opgenomen. Doel bereikt. Leiden voor^;
uitl
UEd. dankend voor de plaatsruimte.
EEN BELANGHEBBENDE:
Fietsen
kunnen niét in onze Vestibule worden toe
gelaten, maar men vindt buiten ons gebouw
fietsrekken met ketting en slot.
Bij het binnenkomen waarschuwt men deni
portier en bij het weggaan vraagt men het
'slot' te willen openen.