ten Houston vijftien jaare. Indien het feit demands dood ten gevolgen heeft wordt de 6chuldigen gestraft met levens langen ge vangenisstraf of tijdelijke van ten Hotfgsten twintig Jare (C. P. 318; Sr 176; 330, 421) Nu het volgende Art. 175 is minder roos kleurig daar door kan de aanzien des Por- eeous in oogenschouw genomen kan wor den (Wapen schild van gerechtigheid) Art. 175, W. B. V. S. B. .Hij aan wiens schuld te wijten is dat waren schadelijk voor liet leven of de gezondheid verkocht afgeleverd of uitgedeeld worden zonder dat de koper of verkrijger met dat schadelijk karakter hekend is wordt gestraft met een gevangenisstraf of Hechtenis van ten Hoogstcn zes maanden of Geldboeten van ten hoogstcn driehonderd gulden. Indjen het feit iemands dood Ten gevolge heeft wordt de Schudïge gestraft met ge vangenisstraf of hechtenis van ten hoog stcn een jaar., Do waren kunnen worden verbeurt ver klaart (C. P. 318; Sr. 33, 3*1, 176, 330). Dus geachte lezers als gij dus het eene of hot andere Art, wort toe gepast ver uiteen lopen met de straffen. Maar hoe zal nu een Hechter uitmaken hoe ver een Doo ier met zijn Meddcehie gegaan is. Natuur lijk Door tusschen komst van anderen Doc toren Die elkander soms door drajerij Dclc- ke maai' daar zal de Haas geen steun in vinden. En om nu een bewijs te geven hoe som mige Doctoren mét iemand handelen, zal •tik ecyen laten volgen (in 't kort) In 1907. op 27 April kreeg ik door het vallen van een balk ijzer van 350 Kilo 4 verpetterde vingers waaïvan - 3 deerlijk. Na hulp ver kregen van dr. Kvv. te S. die konsta teerde van velwondjes en 2 nagels uitgerukt en 2 dagen lator bleek 't zwaarder gek-neust te zijn na verloop van 6 weken vert ik door Dr. Kw. op 50 Prosent geschiktheid gesteld en daar ik met die hand niets doen kon kwam in beroep te 's Hagen en werdt ik onderzocht door Dr. Rutgers die con st, an teerde dat de Kootjes tuschen middel en eind Kootjes eenig- letsel hadden beko men waarvan do derde vinger het'(Basaal) knokje zwaar letsel had gekregen ?n dat die vingers ook koud aan voelde nu koud aan voelen betekend (doodolijk). Toen wert het gesteld op 60 Prosent geschiktheid dus verhoogt. En Toen ik voor de Centrale raat te Vitrecht in beroep kwam werdt dit er we der met 10 Prosent verlaagt. Later weidt fik al heel gouw door Dr. Bei level d op 85 Prosent. geschiktheid gesteld waardoor ik weer in beroep waardoor Jk weder door dr. R. A. S. Hay er werdt gekeurd nu kon ttan teerde hij dat de laden en pozen eenig* letsel haden gekregen maar de kootjes niet en ook voelde zij Niet koud aan daar op volgden onricht van den Voorzitter hoe zijn vorige verklaring had geweest (uiteenlopend) klaar hij zijde zoo moet het wezen (Niet hoe het was maar hoe het moest). En door liet Geaehten Dievenbent wordt ik ook noch in 't getuigengeld beneveld f 1.40 wordt mijn zoo maar toegeschonken in plaats van f 3,75 als naar gewonten per Kilometer be rekend. Hoe of ik dit reiiht waar of de rest heen- moest weet ik niet. Maar Art. 29. Der Ongevallenwet Subs. B. spreekt van getuigen dus dan had dat f 3.75 moeten ontvangen. En nu komen wij aan 't einden. Nu ben ik door Dr. Be ij leve ld op juist zoo veel geschiktheid steld als dat ik voor het- on geval had. En do toestans is noch net zoo vei* als toen ik de Praktijk van dr. Kw. te S. verliet dus een getroffene Bestelen is zeker wettig. Valsehen verklaringen hier ontrent zijn piet strafbaar. Want toen ik eindelijk mijn beklach in 6tcldon bij Minncsterie van Landbouw (On gevallen geschil) op De Koningnen gracht 6a werdt ik naar -het zelfde adres te rug gezond© wandt daar kon de reg-eering zich niet mede bemoejen dus met andro woordc gij moet de dupe" maar blijven. Die valsche verklaringen van die Doc- loren bleef hij ook ijs koud van. Dus met nmlre woorden het Vleeseh kunnen Herren wel aan en do botjes hebben zij wel hondjes voor. Nu spreken zij wel eens over Niehalisston en Anargisten maar wie zoude hier wel de Fabrikant© van zijn. Ik Niet dat weet 4k zeker. Dus Nu geacht© lezers Maar vooral voor al Den Heer d© Haas laat u in :t wei- Ven ni©t afschrikken want zoo er Doctoren zijn ddo iemands dood ol' gezondheid in ge vaar brengen bedreigt ze dan ook maar met Aid. 174 en Art. 175 van liet wet boek van Strafrecht. Past vooral op dat ge aan geen heer en kind zijn boterham punnikt. Valsche ver klaringen schijnt niet te hinderen dit heb ik j.l. dingsdag ook ncek weder bij ge- woont (G een N ota). Nu mijn Heer de Redacteur bij voorbaat mijn welgemeende Dank. Verblijf ik, - P. HOFDIJK, Rij uza terwoud©. Mijnheer tic Redacteur! Zoöals iu begrijpt, ben ik genoodzaakt u nog eens lastig te komen vallen. Tegen mij in. het strijdperk is getreden de heer P. de Graaf, Arts te Alphen aan den Rijn. iMijnheer presenteert zich als M e- dicus, wat voor hem zooveel zeggen wil als het eind van alle tegenspraak. Mijn 'betoog laat hij geheel onaangetast, en de genoemde feiten laat hij omveerspro ken. Wat ik geschreven heb staat dus nog in volle kracht. Het stuk van den Dokter is aan alle lo gisch denken, wat h.ier de kwestie aangaat, gespeend. 'Mijnheer schijnt in een soort geest-vervoering te wezen, waarin hij mo gelijk gebracht is door het denken aan hot succes van dc behandeling van zieken dooi den heer Dc II aas, zoo zelfs, dat hij zou willen, dat de volgens de geneeskunde ongeneeslijken allen door den heer D e Haas de gezondheid herkregen. Vijf zieken gaan het oog van den dokter voorbij. Drie er van waren volgens de ge neeskunde ten doode opgeschreven, en hun sterven zou de natuurlijkste zaak van de wereld geweest zijn, wanneer zij onder de behandeling van een gediplomeerd genees kundige gebleven waren. De laatste behandeling is echter ge schied door den heer De Haas, en zie daar nu die oorzaak van den vloek, dien mijnheer De Graaf op D e H a a s wil doen rusten. In mijn eerste stuk zei ik reeds, dat bij gediplomeerde artsen, zieke menschen vrij sterven mogen, Idoch bij D e H a a s mogen zij met alleen niet sterven, maar zij moe-, ten bovendien allen gezond worden. Van de vierde zieke is zakelijk niets anders te zeggen. Daar was het zieke deel niet te redden, al Was de dood er niet aan ver bonden. Deze vier gevallen zeggen al vast ten nadeele van den heer De Haas niets, met hoeveel ophef zij ook voor het voetlicht worden gebracht. Het vijfde geval is in zoo ver anders, dat daar)de eerste behandeling plaats heeft door den heer De Haas gedurende veer tien dagen, waarin de toestand erger werd waarna deze lijder aan een ernstige ziekte onder de hoog wetenschappelijke behande ling kwam van dr. De Graaf, en toen na veertien dagen het graf inging. Wat b e w ij s t dit geval nu weer in het nadeel van den heer De Haas? LETTERLIJK NIETS! Wanneer de heer De Graaf bij zijn zieken geen betere logica gebruikt, dan hij behartigt tegenover mij in zijn bestrij ding van het werk van den heer D e Haas, dan moge God zijn patiënten be waren voor dc gevolgen van het stellen van zijn diagnose. Ik koester echter een betere verwachting van hem. De heer De Graaf deelt eenigc ma len mee, dat de heer De Haas aan pa tiënten de belofte van genezing zou heb ben gedaan. Ik heb mij naar aanleiding daarvan direct gewend tot den heer D e H aas met de vraag: Doet gij aan patiën ten wel eens de belofte van hen te zullen genezen? Het korte antwoord was: „NOOIT." Mijnheer de Redacteur, het beroep van Medicus staat bij mij hoog aangeschre ven; men moet echter zorgen, dat men eigen eer ook bewaart, en daarom veroor loof ik mij den raad te geven aan 'den heer De Graaf, zich zelf niet meer te com- promitt&eren door stukken, zooals hij er thans een heeft geleverd. Hartelijk dank voor de plaatsing, Hoogachtend, Uw Dw.,- W. PERA. Het Bal-Masqné van de Ij. W.-V. „All Right" en de liefdadigheid. Justitia? Tkons met een raagteeken, (liefst eeii groot, geduldige zetter van dit mijn tweede, tevens laatste antwoord aan kern of kaar, die blijkens liet ingezonden schrijven in ket Lcidsch Dagblad van gisteren, zoo ten onrechte meent aanspraak te mogen maken pp dien scboonen naam). Nog sterker dan uit Uw eerste schrijven blijkt uit dat van gisteren, dat het Uwe .ernstige be doeling was en is een scherpe aanval op „All- Right'' te richten. (Waarom dat niet met open vizier Immers ondanks de zakelijke medcdeelingen, zoowel van den voorzitter van „All-Right," als van ondergeteekeude, volhardt, gij bij Uwe in Uw eerste schrijven geuite beschuldiging, dat „All-Right" geld voor liefdadigheid bestemd of bedoeld, ten genoegen harer leden heeft aangewend. Gij spreekt in Uw schrijven van gisteren over liet niet. door U deelen van mijne inzichten, hier is echtergeen sprake van inzichten, doch van feiten. En een feit is het, dat „All-Right" in geen enkel opzicht getracht heeft, door een beroep te doen op den liefdadigheidszin onzer stadgenooten de declncming-aan haar Bal-Masqué te bevorderen. In het eerste rcdactioneele stukje in dit blad inzake dit Bal-Masqué (ik vermeen in het nummer van 3 of 4 Januari j. I.) werd reeds medcdecling gedaan van den zeer toe te juichen maatregel van AU-Right, dat een eventueel batig saldo ter beschikking zou worden gesteld der Afd. I \idcn van het „Centr. Genootschap voor Kinder- llerst.- en Yac.- koloniën." Slechts om de in mijn vorig schrijven reeds vermelde reden, heeft deze mededceling ook in advertentiën, circulaire en op reclameplaat ver meld gestaan. Gaarne wil ik bekennen, dat on danks den maatregel, dat thans „voor den eersten keer" toeschouwers niet werden toegelaten, ik persoonlijk stellig verwachtte, dat er, zij 't geen groot, toch een batig saldo van dit Bal zou over schieten. Dat dit niet het geval is, kan m. i. „All- Right" met als een grief aangerekend worden. Dit zou slechts dan geoorloofd zijn, indien wer kelijk het betrachten der liefdadigheid het doel van dit Bal-Masqué was. Ten einde aan tc tooncn, dat „All-Right," die daarvan reeds bij vorige gelegenheden blijk gaf, (ik herinner slechts \an hare succesvolle collecte voor dc „Boeren" ter gelegenheid van een 3-Octobcroptocht) gaarne (1e liefdadigheid betracht, schreef ik in mijn vorig stukje, dat zij de kans op een batig saldo willende vergrooten, ruim drie vijfde deel der aanzienlijke kosten voor hare rekening nam, zoodat hij gelijke ontvangst aan toegangskaarten als ten vorigen jare reeds een batig saldo verzekerd was. Door de uitlegging, die g\j, Justitia 1 aan dat drie vijfde deel der kosten in Uw stukje van gis teren hebt gegeven, moet. mij de opmerking uit de pen, dat ge daarmede getoond hebt een slecht .lezer cu rekenmeester te zijn. Immers voor ieder is het duidelijk, dat door mij bedoeld werd bij voorbaat drie vijfde der kosten, waar zoude anders liet- vergrooten der kans op een batig saldo op kunnen slaan Het ligt niet op mijn weg in dit blad dc juiste cijfers van ontvangsten en uitgaven voor dit BalyMasqué te noemen. Ik wil hier slechts vol staan met de mededceling, dat boven liet bijvoor- baat teeds ten laste'genomen dr© vijfde deel der kosten een aanzienlijk bedrag uit „AJl-Right's" kas enz. is bijgepast. Dit. neemt echter niet weg, dat „All-Right" zoo'n zelfvertrouwen heeft, dat op den duur van-haar Bal-Masqué's wel een batig saldo zal overblijven, dat zij gewis een volgend jaar weerom een Groot Bal-Masqué op dezelfde wijze zal organiseeren. Door liet Bestuur van „All-Right" is, vóór gij, Justitia Uw eerste stukje schrceft, den voor zitter der Afd. Leiden van het „Cenlr. Genoot schap voor Kinder- I-Ierst.- en Vac.- koloniën" medegedeeld, dat er geen batig saldo van het j. 1. Bal-Masqué was en de rekening en verant woording betredende de ontvangsten en uitgaven van dal Bal voor hem ter inzage ligt. Ten slotte liadt gij, Justitia het ruitcrlyker van „AJl-RJght" gevonden, indien het, al was het maar, 25.— aan de Afd. Leiden \au het Centr. Genootschap voor Kinder- Horst.- en Vac.- koloniën" had geschonken. Ik heb reeds aangetoond, dat daarvoor bij „All-Right" geen aanleiding bestand. Welnu, Jast Ui al, de eene ruiterlijkheid is de andere waard Indien gij in dit blad binnen enkele dagen Uw werkelijkcn naam als inzend(st)er hekend maakt, zal ondergeteekende alsnog persoonlijk aan dé Afd. Leiden van voornoemd Centr. Genootschap de somma van vijf- en twintig gulden doen toe komen. Het is thans aan U, voorstander der betrach ting van liefdadigheid, te bewijzen, dat „kwade gezichten(heïrmede verraaddet gij Uw boos geweten) U niet zullen weerhouden, door het slechts hier noemen van Uw werkelijk en naam, (de vercenjging hiervoren genoemd een gift van 25.te bezorgen. Leiden, 3 Maart 1911 H. W. CAHEN. Mijnheer de Redacteur! Verzoeke s.v.p. eenige plaatsruimte. Naar aanleiding van verschillend geschrijf betref fende het organiseeren van feesten ten bate van de liefdadigheid moeten mij eenige opmerkingen van 't hart. Door de Leidsche tooneelvereeniging „Jacob Cats" werd een in alle deelen goed verzorgde operette opgevoerd onder leiding van onzen stadgenoot den heer C. B. Duyster, directeur van de Burger zang- se hooi, en met medewerking van een or kest bestaande uit 25 eveneens hier ter stede bekende musici, die allen belangeloos medewerkten. Vindt u het niet treffend dat er in dezo moet geklaagd worden over te weinig be langstelling, terwijl uw verslaggover of geefster in uw blad van 1.1. Woensdag aan geeft dat de operette „van een Kerst avond" alleen met piano-begeleiding en gedirigeerd door de hier onbekende dame succes heeft gebod, omdat het ging onder de vaan: de liefdadigheid. Hieruit blijkt, dat-, speelt men voor een liefdadig doel, kosten, gedekt worden en men niet te klagen heeft over te weinig be langstelling. Door het steunen van het publiek met kaarten te koopen voor een opvoering als „van een Kerstavond" en andere, waardoor het doel bereikt wordt ten koste van het liefdadige doel, wordt een opvoering ais „Een dag Khalïf" die op veel gezondere basis is gegrondvest en niet voor een lief dadig doel ging, onmogelijk gemaakt. Het doel heiligt de middelen. Werkelijk, men zou haast genoodzaakt zijn, wil men kans van slagen hebben, dit onder de vaan van liefdadigheid te laten doorgaan. U, mijnheer de Redacteur, vriendelijk dankende, teeken ik A. M. S. Geachte Redactie! Verzoeke beleefd onderstaande in uw veelgelezen blad te plaatsen. Bij voorbaat mijn dank. In de laatste dagen komt 't meer voor dat als men de Wachtpost te Oegstgcest passeert er onhebbelijke taal toe geroepen wordt, vooral aan jongere meisjes. Zoo kwam ik onlangs 'smorgens de Wacht post voorbij. Toen werd er op een gegeven oogenblik de geheel© bjoel naar buiten ge gooid. De kachel, de kachelpijp en meer inventaris wat er tot de ^wachtpost behoort. Maar dat is zoo waar nog niet genoeg. Toen de heer Van den Ameele Zondag zijn werkplaats bezocht, kwam hij tot de ont dekking dat er vijf ruiten bij hem stuk gegooid waren en de verdenking viel op de wachters te Oegstgeest. Het is dor po litie mogen gelukken den dader door het actief optreden van dezen politieman te ontdekken. Hopende doo-r dit schrijven van verdere bakldadighederi verschoond te blij ven. EEN INGEZETENE VAN OEGSTGEEST. Geachte Redactie! Alhoewel ik wellicht verstandiger deed op hefc tot mij persoonlijk gerichte niet o n d r t e elke n d en daarom onr i d- d e r 1 ij k schrijven in uw blad van 2 Ma-art, niet in te gaan, wil het mij toch voorko men dit te moeten doen ten einde de daarin besproken en gewraakte zaak voor zoo ver mij mogelijk is in een zuiver licht te stellen: Gevoelde ik daar geen behoef te aan, het schrijven zelf, waarvan de auteur zijn naam achterwege houdt en mitsdien zonder dat het hem vrees voor een persoonlijk fiasco behoeft in te boezemen, allerlei onkunde aan den da<j legt, kerkelijke hartstochten tracht aan te blazen en bovendien de groot st© leugens in verkondigt., zoude voor mij niet die waardigheid hebben daar ook maar eenige notitie van te nemen. Wanneer men in het strijdperk treedt, dan komt men zelf als r i d d e r, maar men sture niet alleen zijn s c hi 1 d. Wat tóch is. de zaak Voor een complex van zeven huizen aan den Voorhouterweg «alhier is door onder geteekende met goedkeuring van het Hoog heemraadschap Rijnland alsmed© door het Gemeentebestuur van Rijnsburg een slootje gerioleerd en gedempt. Op de schei ding nu die precies op 't hart der sloot viel, zou door ondergeteekende een goot met de vereischt© kolken worden aange bracht, alles op voorschrift van ge noemde autoriteiten. Toen aan een en ander gevolg zou worden gegeven, bleek hét dat aangezien de weg zeer steil naai' dat slootje afliep, op ongeveer een meter beneden de scheiding, tegen den weg zich het laagste punt bevond, waar door een maatregel zooals aan ondergetee kende was voorgeschreven voor afvoer van water ook mede daarvoor ten eenen- male onvoldoende was. Door 't Dageldksch Bestuur onzer gemeen te is teen zelf geadviseerd de be wuste goot te leggen op het laagste punt, opdat zij alsdan niet alleen zou voorzien in den afvoer van water der huizen, maar o o k in dat van den w e g, en alhoev 1 voor ondergeteekende nu niet het minste belang in deze verandering ge legen was, heeft hij zich op advies van B. en Ws. gaarne bereid verklaard een adres aan den Raad te richten, die in hooger instantie kon bclissen over deze zaak, die al was zij ook voor de gemeen- t e van belang, met zich medebracht dat eenige Meters gemeentegrond zij het dan ook dat het in }t gebruik aangewend werd ook mede in het belang der gemeente toch door het bestraten van e§n goot en liet wellicht plaatsen van eenige afrastering kwamen te staan onder beheer van een ander. Hefc gevolg daarvan is geweest dat in de laatst gehouden vergadering genoemd verzoek is behandeld geworden en onder de voorwaarde dat ondergeteekende voor ge noemde zaak zou betalen een gulden per jaar als vergoeding, toegestaan is gewoiden. Ik meende deze zaak ter voorkoming van eventueele verkeerde gevolgtrekkingen even t© moeten releveeren, naar aanleiding waarvan het duidelijk zal zijn in hoeve r- r e ondergeteekende meer genot en warm te-geniet van het vuur,/waarbij hij d c h- ter gezeten is dan-de zich noemende He t v o rm d e Kiezer. En nu enkele opmerkingen over den in houd van en de wijze waarop hij deze zaak ter sprake meende te moeten brengen. Op het schild van dezen strijdbaren held staat (zelf ziet men hem niet): Moest niet de Hervormde Kerk verleden jaar met gratie f4 voor den meter betalen en was het niet diezelfde iSchoneveld die f 6 per meter voorstelde en dat nog wel een stukje tuin waar niemand iets aan had? Mag ondergeteekende opmerken dat dit van niets anders getuigt dan van onkunde en leugens, van onkunde omdat blijkt, dat gij totaal niets van het verloop dezer zaak afweet en van leugens omdat nooit door mij p r ij s is genoemd en dus ook allerminst f6 per meter en waar ik mij zelf niet behoef te verde digen zal ik spreken laten de offioieele no tulen, voorgelezen en goedgekeurd in de vergadering van den Gemeenteraad d.d. 11 Februari 1910. Daarin komt woordelijk het volgende veer„Door den heer Sch. werd opgemerkt dat wij als raadsleden niet te booordeelen hebben wat bedoelde grond ons persoonlijk waard is, doch wat hij waard is voor de gemeente in verband met de waarde-vermindering van het pand, waartoe zij momenteel behoort." Dit is het eenige wat door mij ten opzichte, dezer zaak is gezegd geworden waarna de prijs van f 5, door den Voorzitter voorgesteld, werd vervangen door een voorstel van den lieer v. Iterson van f 4 per meter, 't welk met algemeen© stemmen werd a an ge nomen. Nooit is door mij in dit geval oen kerkelijk standpunt ingenomen, waardoor of waaruit gebleken zou zijn dat ik eenige antipathie koesterde tegen anders denkenden en allerminst is dit ge bleken door of uit het noemen ran den prijs voor dien grond. Dat er dus toen oppositie ge voerd zou zijn is leugen, waarmfc niets anders blijkt als volslagen on kunde ten opzichte van de wijze waarop, en de geest waarin de tegenwoordige Ge meenteraadsleden dergelijke zaken bespre ken en behandelen, en de vraag waar n u de oppositie bleef bij de behandeling van de mij persoonlijk betreffende zaak, en wat. f eri te 1 ij k een v e r w ij t -in zich sluit - aan de (volgens uw voorstelling) vertegen woordigers van de Herv. Gein. is mede- een bewijs r an uw bekrompen opvatting in dergelijke zaken, zoomede een totale onbekendheid met Ket streven en standpunt van uw kerkelijk© vertegenwoordigers. Ook wordt het verschil niet ingezien door dezen kampvechter tusschen V e r- koop en Bruikleen, dan zal er ook wél geen verschil in zijn. Maar als het dan zoo staat dat uw begripsvermogen u daarvoor niet eens in staat stelt, en dat' gij van de wijze van werken van een Ge meentebestuur zulk een bekrompen en kleinzielige opvatting hebt: door ook niet te weten dat met grond wat de Gemeente toebehoort en mét direct voor Kaar zelf noodig heeft, onder voorwaarde aan ande ren afstand doet; maar deze voorstelling schijnt te hebben als zou elke part ij of volgens uw meenïng elke Kerk die in dat Gemeentebestuur is vertegenwoordigd beurtelings, daarvan profiteeren al naar mate de gelegenheid dit voordeed, voor welke voorstelling gij aanvoert het spreekwoord van het K o e t j e. en de Ka beljauw, dan mag het U Edl. s t e rk in over weging gegeven worden over al zulke onderwerpen u n i fc uit te laten in een publiek orgaan, en dan mag het zeer voorzichtig genoemd worden uwerzijds, dat waar gij dit.deedt uw naam ten minste ver zweeg, want was uw naam bekend er zou den er welbcht zijn die er wat voor over hadden een onderzoek te doen instellen naar de abnormale werking van uw brein. Het is jammer, maar van lijd tot tijd wordt men nog iets gewaar van dat laag staand karakter, waardoor ten opzichte van deze zaken de toestanden in Rijnsburg zich gekenmerkt hebben., en al mag met 'eenigen grond worden aangenomen dat wij in dat opzicht wel vooruit gaan. Men ziet het, zoo lang zulke stemmen uit hefc kamp opkomen, zijn we er nog niet. De lagere sfeer, waarin sommige menschen zich be vinden en waaruit zij van tijd tot tijd hun stem laten hooren, bewijst wat op dztft ter rein nog bearbeid moet worden. Ook de onderteeikening in plaats van naam en voornaam met „Een Hervormde Kiezer", typeert 's mans karakter: tracht te begrijpen, dat uw ke r k hetzij als Her vormde, hetzij als G e r e f. Kerk als zoodanig daar niets mee heeft uit te 6taan. Kies en treed op in deze aangelegen heid als Burge r van Rijnsburg en be vorder de verkiezing van hen, die overeen komstig het Ch ristolijk stand punt die plaats u op waardige wijze ver tegenwoordigen en uw belangen voorstaan en behartigen en weer hem, die in strijd daarmee zou handelen en wandelen, maar wees zoo mannelijk, bepaal u daar voor niet alleen binnen uw kerkelijke mu ren hetwelk een onafzienbaren tijd do kanker is geweest voor de vredelievende samenleving van -dorpsgenooten onde» elkander. Ten slotte: critiek is geoorloofd, men spare niemand, ook ondergetee kende n i e t-, hij roept daarvoor bij n i e- m a n d clementie in, maar deze eisch mag gesteld worden: dat aan critiek ten grond slag ligt, de bedoeling van het welzijn der zaak waarover het gaat, dat men voldoend© kennis heeft, te oordeelen over hetgeen men wenscht te beoritiseeren en bovenal dat men voor dat doel gebruikt wettig© en e e r lij ik e middelen. En eindelijk: Ik hoop niet dat d i t al voorspel is op hetgeen straks inzake de op handen zijnde verkiezing zal worden ten gehoor© gebracht, het is voor die rcvolufción- naire geesten wie zij dan ook zijn, zulk een beteekenisvol jaar, en het is of men de toe bereidselen al te zien cn te hooren krijgt^ en de middelen beraamd worden waardoor straks Jan of Piet moreel of zedelijk zal trachten vermoord te worden. Arme slacht offers, die daarvoor bestemd zijn! Neen laten wij elkander bestrijden, het zij zoo, maar laten wij dat dan doen met een open vizier en met eerlijke middelen, en niet rusten voor dat wij de motie ven voor zulk strijden gevonden hebben^ en dan twijfel ik niet of er zal d i k w ij I zoo niet a 11 ij d naar die motieven tever geefs gezocht worden. Inmiddels met hartelijken dank voor de plaatsing, G ach te Redactie. UEd. Dw. Dr. S. SCHONEVELD. Rijnsburg, 3 Maart 1911. Geachte Redacteur! Beleefd verzoek ik u eenige plaatsruim te af te staan naar aanleiding van het^ door een Herv. kiezer van Rijnsburg, inge zonden stukje d.d. 2 Maart j.l. Ten 1ste wensch ik op te merken, dat het verzoek van de hoeren S. riohoneveld en J. van Iterson Jr. werd toegestaan door den Raad op voorstel van Burgemeester en Wetihs. N. yan Egmond, die persoonlijk den toestand hadden onderzocht en het voor de Gemeente wensehtelij& achtten, dat een goot kwam te liggen op den weg dus op gemeentegrond. De geachte inzen der heeft zich blijkbaar niet met den toe stand op de hoogte gesteld, anders zon hdj geweten hebben, dat de grond voor de be wuste percecben hoogter ligt dan de weg. D© weg zou dus al het water moeten ontvan gen. Nu de goot evenwél ligt op de wijze als door den Raad is toegestaan, op het bewuste stukje grond, heeft de weg zijn afwatering in die goot. Het is dus ook in het belang der gemeente, dat de goot alzoo werd gelegd. Ten 2de maakt de Herv. kiezer een ver gelijking tusschen een verkoop van .grond en een in bruikleen afstaan. Weet de in zender niet, dat die f 1 slechts een vorm i8 om de gemeente het eigendomsrecht t»e doen blijven verzekeren? Was dit niet noo dig dan zou dc Raad in dergelijke gevallen den grond meestal vcor niets afstaan. Wat betreft den koogen prijs N.B. f4 per vlerk., M. van den grond achter het Raadhui 3 ge legen, midden in het dorp en behoorende tot een vierkanten tuin, ik geloof, dat het beter is daarover te zwijgen; het betrok- ken kerkbestuur had ten minste zelf daar over geen bezwaar. Ten 3de wil ik den Herv. kiezer opmerken dat de Raadsleden zich in do Raadsverga ring bezig houden met de belangen der ge meente en niet met die van diverse keuken en kerkbesturen of van persoonlijke belan gen. Dit moet Lij nu maar gelooven. Mij is niet bekend, dat een enkel raadslid daar- van is afgeweken. Ten slotte zou de Herv. kiezer zelf hier niet een politiek avontuurtje in den zin hebben, nu het naar de a.s. verkiezingen loopt en al vast willen probeeren de ge moederen op te zweepen? Zijn onderteo- Öóening als Herv. kiezer zou ons dit zoo doen verwachten. Laat ihij echter dan be ter beslagen ten ijs komen en geen zaken bespreken, waarvan hij blijkbaar absoluut géén begrip heeft. U, Mijnheer de Redacteur, beleefd dank' zeggende voor de genoten gastvriiheid. J. YAN ITERSON, Wethouder. Rijnsburg, 4 Maart 1911. Griel van vele miatieelden. Is het schrijver van „Grief van een mis deelde" nü eerst bekend dat in Leiden met' twee maten gemeten wordt Waarom moe-, ten koffiehuizen 12 uren sluiten en de uit-; verkorenen om 1 uur? Waarom nachtver= gunning voor partijen tot 5 uren en in de Gehoorzaal naar verkiezing tot 6 uren of 6V2 uur? Waarom mogen vereenigingen geen entreegeld heffen, ja zelfs geen pro gramma's verkoopen? „All Right" in de Gehoorzaal vroeg f 2.50. Maar wacht maar goede vriend. „Leiden gaat vooruit I Dé schulden onzer stad worden steeds grootei\ de belasting wordt zoo hoog, dat de mid-; denstand niet meer kan betalen. De ker= mis, die toch niets dan voordeel gaf, is( reeds afgeschaft. De publieke vermakelijkheidsbelasting staat ons te wachten. De zaken hier ren-; deeren niet meer, vele liefhebberij-verfech nigingën gaan te niet, of zijn bijna alle! ziek. Extra treinen loopen dagelijks naar Den Haag. Het hier verdiende geld wordt' in Den Haag dus verteerd. Voorstanders naam wordt in de notulen; opgenomen. Doel bereikt. Leiden voor^; uitl UEd. dankend voor de plaatsruimte. EEN BELANGHEBBENDE: Fietsen kunnen niét in onze Vestibule worden toe gelaten, maar men vindt buiten ons gebouw fietsrekken met ketting en slot. Bij het binnenkomen waarschuwt men deni portier en bij het weggaan vraagt men het 'slot' te willen openen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1911 | | pagina 10