Qafcacaee
15653
Woensdag 1 Maart,
A*. 1911.
feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
Eerste Blad.
BERICHT.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
V»n 18 regels ƒ1.05. Ieiere regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine adrertentiën Tan 30 woorden 40 Oents contantelk
tiental woorden meer 10 Oente. - Voor het incaeseeren wordt 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oents; per 3 maanden I l 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1.30.
Franco per post1.65.
i Het 49ste nummer van
..ÖTnnnr, rt
,wöirdt Donderdag a<aii de abonnés daarop
yarzonden en bevat o. a. de volgende illus
traties:
Portret van prof. W. Ediithoven.
Sprong van -een Noorsch-cn kaïnpioen in
Kat aki-loopen.
Het spoorwegongeluk bij Courville.
Hulde aan H. "NV. Mesdag.
H&agscba padvinders.
De vliegende boot.
Ben oadeau, dat in de luclifc hangt.
De doorbraak in lvet dok te Antwerpen'.
De Wognuiimiers.
Onder ge boekende
wt*« 'nj-!
tonende m-..tt.v.-
fwéinBoht zich te abonneer en op heb weok-
iblad „PAK ME MEE", tegen den prijs
yan 3Va oents thuis bezorgd.
HIXOEKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op art. 8, lste alinea, der Hinder-
Jwiefc;
Rnangon tea* algemeene kennis, dat door hen
op heden besloten is: de aan J. PARMEN-
'»'i fr'.R en rechtverkrijgenden bij beschikking
,yan den 22sten September 1910 verleende ver
gunning tot oprichting' van eene fabriek van
wollen garens op het terrein aan de Schelpen-
kade No. 6, kad. Sectie M. No. 2260, in
dien zin to wijzigen, dat "in de sub 3o.
der in dio beschikking genoemde voorwaar
den, de bepaling voor zooveel den roet van
ger betreft, komt te vervallen; dat tuascben
de 3de en 4de voorwaarde eene nieuwe voor
waarde wordt opgenomen, luidende:
„dat öf op don sub 3o. genoemden Schoor-
i,steen een John's roetvahger wordt geplaatst
„met. bijhehoorende afvoerpijp cn reservoir
„tot het opvangen van roet, öf in den stoom-
„ketel eene inlichting wordt aangebracht,
„waardoor in verband met de te gebruiken
^brandstof, welke niet meer dan 14 pCt.
-„Vluchtige bestanddeel en mag bevatten, eene
„zoodanige rookzwakke verbranding wordt
verkregen, da,t het verspreiden van roet
„uit den schoorsteen op behoorlijk afdoende
„wijze wordt voorkomen"
en aan J. Parmentior en rechtverkrijgen
den vergunning to verleenen tot uitbreiding
der bedoelde fabriek door plaatsing en in
werking stelling van een stoomketel van 8
M2. verwarmd oppervlak en G atm. overdruk
en van 4 electromotorcn elk van 2Va p.k.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris-
Leiden, 27. Februari 1911.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden j
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij deze ter algemeene kennis,
dat door hen op heden vergunning is ver
leend aan W. VAN DEN OORD, en recht
verkrijgenden tot het uitbreiden van de
broodbakkerij in het perceel Pieterskerk
hof No. 14.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 27 Februari 1911.
l>e gezondheidstoestand van
Leiden.
Bladerende in het Lei else h Jaarhoekje
voor 1911, dat ons als gewoonlijk naar vroe
gere tijden terugvoert, maakten we al lezende
onwillekeurig vergelijkingen tusschen het
Leiden van. thans en van vroeger. En dat
is wel eens 'leerzaam voor ons mensohen,
die het paradijs liefst achter zich zien en
meestal niet tevreden zijn met de tijden
en toestanden, waarin wij zelf verkeeren.
Als wij honderd Leidenaars spreken over de
stad, het stadsbestuur, de bevolking enz.,
dan mogen we dankbaar wezen, als we 'er
tien vinden die tevreden zijn. Toen en toen
en dan gaat men liefst ver achteruit
was het veel beter. Nu zijn „beter" en
„minder" zeer-betrekkelijke begrippen, doob
ito geschiedenis raadplegend mogen we ge
rust zeggen dat liet tegenwoordig Leiden
in alle opzichten beter is dan in
vroegere eeuwen.' En zeer stellig is het dit
in één voornaam, en wol het voornaamste
opzicht, nl., wat betreft den gezond
heidstoestand. Een kort opstel van
onzen archivaris, den heer Ovörvoorde, in
genoemd jaarhoekje leert ons dit met be
trekking tot de 17de eeuw. Toen trou
wens ook later nog werd Leiden meer
malen geteisterd door epidemieën, die hon
derden ten grave voerden. Zoo bijv. in 1669.
De ziekte wordt omschreven als te „Syn al
cooidsen öntstaen door het brack stinckend
water en bier daeruyt gebrouwen".
Het getal dooden liep in October van 'dat
jaar tot 5, 6, a 7honderd per week. Het
heette geën pest .of andere „behaelyoke",
d. i. besmettelijke ziekte., ma-ar niet te min
wanen „weinige gezonden in de stadt en
leggen seer lang, als ze al opkomen, en
gesondt werden."
De oorzaak wordt nogmaals gezocht in
liet slinkende water in .verhand met de
groote warmte.
Nog maanden later, den 30sten Juni 1670,
heet het: „het stinkt daer weer soodanich',
dat veël öiecken daer aff comen; het weer
is heel droog'h en liect geweest, dat groote
oorsaeck van de st-anck geeft". Als paddel
om de oorzaak van de kwaal weg te nemen,
wordt er op aangedrongen de verontreiniging
van het water tegen te gaan en beter te
spuien.
"Wanneer wij nu kunnen opmerken, dat, dank
zij den steeds meerderen liygicnisoiien maat
regelen, thans epidemieën, zooals hier één
is genoemd niet meer voorkomen niet alleen,
maar dat ook de gewone sterfte voortdurend
geringer wordt en er thans op 58,000 in
woners niet meer dan ongeveer 800 per jaar
sterven en dat dit sterftecijfer nog gere-:
geld afneemt, zoodat het in de laatste tien
jaren weder geleidelijk daalde van 16.72 tot
14.4 per duizond inwoners, dan beteekent
dat zeker wel de grootste voöruitgang, dien
we kunnen bedenken. Wat gaat er toch'
boven een goede gezondheid en een lang
leven I
Maar dan mog*en wij met waardeering voor
hetgeen er op dit gebied 19 verricht, toch
ook nu nog niet de handen in den schoot
leggen en zeggen het is zoo genoeg! Onze
grachten hebben wij nog altijd. Er mogen
sinds dien tijd waar-van we boven spraken,
eenige zijn gedempt, de meesten zijn nog
overgebleven. Er wordt nu wel geen „bier
daeruyt gebrouwen", zooals toen, onze melk
wordt er niet meer mee behandeld, evenmin
als met het verontreinigd grondwater, maar
in lieeto zomers rieken onze grachten nog
altijd alleronaangenaamst en het gevaar voor
de gezondheid is nog niet denkbeeldig.
Zeker, wij spuien thans nog bij Katwijk,
zooals ook toen werd aangeprezen, maar
hot blijkt iederen zomer weer, dat dit niet
voldoende is. Indertijd heeft liet Raadslid
wijlen de heer Zaalberg een ander plan tot
zuivering van het grachtwater aan de hand
gedaan, wat niet dadelijk algeheele instem
ming vond. "Was do lieer Zaalberg in leven
gebleven, stellig zou hij het er niet hij
hebben laten zitten.
Het is ons bekend, dat een zeer geacht
groot-industrieel van een gewijzigd plan-
Zaalberg voor de watervorverscking voor
Leiden veel heil verwacht. Bedriegen wij
ons niet, dan is hij genegen op eigen kostën
onderzoekingen le doen instellen en zoo noo-
dig oen proef to nemen. Wij vragen: moe
ten B. en Ws., die dit voornemen zeker
kennen, daartoe hun medewerking niet ver
leenen en behoort ook het Hoogheemraad
schap Rijnland, welks zetel en middelpunt
toch ook Leiden is, niet dit streven te
steunen?
Een goede waterververscliing in onze
grachten staat oen goeden gezondheidstoe
stand der gomeente nog altijd in den weg.
Dit moet anders worden, en liet middel
aangegeven door een onzer grootste fabri
kanten, moeten wij beproeven, tenzij de
deskundigen der gemeente een betcrè oplos
sing weten.
In verband hiermede wenschen wij nog
op twee zaken te wijzen, die ook Op voor
ziening wachten, nl. op ruimere gelegen
heid tot het verkrijgen van baden en tot
inrichting van een behoorlijke zwemgelegen-
heid.
Wat de badgelegenheid betreft, wat wij
in dit opzicht hebben, danken wij ook aan
het initiatief van den bovengenoemden in
dustrieel en het Volksbadliuis aaU den Ouden
Singel voorziet inderdaad in een dringende
behoefte, maar doet het niet geheel voldoende.
Wij meenen dat hier een vereeniging voor
de bevordering tot oprichting van volks
had en is gesticht; laat die spoedig met 'een
plan tot uitbreiding komen. En wat een
nieuwe zweminrichting betreft, wij ver
wachten daarvoor, na ai wat daarover reeds
is voorgevallen, de eerste stappen nu van
B. en Ws., die daarbij de medewerking
van den Raad, van de Leidsche Zwemolub en
van verschillende particulieren ongetwijfeld
ontvangen zullen.
Leiden, I Maart.
De weldadigheids voorstelling in den
Leidschen Schouwburg voor all—nsbaande
blinden heeft netto opgebracht f 623.04^.
Yoor het examen in de nuttige hand
werken is gisteren te 's-Gravenhage ge
slaagd mej. A. Kroonenberg, van Leiden,
leerlinge van mej. G. Koolhaas.
De Koningin heeft voor het oonoert
van het Leidsch Studenten-muziekgezel
schap „Sempro Cresoendo" op Maandag
13 Maart a.s. in Den Haag, ten bate van
do stichting Oranje-Nassau's Oord een gift
van honderd gulden geschonken.
Als tijdelijk leeraar in de Nederlamd-
sche taal aan de H. B.-S. dragen B. en
Ws. van Tiel aan den raad voor den heer
Yan Yollenhoven te Leiden.
Het bestuur der in September alhier
te houden Landbouwtentoonstelling ontving
van het „Loffelick Ossenweyersgilde" te
Haarlem een bedrag van f 50 als exëra-prija
voor de beste gekeurde provinciale melkkoe.
Het Loffelick Ossenweyersgilde ia een
zeer oude, uit de 17de eeuw dagteekenende
vereeniging, waarvan onze burgemeester
ook lid is, en het zou ons niet verwonderen
of aan zijn toedoen heeft het bestuur der
tentoonstelling deze aardige attentie te
danken.
D3. J. van de Pol, predikant hij de
Ned.-Herv. Gem. te Benthuizen, heeft aan
de classis der Geref. Kerken te Leiden ge
schreven, dat hij wenscht toegelaten te
worden tot den dienst des Woords en der
Sacramenten in de Gereformeerde Keitken.-
Die classis zal dus in overleg met de Depu-
taten, daarvoor aangewezen, te oordeelen
hebben.
Vanwege het Ministerie van Water
staat is in heb gebouw Van hedi
prov. bestuur van Zuid-Holland aanbesteed:
het uitvoeren van bagger werk in en voor
de buitenhaven te Soheveningen van 1 Mei
1911 tot en met 30 April 1915. Laagste
inschrijvers wanen: lo. A. Firing Thz* te
Sliedrecht voor f 92,000, onder voorwaarde
dat hem ook gegund worde het baggerwerk
in de binnen voorhaven en in de buiten voor
haven der vissohershaven, door de gemeente
's-Gravenhage aanbesteed2. G. A. van
Hattum te Sliedrecht, voor f 112,600, zon-,
der 'die voorwaarde.
Bij de te gelijk door liet gemeentebes tuur
van Den Haag gehouden aanbesteding van
het uitvoeren van baggerwerk in de bin.
nenvoorhaven en in de buiten voorhaven der
Yisscherahavcn van 1 Mei 1911 tot en ineb
80 April l9lö was laagste inschrijver Gij
A. van Hattem, Sliedrecht, f 69,000A.
Prina Thz., te Sliedrecht, schreef in voor
f 89,200, onder voorwaarde dat hem ook'
het baggerwerk door het Rijk worde ge-:
gund.
Onder buitengewone deelneming is
naar 't „Hbl." meldt gisteren te Amster
dam het! huwelijk voltrokken tussch'en den
heer Eduard Gerdes, kunstsohilder, en me
juffrouw Adelaide Heemskerk, dochter van
den minister.
Het mooie, intieme kerkje van de Engel-
sche Hervormde Gemeente op het Begijn
hof was reeds lang, voordat het bruids
paar en de familiën, o. w. minister Heems
kerk, binnentraden, met belangstellenden
gevuld. De huwelijks-inzegening geschiedde
door dr. J. Lammerts van Bueren, predi
kant bdj de Ned.-Hërv. Gemeente, die over
„geloof, hoop en liefde" een schoone rede
hield.
De jonge vrouw droeg een bruidskleed van
wL.e zijde en een tuiltje oranje-bloesem in
het hooggekapte haar. Mevrouw Heems
kerk was gekleed in een robe van teer lila
met breede kanten omzoomd en droeg een
stola van marterbont. De beide bruidsmeis
jes droegen toiletten van wit zijden tar
latan.
Het gezelschap maakte gebruik van auto's.
De heer A. W. Ippius Fookens, predi
kant te Hemmen (Geld.) heeft bedankt
voor de benoeming tot predikant-directeur
van het diaconeasenhuis te Groningen.
De heer J. G. W. van Brakell Door
werth, 18 Febr. jl te Arnhem overkien*
heeft aan de Maatschappij van Weldadig*
held te Frederiksoord f 2000 gelegateerd,
vrij van successierechten.
Naar de ,,Rott." verneemt, 1a de toe
stand van de directrice van het Diaoonex
senhuia „Bronovo" te 's-Gravenhage sind/
Zaterdag zeer verminderd. De krachteiT
van de patiënte nemen zeer at Zondag had
rij een benauwdheid, die bij herhaling het
ergste deed vreezen. Ook de nachten zijn'
verre van rustig.
De gewone audiëntie van den miniw*
ter van finanoiën zal op Donderdag 9 de
zer, en de van de ministers van waterstaat 1
en marine op Yrijdag 8 dezer niet plaat* I
hebben.
BODEGRAVEN. Bij den toeslag van cUj
publieke veiling van het koffiehuis „Hei
bonte varken", alhier, is dit perceel niet)
afgemijnd. Het ia echteer niet gegund aan;
den h' oogsten bieder voor f 15,000, maan
voor deze som, .0 verge no meen door den heep
D. Couperus.
H A ZERSWOUDE. Tegen het vallen va^>
den avond bemerkte de inanufacturier K>
aan den Rijndijk, dat een pak, inhoudend^
twee vrouwenrokken, van de toonbank v+fy
dwenen was en zijn winkeldeur open stoiwlv
Met den rijksveldwachter Niekerk trok da'
eigenaar er op uit om den dief op te spon
nen en ter hoogte van de R.-K. kerk aan,
den Groenendijk snapten zij den dadêsr, diej
het pak in zijn bezit had. Voorloopig wand!
hij in hert» arrestantenhok geplaatst, om]
daarna in verhoor te worden genomen.
Grerda,
Blot.)
j Na mevrouw bedankt te bebbcn voor
baar goeden wil ging Gerda naar boven om
haar koffer te pakken.
Bij de familie Hogers in Brummen wekte
het besluit algemeene verwondering; maar
.boch kon men Gerda niet geheel ongelijk
geven.
„Hoe ben je toch zoo opeens op dat idee
gekomen?" vroeg Clara, toen zij met Gerda
Alleen op de logeerkamer was; „vroeger
heb je toch nooit aan zoo iets gedacht."
„Neen, dat is zoo", zei Gerda, „en dat
kwam doordat ik eigenlijk nooit nadacht,
maar toen tante me bij het afscheid riemen
»ei, dat het beter was ook eens naar Ara-
1 sterdam te gaan, omdat ik mijnheer Yan
Elsendonck niet te lang lastig mocht val
len, begreep ik, dat ik voor de heele fami
lie een groote lastpost ben en men LLj ie,
ais ik weer eens naar een ander ga."
„Gerda, dat moet je nu in geen geval
denken van mijnheer Van Elsendonck, wa nt
hoe dikwijls heeft die niet verzekerd, dat
«5 het zoo heerlijk vond, dat wij er waren,
pm wat leven in de brouwerij te brengen.
En denk je, dat men een paard oadeau
geeft aan iemand, die men liever ziet gaan
can komen t Ik had gedacht, dat je wijzer
iwaa. Laat je toch door een booze bui van
)e tante niet van streek brengen."
„Tante was niet in een booze bui," her-
aam Gerda, „ze zei alles heel bedaard en
Ijg^m ben ik zoo bang, dat mijnheer Yan
Elsendonck tegen tante bezwaar heeft ge
blaakt, dat Ik zoolang op „Rustoord' blijf.
Dat idee is het voornamelijk, dat me aan
spoort voor mezelf te gaan zorgen."
„Hecht je dan zooveel aan het oordeel "van
den heer Van Elsendonck?" vroeg GJara,
alsof haar dat zeer verwonderde. -.,v
„Natuurlijk," zei Gerda vol vuur; „liet
oordeel van een man, zoo verstandig cn edel-
als mijnheer Van Elsendonck, weegt toch
veel zwaarder dan dat van een oppervlak
kige vrouw als tante."
Clara keek Gerda opmerkzaam in het van
opgewondenheid hoog gekleurde gezichtje,
en zei met een lachje: „Hm,'zoo, is die mijn
heer volgens jou zoo bijzonder verstandig
en edel? Ik moet zeggen, dat het geval me
hoe langer hoo bedenkelijker voorkomt."
Clara., maak nu toch geen gekheid,"
zei Gerda, die nog meer kleur kreeg.
„Wees maar gerust, lieve; ik denk, 'dat
alles wel gauw in orde zal komen," troostte
Clara, terwijl zij samen de kamer verlieten.
Den derden avond, dat Gerda in Brum
men was en men gezellig zat thee te drin
ken, werd Bernard van Elsendonck, die wel
vaker bij de familie Hogers kwam, aange
diend. De nieuwe galst werd ;door allen
welkom geheeten. Hij vertelde, dat hij een
paar zaken in Brummen had af te doen,
en daartoe tot overmorgen dacht te blijven.
„Juffrouw Wildors, u moet de groeten
hebben van de vos; zij verlangt erg, dat u
haar eens weer komt berijden," zei hij tot
Gerda.
„Hó, Gerda", riep Clara, -„wat moet er
met je paard gebeuren, als je in betrek
king gaat?"
Clara, zeg toch niets," waarschuwde
Gerda.
„Och hemel, mocht mijnheer er niets van
weten? Wat heb ik dan raij-n mond voorbij
gepraat. Wees er niet boos om, beste
GeTda!"
„Wat is er toch, dat ik niet weten mag?"
vroeg Yan Elsendonck verwonderd „Wil
Gerda in een betrekking gaan?"
„Nu Clara took zooveel verraden heeft",
zei haar moeder, „zal ik het u maar vertel
len, ofschoon Gerda het liever vooreerst
nog geheim wilde houden. Gerda vindt, dat
zij nu oud genoeg is om voor ziokzelf te
zorgen en dat zij nu niet langer de familie
tot last mag zijn; daarom wil zij uitzien
naar een betrekking als gezelschapsjuf
frouw."
Gerda zat ondertussehen met neergesla
gen oogen op haar handwerkje te turen en
scbeen niets te bemerken van de verwonder
de blikken, die Bernard van Elsendonck op
haar wierp.
„Mijn schoonzuster zal het zeker niet
best aanstaan, als zij verneemt, dat haar
nichtje een gesalarieerde betrekking wil
aannemen", was alles wat hij antwoordde,
en dadelijk daarop begon hij over iets an
ders te spreken.
Een poosje later nam hij afscheid, om
naar zijn hotel te gaan, nadat hij vooraf
Clara, en Gerda gevraagd had den volgen
den morgen met hem te wandelen naar een
naburig dorp, waar hij voor zaken zijn
moest. Clara had de uitnoodiging dadelijk
met vreugde voor haar beiden aangeno
men, terwijl Gerda niets geantwoord had.
Bij het opstaan 's morgens klaagde
Clara over ergen hoofdpijn en tegen den
tijd; dat Bernard van Elsendonck zou ko
men om haar af te halen, werd die pijn zóó
hevig, dat zij verklaarde onmogelijk mee te
kunnen gaan, omdat alleen rust haar kon
helpen.
„Dan ga ik natuurlijk ook niet," zei
Gerda.
,,Maar je kunt mijnheer Yan Elsendonck
toch niet alleen weer laten weggaan, nadat
hij eerst de moeite heeft gedaan hier te
komen; en om nog een boodschap naar het
hotel te sturen, is het veel te laat, hij kan
elk oogebblik hier zijn," bracht Claiu er
tegen in.
„Neen, Gerda, Clara, heeft gelijk," zei
de gastvrouw, „je kunt heel goed mee
gaan; 't zal een heerlijke wandeling zijn in
dit frissche weer. Het is erg jammer, dat
het juist zoo treft; Clara heeft anders nooit
last van hoofdpijn."
Toen Yan Elsendonck een oogen blik later
kwam, ging Gerda dan ook alleen mee.
Pas waren zij de deur uit, of Olara, die
tot nog toe op de canapé had gelegen,
sprong met een vroolijk laohjo op.
„Ziezoo, moedertje, nu is mijn hoofd
pijn weer verdwenen; het viel me moeilijk
genoeg zoolang rustig te blijven liggen,
maar die twee moesten eens gelegenheid
hebben elkaar alleen te spreken en zonder
reden kon ik natuurlijk niet thuis blijven;
daarom had ik besloten hoofdpijn te vein
zen. Heb ik het niet knap gedaan?"
„Ik dacht al," zei haar moedor, „dat er
iets achter stak, want je kleur* was heel
normaal."
Gerda trachtte intussoaen zoo onbevan
gen mogelijk te babbelen, maar toch stokte
telkens het gesprek. Toen men op den een
zamen landweg gekomen was, vroeg haar
geleider plotseling:
„Waarom wilt u in een betrekking gaan?
Wat heeft u zoo opeens tot dat besluit go-
bracht?"
„Ik wil niet weer van tante hooren, dat
ik de heele familie tot last ben," barstte
Gerda uit. „Daarom wil ik weg, zoo ver
mogelijk; dan zal ik niemand paeer hin
deren
Beruard van Elsendonck keek haar in het
opgewonden gezichtje, greep haar handen
en zei: „Gerda, ik weet niet wat Alexan
drine j© gezegd heeft, dat je op dat idee
kon brengen, maar geloof me: je bent
niet allen tot last geweest, mij ten minste
niet. Ik zou je o, zoo dankbaar zijn, als
je voortaan mij altijd voor je wilde laten
zorgen. Ik heb je lief gehad, Gerda, a1
lang, al heel lang, en ik heb al dien tijd
gezwegen, omdat ik zooveel ouder ben dan
jijmaar ik zou geen grooter geluk ken
nen dan je voorgoed als mijn vrouwtje bij
mij" te houden. Gerda kun jo me niet een
beetje liefhebben?"
Hij had zijn arm om liaar middel gesla-
gen, en nu liet Gerda haar kopje tegen zijn
schouder rusten en blikte vol geluk tob
hem op. Met een juichkreet sloot hij haar
aan zijn borst.
Gelukkig, dat de weg zoo eenzaam was.
„Wil je nu nog volstrekt weg?" vroeg
de gelukkige man na een poosje.
„O, Bernard, dat tante niet van me
houdt, wist ik wel; maur dc gedachte da,
ik door jou ook als een lastpost beschouwd
werd, dreef me aan om weg te gaan, want
dat was meer dan ik uit kon staan."
's Avondg werd bij de familie Hogers dö
verloving gezellig gevierd. Clara beweerde,,
dat het paar aan haar zijn geluk te dan
ken had, omdat zij op" zoo'n gelogen tijd
hoofdpijn had gekregen. Er werd afgespro
ken, dat Gerda tot haar huwelijk, dat zea
weken later voltrokken zou worden, bij de
familie Hogers zou blijven.
Mevrouw Yan Elsendonck bleef met Ton-»
ny langer in 't Zuiden dan aanvankelijk
plan was geweest en toen zij eindelijk te*
rugkwamen, konden zij Gerda als huisvrouwj
op Rustoord" begroeten.
Bylrester.